Niederländisch Di1611/Di2011 Handleiding www.konicaminoltaeurope.com Konica Minolta Business Solutions Europe GmbH Minoltaring 11 D-30855 Langenhagen Phone +49 (0)5 11 74 04-0 Fax +49 (0)5 11 74 10 50 Printed in Germany *9961161106* *9961161106* Copyright 2004 KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC.
.
Inhoud 1 2 Inleiding 1.1 Wij willen u als tevreden klant .....................................................1-1 1.2 Toelichting bij de standaardprocedures m.b.t. de handleiding 1-2 1.3 De handleiding – gedrukt en digitaal ..........................................1-3 Handleiding (gedrukte versie).....................................................1-3 Uitgebreide handleiding (digitale versie op CD-R) .....................1-3 1.4 Toelichting bij basisconcepten en symbolen..........................
Het apparaat transporteren ........................................................ 2-5 Verzorging van verbruiksartikelen.............................................. 2-5 Bewaren van kopieën ................................................................ 2-5 2.3 3 Wettelijke beperkingen m.b.t. kopiëren...................................... 2-6 2.4 Componenten en hun functies.................................................... 2-7 2.5 Namen van onderdelen en hun functies .............................
4 5 Handige functies 4.1 Een zoominstelling vastleggen [CD] .........................................4-1 4.2 Gebruik van de functie “Auto/Foto” [CD] .................................4-1 4.3 Kopiëren op verschillende soorten media..................................4-1 Kopiëren op OHP-sheets............................................................4-1 Kopiëren op etiketvellen [CD] .....................................................4-3 Kopiëren op enveloppen (niet-standaard formaat) [CD].............
5.7 Een zoominstelling vastleggen ................................................. 5-22 Zoominstellingen ...................................................................... 5-22 Kopieën maken met de zoominstelling “AUTO” ....................... 5-23 Kopieën maken met een vaste zoominstelling......................... 5-24 Kopieën maken met een specifieke zoominstelling ................. 5-25 Kopieën maken met de functie “X/Y Zoom” [CD] ..................... 5-25 5.
Vastgelopen papier verwijderen in de duplexeenheid ................8-4 Vastgelopen papier in de hoofdeenheid of lade 1 verwijderen...8-5 Vastgelopen papier verwijderen in de papierinvoereenheid.......8-8 Vastgelopen papier verwijderen in de meervoudige handinvoer 8-9 9 8.3 Wanneer de melding “ORIGINEEL VAST” verschijnt ..............8-11 Vastgelopen papier verwijderen in de automatische documenteninvoer (AF-12).......................................................
Di1611/Di2011
1 Inleiding 1 Inleiding 1.1 Wij willen u als tevreden klant Bedankt dat u gekozen heeft voor dit apparaat. Deze gebruikshandleiding beschrijft de functies, bedieningshandelingen, voorzorgsmaatregelen en het verhelpen van kleine storingen voor dit apparaat. Lees voor gebruik van dit apparaat de gebruikshandleiding zorgvuldig door, om ervoor te zorgen, dat het apparaat efficiënt gebruikt wordt.
1 1.2 Inleiding Toelichting bij de standaardprocedures m.b.t. de handleiding De tekens en tekstformaten die in deze handleiding gebruikt worden, zijn hieronder beschreven. WAARSCHUWING Het niet naleven van aanwijzingen die op deze wijze geaccentueerd zijn, kan fataal of ernstig letsel tot gevolg hebben. § Neem goed nota van alle waarschuwingen, om een veilig gebruik van het kopieerapparaat te waarborgen.
1 Inleiding 1.3 De handleiding – gedrukt en digitaal De uitgebreide kopieersystemen van tegenwoordig bieden een groot aantal uiteenlopende functies. Een kopieersysteem kan zeer individueel ingesteld en op persoonlijke kopieerbehoeften afgestemd worden. De individuele afstemming van het kopieersysteem geschiedt daarbij overwegend door geoefende gebruikers of een systeembeheerder.
1 1.4 Inleiding Toelichting bij basisconcepten en symbolen Het gebruik van woorden en symbolen in deze handleiding is hieronder toegelicht. Papiertoevoer Bij afdrukken wordt papier ingevoerd vanaf de rechterkant van het apparaat en uitgevoerd in de papieruitvoer bovenop of de uitvoeroptie aan de linkerkant met de bedrukte kant van het blad naar beneden. De papierinvoerrichting wordt aangegeven met behulp van de pijlen in onderstaande afbeelding.
1 Inleiding Papierrichting Lengterichting ( ) Als de breedte (X) van het papier korter is dan de lengte (Y), heeft het papier een verticale of portretrichting, aangegeven door “L” of . Breedterichting ( ) Als de breedte (X) van het papier langer is dan de lengte (Y), heeft het papier een horizontale of liggende richting, aangegeven door “C” of .
1 1.5 Inleiding Energy Star® Als een ENERGY STAR® partner, hebben wij vastgesteld dat dit apparaat voldoet aan de ENERGY STAR® richtlijnen voor spaarzaam gebruik van energie. Wat is een ENERGY STAR® product? Een ENERGY STAR® product heeft een speciale eigenschap die het product in staat stelt, automatisch om te schakelen naar een “spaarstand” na een periode van inactiviteit.
1 Inleiding 1.6 Veiligheidsinformatie Dit gedeelte bevat belangrijke instructies met betrekking tot de werking en het onderhoud van dit kopieerapparaat. Voor een optimaal gebruik van dit kopieerapparaat dienen alle gebruikers de instructies in deze handleiding zorgvuldig te lezen en op te volgen. Bewaar deze handleiding op een plaats vlakbij het kopieerapparaat. Lees dit gedeelte voordat u het kopieerapparaat gaat gebruiken.
1 Inleiding WAARSCHUWING • Breng geen modificaties aan op dit product, omdat brand, een elektrische schok of het defect raken van het apparaat het gevolg kunnen zijn. Indien dit product is uitgerust met een laser, kunnen de laserstralen blindheid veroorzaken. • Probeer de afdekkappen en panelen die op dit product zijn aangebracht niet te verwijderen. Sommige producten bevatten een gedeelte dat onder hoge spanning staat of een laser en kunnen een elektrische schok of blindheid veroorzaken.
1 Inleiding • Blijf het product niet gebruiken, als het overmatig heet wordt of rook, een ongewone geur of een ongewoon geluid produceert. Zet onmiddellijk de hoofdschakelaar UIT, verwijder de stekker uit de wandcontactdoos en neem contact op met uw leverancier. Indien u in een dergelijke situatie het kopieerapparaat blijft gebruiken, dan kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. • Blijf het product niet gebruiken, als het gevallen is of de bekleding ervan beschadigd is.
1 Inleiding De wandcontactdoos moet in de buurt van het apparaat geïnstalleerd en gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat de stekker in noodgevallen gemakkelijk uitgetrokken kan worden. • Gebruik dit kopieerapparaat altijd in een goed geventileerde ruimte. Gebruikt u het kopieerapparaat gedurende langere tijd in een slecht geventileerde ruimte, dan kan dit nadelige gevolgen hebben voor uw gezondheid. Ventileer de ruimte regelmatig.
1 Inleiding AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER CE-keurmerk (Conformiteitsverklaring) Dit product voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: 89/336/EEG, 73/23/EEG en 93/68/EEG. Deze verklaring is geldig voor het gebied van de Europese Unie. Dit apparaat moet gebruikt worden met afgeschermde interfacekabels. Het gebruik van niet-afgeschermde kabels kan interferentie met radiocommunicatie tot gevolg hebben en is verboden volgens de EU-richtlijnen.
