Operation Manual

Bediening
NL
51
Vergrendeling
Door de vergrendeling kunnen de bediening van de toetsen en de instelling
van een kookstand worden geblokkeerd. Alleen de Uit-toets kan nog altijd
worden bediend om de kookplaat uit te schakelen.
Vergrendeling inschakelen (tijdens het koken):
1.
Vergrendelingstoets
indrukken om de functie te activeren. Het con-
trolelampje boven de vergrendeltoets brandt. De bediening is geblok-
keerd.
Vergrendeling uitschakelen
2.
Vergrendelingstoets
indrukken om de functie uit te schakelen. Het
controlelampje van de vergrendelingstoets dooft.
Opmerkingen
De geactiveerde vergrendeling blijft ook behouden als de kookplaat uitge-
schakeld is! Vooraleer weer kan worden gekookt, moet ze daarom eerst
gedesactiveerd worden!
Bij een stroomstoring wordt de ingeschakelde vergrendeling beëindigd,
d.w.z. gedesactiveerd.
Kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging moet verhinderen dat kinderen de kookplaat per ongeluk
of opzettelijk inschakelen. Hiervoor wordt de bediening geblokkeerd.
Kinderbeveiliging inschakelen
1. Op de
Aan-toets
drukken om de kookplaat in te schakelen.
2. Onmiddellijk daarna tegelijk op de
plus-toets
van de kookzone links
achter en de
min-toets
van de kookzone rechts achter drukken.
3. Vervolgens op de
plus-toets
drukken om de kinderbeveiliging te acti-
veren. In de kookstandweergaven verschijnt een L voor Child-Lock; de
bediening is geblokkeerd en de kookplaat wordt uitgeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
4. Op de
Aan-toets
drukken.
5. Onmiddellijk daarna tegelijk op de
plus-toets
van de kookzone links
achter en de
min-toets
van de kookzone rechts achter drukken.
6. Vervolgens op de
min-toets
drukken om de kinderbeveiliging uit te
schakelen. De L verdwijnt.
Kinderbeveiliging slechts voor één kookproces uitschakelen
Voorwaarde: de kinderbeveiliging is volgens punt 1-3 ingeschakeld.
Op de
Aan-toets
drukken.
Onmiddellijk daarna tegelijk op de
plus-toets
van de kookzone links
achter en de
min-toets
van de kookzone rechts achter drukken.
Nu kan door de gebruiker een kookzone ingeschakeld worden. Na het uit-
schakelen van de kookplaat is de kinderbeveiliging weer actief (ingescha-
keld).
Opmerking
Bij een stroomstoring wordt de ingeschakelde kinderbeveiliging beëindigd,
d.w.z. gedesactiveerd.