Operation Manual
Afdrukmedia3-6
Enveloppen
Bedruk uitsluitend de voorzijde (adreszijde). Sommige delen van de envelop
bestaan uit drie lagen papier: de voorzijde, de achterzijde en de klep. Alles
dat u in dit drielaags gedeelte drukt, kan verloren gaan of vaag worden.
U kunt continu afdrukken met enveloppen. Dat kan echter invloed hebben op
de toevoer van de media, afhankelijk van de mediakwaliteit en afdrukomge-
ving. Als er problemen optreden, stop dan het continue afdrukken, en druk
één envelop per keer af.
Gebruik enveloppen die:
Envelop C6, envelop DL of B5 (ISO) (Andere envelopformaten worden
niet ondersteund.);
normaliter gebruikt worden en goedgekeurd zijn voor de laserprinter, met
diagonale naden, scherpe vouwen en scherpe kanten, en ook
standaardmatige gegomde sluitingen;
Omdat de enveloppen door verwarmde rollers gaan, kan de klep
van de envelop, die voorzien is van lijm, de envelop voortijdig
sluiten. Door enveloppen met lijm op emulsiebasis te gebruiken,
voorkomt u dit probleem.
goedgekeurd zijn voor laserprinters;
droog zijn.
Gebruik NOOIT enveloppen met:
zelfklevende kleppen;
kleefbanden, metalen haken, papierklemmen, een koordje of een
aftrekbare strook over de lijmlaag;
vensters;
een ruw oppervlak;
materiaal dat gedurende het afdrukproces smelt, verdampt, kromtrekt,
verkleurt of gevaarlijke dampen verspreidt;
reeds gesloten kleppen.
Capaciteit Lade 1 Maximaal 10 vel, afhankelijk van de dikte.
Lade 2 Niet ondersteund
Afdrukstand Te bedrukken kant naar boven
Mediatype voor
stuurprogramma
Envelope
Duplex
afdrukken
Niet ondersteund