Operation Manual

3-24 A-61580_nl mei 2010
Aangepast: biedt de mogelijkheid om Kleurhoeveelheid en/of
Kleurdrempel handmatig aan te passen.
OPMERKING: Bij het instellen van de gevoeligheidswaarden wordt
aangeraden te beginnen met de optie Gemiddeld en
een veel voorkomende taak te scannen. Als te veel
documenten worden geretourneerd als kleur/grijstinten
versus zwart-wit, verandert u de instelling in Hoog en
voert u de taak opnieuw uit. Als te weinig documenten
worden geretourneerd als kleur/grijstinten versus
zwart-wit, verandert u de instelling in Laag en voert
u de taak opnieuw uit. Als geen van deze opties het
gewenste resultaat opleveren, selecteert u Aangepast
en stelt u de Kleurhoeveelheid en/of Kleurdrempel
handmatig in. De optie Aangepast biedt ook toegang
tot de modus Detecteren die de mogelijkheid biedt
om de scanner documenten te laten analyseren en
de aanbevolen instellingen te bepalen.
Kleurhoeveelheid — de hoeveelheid kleur die in een document
aanwezig moet zijn voordat het wordt opgeslagen als kleur/grijstinten.
Naar mate de waarde van Kleurhoeveelheid groter wordt, zijn meer
kleurenpixels nodig. De opties lopen van 1 tot 200.
Kleurdrempel — de kleurdrempel of verzadiging (bijvoorbeeld
lichtblauw versus donkerblauw) waarbij een kleur wordt opgenomen in
de berekening van de kleurhoeveelheid. Een hogere waarde geeft aan
dat een intensievere kleur vereist is. De opties lopen van 0 tot 100.
Detecteren — berekent de instellingen gebaseerd op representatieve
kleurendocumenten die worden gescand. Voordat u Detecteren
selecteert, plaatst u ten minste vijf representatieve kleurendocumenten
in de invoerlift. Om de aanbevolen kleurhoeveelheid te bepalen worden
de documenten gescand en geanalyseerd.
OPMERKING: De schuifregelaars voor Kleurhoeveelheid en Kleurdrempel
worden automatisch bijgewerkt. Als deze waarden niet
de gewenste resultaten voor uw scan taak opleveren,
moet u de Kleurdrempel wellicht handmatig wijzigen.