1 Inleiding Laserveiligheid Dit is een digitaal apparaat dat werkt met behulp van een laser. Er gaat geen enkel gevaar uit van de laser, mits het apparaat wordt gebruikt volgens de instructies in deze handleiding. Aangezien door de laser uitgezonden straling helemaal opgesloten is in de beschermende behuizing, kan de laserstraal niet uit het apparaat ontsnappen tijdens gebruik ervan door de gebruiker.
1 Inleiding Voor Europese gebruikers Waarschuwing Het gebruik van besturingen, aanpassingen of het uitvoeren van procedures anders dan in deze handleiding vermeld, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben. Dit is een halfgeleiderlaser. Het maximum vermogen van de laserdiode is 5 mW en de golflengte is 770-795 nm. Voor gebruikers in Denemarken ADVARSEL Usynlig laserstråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgå udsættelse for stråling.
1 Inleiding Voor gebruikers in Noorwegen ADVERSEL Dersom apparatet brukes på annen måte enn spesifisert i denne bruksanvisning, kan brukeren utsettes for unsynlig laserstråling som overskrider grensen for laser klass 1. Dette en halvleder laser. Maksimal effekt till laserdiode er 5 mW og bølgelengde er 770-795 nm. Laserveiligheid-etiket Een laserveiligheid-etiket is aangebracht aan de buitenkant van het apparaat. Zie onderstaande afbeelding.
1 Inleiding REMARQUE = Placer l’appareil dans une pièce largement ventilée = Une quantité d’ozone négligable est dégagée pendant le fonctionnement de l’appareil quand celui-ci est utilisé normalement. Cependant, une odeur désagréable peut être ressentie dans les pièces dont l’aération est insuffisante et lorsque une utilisation prolongée de l’appareil est effectuée.
1 1-16 Inleiding Di1611/Di2011
2 Veiligheidsvoorschriften 2 Veiligheidsvoorschriften 2.
2 Veiligheidsvoorschriften Benodigde ruimte Om een gemakkelijke bediening, vervanging van onderdelen en onderhoud te garanderen, heeft het apparaat de volgende ruimte nodig. Di1611 1099 599 1024 **400 356 995 *100 Di2011 1099 599 **400 356 1069 252 1352 1100 *100 Eenheid: mm Opmerking Aangezien zich aan de linkerzijde van het apparaat een ventilatieopening bevindt, moet u ervoor zorgen dat er aan de linkerzijde een afstand van *100 mm of meer tot andere objecten is.
Veiligheidsvoorschriften 2.2 2 Voorzorgsmaatregelen bij gebruik Gebruiksomstandigheden De omgevingsomstandigheden voor een correct functioneren van het apparaat zijn als volgt.
2 Veiligheidsvoorschriften VOORZICHTIG De fixeerunit en de omgeving ervan kunnen zeer heet zijn. § Zorg ervoor, dat u behalve de in deze handleiding aangegeven onderdelen geen onderdelen in de buurt van de fixeerunit aanraakt, om het risico van brandwonden tot een minimum te beperken. Raak zeker geen onderdelen aan die voorzien zijn van waarschuwingsstickers, noch gebieden in de buurt van deze onderdelen. § 2-4 Bij verbranding onmiddellijk de huid afkoelen onder koud water en een arts raadplegen.
2 Veiligheidsvoorschriften Het apparaat transporteren Neem contact op met uw leverancier als u het apparaat over grotere afstand wilt verplaatsen. Verzorging van verbruiksartikelen Let bij de verbruiksartikelen (tonercartridge, papier, etc.) op de volgende punten.
2 2.3 Veiligheidsvoorschriften Wettelijke beperkingen m.b.t. kopiëren Bepaalde soorten documenten mogen nooit worden gekopieerd met het doel of de intentie om de kopieën te verspreiden als of het originelen waren. Onderstaande opsomming is geen volledige lijst, maar is bedoeld als richtlijn voor verantwoord kopiëren.
2 Veiligheidsvoorschriften 2.4 Componenten en hun functies 2 1 3 5 4 6 7 Nr. Onderdeelnaam Beschrijving 1 Automatische documenteninvoer AF-12 (optie) Voert automatisch de pagina's één voor één in voor scannen. In deze handleiding ook “documenteninvoer” genoemd. 2 Dubbelzijdige documentinvoer AFR-19 (alleen optie voor de Di2011) Voert automatisch één vel per keer in voor te scannen, en draait automatisch dubbelzijdige documenten om voor te scannen.
2 Veiligheidsvoorschriften Nr. Onderdeelnaam Beschrijving 8 32 MB/64 MB Geheugen M32-5/M64-4 (optie)* Door het geheugen uit te breiden wordt het aantal documentpagina's dat door het apparaat verwerkt kan worden, vergroot. In deze handleiding “uitbreidingsgeheugen” genoemd. 9 Printer controller Pi2001e (optie)* Een interne printer controller. Hierdoor kan dit apparaat gebruikt worden als een computerprinter. Raadpleeg voor meer informatie de gebruikshandleiding van de printercontroller.
2 Veiligheidsvoorschriften 2.5 Namen van onderdelen en hun functies Hoofdeenheid 1 6 2 3 5 4 11 12 13 8 14 9 10 7 Nr. Onderdeelnaam Beschrijving 1 Kopie-uitvoerlade Biedt plaats aan uit het apparaat komende kopieën met de bedrukte zijde naar beneden. 2 Voorklep Openen voor het vervangen van de tonerpatroon. (p. 8-2) 3 Lade 1 • Biedt plaats aan 250 vel papier. • Het papierformaat kan vrij aangepast worden. • Er kan speciaal papier geplaatst worden. (p.
2 Veiligheidsvoorschriften Nr. 2-10 Onderdeelnaam Beschrijving 6 Zijdeur Openen bij het verwijderen van vastgelopen papier. 7 Hoofdschakelaar Gebruiken voor in- en uitschakelen van het apparaat. (p. 2-21) 8 Parallelle interfaceconnector Gebruiken voor aansluiten van een parallelle kabel van de computer. 9 RJ45-connector voor netwerk Gebruiken voor aansluiten van de netwerkkabel, wanneer dit apparaat gebruikt wordt als internetfax en netwerkscanner.
2 Veiligheidsvoorschriften Binnenzijde van hoofdeenheid 2 1 3 Nr. Onderdeelnaam Beschrijving 1 Imaging unit Vormt het beeld. Vervanging van de imaging unit moet verricht worden door de leverancier. 2 Houder tonerfles Openen voor vervanging van de tonerfles. 3 Ontgrendeling Gebruiken voor het verwijderen van vastgelopen papier in de fixeereenheid. (p.
2 Veiligheidsvoorschriften Documenteninvoer (optie) 3 4 2 1 Nr. 2-12 Onderdeelnaam Beschrijving 1 Documentenuitvoer Vangt documenten op die gescand zijn. 2 Documentengeleiders Instellen op de breedte van het document. (p. 3-8) 3 Documentinvoerklep (Doc.-invoerklep) Openen bij het verwijderen van vastgelopen papier. (p. 8-11) 4 Documentinvoerlade Bevat de te scannen documenten; documenten met de bedrukte zijde naar boven plaatsen. (p.
2 Veiligheidsvoorschriften Meervoudige handinvoer (optie) 5 6 Nr. Onderdeelnaam Beschrijving 5 Handinvoer Biedt plaats aan 100 vel normaal papier, 20 vel speciaal papier of 10 enveloppen. (p. 5-9) 6 Verlengstuk handinvoer Uittrekken bij plaatsen van papier met een groot formaat.
