Operation Manual

3.15
Dagelijks gebruik
9. Geef de gewenste naam in voor de groep.
Of
Sla deze stap over wanneer u geen naam wilt toekennen.
10. Als u alle nummers hebt vastgelegd, drukt u op Stop.
NB: U kunt een groep niet opnemen in een andere groep.
Groepen wijzigen
U kunt nummers die zijn opgeslagen onder een naamtoets of verkort-
kiesnummers die u in aan een groep heeft toegekend als volgt wijzigen.
1. Druk op Instellingen op het bedieningspaneel
In het display verschijnt het eerste menu-item: FAXNUMMER/NAAM.
2. Druk op
of
tot ‘GROEP PROGRAMM.’wordt getoond en druk
op Start.
3. Druk op de naamtoets of het verkort-kiesnummer dat voor de groep
wordt gebruikt die u wilt wijzigen.
4. Druk op
of
om de gewenste optie te kiezen en druk op Start.
Kies
KC TOEVOEGEN om een nummer toe te voegen en voeg de
nieuwe nummers toe. Wanneer u daarmee klaar bent, drukt u op Stop.
U kunt het nummer van een groep niet opnemen in een andere groep.
Kies
KC VERWIJDEREN om een nummer te verwijderen. Wanneer
het nummer dat u wilt verwijderen in het display wordt getoond,
drukt u op Start.
5. Wanneer u de gewenste wijzigingen hebt doorgevoerd, drukt u op
Stop.
Faxbericht verzenden aan een groep
(verzenden aan een reeks bestemmingen)
U kunt de groepsnummers gebruiken voor verzenden vanuit het
geheugen en voor uitgesteld verzenden.
Volg de procedure voor de gewenste functie (voorbereid kiezen en een
bericht naar meer bestemmingen verzenden
-
pagina 3.4, Een faxbericht
uitgesteld verzenden
-
pagina 3.24). Wanneer u bij de stap komt waarin
via het display om het nummer van de te bellen fax wordt gevraagd,
drukt u op de verkort-kiestoets waaronder u de nummers van de betref-
fende groep hebt opgeslagen. U kunt maar één groepsnummer per bew-
erking gebruiken. Vervolgens gaat u verder en voltooit u de procedure.
De Telefax 380 scant automatisch het document dat zich in de docu-
mentinvoer bevindt en slaat het op in het geheugen, waarna ieder num-
mer uit de groep wordt gebeld.