Operation Manual

Voorbereidingen voor de montage
Schroef de geleidingsplaat uit de
dakdoorvoer af. Bewaar de schroe-
ven en de geleidingsplaat.
Verwijder de dakbedekking over
een voldoende groot oppervlak.
De dakpannen bewaart u om het
dak opnieuw toe te dekken.
Bevestiging van de dakdoorvoer
De dakdoorvoer wordt aan de dakconstructie bevestigd. Bij een houten con-
structie met spanten moet ze tussen de spanten worden gestoken. Eventu-
eel moeten ravelingen worden ingezet.
Ravelingen met winkelhaken zo
tussen de spanten monteren dat
de dakdoorvoer recht kan worden
ingezet.
De dakdoorvoer tussen de ravelingen met de loodafsluiting ter hoogte van
de dakbedekking inzetten.
De bijgeleverde winkelhaken worden langs onder aan de ravelingen ge-
schroefd en met plaatschroeven aan de dakdoorvoer bevestigd. De gaten in
de dakdoorvoer moeten voorgeboord worden.
De bijgeleverde winkelhaken langs
onder aan de ravelingen bevesti-
gen.
De boorgaten in de dakdoorvoer
voorboren. Met de plaatschroeven
aan de winkelhaken vastschroeven.
Motorbehuizing aanbrengen
Een luchtafvoerbuis met een klem op het aansluitstuk van de motorbehui-
zing bevestigen. De afvoerbuis moet 0,5 - 1 m lang zijn.
Motorbehuizing met de regenbe-
scherming naar de dakrand opzet-
ten en de afvoerbuis en de aans-
luitkabel door de opening steken.
Motorbehuizing met de 8 bijgele-
verde plaatschroeven aan de dak-
doorvoer vastschroeven. De gaten
zijn reeds voorgeboord.
Geleidingsplaat over de aansluitkabel en de afvoerbuis schuiven en weer
in de dakdoorvoer schroeven.
Dak bedekken
Het dak met de afgenomen dakpannen weer toedekken.
Voor de regendichtheid van de plaats waar de externe motor gemon-
teerd is, is de monteur verantwoordelijk!
EMD 700.0 aansluiten
De afvoerbuis die aan de externe motor bevestigd is met de luchtafvoerlei-
ding van de afzuigkap verbinden.
De aansluitkabel van de externe motor op de afzuigkap aansluiten. Het
aansluitschema vindt u in de gebruiksaanwijzing van de afzuigkap.
De dichtheid van de luchtafvoer controleren.
De werking van de motor m.b.v. het bedieningspaneel van de afzuigkap
controleren.
Schoonmaken
Gevaar! Het apparaat bij alle reinigings- en onderhoudsactiviteiten
stroomloos maken door de stekker uit te trekken of de zekering uit
te schakelen.
Opgelet! Geen schuurmiddelen of bijtende reinigingsmiddelen
gebruiken.
Het schoonmaken mag alleen door een vakman worden uitgevoerd,
omdat dit op het dak moet gebeuren.
dak-
door-
voer
spanten
ravelingen
loodafsluiting
ravelingen
spanten
ravelingen
EMD 700.0 17