2 Veiligheidsvoorschriften Papierinvoereenheid (optie) 7 8 9 10 Nr. 2-14 11 Onderdeelnaam Beschrijving 7 Lade 2 8 Lade 3 Biedt plaats aan 250 vel normaal papier. Bij de Di2011 kunnen maximaal vier papierinvoereenheden geïnstalleerd worden. Bij de Di1611 kan één papierinvoereenheid geïnstalleerd worden. 9 Lade 4 10 Lade 5 11 Zijdeur Openen bij het verwijderen van vastgelopen papier. (p.
2 Veiligheidsvoorschriften Opdrachtlade (optie) Met geïnstalleerde opdrachtlade 12 13 14 Nr. Onderdeelnaam Beschrijving 12 Signaallamp kopieuitvoerlade Licht op wanneer papier in de bovenste kopie-uitvoerlade gevoerd wordt. 13 Bovenste kopieuitvoerlade Vangt afdrukken op. 14 Onderste kopieuitvoerlade Vangt kopieën op.
2 2.6 Veiligheidsvoorschriften Namen van bedieningspaneelonderdelen en hun functies Bedieningspaneelonderdelen en hun functies 1 2 4 3 5 7 6 20 19 18 17 16 Nr. 2-16 15 14 13 12 11 10 9 8 Onderdeelnaam Functie 1 “Fout”-lampje Knippert bij optreden van een storing of fout. Raadpleeg “Foutmeldingen” op pagina 8-1. 2 Toets/lampje [Printer] Brandt tijdens afdrukken van gegevens vanaf de computer en knippert tijdens het verzenden van gegevens.
2 Veiligheidsvoorschriften Nr. Onderdeelnaam Functie Toets [Zoom], toetsen en • Gebruiken voor kiezen van een vooringestelde vergrotings- of verkleiningsfactor. • Telkens wanneer op deze toets gedrukt wordt, wordt een zoomfactor tussen × 0,50 en × 2,00 gekozen in stappen van 0,01. • Gebruiken voor vastleggen van de optie boven of beneden in instelschermen en -menu's. 10 Toets [Papier] Gebruiken voor kiezen van het formaat van het papier waarop afgedrukt moet worden.
2 Veiligheidsvoorschriften 21 22 23 24 25 26 27 31 2-18 30 29 28 Nr. Onderdeelnaam Functie 21 Toets Scan Indrukken voor het opvragen van de scanfunctie. De indicatie licht groen op, om aan te geven dat het apparaat zich in de scanfunctie bevindt. (Alleen beschikbaar bij geïnstalleerde netwerkinterfacekaart NC-6 en de Internet Fax & Netwerk Scan Set SU-6.) 22 Toets Fax Heeft geen functie op dit apparaat. 23 Toets Kopie Indrukken voor het activeren van de kopieerfunctie.
2 Veiligheidsvoorschriften Nr. Onderdeelnaam Functie 30 Toets Start • Starten van het kopiëren. • Plaatsen van een kopieeropdracht in de wachtrij bij indrukken tijdens opwarmen van het apparaat. (p. 2-24) • De indicatie licht groen op, om aan te geven dat het apparaat gereed is om te beginnen met kopiëren, of licht oranje op, om aan te geven dat het apparaat niet gereed is om te beginnen met kopiëren. 31 Cijfertoetsen • Gebruiken voor vastleggen van het aantal kopieën.
2 Veiligheidsvoorschriften Indicaties op het display Scherm kopieerfunctie 5 4 1 2 Scherm gebruikersprogrammafunctie 3 6 7 Nr. Indicatie op display Beschrijving 1 Kopieerdensiteit (soort document) Geeft het soort document aan voor de instelling kopieerdensiteit. “FOTO”, “TEKST” of “TEKST/F” 2 Kopieerdensiteit (densiteitsniveau) Geeft het densiteitsniveau aan voor de instelling kopieerdensiteit. 3 Papierbron Geeft de gekozen papiercassette aan.
Veiligheidsvoorschriften 2.7 2 Stroomvoorziening Het apparaat inschakelen Zet de hoofdschakelaar op “I”. De indicatie op de toets [Start] licht oranje op en de melding “WACHTEN AUB!” verschijnt op het display. Opmerking Wordt de toets [Start] ingedrukt bij oranje oplichtende indicatie, dan wordt de kopieeropdracht in de wachtrij geplaatst. Wanneer de indicatie op de toets [Start] groen oplicht, wordt het geplaatste document gescand en worden kopieën gemaakt.
2 Veiligheidsvoorschriften Tip De standaardinstellingen kunnen individueel aangepast worden met behulp van de functies in de gebruikersprogrammafunctie (“7 Gebruikersprogrammafunctie – Kopieerfuncties”).
2 Veiligheidsvoorschriften Auto reset Met de functie Auto reset verschijnt het scherm met kopieerfunctie na het kopiëren of nadat een bepaalde tijdsduur is verstreken na het voltooien van de laatste bewerking. (Standaardinstelling af fabriek: 1 minuut) Tip De tijd die verstrijkt tot de functie Auto reset wordt uitgevoerd, kan ingesteld worden op 30 seconden of een instelling tussen 1 en 5 minuten. De functie Auto reset kan ook worden gedeactiveerd.
2 Veiligheidsvoorschriften Autom. uitschakelen Om energie te besparen, schakelt met de functie automatisch uitschakelen het apparaat automatisch uit als er gedurende een bepaalde tijdsduur geen bewerking wordt verricht. (Standaardinstelling af fabriek: 30 minuten) Kopieeropdrachten in wachtrij Kopieeropdrachten kunnen in de wachtrij geplaatst worden door het document te plaatsen en op de toets [Start] te drukken terwijl “WACHTEN AUB!” op het display verschijnt.
3 Basisfuncties 3 Basisfuncties 3.1 Kopiëren De volgende procedure beschrijft, hoe een document geplaatst moet worden en hoe er een kopie van gemaakt moet worden. Een kopie maken 1 Plaats het document dat gekopieerd moet worden. H Raadpleeg hiervoor “Het document plaatsen” op pagina 3-8. 2 Selecteer de gewenste kopieerinstellingen. H H H H Papier (p. 5-17) Zoom (p. 5-22) Kopieerdensiteit (p. 5-26) Geavanceerde kopieerfuncties (p.
3 Basisfuncties 4 Druk op de toets [Start]. Het ingestelde aantal kopieën wordt gemaakt. H 3-2 Om te stoppen met kopiëren voordat het ingestelde aantal kopieën gemaakt is, drukt u op de toets [Stop].
Basisfuncties 3.2 3 Papier plaatsen Houd bij het bijvullen van papier rekening met de volgende voorzorgsmaatregelen. G Als het papier gekruld is, strijk dit dan glad vóór het bijvullen. G Vul niet zoveel papier bij dat de bovenkant van de stapel hoger is dan de markering of het vastgelegde aantal vellen overschrijdt. G Zorg ervoor dat de papiergeleiders tegen de randen van het papier geschoven zijn. Tip Wij raden aan, het papier pas bij te vullen als al het papier in de lade op is.
3 Basisfuncties Papier in papierlade 1 plaatsen 1 Trek lade 1 uit. ? Zijn de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen in acht genomen bij het openen van de lade? § Zorg ervoor, het oppervlak van de opvoerrol niet met uw handen aan te raken. Opvoerrol 2 Duw de papierplaat naar beneden tot deze vastklikt. Papierplaat 3 Plaats het papier zodanig in de cassette, dat de bovenzijde van het papier (de kant die boven ligt bij het uitpakken) naar boven ligt.
