niederländisch Handleiding Di470 www.minoltaeurope.
.
Inhoud 1 2 Inleiding 1.1 Wij willen u als tevreden klant .....................................................1-1 1.2 Terwille van het milieu . . .............................................................1-2 Terugname en recycling..................................................................1-2 Wat betekent de Energy Star®? .....................................................1-2 Kringlooppapier bruikbaar ...............................................................1-2 1.
2.3 Veilig omgaan met uw kopieerapparaat ................................... 2-16 Laserveiligheid.............................................................................. 2-19 Interne laserstraling ...................................................................... 2-20 Geluidsemissie ............................................................................. 2-21 Veiligheidssticker.......................................................................... 2-21 Gegevens op het typeplaatje.........
3 2.13 Buiten gebruik stellen van het kopieerapparaat ..........................................................................2-58 2.14 Hier moet u op letten! .................................................................2-58 2.15 Hiervoor mag u uw kopieerapparaat gebruiken .....................................................................................2-59 Eerste stappen . . . 3.1 Stap-voor-stap een kopie .............................................................3-1 3.
4 Hoe wilt u uw kopie? 4.1 Basisinstellingen .......................................................................... 4-1 Automatische papierselectie inschakelen....................................... 4-2 Papierlade handmatig selecteren ................................................... 4-3 Papiersoort voor de handinvoer vastleggen ................................... 4-4 Papierformaat voor de handinvoer vastleggen............................... 4-6 Automatische formaatselectie inschakelen .............
8 Storingen herkennen en verhelpen 7.1 Wanneer uw kopie niet goed is . . ...............................................7-1 7.2 Wanneer een melding op het Touch Screen verschijnt . . . ........................................................7-3 7.3 Wanneer uw kopieerapparaat niet correct functioneert . . . ................................................................7-5 7.4 Wanneer een foutcode verschijnt . . ...........................................7-6 Melding van een fout..................
.3 Technische gegevens .................................................................. 8-5 Kopieerapparaat Di470................................................................... 8-5 Papierinvoereenheid PF-208.......................................................... 8-7 Papierinvoereenheid PF-115.......................................................... 8-7 Duplexeenheid PF-7D .................................................................... 8-7 Automatische documentinvoer EDH-3 ..................
1 Inleiding 1 Inleiding 1.1 Wij willen u als tevreden klant Bedankt dat u gekozen heeft voor de aanschaf van een Minoltakopieersysteem. Om de beste mogelijke resultaten en een effectief gebruik van uw kopieerapparaat te verkrijgen, verschaft deze handleiding u o.a. informatie over de volgende onderwerpen: G Leer uw kopieerapparaat kennen G Eerste stappen . . . G Hoe wilt u uw kopie? G Functies combineren G Gebruikerstoepassingen G Storingen herkennen en verhelpen.
1 1.2 Inleiding Terwille van het milieu . . . Minolta heeft oog voor de ecologie en werkt actief mee om ecologische problemen te vermijden en te verhelpen. Onze productie is volgens ISO 9000 (kwaliteitsmanagement) alsook ISO 14001 (milieumanagement) gecertificeerd. Terugname en recycling Oude apparaten, lege toner- en drumeenheden en verbruikte toner- en drumeenheden worden door de plaatselijke MINOLTA-dealer teruggenomen en verwerkt.
1 Inleiding 1.3 De handleiding – gedrukt en digitaal De uitgebreide kopieersystemen van tegenwoordig bieden een groot aantal uiteenlopende functies. Een kopieersysteem kan zeer individueel ingesteld en op persoonlijke kopieerbehoeften afgestemd worden. De individuele afstemming van het kopieersysteem geschiedt daarbij overwegend door geoefende gebruikers of een systeembeheerder.
1 1.4 Inleiding Wegwijzer door de handleiding Waar staat wat in de handleiding? U weet niet precies in welk hoofdstuk u welke informatie vindt? De volgende tabel helpt u daarbij. Om gedetailleerde informatie over een probleem te krijgen, raadpleegt u de index achterin de handleiding. 1-4 Nr. Hoofdstukbenaming Beschrijving 1 Inleiding In dit hoofdstuk krijgt u inleidende informatie, met name over het gebruik van de handleiding.
1 Inleiding Di470 Nr. Hoofdstukbenaming Beschrijving 7 Storingen herkennen en verhelpen In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen die u behulpzaam zijn bij het herkennen en verhelpen van storingen, zoals b.v.: • Wanneer uw kopie niet goed is • Wanneer een foutcode verschijnt • Zo verwijdert u vastgelopen papier • Zo verwijdert u vastgelopen nietjes 8 Bijlage In dit hoofdstuk vindt u een grote hoeveelheid nuttige extra informatie, zoals b.v.
1 Inleiding Korte toelichting bij gebruikte termen en symbolen Met bepaalde termen en symbolen worden in deze handleiding verschillende zaken tot uitdrukking gebracht. De volgende voorbeelden helpen u de belangrijkste zaken te herkennen en dienovereenkomstig te handelen. GEVAAR Hier wordt op een gevaar gewezen! Deze waarschuwing verwijst naar een dreigend gevaar voor leven en goederen. Wordt deze waarschuwing niet in acht genomen, dan kan zwaar lichamelijk letsel het gevolg zijn.
1 Inleiding [START] = toets van het Touch Screen FOUT Touch Screen-melding met de tekst FOUT § Afzonderlijk, uit te voeren handeling (er volgen geen verdere stappen) Nu begint een opsomming: G Deze punten wijzen op een opsomming. G De opsommingen met punten hebben geen dwingende volgorde. H Volgt na een zwarte punt een opsomming met witte punten, dan zijn de witte punten ondergeschikt aan de zwarte punten. G Hier is het einde van de opsomming.
1 Inleiding Korte toelichting bij vast gedefinieerde begrippen en symbolen De begrippen voor b. v. origineel, kopie, staand respectievelijk liggend zijn duidelijk vastgelegd. De definitie van de belangrijkste begrippen vindt u hierna. Origineel en kopie Het origineel is het kopieerdocument waarvan u tijdens een kopieergang duplicaten maakt.
1 Inleiding Breedte en lengte Bij papierafmetingen komt de eerste waarde altijd overeen met de breedte van het papier (zijde A). De tweede waarde komt overeen met de lengte van het papier (zijde B). 21 x 29,7 cm Breedte van het papier (kant A) Lengte van het papier (kant B) Lengte- en breedterichting Is kant A van een papierformaat korter dan kant B, dan wordt dit lengterichting genoemd. Is kant A van een papierformaat langer dan kant B, dan wordt dit breedterichting genoemd.
1 1-10 Inleiding Di470
2 Leer uw kopieerapparaat kennen 2 Leer uw kopieerapparaat kennen 2.1 Apparaatoverzicht Kopieerapparaat Di470 (buitenkant) 2 1 3 4 13 67 5 12 11 8 10 9 Nr. Benaming Beschrijving 1 Uitvoerblad Hier komen de gemaakte kopieën (max. 100 pagina's normaal papier). 2 Verlengstuk uitvoerblad Trek dit verlengstuk uit, wanneer u kopieën van groot formaat maakt. 3 Linker bovenklep (L1) Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Kopieerapparaat Di470 (buitenkant) 2 1 3 4 13 Nr. 67 5 12 11 8 10 9 Benaming Beschrijving 7 Hoofdschakelaar Schakel het kopieerapparaat met de hoofdschakelaar in respectievelijk uit. 8 Handinvoer De handinvoer kan tot 50 vel normaal papier (80 g/m2) bevatten. Met de handinvoer kunt u ook speciaal papier (OHP-transparanten, dik papier) verwerken.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Kopieerapparaat Di470 (binnenkant) 1 2 3 9 8 7 6 5 4 Nr. Di470 Benaming Beschrijving 1 Glasplaat Plaats het origineel met de te kopiëren zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Documentbreedteschaal Lijn de documenten uit langs de documentbreedte- en documentlengteschaal. 3 Documentlengteschaal 4 Coronareinigingseenheid Reinig indien nodig de corona met de coronareinigingseenheid.
2 2.2 Leer uw kopieerapparaat kennen Opties Bovenklep De bovenklep fixeert een op de glasplaat geplaatst document. 1 2 2-4 Nr. Benaming Beschrijving 1 Bovenklep 2 Afdekmat De bovenklep fixeert een op de glasplaat geplaatst document.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Automatische documentinvoer EDH-3 Met de automatische documentinvoer kunt u in totaal 100 originelen achtereenvolgens automatisch laten invoeren. De automatische documentinvoer kan de originelen ook omkeren, wanneer u 2-zijdige originelen verwerkt. Voor de automatische invoer van zeer dunne of iets dikkere originelen kunt u de handinvoer gebruiken. 1 2 3 Nr.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Afwerkingseenheid FN-105 en FN-106 De afwerkingseenheden maken een geregelde uitvoer en afwerking van kopieën mogelijk. Met de afwerkingseenheden kunt u kopieën sorteren, groeperen en nieten. Met de afwerkingseenheid FN-105 kun u ook kopieën perforeren. 3 4 2 1 Nr. Benaming Beschrijving 1 Voorklep (FN4) Open deze voorklep om vastgelopen papier te verwijderen. 2 Onderste uitvoer Hier worden de kopieën uitgevoerd die met de staffelfunctie gesorteerd worden.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Afwerkingseenheid FN-503 De afwerkingseenheid maakt een geregelde uitvoer en afwerking van kopieën mogelijk. Met deze afwerkingseenheid kunt u kopieën sorteren, groeperen, perforeren en nieten. (Alleen mogelijk, indien een printercontroller geïnstalleerd is.) De uitvoer van afdrukken kan via een PC aan een van de vijf postvakken toegewezen worden. De afdrukken kunnen gesorteerd, gegroepeerd of geperforeerd worden. 4 5 3 6 2 1 Nr.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Afwerkingseenheid FN-5 De afwerkingseenheid maakt een geregelde uitvoer en afwerking van kopieën mogelijk. Met deze afwerkingseenheid kunt u kopieën sorteren, groeperen, perforeren, nieten en zelfs vouwen. 3 4 5 2 1 Nr. 2-8 Benaming Beschrijving 1 Voorklep Open de voorklep, om de nieteenheid te vervangen of vastgelopen papier te verwijderen. 2 Onderste uitvoer Hier worden de gesorteerde, geniete of gegroepeerde kopieën uitgevoerd.
