Operation Manual
De vleesthermometer
De vleesthermometer meet de temperatuur binnen in de bereiding. Bij het
gebruik van de vleesthermometer wordt het bereidingsproces gestuurd
door de te bereiken kerntemperatuur die voor het gebraad nodig is.
Zodra die kerntemperatuur bereikt is, wordt de oven automatisch uitgescha-
keld. De bereiding is klaar.
De vleesthermometer gebruikt hetzelfde display als de timer. Beide hebben
een uitschakelfunctie.
Het gebruik van de vleesthermometer is zeer sterk aan te bevelen voor de
bereiding van gebraad waarvan de kerntemperatuur een bepaalde waarde
niet mag overschrijden, zoals rosbief.
Gebruik van de vleesthermometer
De vleesthermometer kunt u als volgt gebruiken:
1. Bij het braden met bak- en braadprogramma’s.
Daarbij is de kerntemperatuur voor het gebraad reeds ingesteld.
U kunt deze kerntemperatuur ook wijzigen (zie pag. 62 - kerntempera-
tuur instellen of wijzigen).
2. Bij het braden met verwarmingsprogramma’s.
In het display verschijnt een voorkeur-kerntemperatuur, die u afhan-
kelijk van de vleessoort op de vereiste waarde moet instellen.
Tips voor het juiste gebruik
De vleesthermometer altijd tot aan het handvat insteken, zodat de punt
zich ongeveer in het midden van het gebraad en niet in de buurt van vet
of beenderen bevindt. De vleesthermometer opzij insteken.
Ga daarbij als volgt tewerk en let op de tekeningen:
-
Steek de punt van de vleesthermometer in het midden van de
bereiding.
-
Let er bij gevogelte op dat u de vleesthermometer zo insteekt dat hij
geen beenderen raakt.
juist fout
- Steek de stekker van de vlees-
thermometer in het contact.
De ingestelde temperatuur ver-
schijnt in het display.
- Sluit de ovendeur.
Het gekozen braad- of verwarmings-
programma start nu.
- Zodra de kerntemperatur bereikt
is, hoort u een akoestisch signaal
en de oven wordt uitgeschakeld.
Richtwaarden kerntemperaturen
Gerecht Kerntemperatuur
voor alle
verwarmingsprogramma’s
in °C
Rundvlees
Rosbief/runderfilet
saignant 40-45
roze 50-55
doorbakken 60-65
Rundergebraad 80-85
Varkensvlees
Varkenslende 65-70
Varkensgebraad/ham 80-85
Nek, poot 80-85
Kotelet, rug 75-80
Kotelet zonder been 70
Casseler rib 65-70
Gehaktbrood 70-75
Kalfsvlees
Kalfsgebraad 70-75
Kalfsnierengebraad 75-80
Kalfsschenkel 80-85
Wild
Wildvlees 75-80
Wildrug 60-70
Wildfilet saignant 40-45
Wildfilet roze 50-55
Wildfilet doorbakken 60-65
Lam 80-85
Gevuld gebraad 70-75
Gevogelte 85-90
Vis 70-80
De kerntemperaturen die in de braadprogramma’s vooraf ingesteld zijn,
vindt u in de tabel met de braadprogramma’s.
EEB 670.0 65