Basisfuncties 3 5 Sluit lade 1.
3 Basisfuncties Papier in papierlade 2 plaatsen Plaats papier in papierladen 3, 4 en 5 met behulp van dezelfde procedure als hieronder beschreven. 1 Open lade 2. 2 Duw de papierplaat naar beneden tot deze vastklikt. Papierplaat 3 Plaats het papier zodanig in de cassette, dat de bovenzijde van het papier (de kant die boven ligt bij het uitpakken) naar boven ligt.
Basisfuncties 3 5 Sluit lade 2.
3 3.3 Basisfuncties Het document plaatsen Het document kan in de documenteninvoer (optie) geplaatst worden of op de glasplaat. Plaats het document correct overeenkomstig het soort document dat gekopieerd wordt. Documenten in de documenteninvoer plaatsen 1 Schuif de documentengeleiders naar buiten. 2 Plaats de te kopiëren documentpagina's met de tekst naar boven in de documenteninvoer.
3 Basisfuncties Losse documenten op de glasplaat plaatsen Normale documenten of documenten die niet in de automatische documenteninvoer geplaatst kunnen worden, moeten zoals hieronder beschreven geplaatst worden. 1 Til de bovenklep of, indien geïnstalleerd, de documenteninvoer omhoog. 2 Plaats het te kopiëren document met de tekst omlaag op de glasplaat. H Lijn het document uit op de schalen boven en links van de glasplaat. 3 Sluit de bovenklep of, indien geïnstalleerd, de automatische documentinvoer.
3 Basisfuncties Transparante documenten op de glasplaat plaatsen Bij het kopiëren van een zeer transparant of doorschijnend document, zoals OHP-sheets, overtrekpapier of lichtdrukpapier, moet dit zoals hieronder beschreven geplaatst worden. 1 Til de bovenklep of, indien geïnstalleerd, de documenteninvoer omhoog. 2 Plaats het te kopiëren document met de tekst omlaag op de glasplaat. H Lijn het document uit op de schalen boven en links van de glasplaat.
3 Basisfuncties Boeken op de glasplaat plaatsen Bij het kopiëren van twee tegenover elkaar gelegen pagina's van een gebonden document, zoals een boek of tijdschrift, moet dit zoals hieronder beschreven geplaatst worden. 1 Til de bovenklep of, indien geïnstalleerd, de documenteninvoer omhoog. 2 Plaats het boek met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat, met de bovenkant van het boek naar de achterkant van het apparaat en met het midden van het boek in één lijn met de boekmarkering op de documentschaal.
3 Basisfuncties Documenten met meerdere formaten in de documenteninvoer [CD] plaatsen Documenten die pagina's van verschillende formaten bevatten, kunnen als een set in de documenteninvoer geplaatst worden. Raadpleeg voor meer informatie hierover “3 Basisfuncties” in de uitgebreide handleiding op de CD-R.
3 Basisfuncties 3.4 Een kopieeropdracht stoppen/opnieuw starten/ annuleren Volg de hieronder beschreven procedure voor het stoppen van een kopieeropdracht. 1 Verricht de kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [Start]. Het kopiëren begint. 2 Druk tijdens het afdrukken op de toets [Stop]. De melding “WACHTEN AUB!” verschijnt en het afdrukken wordt gestopt.
3 3-14 Basisfuncties Di1611/Di2011
4 Handige functies 4 Handige functies 4.1 Een zoominstelling vastleggen [CD] Raadpleeg voor meer informatie hierover “4 Handige functies” in de uitgebreide handleiding op de CD-R. 4.2 Gebruik van de functie “Auto/Foto” [CD] Raadpleeg voor meer informatie hierover “4 Handige functies” in de uitgebreide handleiding op de CD-R. 4.
4 Handige functies 3 Druk twee keer op de toets [Gebruikersprogramma]. Het menu “INSTELLEN PAPIERB.” verschijnt. 4 Druk op toets [2] van de cijfertoetsen. “CASSETTE1 PAPIER” verschijnt. 5 Druk op de toets of om “OHP” te selecteren en druk vervolgens op de toets [Ja]. 6 Druk op de toets of om “AUTO” te selecteren en druk vervolgens op de toets [Ja]. 7 Druk op de toets [Nee]. Het hoofdscherm verschijnt. 8 Druk op de toets [Papier] om het in lade 1 geplaatste papier te selecteren.
Handige functies 4 Kopiëren op etiketvellen [CD] Raadpleeg voor meer informatie hierover “4 Handige functies” in de uitgebreide handleiding op de CD-R. Kopiëren op enveloppen (niet-standaard formaat) [CD] Raadpleeg voor meer informatie hierover “4 Handige functies” in de uitgebreide handleiding op de CD-R. Kopiëren op briefkaarten [CD] Raadpleeg voor meer informatie hierover “4 Handige functies” in de uitgebreide handleiding op de CD-R.
4 4-4 Handige functies Di1611/Di2011
5 Voordat u kopieën maakt 5 Voordat u kopieën maakt 5.1 Papier Gebruik papier dat voldoet aan de volgende voorwaarden. Papiersoorten Papiersoort Normaal papier Speciale media Kringlooppapier Papierbron, enz.
5 Voordat u kopieën maakt Opmerking Papierlade 2, papierlade 3, papierlade 4, papierlade 5 en de meervoudige handinvoer zijn opties. Als de duplexeenheid (optie) wordt gebruikt voor het maken van dubbelzijdige kopieën, kan alleen normaal papier en kringlooppapier gebruikt worden.
5 Voordat u kopieën maakt Papierformaten Papier met afwijkend formaat Papierbron Papierbreedte Papierlengte Handinvoer 90 mm tot 297 mm 140 mm tot 432 mm Meervoudige handinvoer 90 mm tot 297 mm 140 mm tot 432 mm Papierlade 1 90 mm tot 297 mm 140 mm tot 432 mm Papierlade 2 182 mm tot 297 mm 140 mm tot 432 mm Papierlade 3 182 mm tot 297 mm 140 mm tot 432 mm Papierlade 4 182 mm tot 297 mm 140 mm tot 432 mm Papierlade 5 182 mm tot 297 mm 140 mm tot 432 mm Papier met standaard formaat Pa
5 Voordat u kopieën maakt Papiercapaciteit Papiersoort Gewicht (g/m2) Papierbron, enz.
5 Voordat u kopieën maakt Ongeschikt papier De volgende papiersoorten mogen niet gebruikt worden, anders kan de afdrukkwaliteit verslechteren, papier vastlopen of het apparaat beschadigd worden. G OHP-transparanten die reeds door het apparaat gevoerd zijn Zelfs als het OHP-transparant nog blanco is, mag u het niet opnieuw gebruiken.
5 5.2 Voordat u kopieën maakt Afdrukgebied Delen van de afbeelding binnen het hieronder getoonde gebied, worden niet gekopieerd.
Voordat u kopieën maakt 5.4 5 Kopieën maken op handmatig ingevoerd papier Voer het kopieerpapier handmatig in, als u kopieën wilt maken op papier dat in geen enkele papiercassette geplaatst is, of op speciaal papier zoals OHP-sheets, briefkaarten of kaarten.
5 Voordat u kopieën maakt Meervoudige handinvoer instellen Stel het verlengstuk van de handinvoer zoals hieronder getoond in op het papierformaat.
