Operation Manual
2.3
Makkelijk te bedienen
Gebruik van het numerieke toetsenbord
Voor het uitvoeren van de diverse taken zult u regelmatig nummers en
namen in moeten geven. Wanneer u de Telefax 380 in gebruik neemt,
geeft u bijvoorbeeld uw naam of bedrijfsnaam en telefoonnummer in.
Ook bij het toekennen van naam- en verkort-kiesnummers moet u
telefoonnummers en namen ingeven.
Wanneer u een naam in moet geven, verschijnt in het display de
volgende melding:
Hierna wordt beschreven hoe u met het numerieke toetsenbord letters,
speciale tekens en spaties kunt invoeren.
Letters intoetsen
Met behulp van de 0 toets kunt u ook speciale tekens (spaties, plus teken,
enz.) in de naam intoetsen. Zie: `DE TEKENS VAN DE CIJFERTOETSEN’
op pagina 2.4.
1. Kijk op welke toets de door u gewenste letter staat. Druk de toets
herhaaldelijk in totdat de gewenste letter in het display verschijnt.
Wanneer u bijvoorbeeld een O in wilt toetsen, drukt u op de 6 (op deze
toets staat MNO). Iedere keer dat u op de 6 drukt, verschijnt in het dis-
play een andere letter: eerst de M, dan de N, dan de O en als laatste de
6.
De letter wordt als volgt in het display getoond:
NAAM:
NAAM:O
ABC DEF
JKLGHI
MNO
TUV
Symbolen
PQRS WXYZ
Test
Verkort kiezen
4
56
7
8
9
0
1
2
3