Operation Manual
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 9-41
Als het probleem niet kan worden opgelost, zelfs niet na alle hierboven
aangegeven stappen, meld u de storing aan de servicedienst.
De juiste gegevens van de aanspreekpartners vindt u op de bijlage "U hebt
ondersteuning nodig?" (Need Assistance sheet).
Kleuren wor-
den geheel
verkeerd
gedrukt.
Eén of meer tonercar-
tridges is mogelijker-
wijze beschadigd.
Haal de tonercartridges eruit en con-
troleer of de toner gelijkmatig op de rol-
len van de afzonderlijke cartridges is
verdeeld. Plaats daarna de cartridges
weer op de juiste manier terug.
Verkeerde
kleurafstem-
ming, de
kleuren
lopen door
elkaar of zijn
op elke
pagina ver-
schillend.
De scaneenheid of de
voorklep werd
geopend tijdens kali-
bratie.
Stel
MACHINE SETTING/CALI-
BRATION
in het menu UTILITY in
op
ON, en voer dan de AIDC-kleurkali-
bratie uit. Voor details leest u “Menu
MACHINE SETTING” op pagina 2-22.
Gradaties worden
niet correct bijge-
steld.
De beeldcartridge is
niet goed geïnstal-
leerd.
Verwijder de beeldcartridge en contro-
leer of er schade is. Vervang hem als
hij beschadigd is.
Eén of meer tonercar-
tridges is mogelijker-
wijze beschadigd.
Verwijder de tonercartridges en contro-
leer ze op beschadigingen. Vervang ze
als ze beschadigd zijn.
De media zijn voch-
tig.
Haal de vochtige media eruit en ver-
vang ze door nieuw, droog materiaal.
Slechte
kleurweer-
gave of wei-
nig kleur-
dichtheid.
De beeldcartridge
kan defect zijn.
Verwijder de beeldcartridge en contro-
leer of er schade is. Vervang hem als
hij beschadigd is.
Symptoom Oorzaak Oplossing