Voordat u kopieën maakt 5 Normaal papier plaatsen in de handinvoer Plaats het papier één vel per keer in de handinvoer. Tot 100 vel papier kunnen in de meervoudige handinvoer geplaatst worden. Plaats niet zoveel papier in de meervoudige handinvoer dat de bovenkant van de stapel hoger is dan de markering. Opmerking Wanneer ander dan normaal papier geplaatst wordt, moet de papiersoort ingesteld worden. 1 Papier in de handinvoer plaatsen.
5 Voordat u kopieën maakt Briefkaarten plaatsen in de handinvoer [CD] Raadpleeg voor meer informatie hierover “5 Voordat u kopieën maakt” in de uitgebreide handleiding op de CD-R. Enveloppen plaatsen in de handinvoer [CD] Raadpleeg voor meer informatie hierover “5 Voordat u kopieën maakt” in de uitgebreide handleiding op de CD-R. OHP-sheets plaatsen in de handinvoer Plaats het papier één vel per keer in de handinvoer. Tot 20 vel papier kunnen in de meervoudige handinvoer geplaatst worden.
Voordat u kopieën maakt 5 Kopiëren op handmatig ingevoerd papier via handinvoer 1 Plaats het document dat gekopieerd moet worden. H Raadpleeg hiervoor “Het document plaatsen” op pagina 3-8. 2 Stel de papiergeleiders in op het papierformaat. 3 Plaats één vel papier met de voorkant omlaag, waarbij u het papier zo ver mogelijk in de invoersleuf schuift. Het symbool voor handinvoer ( ) verschijnt in de onderste regel van het scherm.
5 Voordat u kopieën maakt 7 Selecteer met behulp van de toetsen en het formaat van het geplaatste papier. H H ? § Als “OHP” werd gekozen in stap 5, kies dan uit de volgende vier instellingen voor papierformaat. “A4 L” “A4 C” “Letter L” “Letter C” Als papier met een nietstandaard formaat wordt geplaatst, druk dan op de toets en gebruik vervolgens de cijfertoetsen voor het invoeren van het papierformaat. (Raadpleeg voor meer informatie “Kopiëren op etiketvellen [CD]” op pagina 4-3.
5 Voordat u kopieën maakt Als ander dan normaal papier wordt ingesteld en de handinvoer wordt gebruikt, dan wijzigt het scherm zoals hieronder getoond.
5 Voordat u kopieën maakt Kopiëren op handmatig ingevoerd papier via meervoudige handinvoer 1 Plaats het document dat gekopieerd moet worden. H Raadpleeg hiervoor “Het document plaatsen” op pagina 3-8. 2 Stel het verlengstuk van de handinvoer en de papiergeleiders in op het papierformaat. 3 Plaats het papier met de voorkant omlaag, waarbij u het papier zo ver mogelijk in de invoer schuift. Het symbool voor handinvoer ( ) verschijnt in de onderste regel van het scherm.
5 Voordat u kopieën maakt 7 Selecteer met behulp van de toetsen en het formaat van het geplaatste papier. H H ? § Als “OHP” werd gekozen in stap 5, kies dan uit de volgende vier instellingen voor papierformaat. “A4 L” “A4 C” “Letter L” “Letter C” Als papier met een nietstandaard formaat wordt geplaatst, druk dan op de toets (“AFW.”) en gebruik vervolgens de cijfertoetsen voor het invoeren van het papierformaat. (Raadpleeg voor meer informatie “Kopiëren op verschillende soorten media” op pagina 4-1.
5 Voordat u kopieën maakt Dik papier OHP-sheets Briefkaarten of enveloppen 5-16 Di1611/Di2011
Voordat u kopieën maakt 5.5 5 Papierbron selecteren Het papier dat gebruikt wordt voor het maken van kopieën, kan op twee manieren geselecteerd worden. G Auto papier: als de functie Auto papier wordt geselecteerd, wordt de papiercassette gekozen die het meest geschikte papierformaat bevat op basis van het formaat van het document en de ingestelde zoomfactor. G Handmatige papierselectie: het papier dat u wilt gebruiken voor kopiëren, kan geselecteerd worden.
5 Voordat u kopieën maakt Kopiëren met een handmatig geselecteerd papierformaat 1 Plaats het document dat gekopieerd moet worden. H Raadpleeg hiervoor “Het document plaatsen” op pagina 3-8. 2 Druk op de toets [Papier] en selecteer vervolgens het gewenste papierformaat. H Controleer of het juiste papierformaat in de onderste regel van het scherm verschijnt. 3 Verricht indien nodig andere kopieerinstellingen. H H H Zoom (p. 5-22) Kopieerdensiteit (p. 5-26) Geavanceerde kopieerfuncties (p.
5 Voordat u kopieën maakt 5.6 Originele documenten Gebruik van de documenteninvoer De documenteninvoer voert automatisch in, scant en voert vervolgens elke pagina in een document met meerdere pagina's uit, pagina voor pagina. De juiste documentsoorten moeten geplaatst worden, om de documenteninvoer correct te laten functioneren. Gebruik van een verkeerde documentsoort kan een papierstoring veroorzaken of het document of apparaat beschadigen.
5 Voordat u kopieën maakt Documenten met uniforme formaten Documentinvoermethode Documentsoort Documentformaat Documenteninvoer Veldocumenten AF-12 A3 L, B4 L, A4 L/C, B5 L/C, A5 L/C AFR-19 A3 L, B4 L, A4 L/C, B5 L/C, A5 L/C, B6 L Documentbreedte: 90 mm tot 297 mm Documentbreedte: 210 mm tot 432 mm • Met meerdere documentbreedten AF-12 A3 L en A4 C B4 L en B5 C A4 L en A5 C AFR-19 Raadpleeg onderstaande tabel.
5 Voordat u kopieën maakt Voorzorgsmaatregelen m.b.t. de documenten De volgende documentsoorten mogen niet geplaatst worden in de dubbelzijdige documenteninvoer, aangezien anders het papier kan vastlopen of het document beschadigd kan worden. Deze documentsoorten moeten in plaats daarvan op de glasplaat geplaatst worden.
5 5.7 Voordat u kopieën maakt Een zoominstelling vastleggen Door een zoomfactor te specificeren kan een kopie vergroot of verkleind worden. Zoominstellingen 5-22 “Zoominstelling” Omschrijving 1:1 Kopieën worden gemaakt met hetzelfde formaat als het document (× 1.00). “AUTO” zoomfactor De meest geschikte zoomfactor gebaseerd op het formaat van het geplaatste document en het vastgelegde papierformaat wordt automatisch geselecteerd.
Voordat u kopieën maakt 5 Kopieën maken met de zoominstelling “AUTO” 1 Plaats het document dat gekopieerd moet worden. H Raadpleeg hiervoor “Het document plaatsen” op pagina 3-8. 2 Druk op de toets [Auto Papier/Auto Repro] tot de functie Auto Repro geselecteerd is. H Controleer of “AUTO” in de bovenste regel van het scherm verschijnt. 3 Druk op de toets [Papier] en selecteer vervolgens het gewenste papierformaat. 4 Verricht indien nodig andere kopieerinstellingen. H H Kopieerdensiteit (p.
5 Voordat u kopieën maakt Kopieën maken met een vaste zoominstelling 1 Plaats het document dat gekopieerd moet worden. H Raadpleeg hiervoor “Het document plaatsen” op pagina 3-8. 2 Druk op de toets [Zoom] en selecteer vervolgens de gewenste zoomfactor. H Telkens wanneer op de toets [Zoom] gedrukt wordt, wijzigt de zoomfactor zoals hieronder getoond. × 1,15 A × 1,41 A × 2,00 A × 0,50 A × 0,70 A × 0,81 A × 1,00 ... 3 Verricht indien nodig andere kopieerinstellingen. H H H Papier (p.
