Operation Manual
3.25
Dagelijks gebruik
6. Geef het volgende faxnummer in. Dit kunt u doen met de
cijfertoetsen, via een naamtoets of door op Verkort kiezen te drukken
en een verkort-kiesnummer van twee cijfers in te toetsen. U kunt
hierbij niet gebruik maken van Groepen kiezen.
Druk op Start wanneer het juiste nummer in het display verschijnt.
Of
Om naar één locatie te verzenden of wanneer u het laatste nummer
hebt ingetoetst drukt u op Start.
7. In het display wordt u gevraagd om een naam in te toetsen.
Als u de verzending een naam wilt geven, kunt u die hier intoetsen.
Anders kunt u deze stap overslaan.
Zie pagina 2.3 voor meer informatie over het ingeven van letters met
behulp van de cijfertoetsen.
8. Druk op Start. Het display toont de huidige tijd.en vraagt u de tijd in te
geven waarop u de fax wilt verzenden.
9. Geef de tijd in met behulp van de cijfertoetsen en druk op Start.
Gebruik de 24-uurs aanduiding bij het intoetsen van de tijd. Voorbeeld:
10 uur ‘s avonds toetst u in als 2200.
Als u een tijd instelt die voor de huidige tijd ligt, wordt het document
de volgende dag op dat tijdstip verzonden.
10. Het document wordt voor verzending gescand en in het geheugen
opgeslagen. In het display kunt u de geheugencapaciteit zien (KORT
ZICHTBAAR) en het aantal pagina’s dat in het geheugen is opgesla-
gen.
11. De Telefax 380 gaat terug naar standby en het display geeft afwisse-
lend aan dat u het apparaat in de standby stand staat en dat er een
uitgestelde verzending klaar staat.
NB: Wilt u een uitgestelde verzendopdracht annuleren, kijk dan op pagina 3.29:
‘Opheffen van een uitgestelde verzendopdracht’.
TIJD(13:30)=13:30