Leer uw kopieerapparaat kennen 2 VOORZICHTIG Beschadiging van het apparaat door verkeerde inschatting van de benodigde ruimte De onderste uitvoer van een afwerkingseenheid loopt tijdens een kopieergang naar beneden. Voorwerpen die hieronder staan, kunnen de uitvoer zwaar beschadigen. § Di470 Plaats geen voorwerpen onder de uitvoer van een afwerkingseenheid.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Papierinvoereenheid PF-115 Met de PF-115 kunt u de kopieerpapiercapaciteit van het kopieerapparaat verhogen. De 3de papierlade van de PF-115 heeft een inhoud van in totaal 2.500 vel kopieerpapier (80 g/m2). De papierlade is vast ingesteld op het papierformaat A4C. In de PF-115 is ook een duplexeenheid geïntegreerd. Met de duplexeenheid kan kopieerpapier omgekeerd en zo 2-zijdig bedrukt worden. Met de duplexeenheid kunt u papierformaten A 3L t/m A 5L verwerken. 1 2 3 Nr.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Duplexcabinet PF-7D In de PF-7D is een duplexeenheid geïntegreerd. Met de duplexeenheid kan kopieerpapier omgekeerd en zo 2-zijdig bedrukt worden. Met de duplexeenheid kunt u papierformaten A3 L t/m A5 L verwerken. De PF-7D beschikt ook over een opbergruimte. In de opbergruimte kunt u kopieerpapier en andere toebehoren opbergen. 1 2 Nr.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Papierinvoereenheid PF-208 Met de PF-208 kunt u de kopieerpapiercapaciteit van het kopieerapparaat verhogen. De 3de en 4de papierlade van de PF-208 hebben elk een inhoud van in totaal 500 vel kopieerpapier (80 g/m2). In de PF-208 is ook een duplexeenheid geïntegreerd. Met de duplexeenheid kan kopieerpapier omgekeerd en zo 2-zijdig bedrukt worden. Met de duplexeenheid kunt u papierformaten A 3L t/m A 5L verwerken. 3 Nr.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Groot-volume cassette C-306 Met de groot-volume cassette kunt u de kopieerpapiercapaciteit van het kopieerapparaat verhogen. De groot-volume cassette heeft een inhoud van in totaal 3.000 vel kopieerpapier (80 g/m2). 1 2 3 Nr. Di470 Benaming Beschrijving 1 Ontgrendeling Houd de ontgrendeling ingedrukt, om de groot-volume cassette van het kopieerapparaat weg te trekken.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Groot-volume cassette C-306L Met de groot-volume cassette kunt u de kopieerpapiercapaciteit van het kopieerapparaat verhogen. De groot-volume cassette heeft een inhoud van in totaal 3.000 vel kopieerpapier (80g/m 2). 1 2 3 Nr. Benaming Beschrijving 1 Ontgrendeling Houd de ontgrendeling ingedrukt, om de groot-volume cassette van het kopieerapparaat weg te trekken. 2 Toets voor het laten zakken van de papierplaat Druk op de toets, om de papierplaat te laten zakken.
Leer uw kopieerapparaat kennen 2 Printercontroller Pi5500/Pi4700e De printercontroller stelt u in staat, het kopieerapparaat ook te gebruiken als printer.
2 2.3 Leer uw kopieerapparaat kennen Veilig omgaan met uw kopieerapparaat Schade aan de gezondheid, elektrische schokken en zelfs brand kunnen het gevolg zijn van een ondeskundige bediening. Neem daarom goed nota van de volgende aanwijzingen voor een veilig gebruik van uw kopieerapparaat. GEVAAR Gevaar voor brand en/of elektrische schokken door het ondeskundige gebruik van het kopieerapparaat! Het kopieerapparaat is uitgerust met delen die onder hoogspanning staan.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen VOORZICHTIG Gevaar voor brand en/of elektrische schokken door het ondeskundig gebruik van het netsnoer! Het kopieerapparaat is uitgerust met delen die onder hoogspanning staan. Ondeskundig gebruik van het netsnoer van het kopieerapparaat kan schade aan het snoer veroorzaken. Een brand of een elektrische schok kan het gevolg zijn. Neem de volgende aanwijzingen in acht om lichamelijk letsel en/of materiële schade te vermijden.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen GEVAAR Gevaar voor brand en/of elektrische schokken door oververhitting van het apparaat! Het kopieerapparaat is uitgerust met delen die onder hoogspanning staan. Ondeskundig gebruik of het slecht functioneren van het kopieerapparaat kan schade aan het apparaat veroorzaken. Neem de volgende aanwijzingen in acht om lichamelijk letsel en/of materiële schade te vermijden. § Schakel het kopieerapparaat onmiddellijk uit als het kopieerapparaat erg heet wordt.
Leer uw kopieerapparaat kennen 2 VOORZICHTIG Schade aan het kopieerapparaat door ondeskundig gebruik! Door ondeskundig gebruik kan het kopieerapparaat beschadigd worden. Neem de volgende aanwijzingen in acht om materiële schade te vermijden. § Plaats geen voorwerpen op het kopieerapparaat die zwaarder zijn dan 3 kg. § Open tijdens het kopiëren de kopieermachine niet. § Schakel tijdens het kopiëren het kopieerapparaat niet uit.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Interne laserstraling Gemiddeld stralingsvermogen: 13,6 µW aan de laseropening van de printer. Golflengte: 785 nm Dit apparaat functioneert met een laserdiode van de Klasse IIIb met onzichtbare laserstraal. De laserdiode en de polygoonspiegel voor het scannen zijn geïntegreerd in de printer. De printer is GEEN ONDERDEEL DAT DOOR UZELF MAG WORDEN ONDERHOUDEN. U mag de printer daarom nooit openen.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Geluidsemissie Geluidsweringsverordening voor apparatuur 3 GSGV, 1/18/1991: het geluidsvermogensniveau op de bedieningsplek is conform EN 27779 gelijk aan of geringer dan 70 dB (A). Veiligheidssticker Veiligheidsstickers markeren de gevarenzones. § Lees eerst de nodige aanwijzingen in deze handleiding over bepaalde gevaren voor u in een gevarenzone een handeling uitvoert.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Veiligheidssticker op de coronaeenheid De veiligheidssticker vindt u binnenin het apparaat op de volgende plaatsen (zie pijl). GEVAAR Gevaarlijke hoogspanning! Een ondeskundige bediening van het kopieerapparaat kan resulteren in persoonlijk letsel door elektrische spanning. § 2-22 Bedien het kopieerapparaat uitsluitend overeenkomstig de aanwijzingen in deze handleiding.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Veiligheidssticker aan de achterkant van het apparaat De veiligheidssticker vindt u aan de achterkant van het apparaat op de volgende plaats (zie pijl). CLASS 1 LASER PRODUCT LASER KLASSE 1 PRODUCT GEVAAR Gevaarlijke laserstraling! Een ondeskundige bediening van het kopieerapparaat kan ertoe leiden, dat er gevaarlijke straling vrijkomt. § Di470 Bedien het kopieerapparaat uitsluitend overeenkomstig de aanwijzingen in deze handleiding.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Gegevens op het typeplaatje Het typeplaatje van het kopieerapparaat vindt u aan de rechterkant van het apparaat op de volgende plaats (zie pijl). Di470 Di470 220-240 1560-1700 50-60 7,1 N87/Z132 MINOLTA CO.,LTD MADE IN CHINA Op het typeplaatje vindt u de volgende gegevens: Modelomschrijving Gegevens over de voeding max.
Leer uw kopieerapparaat kennen 2.4 2 Transport van het kopieerapparaat Wanneer u het kopieerapparaat moet transporteren, neem dan contact op met uw leverancier. 2.5 Plaatsen van het kopieerapparaat Omgevingsomstandigheden De optimale omgevingsomstandigheden voor uw kopieerapparaat zijn: G temperatuurwaarden van 10°C t/m 32°C (schommelingen max. 10°C per uur) G vochtigheidswaarden van 15% t/m 85% (schommelingen max.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Benodigde ruimte van het kopieerapparaat Let op een afstand van min. 150 mm van de behuizing tot de muur. Daardoor kan een correcte ventilatie gewaarborgd worden. Gegevens in mm 240 515 471 1241 770 407 1558 1171 1032 1031 2857 2102 664 Vooraanzicht Zijaanzicht De gegevens hebben betrekking op het basisapparaat incl. EDH-3, PF-115, FN-5 en C-306L. Bewaren van verbruiksmateriaal Bewaar verbruiksmaterialen: G in de gesloten originele verpakking.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen 2.6 Aansluiten van het kopieerapparaat Het kopieerapparaat heeft een stabiele voeding nodig. Raadpleeg eventueel uw elektriciteitsbedrijf. De toegestane waarden voor de netspanning en het frequentiebereik zijn te vinden in de technische specificatie. Meer informatie, zie pagina 8-5. 2.7 In- en uitschakelen van het kopieerapparaat Inschakelen van het kopieerapparaat § Schakel de hoofdschakelaar in de stand AAN.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Uitschakelen van het kopieerapparaat § Schakel de hoofdschakelaar in de stand UIT. Het Touch Screen-display dooft. Het kopieerapparaat is uitgeschakeld. AAN UIT Energie besparen is een must! Het kopieerapparaat is uitgerust met twee spaarstandfuncties: Ca. 15 minuten na de laatste kopieergang wordt de spaarstand geactiveerd. Ca. 90 minuten na de laatste kopieergang wordt het kopieerapparaat automatisch uitgeschakeld.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen 2.8 Toetsen en indicaties op het bedieningspaneel Linkerzijde bedieningspaneel 8 1 7 2 6 3 5 4 Nr.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Linkerzijde bedieningspaneel (vervolg) Nr. 7 8 2-30 8 1 7 2 6 3 5 4 Benaming Element Beschrijving Alleen actief indien een printercontroller (optie) geïnstalleerd is: On Line Toets met indicatie Omschakeling van de Online- naar de Offline-toestand • Indicatie brandt: Het kopieerapparaat is in online-toestand. Opdrachtenoverzicht Toets met indicatie Opvragen van het opdrachtenoverzicht • Indicatie brandt: Reserve-kopieeropdracht is voorhanden.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Rechterzijde bedieningspaneel 1 2 3 4 5 6 7 8 11 Nr. 10 9 Benaming Element Beschrijving 1 Cijfertoetsen Toetsen Invoer van waarden 2 C (wissen) Toets Wissen van waarden en ingevoerde gegevens via de cijfertoetsen 3 Scanfunctie Toets met indicatie Activering van de scanfunctie • Indicatie brandt: De scanmodus is actief. 4 Kopieerfunctie Toets met indicatie Activering van de kopieerfunctie • Indicatie brandt: De kopieermodus is actief.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Rechterzijde bedieningspaneel (vervolg) 1 2 3 4 5 6 7 8 11 Nr. 9 10 9 Benaming Element Beschrijving Reset Toets Kopieerapparaat resetten naar de standaardinstellingen Instellingen in het zoom- en programmageheugen worden niet gewist. Instellingen in de interruptiefunctie en voor reserveer-kopieeropdrachten worden ook niet teruggezet.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Touch Screen 1 2 3 4 5 Nr.
