Operation Manual

nl
7
Tabel voor de waterhardheid
Programmatoets B ingedrukt houden
en de hoofd- schakelaar
1 inschakelen. Daarna de toetsen
loslaten. De indicatie van de toets
B
en de door de fabriek ingestelde
waarde op de cijfer- indicatie
knipperen.
Om de instelling te veranderen:
programmatoets B indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de
instelling steeds met één cijfer ver-
hoogd. Als u het cijfer
hebt bereikt,
dan springt de indicatie weer op
.
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen. De
ingestelde waarde is in het geheugen
van het apparaat opgeslagen.
Om de onthardingsinstallatie te regeneren
is ca. 4 liter water nodig. Hierdoor wordt
het waterverbruik per afwasprogramma –
afhankelijk van de instelling voor de
waterhardheid – met 0 tot 4 liter verhoogd.
Zout bijvullen
Werking van het zout
Tijdens het afwassen wordt het zout
automatisch uit het zoutreservoir in de
wateronthardingsinstallatie gespoeld
waar de kalk wordt opgelost.
De kalkhoudende oplossing wordt uit de
afwasautomaat gepompt. Daarna
functioneert het onthardingssysteem weer.
Het regenereren functioneert alleen als het
zout in het water is opgelost.
De schroefdop van het voorraadreservoir
24 openen.
Voordat u het apparaat voor het eerst in
gebruik neemt: ca. 1 l water in het
zoutreservoir gieten.
Gebruik hiervoor de meegeleverde
doseerhulp.
Het zoutreservoir hierna met zoveel zout
(geen tafelzout) vullen tot het vol is (max.
1,5 kg). Als u het reservoir met zout vult,
wordt het water verdrongen en loopt het
weg. Daarom moet dit altijd onmiddellijk
vóór het inschakelen van de afwasauto-
maat gebeuren. (Om corrosie te
voorkomen.) Hiermee bereikt u dat de
overlopende zoutoplossing direct wordt
verdund en weggespoeld. Verwijder
vervolgens de zoutresten rond de
vulopening en schroef het reservoir dicht.
De schroefdop niet schuin erop draaien.