Operation Manual

3.5
Dagelijks gebruik
6. Geef het volgende faxnummer in. Dit kunt u doen met de
cijfertoetsen, via een naamtoets of door op Verkort kiezen te drukken
en een verkort-kiesnummer van twee cijfers in te toetsen. U kunt
hierbij niet gebruik maken van Groepen kiezen.
Druk op Start wanneer het juiste nummer in het display verschijnt.
Of
Om naar één locatie te verzenden of wanneer u het laatste nummer
hebt ingetoetst drukt u op Start.
7. Het document wordt voor verzending gescand en in het geheugen
opgeslagen.In het display kunt u de geheugencapaciteit zien en het
aantal pagina’s dat in het geheugen is opgeslagen. Vervolgens gaat de
Telefax 380 verzenden in de volgorde waarin u de nummers heeft
ingegeven.
NB: Als tijdens het inscannen het geheugen vol raakt, verschijnen in het
display de volgende meldingen:
Druk op
of
om de gewenste optie te kiezen. Selecteert u ANNUL, dan
wordt de verzendopdracht afgebroken. Wanneer u KLAAR selecteert, zal de fax
alleen die pagina’s verzenden die al ingescand zijn.
Wanneer een bepaald nummer in gesprek is, of wanneer de verbinding wordt
verbroken, zal de Telefax 380 het faxbericht eerst naar alle andere faxnummers
verzenden, en het vervolgens opnieuw proberen te verzenden naar het nummer
dat in gesprek was of een storing gaf. Als de fax klaar is met verzenden, wordt
een journaal afgedrukt.
Bevestiging verzending
Als de laatste pagina van het faxbericht succesvol verzonden is, geeft de
Telefax 380 een signaal en gaat terug naar de standby stand.
Als er tijdens het verzenden van het faxbericht iets fout is gegaan,
verschijnt er een foutmelding in het display. Op pagina 5.14 vindt u een
overzicht met deze meldingen en de betekenis ervan.
Bij een foutmelding drukt u op Stop en probeert u het nog een keer.
U kunt de Telefax 380 zo instellen dat deze automatisch na iedere
verzending een journaal afdrukt. Zie ‘ZENDJOURNAAL’ op pagina 2.9.
OPDR
ANNUL
KLAAR
GEHEUGEN VOL