2 2.9 Leer uw kopieerapparaat kennen Zo wordt het Touch Screen bediend Met het Touch Screen werken VOORZICHTIG Schade aan het kopieerapparaat door ondeskundig gebruik! Het oppervlak van het Touch Screen is van glas. Een ondeskundige bediening kan leiden tot beschadiging van het Touch Screen. § Plaats geen zware voorwerpen op het Touch Screen. § Raak het oppervlak van het Touch Screen uitsluitend voorzichtig aan. § Oefen geen sterke druk uit op het oppervlak.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen 2.10 Papierlade bijvullen Papierlade 1 en 2 (standaardladen) Deze papierladen zijn universele papierladen. De universele papierladen kunt u instellen op diverse papierformaten. Hier moet u op letten! Opnamecapaciteit: per papierlade 500 vel normaal papier (8 0g/m2) Papierformaten: A3 L t/m A5 L (variabel instelbaar) 1 Trek de papierlade voorzichtig tot de aanslag uit. 2 alleen indien nodig Houd de groene knop op de papierformaatbegrenzers ingedrukt.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen 4 Zorg ervoor dat het maximale papierniveau niet wordt overschreden (markering aan de binnenkant van de papierlade). Max. 5 Sluit de papierlade.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Papierlade 3 – PF-115 (optie) Deze papierlade is vast ingesteld op een papierformaat. Hier moet u op letten! Opnamecapaciteit: 2.500 vel normaal papier (8 0g/m2) Papierformaten: A4 C 1 Druk op de papierliftknop van de papierlade. De papierplaat van de papierlade wordt neergelaten. 2 Trek de papierlade er voorzichtig uit. 3 Plaats eerst in de rechterhelft van de papierlade kopieerpapier. De te bedrukken zijde moet naar onder liggen.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen 7 Sluit de papierlade. De papierplaat van de papierlade wordt omhoog gebracht. Indicatie van de papierliftknop brandt of knippert? Indicatie van de papierliftknop brandt: De papierlade is leeg. Het kopieerpapier wordt uit een andere papierlade ingevoerd. Indicatie van de papierliftknop knippert: De papierlade is leeg. De kopieergang is onderbroken, omdat het kopieerpapier uit deze papierlade ingevoerd wordt.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Papierlade 3 en 4 – PF-208 (optie) Deze papierladen zijn vast ingesteld op een papierformaat. Het papierformaat kan uitsluitend gewijzigd worden door de leverancier. Hier moet u op letten! Opnamecapaciteit: 500 vel normaal papier (8 0g/m2) per lade Papierformaten: A3 L t/m A5 L 1 Trek de papierlade voorzichtig tot de aanslag uit. 2 Plaats het kopieerpapier tussen de papierformaatbegrenzers. De te bedrukken zijde moet naar onder liggen.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Groot-volume cassette – C-306 respectievelijk C-306L (optie) Deze papierladen zijn vast ingesteld op een papierformaat. Het papierformaat kan uitsluitend gewijzigd worden door de leverancier. Hier moet u op letten! Opnamecapaciteit: 3.000 vel normaal papier (8 0g/m2) Papierformaten: C-306 A4 C, Letter C C-306L A4 L, A4 C, Legal L, Letter L, Letter C 1 Druk op de toets, om de papierplaat te laten zakken. De papierlade zakt.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen 5 Zorg ervoor, dat het maximale papierniveau niet wordt overschreden (zie markering in de papierlade). Max. 6 Sluit de deur van de groot-volume cassette. De papierplaat van de papierlade wordt omhoog gebracht. Deur altijd goed sluiten! Wanneer de deur niet goed gesloten is, wordt de papierplaat niet omhoog gebracht. Controleer altijd of de deur goed gesloten is.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Handinvoer Met de handinvoer kunt u ook speciaal papier verwerken. Voor reserveer-kopieeropdrachten kan het papier niet uit de handinvoer ingevoerd worden. Meer informatie, zie pagina 3-11. Hier moet u op letten! Opnamecapaciteit: 50 vel normaal papier (80g/m 2) 20 vel kringlooppapier of speciaal papier Papiersoorten: Normaal papier, kringlooppapier (60g/m 2 t/m 90 g/m2) Dik papier (91g/m 2 t/m 160 g/m2) OHP-transparanten, transparant papier Papierformaten: max.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen 6 Zorg ervoor, dat het maximale papierniveau niet wordt overschreden (zie markering in de handinvoer). Di470 Max.
2 2.11 Leer uw kopieerapparaat kennen Tonerpatroon vervangen WAARSCHUWING Gevaar voor de gezondheid door toner! Toner inslikken is gevaarlijk voor de gezondheid. § Wanneer uw handen met toner in aanraking komen, was deze dan onmiddellijk zorgvuldig met koud water en zeep. § Laat de tonerpatroon niet vanaf een hoogte van meer dan 1 m op de grond vallen. Daardoor kan de tonerpatroon beschadigd worden. Toner kan uit de patroon naar buiten komen.
Leer uw kopieerapparaat kennen 2 2 Draai de tonerpatroonhouder naar rechts buiten. Neem de verbruikte tonerpatroon uit de houder. 3 Stoot de nieuwe tonerpatroon voorzichtig een paar keer tegen een hard ondergrond. Hierdoor wordt de eventueel aangezette toner losgemaakt. 4 Schud de nieuwe tonerpatroon een paar keer heen en weer. 5 Plaats de nieuwe tonerpatroon in de tonerpatroonhouder. De kleurmarkering op de tonerpatroon moet daarbij naar boven wijzen.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen 7 Verwijder de beschermstrook van de tonerpatroon. 8 Draai de tonerpatroonhouder terug. Sluit de deur weer. Het kopieerapparaat begint de toner bij te vullen. Schakel gedurende deze tijd het apparaat niet uit. Open niet de voorklep. Terwille van het milieu . . . Voer de verbruikte tonerpatroon op een milieuvriendelijke manier af. Meer informatie, zie pagina 1-2.
Leer uw kopieerapparaat kennen 2.12 2 Nietjescartridges vervangen Vervang een nieteenheid uitsluitend, wanneer op het Touch Screen een dienovereenkomstige melding verschijnt. Gebruik uitsluitend voor dit kopieerapparaat geschikte nietjescartridges. Originele toebehoren en origineel verbruiksmateriaal garanderen een optimale afdrukkwaliteit en een minimaal onderhoud. Meer informatie hierover krijgt u van uw leverancier. Afwerkingseenheid FN-5 De afwerkingseenheid FN-5 heeft één nieteenheid.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen 4 Druk op de ontgrendelingsknop voor de nietjescartridge. Verwijder de nietjescartridge uit de houder. 5 Trek ca. 3 cm van de nietjesstrip uit de nieuwe nietjescartridge en breek deze af. Zorg ervoor, dat de nietjesstrip niet meer uitsteekt (zie afbeelding rechts). 6 Plaats de nieuwe nietjescartridge in de houder. De nietjescartridge klikt vast in de houder. Daarbij is een klikgeluid te horen. 7 Schuif de nieteenheid weer voorzichtig terug.
Leer uw kopieerapparaat kennen 2 8 Schuif de afwerkingseenheid weer voorzichtig tegen het kopieerapparaat aan. Op het Touch Screen wordt een scherm voor het activeren van een niet-test getoond. 9 Druk op de toets [NIETEN], om een niet-test te activeren. Het kopieerapparaat voert een vel papier in en voert een niet-test uit. Werd het nieten niet correct ? uitgevoerd? De nieteenheid is niet correct geplaatst. Di470 § Controleer of de nieteenheid juist geplaatst is. § Verwijder evt.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Afwerkingseenheid FN-105 De afwerkingseenheid FN-105 heeft twee nieteenheden. 1 Grijp in de verzonken handgreep bovenop de afwerkingseenheid. Trek de afwerkingseenheid voorzichtig weg van het kopieerapparaat. 2 Open de klep rechts op de afwerkingseenheid (FN7). 3 Draai het groene wieltje naar links, om de nieteenheden in de middenstand te plaatsen. 4 Trek de lege nieteenheid voorzichtig uit de houder.
Leer uw kopieerapparaat kennen 2 5 Druk op de dienovereenkomstig gemarkeerde plaats van de nieteenheid. Het bovenste deel van de nieteenheid wordt losgemaakt. De lege nietjescartridge kan weggenomen worden. 6 Plaats een nieuwe nietjescartridge. Verwijder voorzichtig de verzegeling van de nietjes. 7 Plaats de nieteenheid weer in de houder. De nietjescartridge klikt vast in de houder. Daarbij is een klikgeluid te horen. 8 Sluit de rechterklep (FN7) van de afwerkingseenheid.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen 9 Druk op de toets [NIETEN], om een niet-test te activeren. Het kopieerapparaat voert een vel papier in en voert een niet-test uit. Werd het nieten niet correct ? uitgevoerd? De nieteenheid is niet correct geplaatst. 2-52 § Controleer of de nieteenheid juist geplaatst is. § Verwijder evt. vastgelopen nietjes. Meer informatie, zie pagina 7-54.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen Afwerkingseenheid FN-106 De afwerkingseenheid FN-106 heeft één nieteenheid. 1 Grijp in de verzonken handgreep bovenop de afwerkingseenheid. Trek de afwerkingseenheid voorzichtig weg van het kopieerapparaat. 2 Rechts op de afwerkingseenheid bevindt zich een groen wieltje. Draai het groene wieltje naar links, om de nieteenheid in de middenstand te plaatsen. 3 Trek de nieteenheid voorzichtig uit de houder.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen 5 Plaats de nieteenheid weer in de houder. De nietjescartridge klikt vast in de houder. Daarbij is een klikgeluid te horen. 6 Schuif de afwerkingseenheid weer voorzichtig tegen het kopieerapparaat aan. Op het Touch Screen wordt een scherm voor het activeren van een niet-test getoond. 7 Druk op de toets [NIETEN], om een niet-test te activeren. Het kopieerapparaat voert een vel papier in en voert een niet-test uit.
Leer uw kopieerapparaat kennen 2 Afwerkingseenheid met printuitvoer FN-503 De afwerkingseenheid met printuitvoer heeft een nieteenheid. 1 Houd de knop ingedrukt. Draai deze daarbij tegelijkertijd tegen de wijzers van de klok in, om de afdekking van de nieteenheid te openen. 2 Trek de nieteenheid uit de schacht. 3 Druk de groene hendel omlaag. Trek de nieteenheid eruit. 4 Verwijder de lege nietjescartridge uit de nieteenheid.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen 5 Plaats een nieuwe nietjescartridge. Verwijder voorzichtig de verzegeling van de nietjes. 6 Plaats de nietjescartridge weer in de nieteenheid. De nietjescartridge klikt vast in de houder. Daarbij is een klikgeluid te horen. 7 Lijn de pijlmarkeringen op de nieteenheid en op de afwerkingseenheid op elkaar uit. Plaats de nieteenheid weer in de schacht. 8 Houd de knop ingedrukt. Draai deze daarbij tegelijkertijd rechtsom, om de klep van de nieteenheid weer te sluiten.
Leer uw kopieerapparaat kennen 2 9 Druk op de toets [NIETEN], om een niet-test te activeren. Het kopieerapparaat voert een vel papier in en voert een niet-test uit. Werd het nieten niet correct ? uitgevoerd? De nieteenheid is niet correct geplaatst. Di470 § Controleer of de nieteenheid juist geplaatst is. § Verwijder evt. vastgelopen nietjes. Meer informatie, zie pagina 7-58.
