Operation Manual
21
> In het display verschijnt
MELODIE met een nummer.
U hoort de melodie.
6 Blader met of naar de gewenste melodie.
U kunt kiezen uit 3 melodieën.
7 Druk op .
> De melodie is ingesteld.
8 Blader met of naar het gewenste volume.
U kunt kiezen uit:
UIT, STIL, MEDIUM of LUID.
9 Druk op .
> U hoort een toonsignaal. Het volume is ingesteld.
10 Druk op om terug te keren naar de ruststand.
4.3 Handset uit- en inschakelen
Handset uitschakelen
Als u de batterijen wilt sparen, kunt u de handset uitschakelen.
De handset staat dan in de slaapstand. Als u gebeld wordt, gaat
alleen het basisstation over.
1 Houd
/ 2 seconden ingedrukt.
> U hoort een toonsignaal. Alle tekens en symbolen verdwijnen
uit het display. De handset is uitgeschakeld.
Hanset inschakelen
U kunt de handset inschakelen door de handset op het basis-
station te plaatsen of door op een willekeurige toets van de
handset te drukken.
4.4 Toetsbeveiliging in- en uitschakelen
Als u de handset bij u draagt in uw broekzak, is het handig de
toetsbeveiliging in te schakelen. Zo voorkomt u dat per ongeluk
toetsen worden ingedrukt. Als de toetsbeveiliging is inge-
schakeld, kunt u inkomende gesprekken gewoon beantwoorden.
Als u zelf wilt bellen, moet u deze functie eerst uitschakelen.
Toetsbeveiliging inschakelen
1 Druk op .
2 Houd de toets
? ingedrukt, totdat in het display TOETSSLOT
verschijnt.
> U hoort een toonsignaal. De toetsbeveiliging is ingeschakeld.
Als er een willekeurige toets wordt ingedrukt, verschijnt
DRUK> in het display.
OK
OK