5 Voordat u kopieën maakt Kopieën maken met een specifieke zoominstelling 1 Plaats het document dat gekopieerd moet worden. H Raadpleeg hiervoor “Het document plaatsen” op pagina 3-8. 2 Druk op de toets [Zoom] en gebruik vervolgens de toetsen en de gewenste zoomfactor in te stellen. H om De zoomfactor wordt ingesteld in stappen van 0,01. 3 Verricht indien nodig andere kopieerinstellingen. H H H Papier (p. 5-17) Kopieerdensiteit (p. 5-26) Geavanceerde kopieerfuncties (p.
5 5.8 Voordat u kopieën maakt De kopieerdensiteit vastleggen (functie “Auto/Foto”) Documentsoort en instellingen voor kopieerdensiteit G Instelling “TEKST”: selecteer de instelling “TEKST” voor het kopiëren van tekstdocumenten. Selecteer deze instelling voor accentueren van contouren en scherp kopiëren van tekstdocumenten. Het automatische densiteitsniveau en 9 handmatige densiteitsniveaus zijn beschikbaar.
5 Voordat u kopieën maakt Kopieën maken na instellen van een kopieerdensiteit 1 Plaats het document dat gekopieerd moet worden. H Raadpleeg hiervoor “Het document plaatsen” op pagina 3-8. 2 Druk op de toets [Auto/Foto] om te kiezen uit de instellingen “TEKST/P[A]” (AUTO), “TEKST[A]” (AUTO), “FOTO”, “TEKST/F” of “TEKST”. H De huidige instelling verschijnt aan de linkerzijde van het scherm.
5 5-28 Voordat u kopieën maakt Di1611/Di2011
Geavanceerde kopieerfuncties 6 Geavanceerde kopieerfuncties 6.1 Enkelzijdige kopieën [CD] 6 Kopieën maken met de kopieerfunctie “2op1” (of “4op1”) [CD] Raadpleeg voor meer informatie hierover “6 Geavanceerde kopieerfuncties” in de uitgebreide handleiding op de CD-R. Kopieën maken met de functie “Boekseparatie” [CD] Raadpleeg voor meer informatie hierover “6 Geavanceerde kopieerfuncties” in de uitgebreide handleiding op de CD-R. 6.
6 Geavanceerde kopieerfuncties Soorten dubbelzijdige kopieën Dubbelzijdige kopieermethoden Indicatie Enkelzijdige documenten A Dubbelzijdige kopie 2 Bovenklep OC-8 Automatische documenteninvoer AF-12 Duplex documenteninvoer AFR-19 2 2 2 2 × 2 × 2 2 × 2 2 × × 2 × × 2 1 1 2 1 1 1 Dubbelzijdig document A Dubbelzijdige kopie 1 1 2 2 1 1 Enkelzijdige documenten A 2op1 dubbelzijdige kopie 4 3 2 1 1 1 2 3 1 1 1 2 1 Enkelzijdige documenten A 4op1 dubbelzijdige kopie
Geavanceerde kopieerfuncties 6 Dubbelzijdig kopiëren is niet mogelijk onder de volgende omstandigheden: G Dubbelzijdige documenten worden geplaatst in de automatische documenteninvoer AF-12. G De handinvoer wordt geselecteerd. G Speciaal papier (kaarten, OHP-sheets, enveloppen of etiket-vellen) wordt geplaatst. G De functie “PAPIERSOORT” wordt ingesteld op “1-ZIJDIG”. G Papier met een breedte van minder dan 140 mm wordt geselecteerd.
6 Geavanceerde kopieerfuncties 6 Plaats de tweede documentpagina en druk vervolgens op de toets [Start]. Nadat de documentpagina is gescand, wordt een dubbelzijdige kopie afgedrukt.
Geavanceerde kopieerfuncties 6 Dubbelzijdige kopieën maken via documenteninvoer 1 Plaats het/de document(en) die gekopieerd moeten worden. Raadpleeg “Het document plaatsen” op pagina 3-8. 2 Druk op de toets [Kopie]. De gewenste dubbelzijdige kopieerfunctie wordt geselecteerd. 3 Verricht indien nodig andere kopieerinstellingen. H H Voordat u kopieën maakt (p. 5-1) Geavanceerde kopieerfuncties (p.
6 6.3 Geavanceerde kopieerfuncties Kopieën afwerken (functies “Sorteren” en “Groeperen”) Bij het kopiëren of afdrukken van twee of meer sets van een document kunnen de kopieën verdeeld worden in sets die een kopie van elke pagina bevatten (sorteren) of verdeeld worden op pagina's (groeperen). Opmerking Als de automatische documenteninvoer niet geïnstalleerd is, kunnen de afwerkingsfuncties “Sorteren” en “Groeperen” alleen gebruikt worden als de functie “Boekseparatie” wordt geselecteerd.
6 Geavanceerde kopieerfuncties G Functie “Groeperen”: De kopieën worden automatisch verdeeld in stapeltjes die alle kopieën van dezelfde pagina bevatten. Documenten Kopie Opmerkingen over het gebruik van de instellingen “Sorteren” en “Groeperen” Voorwaarden voor sorteren G Het aantal kopieën is ingesteld op 2 of meer. G De functie “Boekseparatie” is geselecteerd als de documenteninvoer niet geïnstalleerd is. Voorwaarden voor kruiselings sorteren G Papier van A4- of B5-formaat wordt gebruikt.
6 Geavanceerde kopieerfuncties Verplaatst sorteren Elke set kopieën wordt verplaatst uitgevoerd. Opmerking De wisseleenheid (optie) moet geïnstalleerd zijn. Kruiselings sorteren Elke set kopieën wordt in een kruiselings patroon uitgevoerd. Verplaatst groeperen Elke set pagina's wordt verplaatst naar uitgevoerd. Opmerking De wisseleenheid (optie) moet geïnstalleerd zijn. Kruiselings groeperen Elke set pagina's wordt in een kruiselings patroon uitgevoerd.
Geavanceerde kopieerfuncties 6 Afwerking instellen 1 Plaats het te kopiëren document in de documenteninvoer. H Raadpleeg hiervoor “Het document plaatsen” op pagina 3-8. 2 Druk op de toets [Afwerking]. De indicatie voor de gewenste afwerkingsfunctie licht op. Licht noch de indicatie “Sorteren” noch de indicatie “Groeperen” op? ? § De functie “Niet-sorteren” is geselecteerd. 3 Verricht indien nodig andere kopieerinstellingen. H H Voordat u kopieën maakt (p. 5-1) Geavanceerde kopieerfuncties (p.
6 6.4 Geavanceerde kopieerfuncties Delen van kopieën wissen [CD] Gebieden zoals lelijke randen rond kopieën kunnen gewist worden. Raadpleeg voor meer informatie hierover “6 Geavanceerde kopieerfuncties” in de uitgebreide handleiding op de CD-R. 6.5 Kopiëren met licht/donker omgekeerd [CD] Er kunnen kopieën gemaakt worden waarbij de lichtgekleurde gebieden van het document (media) en de donkergekleurde gebieden van het document (tekst) omgekeerd zijn.