2 2.13 Leer uw kopieerapparaat kennen Buiten gebruik stellen van het kopieerapparaat Om het kopieerapparaat voor een langere tijd uit te schakelen, moet u het volgende in acht nemen: G Trek de stekker uit het stopcontact. G Bewaar het apparaat in een droge en stofvrije ruimte. G Zorg ervoor dat het apparaat niet blootgesteld wordt aan schokken. Bescherm het apparaat tegen: 2.
2 Leer uw kopieerapparaat kennen 2.15 Hiervoor mag u uw kopieerapparaat gebruiken Het kopieerapparaat is uitsluitend bestemd voor de in de handleiding beschreven werkzaamheden. Ieder ander gebruik beantwoordt niet aan een gebruik volgens de voorschriften. Wordt het kopieerapparaat niet volgens de voorschriften gebruikt, dan kan zware lichamelijke en/of materiële schade hiervan het gevolg zijn. Bij dergelijke schade kan de fabrikant niet aansprakelijk gesteld worden.
2 2-60 Leer uw kopieerapparaat kennen Di470
Eerste stappen . . . 3 Eerste stappen . . . 3.1 Stap-voor-stap een kopie 3 Met het kopieerapparaat kunt u op verschillende manieren kopieën maken. Houd bij de selectie van de functies altijd een bepaalde volgorde aan, dan kunt u er zeker van zijn, dat u niets vergeten bent. 1 Druk op de toets [KOPIEERFUNCTIE] op het bedieningspaneel om de kopieerfunctie te activeren. 2 Plaats de originelen: H H Di470 Plaats de originelen met de te kopiëren zijde naar boven in de automatische documentinvoer.
3 Eerste stappen . . . 3 Wijzig indien gewenst één van de basisinstellingen: H H H Papier Zoom Afwerking Meer informatie, zie pagina 4-1. 4 Wijzig indien gewenst de Origineel>Kopie-instellingen zoals b.v.: H H H 1>1 2>1 boek>2 Meer informatie, zie pagina 4-15. 5 Wijzig eventueel de belichtingsinstellingen, zoals b.v.: H H H Automatische belichting Handmatige belichting Belichtingsfunctie Meer informatie, zie pagina 4-21. 6 Selecteer indien gewenst een extra functie, b.v.
3 Eerste stappen . . . 7 Voer het aantal gewenste kopieën in via het cijfertoetsenbord. ? Heeft u een fout gemaakt? § Druk op het bedieningspaneel op de toets [C]. Voer het aantal kopieën opnieuw in. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 C 8 Start het kopiëren met de toets [START] het bedieningspaneel. ? Wilt u het kopiëren afbreken? § 3.2 Druk op het bedieningspaneel op de toets [STOP]. Pincode invoeren Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 3 in de uitgebreide handleiding op de CD-R. 3.
3 3.4 Eerste stappen . . . Aantal kopieën invoeren Voer in, hoeveel sets kopieën u van uw documenten wilt maken. § Druk op de betreffende cijfertoetsen op het cijfertoetsenbord. Het ingevoerde aantal kopieën wordt op het Touch Screen rechtsboven in de hoek weergegeven. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 C ? Heeft u een fout gemaakt? § 3.5 Druk op het bedieningspaneel op de toets [C]. Voer het aantal kopieën opnieuw in. Kopiëren starten Het kopiëren starten.
3 Eerste stappen . . . 3.7 Kopiëren stoppen Stop het kopiëren om de verdere uitvoer van foute kopieën te verhinderen. § Druk op het bedieningspaneel op de toets [STOP]. Het kopiëren wordt gestopt. Het op het display aangegeven aantal kopieën wordt op 1 gezet. Overige instellingen blijven behouden. 3.8 Kopieerinstellingen resetten Zet het kopieerapparaat terug naar de standaardinstellingen. § Druk op de toets [RESET] op het bedieningspaneel van het kopieerapparaat.
3 3.9 Eerste stappen . . . Automatische documentinvoer gebruiken WAARSCHUWING Beschadiging van de automatische documentinvoer door ondeskundige bediening! Niet alle documenten zijn geschikt voor de verwerking met de automatische documentinvoer. Wanneer u ongeschikte documenten met de automatische documentinvoer verwerkt, kunt u de automatische documentinvoer beschadigen. § Gebruik uitsluitend geschikte documenten voor de automatische documentinvoer.
3 Eerste stappen . . . Originelen met hetzelfde formaat invoeren Laat originelen met dezelfde formaten door de automatische documentinvoer invoeren.
3 Eerste stappen . . . Originelen met verschillend formaat invoeren Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 3 in de uitgebreide handleiding op de CD-R. Handinvoer (in de documentinvoer) gebruiken Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 3 in de uitgebreide handleiding op de CD-R.
3 Eerste stappen . . . 3.10 Originelen op de glasplaat leggen Plaats de afzonderlijke originelen op de glasplaat. Papieren originelen en transparante originelen 1 Til de bovenklep minstens 15° op. Wordt de bovenklep niet ver genoeg geopend, dan vindt geen automatische formaatdetectie van het origineel plaats. 15° 2 Plaats het origineel op de glasplaat. De te kopiëren zijde moet naar beneden liggen. 3 Schuif het origineel in de linker bovenhoek van de glasplaat.
3 Eerste stappen . . . Boeken en gebonden originelen WAARSCHUWING Beschadiging van de glasplaat door ondeskundige bediening Boeken die meer dan 3 kg wegen, alsmede stevig aandrukken van een boek op de glasplaat kunnen leiden tot een beschadiging. § Plaats alleen boeken die minder dan 3 kg wegen op de glasplaat. § Druk een geopend boek niet op de glasplaat. 1 Til de bovenklep minstens 15° op.
3 Eerste stappen . . . 3.11 Originelen stapelgewijs scannen Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 3 in de uitgebreide handleiding op de CD-R. 3.12 Opvragen geheugen gebruiken Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 3 in de uitgebreide handleiding op de CD-R. 3.13 Reserveer-kopieeropdrachten aanmaken Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 3 in de uitgebreide handleiding op de CD-R. 3.
3 Eerste stappen . . . Automatische uitschakeling (Alleen mogelijk, indien geen printercontroller geïnstalleerd is.) Ca. 90 minuten na de laatste kopieergang wordt het kopieerapparaat automatisch uitgeschakeld. Daardoor verbruikt het kopieerapparaat nog minder energie dan met geactiveerde spaarstand. De tijd tot aan de activering van de automatische uitschakeling kan veranderd worden. Meer informatie, zie hoofdstuk 6. Slaapstand (Alleen mogelijk, indien een printercontroller geïnstalleerd is.) Ca.
Hoe wilt u uw kopie? 4 Hoe wilt u uw kopie? 4.1 Basisinstellingen 4 Met de basisinstellingen kunt u instellingen op de volgende gebieden uitvoeren: G G G Di470 Papier Meer informatie zie vanaf pagina 4-2. Zoom Meer informatie zie vanaf pagina 4-8. Afwerking Meer informatie zie vanaf pagina 4-11.
4 Hoe wilt u uw kopie? Automatische papierselectie inschakelen Laat het kopieerapparaat het juiste papierformaat voor uw kopieën selecteren. Het kopieerapparaat berekent het juiste papierformaat uit het herkende formaat van het origineel en de zoomfactor.
4 Hoe wilt u uw kopie? Papierlade handmatig selecteren Leg de papierlade vast waaruit het kopieerpapier ingevoerd moet worden. Hier moet u op letten! Dit betekenen de afkortingen: 1 Papierlade 1 2 Papierlade 2 3 Papierlade 3 4 Papierlade 4 Handinvoer L Groot-volume cassette 1 Druk in het basismenu op de toets [Papier]. De weergave op het display verandert. 2 Druk op de gewenste papierladetoets.
4 Hoe wilt u uw kopie? Papiersoort voor de handinvoer vastleggen Leg de papiersoorten vast die u met de handinvoer wilt verwerken. 1 Druk in het basismenu op de toets [Papier]. De papierinstellingen worden getoond. 2 Druk op de toets voor de handinvoer. De toets [INVOEREN FORMAAT] verschijnt. 3 Druk op de toets [INVOEREN FORMAAT]. De weergave op het display verandert. 4 Druk op de toets [PAPIERSOORT]. De weergave op het display verandert.
Hoe wilt u uw kopie? 4 5 Selecteer de papiersoorten. H H H [NORMAAL] voor normaal papier [OHP] voor overheadprojector-folie [KAART/CALQUE] voor karton of transparant papier 6 Bevestig uw keuze met de toets [INVOER]. De weergave op het display verandert. 7 Bevestig uw instellingen met de toets [INVOER]. De papierinstellingen verschijnen weer. 8 Druk op de tabtoets [BASIS], om de toetsen van het basismenu weer te tonen.
4 Hoe wilt u uw kopie? Papierformaat voor de handinvoer vastleggen Leg het papierformaat vast dat u met de handinvoer wilt verwerken. 1 Druk in het basismenu op de toets [Papier]. De papierinstellingen worden getoond. 2 Plaats het kopieerpapier in de handinvoer. 3 Druk op de toets voor de handinvoer. De toets [INVOEREN FORMAAT] verschijnt. 4 Druk op de toets [INVOEREN FORMAAT]. De weergave op het display verandert. 5 Kies een standaardformaat.
Hoe wilt u uw kopie? 4 6 enkel indien [INCH] ingedrukt is Kies een inchformaat. 7 enkel als [AFWIJKEND FORMAAT] ingedrukt is Druk op de toets [X] of [Y]. Voer de gewenste maat in via de cijfertoetsen. Bevestig de ingevoerde waarden met de toets [INVOER]. De weergave op het display verandert. 8 Bevestig uw instellingen met de toets [INVOER]. De papierinstellingen verschijnen weer. 9 Druk op de tabtoets [BASIS], om de toetsen van het basismenu weer te tonen.
4 Hoe wilt u uw kopie? Automatische formaatselectie inschakelen Laat het kopieerapparaat de juiste zoomfactor voor uw kopieën selecteren. Het kopieerapparaat berekent de zoomfactor uit het formaat van het origineel en het gewenste formaat van het kopieerpapier. 1 Druk in het basismenu op de toets [Zoom]. De zoominstellingen worden getoond. 2 Druk op de toets [AUTO REPRO]. De toets krijgt een zwarte achtergrond. De functie "Automatische formaatselectie" is ingeschakeld. 3 Vraag de papierinstellingen op.
Hoe wilt u uw kopie? 4 Vaste reprofactor selecteren Selecteer een vooringestelde reprofactor. 1 Druk in het basismenu op de toets [Zoom]. De zoominstellingen worden getoond. 2 Druk b.v. op de toets [× 0,5] om het origineel 50 % te verkleinen. of Druk op de toets [A4 > A3] om een A4-origineel tot A3 te vergroten. of Druk op de toets [MINIMAAL] om een iets kleinere kopie van het origineel te verkrijgen. 3 Druk op de tabtoets [BASIS], om de toetsen van het basismenu weer te tonen.
