Operation Manual

3.26
Dagelijks gebruik
Een faxbericht met voorrang verzenden
Door gebruik te maken van de functie ‘Voorrang bij zenden’ kunt u
ervoor zorgen dat een belangrijk faxbericht voorrang krijgt boven andere
verzendopdrachten. Het document wordt in het geheugen
opgeslagen en verzonden zodra de huidige verzendopdracht gereed is.
Een Voorrang fax zal een opdracht die naar meerdere bestemmingen uit
het geheugen wordt verzonden, onderbreken (het faxbericht wordt ver-
zonden zodra de verzending naar faxnummer A voltooid is en
voordat verzending naar faxnummer B plaats vindt) of verzonden
worden tussen hernieuwde pogingen om een faxbericht te versturen.
1. Leg het document met de achterkant naar u toe in de invoer van de
fax. Pas zonodig de resolutie en het contrast aan (zie pagina 3.2).
2. Druk op Faxfuncties op het bedieningspaneel.
In het display wordt het eerste menu-item getoond: ‘GROEPSVERZEN-
DEN’.
3. Druk op
of
tot ‘VOORRANG BIJ ZND’in het display
verschijnt en druk daarna op Start.
4. Toets het gewenste faxnummer in.
U kunt ook op een naamtoets drukken voor het nummer of voor een
groep nummers, of op
Verkort kiezen
drukken en een verkort-kiesnum-
mer van twee cijfers intoetsen en daarna op Start drukken.
Het nummer wordt in het display getoond.
5. Druk op Start wanneer het juiste nummer in het display verschijnt.
In het display wordt u gevraagd om een naam in te
toetsen. Als u de verzending een naam wilt geven, kunt u die hier
intoetsen. Anders kunt u deze stap overslaan.
Zie pagina 2.3 voor meer informatie over het ingeven van letters met
behulp van de cijfertoetsen.
6. Druk op Start. In het display kunt u de geheugencapaciteit zien en het
aantal pagina’s dat in het geheugen is opgeslagen.
7. De Telefax 380 toont het faxnummer dat gebeld wordt en begint met
verzenden.