Gebruikersprogrammafunctie – Kopieerfuncties [CD] 7 7 Gebruikersprogrammafunctie – Kopieerfuncties [CD] Dit hoofdstuk beschrijft de diverse gebruikersprogrammafuncties die gebruikt kunnen worden voor het instellen van kopieerfuncties. Raadpleeg voor meer informatie hierover pagina 7-1 in de uitgebreide handleiding op de CD-R.
7 7-2 Gebruikersprogrammafunctie – Kopieerfuncties [CD] Di1611/Di2011
Foutmeldingen 8 Foutmeldingen 8.1 Wanneer de melding “TONER LEEG” verschijnt 8 Wanneer de toner bijna op is, verschijnt de onderstaande melding. Wanneer deze melding verschijnt, vervang dan de tonerpatroon door een nieuwe. Opmerking Gebruik uitsluitend toner die specifiek voor dit apparaat ontwikkeld is. Gebruik van een ander type toner kan beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Neem voor meer informatie contact op met uw leverancier.
8 Foutmeldingen Tonerpatroon vervangen 1 Open de voorklep. 2 Draai de tonerpatroonhouder naar buiten en verwijder vervolgens de tonerpatroon. 3 Houd het verzegelde uiteinde van de nieuwe tonerpatroon omhoog en trek de strip langzaam naar u toe eraf. de noodzakelijke ? Zijn voorzorgsmaatregelen in acht genomen bij het verwijderen van de strip? § Aangezien er wat toner kan uitspuiten tijdens het verwijderen van de strip, moet u de strip absoluut langzaam verwijderen.
8 Foutmeldingen 5 Tik lichtjes drie of vier keer tegen de onderkant van de tonerpatroon. 6 Sluit de tonerpatroonhouder en sluit dan de voorklep. H ? § Di1611/Di2011 Wanneer de voorklep gesloten is, begint de toner automatisch met bijvullen. Zijn kopieën meteen na het vervangen van de tonerpatroon licht? Voer dan de functie “TONER BIJVULLEN” in de gebruikersprogrammafunctie uit (p. 7-1).
8 8.2 Foutmeldingen Wanneer de melding “PAPIERSTORING” verschijnt Als papier vastloopt tijdens het kopiëren of afdrukken, verschijnt de onderstaande melding en het kopiëren of afdrukken stopt. Een melding die de lokatie van het vastgelopen papier aangeeft, verschijnt op de onderste regel van het scherm. Melding Lokatie van vastgelopen papier OPEN 1ste ZIJKLEP Meervoudige handinvoer (p. 8-9) Binnenin de hoofdeenheid of lade 1 (p. 8-5) OPEN 2de (3de/4de/5de) ZIJKLEP Papierinvoereenheid (p.
8 Foutmeldingen Vastgelopen papier in de hoofdeenheid of lade 1 verwijderen 1 Open de zijdeur van de hoofdeenheid. VOORZICHTIG De fixeerunit en de omgeving ervan kunnen zeer heet zijn. §Aanraken van andere dan de aangegeven onderdelen kan leiden tot brandwonden. Bij verbranding onmiddellijk de huid afkoelen onder koud water en een arts raadplegen. VOORZICHTIG De kopieerkwaliteit kan verslechteren door aanraken van het oppervlak van de PC-drum.
8 Foutmeldingen 2 Trek de hendels omlaag. de noodzakelijke ? Zijn voorzorgsmaatregelen in acht genomen bij het omlaag trekken van de hendels? § Houd alleen het groene deel van de hendels vast bij het omlaag trekken. Hendels 3 Trek langzaam het papier eruit. 4 Trek langzaam het papier eruit, terwijl u de geleideplaat omlaag gedrukt houdt. 5 Trek langzaam het papier eruit, terwijl u aan de knop op de rol draait.
8 Foutmeldingen 6 Sluit de zijdeur van de hoofdeenheid. 7 Open lade 1. 8 Verwijder al het papier in de lade en plaats vervolgens het papier weer in de lade. 9 Schuif de papiergeleiders tegen de randen van het papier. de papiergeleider correct ? Isgeplaatst? § Zorg ervoor dat de papiergeleiders tegen de randen van het papier geschoven zijn. 10 Sluit lade 1.
8 Foutmeldingen Vastgelopen papier verwijderen in de papierinvoereenheid 1 Open de zijdeur van de papierinvoereenheid. 2 Trek langzaam het papier eruit. 3 Sluit de zijdeur van de papierinvoereenheid.
8 Foutmeldingen Vastgelopen papier verwijderen in de meervoudige handinvoer VOORZICHTIG De kopieerkwaliteit kan verslechteren door aanraken van het oppervlak van de image-transferroller. § Zorg ervoor, dat u het oppervlak van de image-transferroller niet aanraakt. Image-transferroller 1 Verwijder al het papier uit de meervoudige handinvoer. 2 Open de zijdeur van de hoofdeenheid.
8 Foutmeldingen 3 Trek langzaam het papier eruit. 4 Sluit de zijdeur van de hoofdeenheid. 5 Plaats het papier weer in de meervoudige handinvoer.
Foutmeldingen 8.3 8 Wanneer de melding “ORIGINEEL VAST” verschijnt Als een document vastloopt tijdens het invoeren van het document, verschijnt de onderstaande melding en het kopiëren of afdrukken stopt. Verwijder het vastgelopen document volgens de onderstaande procedure. Vastgelopen papier verwijderen in de automatische documenteninvoer (AF-12) 1 Open de documentinvoerklep. 2 Verwijder alle documentpagina's uit de documentinvoer.
8 Foutmeldingen 3 Til de automatische documenteninvoer omhoog. 4 Trek het document langzaam eruit, terwijl u de documentinvoerknop in de richting van de pijl draait. 5 Sluit de automatische documenteninvoer en de documentinvoerklep.
Foutmeldingen 8 6 Plaats de in stap 2 verwijderde documenten terug in de invoer. Opmerking Als “PLT 1 (2) ORG. TRG OP ADF EN DRUK OP START” op het display verschijnt, plaats dan ook de één of twee documentpagina's die de papierstoring veroorzaakten.
8 Foutmeldingen Vastgelopen papier verwijderen in de duplex documenteninvoer (AFR-19) 1 Trek de hendel voor de documentinvoerklep omhoog om de klep te openen. 2 Trek voorzichtig eventuele vastgelopen documenten eruit. 3 Draai de documentgeleiderhendel omhoog. 4 Draai aan de documentinvoerknop voor het uitvoeren van eventueel vastgelopen documenten.
Foutmeldingen 8 5 Terwijl u de documentinvoerlade met uw rechterhand vasthoudt, trekt u voorzichtig eventueel vastgelopen documenten eruit. 6 Draai de documentgeleiderhendel terug in zijn oorspronkelijke positie, en sluit vervolgens de documentinvoerklep.
8 8.4 Foutmeldingen Voornaamste foutmeldingen en het verhelpen ervan Melding Oorzaak Verhelpen PAPIERSTORING Er is papier vastgelopen in de hoofdeenheid. Open de klep op de aangegeven lokatie en verwijder vervolgens het vastgelopen papier. (“Wanneer de melding “PAPIERSTORING” verschijnt” op pagina 8-4) Niet alle vastgelopen papier is uit de hoofdeenheid verwijderd. Controleer de melding op het display voor de lokatie van het vastgelopen papier en verwijder vervolgens het vastgelopen papier.