4 Hoe wilt u uw kopie? Reprofactor met de pijltoetsen selecteren Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 4 in de uitgebreide handleiding op de CD-R. Reprofactor via de cijfertoetsen invoeren Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 4 in de uitgebreide handleiding op de CD-R. Reprofactor opslaan Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 4 in de uitgebreide handleiding op de CD-R.
Hoe wilt u uw kopie? 4 Kopieën niet sorteren Laat uw kopieën ongesorteerd uitvoeren. 1 Druk in het basismenu op de toets [AFWERKING]. De weergave op het display verandert. 2 Druk op de toets [NIET-SORT]. 3 Druk op de tabtoets [BASIS], om de toetsen van het basismenu weer te tonen.
4 Hoe wilt u uw kopie? Kopieën sorteren/groeperen Laat uw kopieën gesorteerd of gegroepeerd uitvoeren. Kopieën sorteren Kopieën groeperen Met afwerkingseenheid De gesorteerde respectievelijk gegroepeerde sets kopieën worden versprongen uitgevoerd. (afhankelijk van het type afwerkingseenheid. Gelieve bij vragen contact op te nemen met uw leverancier.) Zonder afwerkingseenheid De gesorteerde respectievelijk gegroepeerde sets kopieën worden afwisselend staand en liggend (kruislings) uitgevoerd.
Hoe wilt u uw kopie? 4 Kopieën sorteren 1 Druk in het basismenu op de toets [AFWERKING]. De afwerkingsinstellingen worden getoond. 2 Druk op de toets [SORTEREN]. 3 Druk op de tabtoets [BASIS], om de toetsen van het basismenu weer te tonen. Kopieën groeperen 1 Druk in het basismenu op de toets [AFWERKING]. De afwerkingsinstellingen worden getoond. 2 Druk op de toets [GROEPEREN]. 3 Druk op de tabtoets [BASIS], om de toetsen van het basismenu weer te tonen.
4 Hoe wilt u uw kopie? Kopieën nieten – overzicht Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 4 in de uitgebreide handleiding op de CD-R. Kopieën nieten – in de hoek nieten Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 4 in de uitgebreide handleiding op de CD-R. Kopieën nieten – 2-posities nieten (zijkant)/in het midden nieten Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 4 in de uitgebreide handleiding op de CD-R.
4 Hoe wilt u uw kopie? 4.2 Origineel>Kopie-functies In de Origineel>Kopie-instellingen kunt u de kopieerfunctie selecteren.
4 Hoe wilt u uw kopie? Origineel Kopie Enkel-zijdig Dubbelz-4in1 Enkel-zijdig Boekje Weergave alleen mogelijk met automatische documentinvoer Dubbel-zijdig Enkel-zijdig alleen mogelijk met automatische documentinvoer Dubbel-zijdig Dubbel-zijdig alleen mogelijk met automatische documentinvoer Dubbel-zijdig Enkelz-2in1 alleen mogelijk met automatische documentinvoer Dubbel-zijdig Dubbelz-2in1 alleen mogelijk met automatische documentinvoer Dubbel-zijdig Enkelz-4in1 alleen mogelijk met autom
4 Hoe wilt u uw kopie? Origineel Kopie Boek Dubbel-zijdig Weergave Enkele kanttekeningen Houd a.u.b. rekening met de volgende aanwijzingen bij het selecteren van een kopieerfunctie: G Wanneer u de kopieerfunctie “2in1“, “4in1” of “boekje” selecteert, wordt de reprofactor voor verkleining van de originele pagina's automatisch vastgelegd. U kunt in de gebruikersfuncties de reprofactor wijzigen. Meer informatie, zie hoofdstuk 6.
4 Hoe wilt u uw kopie? Kopieerfunctie selecteren Selecteer de kopieerfunctie waarmee u uw kopieën wilt maken. 1 Plaats de originelen: 2 Druk op de tabtoets [Orig.>Kop.]. De Origineel>Kopie-instellingen verschijnen. 3 Selecteer het soort origineel. b.v. origineel enkelzijdig 4 Kies in welke modus u de kopieën wilt maken. of Druk op de toets [4IN1/BOEKJE] om meer kopieermodus-instellingen te kiezen.
Hoe wilt u uw kopie? 4 5 enkel als [4in1/Boekje] ingedrukt is Selecteer de kopieermodus. Bevestig uw keuze met de toets [INVOER]. De weergave op het display verandert. 6 Druk op de toets [RICHTING ORIGINELEN]. 7 Leg de richting van de geplaatste originelen vast. 8 Bevestig uw keuze met de toets [INVOER]. De Origineel>Kopie-instellingen verschijnen weer. § Di470 Voer evt. verdere instellingen uit. Start het kopiëren met de toets [START] het bedieningspaneel.
4 Hoe wilt u uw kopie? Originelen met kantlijn verwerken Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 4 in de uitgebreide handleiding op de CD-R. Boeken kopiëren Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 4 in de uitgebreide handleiding op de CD-R.
Hoe wilt u uw kopie? 4.
4 Hoe wilt u uw kopie? Automatische belichting in-/uitschakelen Kopieer lichte en donkere originelen zonder voortdurend de belichting van de kopieën met de hand te hoeven instellen. Het kopieerapparaat kiest de optimale belichting van de kopie overeenkomstig het gebruikte origineel. 1 Druk op de tabtoets [Belichting]. De belichtingsinstellingen worden getoond. 2 Druk op de toets [AUTO]. De toets krijgt een zwarte achtergrond. De functie “Automatische belichting” is ingeschakeld.
Hoe wilt u uw kopie? 4 Kopie lichter/donkerder zetten Stel de kopieën volgens uw wensen lichter of donkerder in. 1 Druk op de tabtoets [Belichting]. De weergave op het display verandert. 2 Druk op de toets [LICHT] om een lichtere kopie te maken. of Druk op de tots [DONKER] om een donkerdere kopie te maken.
4 Hoe wilt u uw kopie? Belichtingsfunctie wijzigen Met deze functie kunt u zeer scherpe kopieën van foto's maken. 1 Druk op de tabtoets [Belichting]. De weergave op het display verandert. 2 Druk op de toets [TEKST]. of Druk op de toets [TEKST/FOTO]. of Druk op de toets [FOTO]. De toets krijgt een zwarte achtergrond. De functie is ingeschakeld. 3 Regel de belichting handmatig. Meer informatie, zie pagina 4-23.
Hoe wilt u uw kopie? 4.4 4 Extra functies In de extra functies kunt u kiezen uit de volgende functies: G Omslag G Schutblad G OHP schutblad G Kantlijn G Rand/kader wissen G Beeldherhaling G Nummer stempelen G Afbeelding stempelen Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 4 in de uitgebreide handleiding op de CD-R.
4 4-26 Hoe wilt u uw kopie? Di470
Functies combineren 5 5 Functies combineren Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 5 in de uitgebreide handleiding op de CD-R.
5 5-2 Functies combineren Di470
Gebruikerstoepassingen 6 6 Gebruikerstoepassingen Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 6 in de uitgebreide handleiding op de CD-R.
6 6-2 Gebruikerstoepassingen Di470
7 Storingen herkennen en verhelpen 7 Storingen herkennen en verhelpen 7.1 Wanneer uw kopie niet goed is . . . Probleem Mogelijke oorzaak Verhelpen "Automatische belichting" is ingesteld op een lichte waarde. Wijzig de belichtingsinstelling in de gebruikerinstellingen, zie hoofdstuk 6. Stel de belichting van de kopie handmatig donkerder in, zie pagina 4-23. De kopie is te licht. De belichting werd handmatig op een te lichte waarde ingesteld.
7 Storingen herkennen en verhelpen Probleem Mogelijke oorzaak Verhelpen Het kopieerpapier is vochtig. Vervang het papier. De kopie is onscherp. De kopie vertoont vlekken. De kopie heeft een donkere rand. De glasplaat is vuil. Reinig de glasplaat, zie pagina 8-1. De afdekmat is vuil. Reinig de afdekmat, zie pagina 8-1. Het origineel is zeer dun respectievelijk transparant. Plaats een wit vel papier over het origineel. Het origineel is dubbelzijdig bedrukt.
7 Storingen herkennen en verhelpen 7.2 Wanneer een melding op het Touch Screen verschijnt . . . Op het Touch Screen werden o.a. meldingen getoond die een toestand van het kopieerapparaat of een storing beschrijven. De volgende tabel helpt u bij het begrijpen van vaak getoonde meldingen en bij het juist handelen in deze gevallen. Di470 Melding Oorzaak Verhelpen Storing opgetreden. Neem contact op met uw leverancier en geef de code door: In het kopieerapparaat is een storing opgetreden.
7 7-4 Storingen herkennen en verhelpen Melding Oorzaak Verhelpen Origineel achtergebleven op de glasplaat. Op de glasplaat ligt nog een origineel. Verwijder het origineel van de glasplaat. Deze functie XXX kan niet worden geselecteerd in combinatie met de OOO functie. Bepaalde functies kunnen niet met elkaar gecombineerd worden, zie pagina 7-61. Deactiveer één van de beide genoemde functies.
7 Storingen herkennen en verhelpen 7.3 Wanneer uw kopieerapparaat niet correct functioneert . . . Probleem Mogelijke oorzaak Verhelpen Op het Touch Screen verschijnt niets. De spaarstand is ingeschakeld. Druk op het bedieningspaneel op een willekeurige toets, om de spaarstand te beëindigen. Het kopieerapparaat is uitgeschakeld. Schakel het kopieerapparaat in. De stekker zit niet in het stopcontact. Plaats de stekker in het stopcontact. Het contrast van het Touch Screen is niet juist ingesteld.
7 7.4 Storingen herkennen en verhelpen Wanneer een foutcode verschijnt . . . Melding van een fout 1 Schakel het kopieerapparaat met de netschakelaar uit en opnieuw in. De functie waarbij de storing opgetreden is, wordt nog een keer gecontroleerd. 2 alleen wanneer de storing verder aangegeven wordt Geef de op het display getoonde code door aan uw leverancier. Melding van een storing 1 Schakel het kopieerapparaat met de netschakelaar uit. 2 Geef de op het display getoonde code door aan uw leverancier.
7 Storingen herkennen en verhelpen 7.5 Zo verwijdert u vastgelopen papier Wanneer papier vastgelopen is, verschijnt de volgende melding op het Touch Screen: De punten markeren telkens de plaatsen waar het papier vastgelopen is.
7 Storingen herkennen en verhelpen Hoofdeenheid VOORZICHTIG Gevaar voor verbranding aan de fixeereenheid! De fixeereenheid van het kopieerapparaat kan 200°C heet zijn. § Pak alleen de ontgrendeling in het transportgedeelte (M3) vast, om de fixeereenheid naar voren te kantelen. Verwijder eerst vastgelopen papier uit het gedeelte van de fixeereenheid en vervolgens uit het papierinvoergedeelte. Fixeereenheidgedeelte 1 Verwijder het papier van het uitvoerblad. Neem het uitvoerblad weg. Open de voorklep.
