Operation Manual

3-40 A-61580_nl mei 2010
OPMERKINGEN:
Wanneer u een keuze opgeeft bij Indeling, worden Veldbreedte en
Volgend niveau automatisch ingesteld op de standaardwaarden voor
die indeling.
Wanneer u de instelling van Veldbreedte of Volgend niveau heeft
gewijzigd, wordt de Indeling aangevuld met de tekst <gewijzigd>,
en wordt de naam cursief weergegeven (bijvoorbeeld *Niveau 3
<gewijzigd>).
Standaard: hiermee kunt u wijzigingen aan de indeling ongedaan
maken. Deze mogelijkheid is alleen beschikbaar als u de indeling
hebt gewijzigd (dat wil zeggen de naam wordt cursief weergegeven
en bevat de tekst <gewijzigd>).
Veldbreedte — hier kunt u de breedte van elk veld configureren met
een waarde van 1 - 9. Het totale aantal van alle velden mag echter
niet hoger zijn dan 27 en daarom is de veldbreedte mogelijk beperkt
tot een lagere waarde dan 9.
Volgend niveau: het niveau dat aan het volgende document moet
worden toegewezen.
- Na niveau 3: hier kunt u opgeven welk niveau moet worden
toegewezen aan een document dat volgt op een document van
niveau 3.
- Na niveau 2: hier kunt u opgeven welk niveau moet worden
toegewezen aan een document dat volgt op een document van
niveau 2.
- Na niveau 1: hier kunt u opgeven welk niveau moet worden
toegewezen aan een document dat volgt op een document van
niveau 1.
De keuzemogelijkheden voor alle drie de bovenstaande opties zijn:
Niveau 1, Niveau 2 en Niveau 3. De beschikbare opties zijn echter
gebaseerd op de indeling van het beeldadres. Wanneer Indeling
bijvoorbeeld niet Niveau 3 als een van zijn velden heeft, is Niveau
3 niet beschikbaar.
OPMERKING: U kunt ook tijdens het scannen een niveau aan een
document toewijzen. Dit doet u door een patchvel in
te voeren (indien ingeschakeld op het tabblad Patch)
of door een niveauveld op het tipscherm van de scanner
te selecteren. Meer informatie kunt u vinden in de
Gebruikershandleiding die bij de scanner is geleverd.
Voorloopnullen — hiermee kunt u de indeling van de beeldadresvelden
configureren wanneer de breedte van de waarde minder is dan de
veldbreedte (de voorbeelden geven een veldbreedte aan van 3 en
een beeldadres van A.3.2.1).
Weergeven (bijvoorbeeld A.003.002.001)
Niet weergeven (bijvoorbeeld A.3.2.1)
Als spaties weergeven (bijvoorbeeld A. 3. 2. 1)