8 Foutmeldingen Melding Oorzaak Verhelpen PAPIER LEEG Het papier in de geselecteerde papiercassette is op. “#” geeft de papierlade aan, en “XXX” geeft het papierformaat aan. Plaats papier van het betreffende formaat in de betreffende papierlade. PLAATS ORIG. IN ADF Er is geen document in de documenteninvoer geplaatst, voordat een kopieerfunctie gestart werd (zoals “2op1” kopiëren of “Meerdere formaten” kopiëren) die gebruik maakt van de documenteninvoer. Of anders is de documenteninvoer opgetild.
8 Foutmeldingen Melding Oorzaak Verhelpen AMS FORMAATFOUT Tijdens het kopiëren met behulp van de functie Auto Repro zorgde de combinatie van document- en papierformaten ervoor, dat de zoomfactor het bereik tussen ×0,5 en ×2,0 overschreed. Plaats papier van een geschikt formaat, of gebruik de toetsen en voor het vastleggen van de zoomfactor. FOUT PAPIERFORMAAT Het in de papiercassette geplaatste papier zorgde voor een formaatfout. “#” geeft de papierlade aan, en “XXX” geeft het papierformaat aan.
9 Verhelpen storingen 9 Verhelpen storingen 9.1 Wanneer uw kopie niet goed is Probleem Mogelijke oorzaak Verhelpen De kopie is te licht. De kopieerdensiteit is te licht ingesteld. Gebruik de toets Auto/Foto voor het selecteren van een donkerdere kopieerdensiteit (p. 5-26). Het kopieerpapier is vochtig. Vervang het papier. (p. 3-4) De kopieerdensiteit is te donker ingesteld. Gebruik de toets Auto/Foto voor het selecteren van een lichtere kopieerdensiteit (p. 5-26).
9 Verhelpen storingen Probleem Mogelijke oorzaak Verhelpen De rand van de kopie is vuil. De afdekklep is vuil. Reinig de onderzijde van de afdekklep met een zachte doek die bevochtigd is met een mild afwasmiddel. (p. 10-6) Het geselecteerde papierformaat is groter dan het document (met een zoomfactor van ×1.00). Selecteer een kopieerpapierformaat dat hetzelfde is als het formaat van het document. (p.
9 Verhelpen storingen 9.2 Wanneer het kopiëren niet juist uitgevoerd wordt Probleem Mogelijke oorzaak Verhelpen Er verschijnt niets op het display. Alleen de indicatie op de toets [Start] licht groen op. Het apparaat bevindt zich in de energiespaarstand (voorverwarmingsstand). Druk op een willekeurige toets voor het verlaten van de energiespaarstand. (p. 2-23) De functie “AUTOMATISCH UITSCHAKELEN” werd geactiveerd. Zet de hoofdschakelaar op “O” (p. 2-21).
9 9-4 Verhelpen storingen Di1611/Di2011
10 Bijlage 10 Bijlage 10.
10 Bijlage Specificatie Di1611 Di2011 Kopieersnelheid 7 vellen/minuut (A3 L) 13 vellen/minuut (A4 L) 16 vellen/minuut (A4 C) 18 vellen/minuut (B5 C) 12 vellen/minuut (A3 L) 16 vellen/minuut (A4 L) 20 vellen/minuut (A4 C) 23 vellen/minuut (B5 C) Vergrotingsfactoren Volledig formaat: × 1,00 Vergrotingsfactoren: × 1,15, × 1,41 en × 2,00 Verkleiningsfactoren: × 0,81, × 0,70 en × 0,50 Zoomfactoren: × 0,50 tot × 2,00 (in 0,01 stappen) Multi-kopieën 1 tot 99 vellen Densiteitscontrole Automatisch, hand
10 Bijlage Documentformaten met meerdere breedten (AFR-19) Maximum documentbreedte 297 mm Detectie van documenten met meerdere breedten A3 L A4 C B4 L B5 C A4 L 297 mm 2 2 — — — 257 mm 210 mm A3 L 257 mm 210 mm 182 mm 148 mm A5 C B5 L A5 L — — — A4 C 2 2 — — — — — — B4 L 2 2 2 2 — — — — B5 C 2 2 2 2 — — — — A4 L 2 2 2 2 2 2 — — A5 C 2 2 2 2 2 2 — — 182 mm B5 L — — 2 2 2 2 2 — 148 mm A5 L — — — — — — 2 2 2: kopiëren
10 Bijlage Papierinvoereenheid PF-126 Specificatie Soort papier Normaal papier (60 g/m2 tot 90 g/m2), kringlooppapier (60 g/m2 tot 90 g/m2) Papierformaten In mm: A3 L, B4 L, A4 L/C, B5 L/C, A5 C, FLS (210 mm × 330 mm) In inch: Ledger L, 11 × 14 L, Legal L, Letter L/C, Invoice C (5-1/2 × 8-1/2 C) Papiercapaciteit 250 vellen Opgenomen vermogen Minder dan 9 W Afmeting 590 mm (breedte) × 558 mm (diepte) × 108 mm (hoogte) Gewicht 5,5 kg Verspringende uitvoer OT-103 Specificatie Verplaatsingshoeveelh
10 Bijlage Meervoudige handinvoer MB-6 Specificatie Soort papier Normaal papier (60 g/m2 tot 90 g/m2), kringlooppapier (60 g/m2 tot 90 g/m2) Speciaal papier: kaarten (91 g/m2 tot 157 g/m2), OHPsheets, briefkaarten, enveloppen en etiket-vellen Papierformaten A3 L, B4 L, A4 L/C, B5 L/C, A5 L/C, FLS (210 mm × 330 mm) (breedte: 90 mm tot 297 mm; lengte: 140 mm tot 432 mm) Papiercapaciteit Normaal papier of kringlooppapier: 100 vel Speciaal papier (kaarten, OHP-sheets, briefkaarten, etiketvellen): 20 vel E
10 10.2 Bijlage Verzorging van het apparaat Reinigen Apparaat uitschakelen voor reinigingswerkzaamheden. Behuizing § Reinig het oppervlak van de kunststof behuizing met een zachte doek die vochtig is gemaakt met een mild schoonmaakmiddel. Glasplaat § Reinig de glasplaat met een zachte, droge doek. Onderzijde afdekklep § 10-6 Reinig het oppervlak van de afdekklep door afvegen met een zachte doek die bevochtigd is met alcohol.
10 Bijlage Bedieningspaneel § Reinig het bedieningspaneel met een zachte, droge doek. VOORZICHTIG Het verkeerd reinigen van de toetsen van het bedieningspaneel kan deze beschadigen. Gebruik nooit een huishoudelijk schoonmaakmiddel of glasreiniger voor het reinigen van het bedieningspaneel. 10.3 Tabel met functiecombinaties [CD] 10.
10 Bijlage 10-8 Di1611/Di2011
11 Index 11 Index 2op1-kopieën .......................................................................................6-1 4op1-kopieën .......................................................................................6-1 A Auto Papier ........................................................................................5-17 Autom. uitschakelen ..........................................................................2-24 Automatisch resetten bedieningspaneel ......................................
11 Index Handmatig ........................................................................................... 5-7 Handmatige papierselectie ............................................................... 5-18 Hoofdeenheid ...................................................................................... 2-9 I In-/uitschakelen ................................................................................. 2-21 Installatielocatie .......................................................................
11 Index Papierinvoereenheid ....................................................................2-14 P Papier plaatsen ....................................................................................3-3 Handinvoer .....................................................................................5-9 Lade 1 ............................................................................................3-4 Lade 2 (3/4/5) .................................................................................
11 Index Z Zoominstelling ................................................................................... 5-22 Auto zoomfactor .......................................................................... 5-23 Functie X/Y Zoom ........................................................................