Operation Manual
Verbruiksmaterialen vervangen 7-5
Een tonercartridge vervangen
Opmerking
Zorg ervoor dat u bij het vervangen van een tonercartridge geen toner
morst. Als u toner morst, veeg het dan direct op met een zachte, droge
doek.
Als
MACHINE SETTING/TONER OUT STOP in het menu UTILITY is
ingesteld opON of ON(FAX), verschijnt wanneer de tonercartridge bijna leeg
is de melding TONER OUT/CHANGE X TONER (waarbij "X" de kleur van
de toner aangeeft). Volg de onderstaande stappen bij het vervangen van de
tonercartridge.
Indien MACHINE SETTING/TONER OUT STOP in het
hulpprogramma ingesteld is op
OFF, kan het afdrukken doorgaan,
zelfs nadat het bericht "Toner Out X" is verschenen. De
afdrukkwaliteit kan echter niet worden gegarandeerd. Als het
afdrukken doorgaat en de toner leeg raakt, verschijnt het bericht
"
TONER LIFE END/CHANGE X TONER" en wordt het afdrukken
gestopt. Zie “Menu MACHINE SETTING” op pagina 2-22 voor details
over de instelling.
1 Controleer het berichtenvenster om te zien welke kleurentonercartridge u
moet vervangen.
Als het apparaat detecteert dat er een tonercartridge leeg is
(
TONER OUT of TONER LIFE END verschijnt), wordt de lege
tonercartridge automatisch verplaatst, zodat hij kan worden
vervangen.
Als u de tonercartridge wilt wijzigen, moet u een van de hieronder
beschreven bewerkingen uitvoeren om de printer te schakelen naar de
REPLACE MODE.
2 Druk in het hoofdscherm op de toets * om het scherm PRINTER MODE
op te roepen.
3 Druk op de toets , om T/C CHANGE te selecteren en druk dan op de
toets Select.
4 Druk op de toets Select om REPLACE MODE te selecteren.
5 Duk op de toets + of , om de kleur van de te vervangen toner te
selecteren en druk dan op de toets Select.
De tonercartridges roteren binnenin het apparaat om de tonercartridge
van de geselecteerde kleur naar een positie te draaien waar hij
vervangen kan worden.
Om REPLACE MODE te verlaten, drukt u op de toets Stop/Reset.