Storingen herkennen en verhelpen 7 3 Draai de papiertransportknop (M1) linksom. Daardoor wordt vastgelopen papier uit de fixeereenheid getransporteerd. Verwijder het papier. 4 Open de papiergeleider (M2). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 5 Sluit de klep (L1) weer. Installeer het uitvoerblad weer. 6 Open aan de linkerkant van het apparaat de middelste klep (L2). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 7 Sluit de klep (L2).
7 Storingen herkennen en verhelpen 9 Zet de transporteenheid weer vast met de ontgrendeling (M3). Sluit de deur weer. Papierinvoerbereik 1 Open aan de rechterkant van het apparaat de deur (R1). 2 Verwijder daar het vastgelopen papier. Sluit de deur (R1) weer. 3 Trek de papierlade, die op dit moment gebruikt wordt, voorzichtig tot de aanslag eruit. Verwijder het kopieerpapier uit de papierlade.
Storingen herkennen en verhelpen 7 4 Waaier het kopieerpapier met de duim los. Plaats het kopieerpapier weer in de papierlade. Sluit de papierlade. 5 Open en sluit de voorklep, om de melding voor vastgelopen papier te resetten.
7 Storingen herkennen en verhelpen Handinvoer 1 Verwijder het papier uit de handinvoer. 2 Open aan de rechterkant van het apparaat de bovenste deur (R1). 3 Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de deur (R1) weer. 4 Waaier het papier uit de handinvoer goed los met de duim. 5 Plaats het weer in de handinvoer.
Storingen herkennen en verhelpen 7 Automatische documentinvoer EDH-3 Verwijder eerst vastgelopen originelen uit het documentinvoergedeelte en vervolgens uit het scangedeelte. Documentinvoergedeelte 1 Verwijder de stapel originelen uit de documentinvoer. 2 Open aan de rechterkant van de documentinvoer de invoerklep (F1). 3 Open de documentgeleider (F2). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 4 Til de documentuitvoer (F3) zover op tot deze hoorbaar vastklikt.
7 Storingen herkennen en verhelpen 5 Til de documentgeleider (F4) op. Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 6 Ontgrendel de documentuitvoer (F3). 7 Klap de documentuitvoer (F3) weer omlaag. Scangedeelte 1 Open de automatische documentinvoer. 2 Open de documentgeleider (F5) rechts onderaan de documentinvoer. 3 Trek het daar vastgelopen originelen voorzichtig eruit.
Storingen herkennen en verhelpen 7 4 Open de documentgeleider (F5) rechts onderaan de documentinvoer. 5 Trek het daar vastgelopen originelen voorzichtig eruit. 6 Sluit de automatische documentinvoer. 7 Sluit aan de rechterkant van de documentinvoer de documentgeleider (F2) en de invoerklep (F1). Door de vastgelopen originelen konden niet alle van de reeds uitgevoerde originelen ook zonder fouten gelezen worden. Op het Touch Screen wordt aangegeven, hoeveel originelen niet gelezen konden worden.
7 Storingen herkennen en verhelpen Duplexeenheid PF-7D/PF-208 1 Open aan de linkerkant van het apparaat de middelste deur (L2) en de onderste deur (L1). 2 Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de deuren (L2) en (L1) weer. 3 Open aan de rechterkant van het apparaat de onderste deur (R2).
Storingen herkennen en verhelpen 7 4 Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de deur (R2) weer. 5 Trek de duplexeenheid voorzichtig tot de aanslag uit. 6 Klap de papiergeleider (D) omhoog. Verwijder daar het vastgelopen papier. 7 Klap de papiergeleider (D) weer omlaag. Schuif de duplexeenheid weer terug. 8 Open en sluit de voorklep, om de melding voor vastgelopen papier te resetten.
7 Storingen herkennen en verhelpen Afwerkingseenheid FN-5 – overzicht Voor de afwerkingseenheid FN-5 wordt afhankelijk van de plaats waar het papier vastgelopen is, een dienovereenkomstige papierstoring aangeduid. Kijk na, om welke papierstoring het gaat. Volg de beschreven stappen om het vastgelopen papier te verwijderen. Afwerkingseenheid FN-5 – papierstoring 1 Meer informatie hierover, zie pagina 7-19. Afwerkingseenheid FN-5 – papierstoring 2 Meer informatie hierover, zie pagina 7-24.
Storingen herkennen en verhelpen 7 Afwerkingseenheid FN-5 – papierstoring 1 VOORZICHTIG Verbrandingsgevaar aan metalen onderdelen in de afwerkingseenheid! Metalen onderdelen in de afwerkingseenheid kunnen heet zijn. § Raak geen metalen onderdelen in de afwerkingseenheid aan. De eerste 8 stappen . . . 1 Grijp in de verzonken handgreep bovenop de afwerkingseenheid. Trek de afwerkingseenheid voorzichtig weg van het kopieerapparaat. 2 Open de klep (H1). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit.
7 Storingen herkennen en verhelpen 3 Open de klep (H2). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 4 Sluit de klep (H2) weer. 5 Open aan de voorkant van de afwerkingseenheid de voorklep. 6 Houd de ontgrendeling van de transporteenheid uitgetrokken en open de transporteenheid. Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 7 Til de klep (FN3) op. Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit.
7 Storingen herkennen en verhelpen 8 Draai de papiertransportknop (FN2) linksom. Daardoor wordt vastgelopen papier uit de eenheid getransporteerd. FN2 . . . de volgende 7 stappen . . . 1 Open de klep (FN4). 2 Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de klep (FN4) weer. 3 Sluit de transporteenheid weer. 4 Draai de beide papiertransportknoppen (FN6) en (FN7) linksom. Daardoor wordt vastgelopen papier uit de eenheid getransporteerd.
7 Storingen herkennen en verhelpen 5 Knijp de ontgrendeling van de klep (FN5) samen. Open de klep (FN5). FN5 6 Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de klep (FN5) weer. FN5 7 Open de klep (FN1). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. FN1 . . . en nog maar enkele stappen tot slot 1 Draai de beide schroeven los en open de klep. Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 2 Sluit de klep weer. Draai de beide schroeven weer vast. 3 Sluit de klep (FN1) weer.
Storingen herkennen en verhelpen 7 4 Sluit de deur weer. 5 Schuif de afwerkingseenheid weer voorzichtig tegen het kopieerapparaat aan.
7 Storingen herkennen en verhelpen Afwerkingseenheid FN-5 – papierstoring 2 VOORZICHTIG Verbrandingsgevaar aan metalen onderdelen in de afwerkingseenheid! Metalen onderdelen in de afwerkingseenheid kunnen heet zijn. § Raak geen metalen onderdelen in de afwerkingseenheid aan. 1 Grijp in de verzonken handgreep bovenop de afwerkingseenheid. Trek de afwerkingseenheid voorzichtig weg van het kopieerapparaat. 2 Open aan de voorkant van de afwerkingseenheid de voorklep.
7 Storingen herkennen en verhelpen 3 Knijp de ontgrendeling van de klep (FN8) samen. Open de klep (FN8). FN8 4 Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de klep (FN8) weer. FN8 5 Draai de beide papiertransportknoppen (FN6) en (FN7) linksom. Daardoor wordt vastgelopen papier uit de eenheid getransporteerd. FN7 FN6 6 Knijp de ontgrendeling van de klep (FN5) samen. Open de klep (FN5).
7 Storingen herkennen en verhelpen 7 Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de klep (FN5) weer. FN5 8 Sluit de deur weer. 9 Schuif de afwerkingseenheid weer voorzichtig tegen het kopieerapparaat aan.
7 Storingen herkennen en verhelpen Afwerkingseenheid FN-5 – papierstoring 3 VOORZICHTIG Verbrandingsgevaar aan metalen onderdelen in de afwerkingseenheid! Metalen onderdelen in de afwerkingseenheid kunnen heet zijn. § Raak geen metalen onderdelen in de afwerkingseenheid aan. 1 Open de bovenste uitvoer (FN9). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. FN9 2 Sluit de bovenste uitvoer (FN9) weer. 3 Open het nietenvak (FN10). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit.
7 Storingen herkennen en verhelpen Afwerkingseenheid FN-5 – papierstoring 4 VOORZICHTIG Verbrandingsgevaar aan metalen onderdelen in de afwerkingseenheid! Metalen onderdelen in de afwerkingseenheid kunnen heet zijn. § Raak geen metalen onderdelen in de afwerkingseenheid aan. De eerste 8 stappen . . . 1 Grijp in de verzonken handgreep bovenop de afwerkingseenheid. Trek de afwerkingseenheid voorzichtig weg van het kopieerapparaat. 2 Open de klep (H1). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit.
7 Storingen herkennen en verhelpen 3 Open de klep (H2). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 4 Sluit de klep (H2) weer. 5 Open aan de voorkant van de afwerkingseenheid de voorklep. 6 Houd de ontgrendeling van de transporteenheid uitgetrokken en open de transporteenheid. Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 7 Til de klep (FN3) op. Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit.
7 Storingen herkennen en verhelpen 8 Draai de papiertransportknop (FN2) linksom. Daardoor wordt vastgelopen papier uit de eenheid getransporteerd. FN2 . . . de volgende 8 stappen . . . 1 Open de klep (FN4). 2 Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de klep (FN4) weer. 3 Sluit de transporteenheid weer. 4 Draai de beide papiertransportknoppen (FN6) en (FN7) linksom. Daardoor wordt vastgelopen papier uit de eenheid getransporteerd.
7 Storingen herkennen en verhelpen 5 Knijp de ontgrendeling van de klep (FN5) samen. Open de klep (FN5). FN5 6 Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de klep (FN5) weer. FN5 7 Draai de papiertransportknoppen (FN2) en (PF1) tegelijkertijd vijf keer linksom. Daardoor wordt vastgelopen papier uit de eenheid getransporteerd. FN2 PF1 8 Controleer of nog vastgelopen papier in de afwerkingseenheid te zien is.
7 Storingen herkennen en verhelpen . . . en nog eens 8 stappen . . . 1 Open de klep (FN4). 2 Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de klep (FN4) weer. 3 Sluit de transporteenheid weer. 4 Draai de beide papiertransportknoppen (FN6) en (FN7) linksom. Daardoor wordt vastgelopen papier uit de eenheid getransporteerd.
7 Storingen herkennen en verhelpen 5 Knijp de ontgrendeling van de klep (FN5) samen. Open de klep (FN5). FN5 6 Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de klep (FN5) weer. FN5 7 Trek de papiervouweenheid (PF2) eruit. PF2 8 Open de klep (PF3). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit.
7 Storingen herkennen en verhelpen . . . en nog maar enkele stappen tot slot 1 Til de klep (PF4) op. PF4 2 Draai de papiertransportknop linksom (PF1). Daardoor wordt vastgelopen papier uit de eenheid getransporteerd. Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Laat de klep (PF4) weer zakken. PF4 PF1 3 Open de klep (PF5). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. PF5 4 Open de klep (PF6). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit.
7 Storingen herkennen en verhelpen 5 Schuif de papiervouweenheid (PF2) weer voorzichtig terug. PF2 6 Sluit de deur weer. 7 Schuif de afwerkingseenheid weer voorzichtig tegen het kopieerapparaat aan.
7 Storingen herkennen en verhelpen Afwerkingseenheid FN-105 VOORZICHTIG Verbrandingsgevaar aan metalen onderdelen in de afwerkingseenheid! Metalen onderdelen in de afwerkingseenheid kunnen heet zijn. § Raak geen metalen onderdelen in de afwerkingseenheid aan. Verwijder eerst het vastgelopen papier uit het niet-gedeelte en vervolgens uit het papiertransportgedeelte van de afwerkingseenheid. Niet-gedeelte 1 Grijp in de verzonken handgreep bovenop de afwerkingseenheid.
Storingen herkennen en verhelpen 7 3 Open aan de rechterkant van het apparaat de deur (FN7). 4 Open aan de rechterkant van het apparaat de papiergeleider (FN8). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 5 Sluit de deur (FN7) aan de rechterkant van de afwerkingseenheid. Papiertransportgedeelte 1 Open aan de voorkant van de afwerkingseenheid de voorklep (FN4). 2 Draai tegelijkertijd de beide papiertransportknoppen (FN5) naar rechts.
7 Storingen herkennen en verhelpen 4 Open rechtsboven op de afwerkingseenheid de klep (FN1). 5 Klap de papiergeleider in de klep (FN2) weg. Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 6 Open de tweede papiergeleider (FN3) in de klep. Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de papiergeleider (FN3) weer. 7 Sluit de klep (FN1) weer. 8 Open aan de linkerkant van het apparaat de klep (FN6). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit.
Storingen herkennen en verhelpen 7 Afwerkingseenheid FN-106 VOORZICHTIG Verbrandingsgevaar aan metalen onderdelen in de afwerkingseenheid! Metalen onderdelen in de afwerkingseenheid kunnen heet zijn. § Raak geen metalen onderdelen in de afwerkingseenheid aan. Verwijder eerst het vastgelopen papier uit het niet-gedeelte en vervolgens uit het papiertransportgedeelte van de afwerkingseenheid. Niet-gedeelte 1 Grijp in de verzonken handgreep bovenop de afwerkingseenheid.
7 Storingen herkennen en verhelpen 3 Open aan de rechterkant van het apparaat de papiergeleider (FN7). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Papiertransportgedeelte 1 Open aan de voorkant van de afwerkingseenheid de voorklep (FN4). 2 Draai tegelijkertijd de beide papiertransportknoppen (FN5) rechtsom. Daardoor wordt vastgelopen papier uit de nieteenheid getransporteerd. 3 Sluit de voorklep van de afwerkingseenheid (FN4) weer. 4 Open rechtsboven op de afwerkingseenheid de klep (FN1).
Storingen herkennen en verhelpen 7 5 Klap de papiergeleider in de klep (FN2) weg. Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 6 Open de tweede papiergeleider (FN3) in de klep. Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de papiergeleider (FN3) weer. 7 Sluit de klep (FN1) weer. 8 Open aan de linkerkant van het apparaat de klep (FN6). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 9 Schuif de afwerkingseenheid weer voorzichtig tegen het kopieerapparaat aan.
7 Storingen herkennen en verhelpen Afwerkingseenheid met printuitvoer FN-503 VOORZICHTIG Verbrandingsgevaar aan metalen onderdelen in de afwerkingseenheid! Metalen onderdelen in de afwerkingseenheid kunnen heet zijn. § Raak geen metalen onderdelen in de afwerkingseenheid aan. 1 Grijp in de verzonken handgreep bovenop de afwerkingseenheid. Trek de afwerkingseenheid voorzichtig weg van het kopieerapparaat. 2 Open de klep om vastgelopen papier te verwijderen (FN2).
Storingen herkennen en verhelpen 7 3 Open de klep (FN3). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de kleppen (FN3) en (FN2) weer. 4 Til de klep voor de bovenste uitvoer (FN1) op. Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de klep (FN1) weer. 5 Open aan de rechterkant van het apparaat de klep (FN4).
7 Storingen herkennen en verhelpen 6 Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 7 Open de klep (FN5). Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. 8 Sluit de klep (FN4) weer. 9 Schuif de afwerkingseenheid weer voorzichtig tegen het kopieerapparaat aan.
Storingen herkennen en verhelpen 7 Papierinvoereenheid PF-208 1 Open aan de rechterkant van het apparaat de onderste deur (R2). 2 Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de deur (R2) weer. 3 Trek de papierlade voorzichtig tot de aanslag uit.
7 Storingen herkennen en verhelpen 4 Waaier het kopieerpapier met de duim los. Leg het papier er opnieuw in. Sluit de papierlade. 5 Open en sluit de voorklep, om de melding voor vastgelopen papier te resetten.
Storingen herkennen en verhelpen 7 Papierinvoereenheid PF-115 1 Open aan de rechterkant van het apparaat de onderste deur (R2). 2 Trek het daar vastgelopen papier voorzichtig eruit. Sluit de deur (R2) weer. 3 Druk op de papierliftknop van de papierlade. De papierlade zakt. 4 Trek de papierlade voorzichtig tot de aanslag uit.
7 Storingen herkennen en verhelpen 5 Verwijder het kopieerpapier uit de papierlade. 6 Waaier het kopieerpapier met de duim los. Leg het papier er opnieuw in. Sluit de papierlade. De papierplaat wordt automatisch weer omhoog gebracht. 7 Open en sluit de voorklep, om de melding voor vastgelopen papier te resetten.
Storingen herkennen en verhelpen 7 Groot-volume cassette C-306/C-306L 1 Druk op de toets voor het laten zakken van de papierplaat. De papierlade zakt. 2 Houd de ontgrendeling van de deur ingedrukt. Open de voorklep. 3 Trek voorzichtig het in het invoergedeelte vastgelopen papier eruit. 4 Sluit de voorklep. 5 Houd de ontgrendeling boven op de groot-volume cassette ingedrukt. Trek de groot-volume cassette voorzichtig van het kopieerapparaat weg.
7 Storingen herkennen en verhelpen 6 Trek het daar de achterkant van de groot-volume cassette vastgelopen papier voorzichtig eruit. 7 Schuif de groot-volume cassette weer tegen het kopieerapparaat aan.
7 Storingen herkennen en verhelpen 7.
7 Storingen herkennen en verhelpen Afwerkingseenheid FN-5 De afwerkingseenheid FN-5 heeft één nieteenheid. 1 Grijp in de verzonken handgreep bovenop de afwerkingseenheid. Trek de afwerkingseenheid voorzichtig weg van het kopieerapparaat. 2 Open de voorklep van de afwerkingseenheid. 3 Trek de nieteenheid voorzichtig eruit. 4 Druk op de ontgrendelingsknop voor de nietjescartridge. Verwijder de nietjescartridge uit de houder.
Storingen herkennen en verhelpen 7 5 Trek ca. 3 cm van de nietjesstrip uit de nietjescartridge en breek deze af. Zorg ervoor, dat de nietjesstrip niet meer uitsteekt (zie afbeelding rechts). 6 Plaats de nietjescartridge weer in de houder. De nietjescartridge klikt vast in de houder. Daarbij is een klikgeluid te horen. 7 Schuif de nieteenheid weer voorzichtig terug. Sluit de voorklep van de afwerkingseenheid. 8 Schuif de afwerkingseenheid weer voorzichtig tegen het kopieerapparaat aan.
7 Storingen herkennen en verhelpen Afwerkingseenheid FN-105 De afwerkingseenheid FN-105 heeft twee nieteenheden. 1 Grijp in de verzonken handgreep bovenop de afwerkingseenheid. Trek de afwerkingseenheid voorzichtig weg van het kopieerapparaat. 2 Open aan de rechterkant van de afwerkingseenheid de deur (FN7). 3 Draai het groene wieltje naar links. Daardoor worden de nieteenheden in de middenpositie geplaatst. 4 Trek de beide nieteenheden voorzichtig uit de houders.
Storingen herkennen en verhelpen 7 5 Til de nietjesgeleider op. Trek een plaatje met nietjes eruit. 6 Klap de nietjesgeleider weer omlaag. 7 Voer de stappen 5 en 6 ook uit bij de tweede nieteenheid. 8 Plaats de nieteenheden weer in de houders. De nieteenheden klikken vast in de houders. Daarbij is een klikgeluid te horen. 9 Sluit de deur (FN7) aan de rechterkant van de afwerkingseenheid. Schuif de afwerkingseenheid weer voorzichtig tegen het kopieerapparaat aan.
7 Storingen herkennen en verhelpen Afwerkingseenheid FN-106 De afwerkingseenheid FN-106 heeft één nieteenheid. 1 Grijp in de verzonken handgreep bovenop de afwerkingseenheid. Trek de afwerkingseenheid voorzichtig weg van het kopieerapparaat. 2 Draai aan de rechterkant van de afwerkingseenheid het groene wieltje naar links. Daardoor wordt de nieteenheid in de middenpositie geplaatst. 3 Trek de nieteenheid voorzichtig uit de houder. 4 Til de nietjesgeleider op. Trek een plaatje met nietjes eruit.
Storingen herkennen en verhelpen 7 5 Klap de nietjesgeleider van de nieteenheid weer omlaag. 6 Plaats de nieteenheid weer in de houder. De nieteenheden klikken vast in de houders. Daarbij is een klikgeluid te horen. 7 Schuif de afwerkingseenheid weer voorzichtig tegen het kopieerapparaat aan.
7 Storingen herkennen en verhelpen Afwerkingseenheid met printuitvoer FN-503 De afwerkingseenheid met printuitvoer heeft een nieteenheid. 1 Open de klep van de bovenste uitvoer (FN1). 2 Verwijder daar achtergebleven kopieerpapier. Sluit de klep (FN1) weer. 3 Houd de knop ingedrukt. Draai deze daarbij tegelijkertijd tegen de wijzers van de klok in, om de klep van de nieteenheid te openen. 4 Trek de nieteenheid uit de schacht.
Storingen herkennen en verhelpen 7 5 Druk de groene hendel omlaag. Neem de nietjescartridge eruit. 6 Til de nietjesgeleider op. Trek een plaatje met nietjes eruit. Klap de nietjesgeleider weer omlaag. 7 Plaats de nietjescartridge weer in de nieteenheid. De nieteenheden klikken vast in de houders. Daarbij is een klikgeluid te horen. 8 Lijn de pijlmarkeringen op de nieteenheid en op de afwerkingseenheid op elkaar uit. Plaats de nieteenheid weer in de schacht.
7 Storingen herkennen en verhelpen 9 Houd de knop ingedrukt. Draai deze daarbij tegelijkertijd rechtsom, om de klep van de nieteenheid weer te sluiten. Het kopieerapparaat voert ca. 10 niet-testen uit, zonder nietjes te zetten. Tegelijkertijd wordt de stapel papier uitgelijndop de noodzakelijke nietpositie.
7 Storingen herkennen en verhelpen 7.7 Deze functies kunt u niet met elkaar combineren! Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 7 in de uitgebreide handleiding op de CD-R.
7 7-62 Storingen herkennen en verhelpen Di470
8 Bijlage 8 Bijlage 8.1 Onderhoud WAARSCHUWING Gevaar van een elektrische schok Het kopieerapparaat is uitgerust met delen die onder hoogspanning staan. Een ondeskundig gebruik van het kopieerapparaat kan een elektrische schok tot gevolg hebben. § Schakel het kopieerapparaat met de hoofdschakelaar uit, voordat u het apparaat reinigt. Onderdelen reinigen Reinig het kopieerapparaat zoals hieronder beschreven. 1 Buitenzijde met een zachte, in mild reinigingsmiddel gedrenkte doek reinigen.
8 Bijlage 3 Bedieningspaneel en Touch Screen met een zachte, droge doek reinigen. 4 Glasplaat met een zachte, droge doek reinigen. Glasplaat 5 Voorklep met een zachte, droge doek reinigen.
8 Bijlage Automatische documentinvoer reinigen 1 Klap de automatische documentinvoer open. 2 Reinig de afdekmat met een zachte, in een mild reinigingsmiddel gedrenkte doek. 3 Reinig de oppervlakken van de papiergeleiders en de polyester bekleding met een zachte, droge doek.
8 Bijlage Coronadraden reinigen Reinig de coronadraden, wanneer uw kopieën herhaaldelijk strepen in lengterichting vertonen. 1 Trek de bovenste reinigingshendel voorzichtig tot de aanslag eruit. 2 Schuif de reinigingshendel weer helemaal terug. 3 Trek de onderste reinigingshendel voorzichtig tot de aanslag eruit. 4 Schuif de reinigingshendel weer helemaal terug. 5 Herhaal de gehele reinigings-procedure twee tot drie keer. 8.
8 Bijlage 8.3 Technische gegevens Kopieerapparaat Di470 Technische gegevens Di470 Apparaattype Staand kopieerapparaat/printer Glasplaat Vast Fotodrum Organische drum Kopieersysteem Elektrostatisch kopieerprocedé op normaal papier Ontwikkelingssysteem Micro-Toning Systeem Fixering Door middel van hitte en druk Resolutie 600 dpi Soorten originelen Losse vellen, boeken en andere 3-dimensionele voorwerpen Max. formaat originelen: A3 L Max.
8 Bijlage Technische gegevens 8-6 Zoomfactoren (metrisch) • Vast ingestelde factoren • Normale kopie: × 1,000 ±0,005 • Verkleiningsfactoren: × 0,500, × 0,707, × 0,816, × 0,930 • Vergrotingsfactoren: × 1,154, × 1,414, × 2,000 • Zoomfactoren: van × 0,250 tot × 4,000 in × 0,001-stappen Multikopieën Tot 999 kopieën (achteruit tellend) Belichting • Automatische belichting • Handmatige belichting • Tekstfunctie, fotofunctie, tekst-/fotofunctie Beeldverlies Bij enkelzijdige kopie, reprofactor × 1,000 •
8 Bijlage Papierinvoereenheid PF-208 Technische gegevens Papiersoorten Normaal papier, kringlooppapier (60g/m 2 t/m 90 g/m2) Papierformaten • Duplexeenheid • 3e papierlade • 4e papierlade A3 L t/m A5 L A3 L t/m A5 L A3 L t/m A4 L Opnamecapaciteit • 3e papierlade • 4e papierlade 500 vel (80 g/m2) 500 vel (80 g/m2) Voeding Van het kopieerapparaat Afmetingen • Breedte: • Diepte: • Hoogte: Gewicht 45,5 kg 664 mm 730 mm 388 mm Papierinvoereenheid PF-115 Technische gegevens Papiersoorten Normaal
8 Bijlage Automatische documentinvoer EDH-3 Technische gegevens 8-8 Documenteninvoer • Standaard: 1-zijdige originelen, 2-zijdige originelen • Meerdere formatendetectie: 1-zijdige originelen, 2-zijdige originelen • Handinvoer: 1-zijdige originelen Soorten originelen Normaal papier • 1-zijdige originelen • 2-zijdige originelen • Meerdere formatendetectie • Handinvoer Formaat origineel • • • • 1-zijdige originelen 2-zijdige originelen Meerdere formatendetectie Handinvoer Opnamecapaciteit Tot 100 ve
8 Bijlage Afwerkingseenheid FN-5 Technische gegevens Uitvoervakken Bovenste uitvoer, onderste uitvoer Wijze van uitvoer Niet sorteren, Sorteren, Groeperen, Nieten, Perforeren en Vouwen Papiersoorten Niet sorteren, sorteren, groeperen • Normaal papier (60g/m 2 t/m 90 g/m2) • Kringlooppapier • Speciaal papier: Karton (91 g/m2 tot 160 g/m2) Transparant papier OHP-folie Nieten, Perforeren en Vouwen • Normaal papier (60g/m 2 t/m 80 g/m2) • Kringlooppapier Opnamecapaciteit • Normaal papier (80g/m 2) Perf
8 Bijlage Afwerkingseenheid FN-105 Technische gegevens 8-10 Uitvoervakken Bovenste uitvoer, onderste uitvoer Wijze van uitvoer Niet sorteren, sorteren, groeperen, nieten, perforeren Papiersoorten Bovenste uitvoer (niet sorteren) • Normaal papier (6 0g/m2 t/m 90 g/m2) • Kringlooppapier • Speciaal papier: Karton (91 g/m2 tot 160 g/m2) Transparant papier OHP-folie Bovenste uitvoer (perforeren) • Normaal papier (6 0g/m2 t/m 90 g/m2) • Kringlooppapier Onderste uitvoer (sorteren, groeperen) • Normaal papi
8 Bijlage Afwerkingseenheid FN-106 Technische gegevens Di470 Uitvoervakken Bovenste uitvoer, onderste uitvoer Wijze van uitvoer Niet sorteren, sorteren, groeperen, nieten Papiersoorten Bovenste uitvoer (niet sorteren) • Normaal papier (60g/m 2 t/m 90 g/m2) • Kringlooppapier • Speciaal papier: Karton (91 g/m2 tot 160 g/m2) Transparant papier OHP-folie Onderste uitvoer (sorteren, groeperen) • Normaal papier (60g/m 2 t/m 160 g/m2) • Kringlooppapier Onderste uitvoer (nieten) • Normaal papier (60g/m 2 t/
8 Bijlage Afwerkingseenheid met printuitvoer FN-503 Technische gegevens 8-12 Uitvoervakken Bovenste uitvoer, onderste uitvoer, printuitvoer ( 5vakken) Wijze van uitvoer Niet sorteren, sorteren, groeperen, nieten, perforeren Papiersoorten Bovenste uitvoer (niet sorteren) • Normaal papier (6 0g/m2 t/m 90 g/m2) • Kringlooppapier • Speciaal papier: Karton (91 g/m2 tot 160 g/m2), transparent papier, OHP-folie Bovenste uitvoer (perforeren) • Normaal papier (6 0g/m2 t/m 90 g/m2) • Kringlooppapier Onderste
8 Bijlage Technische gegevens Voeding Van het kopieerapparaat Stroomverbruik 63 W of minder Afmetingen • Breedte: • Diepte: • Hoogte: Gewicht 48,5 kg Toebehoren 1 nietjescartridges met 5.000 nietjes/cartridge 682 mm 620 mm 984 mm Groot-volume cassette C-306 Technische gegevens Papiersoorten Normaal papier, kringlooppapier (60g/m 2 t/m 90 g/m2) Papierformaten A4 C, Letter C Opnamecapaciteit 3.
8 8.4 Bijlage Papierformaattabellen Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 8 in de uitgebreide handleiding op de CD-R. 8.5 Zoomfactortabellen Raadpleeg voor meer informatie hierover hoofdstuk 8 in de uitgebreide handleiding op de CD-R. 8.6 CE-keurmerk (conformiteitsverklaring) Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen 89/336/EEG, 73/23/EEG en 93/68/EEG. Deze verklaring geldt enkel binnen de Europese Unie.
8 Bijlage 8.7 Keurtekens op het typeplaatje Op het typeplaatje van het kopieerapparaat zijn keurtekens aangebracht. De keurtekens hebben de volgende betekenis: 6 Di470 220-240 1560-1700 50-60 7,1 1 5 4 N87/Z132 3 Di470 MINOLTA CO.,LTD 2 MADE IN CHINA Nr. Benaming Betekenis 1 EMC Het certificeringsinstituut bevestigt dat alle geldende, wettelijk voorgeschreven Europese EMC-normen voor dit toestel nageleefd werden.
8 8.8 8-16 Bijlage Lijst van de gebruikte afkortingen ADF Automatic Document Feeder – Automatische documentinvoer (zie ook EDH) Auto. Automatische C Breedterichting, b. v. A4 C ca. Circa EDH Electronic Document Hander – Enkelvoudige documentinvoer (zie ook ADF) EMC Elektromagnetische compatibiliteit FLS Foolscap GS Geprüfte Sicherheit [gekeurde veiligheid] Hand. Handmatig L Staand, b.v.
8 Bijlage 8.9 Index 2-posities nieten ................................................................................4-14 A Aansluiten, kopieerapparaat ..............................................................2-27 Aantal kopieën .....................................................................................3-4 Afbeelding verschuiven, originelen ....................................................4-20 Afkortingen ................................................................................
8 Bijlage C CE-keurmerk ..................................................................................... 8-14 Combineren, functies .................................................................5-1, 7-61 Conformiteitsverklaring ..................................................................... 8-14 Controleren, instellingen ..................................................................... 3-3 Coronadraden .....................................................................................
8 Bijlage H Handinvoer ................................................................................ 2-42, 3-8 Papierformaat ................................................................................4-6 Papiersoort .....................................................................................4-4 Handmatig nieten ..............................................................................4-14 Harde schijf ....................................................................................
8 Bijlage M Meerdere-formaten-detectie ............................................................... 3-8 Meldingen, touch screen ..................................................................... 7-3 Milieubescherming .............................................................................. 1-2 N Niet sorteren ..................................................................................... 4-11 Nieten .........................................................................................
8 Bijlage P Papier ..................................................................................................4-1 Papier bijvullen ..................................................................................2-35 Papierformaat ....................................................................................8-14 Papierformaat voor handinvoer ...........................................................4-6 Papierinvoereenheid ................................................................
8 Bijlage Starten kopieergang, automatisch .................................................... 3-12 Starten, kopiëren ................................................................................. 3-4 Stoppen, kopiëren ............................................................................... 3-5 Storingen ......................................................................................7-1, 7-6 Storingen herkennen en verhelpen ......................................
8 Bijlage W Wachtwoord .........................................................................................3-3 Z Zoom ...................................................................................................4-1 Zoomfactortabellen ............................................................................8-14 Z-vouwen ...........................................................................................
8 8-24 Bijlage Di470