Operation Manual

NL
17
6. AANWIJZINGEN BIJ STORINGEN
Dit product voldoet aan de geldende veiligheidsnormen met betrekking tot elektrische apparatuur. Eventuele
technische controles of reparaties moeten om veiligheidsredenen worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel om gevaar voor de gebruiker te voorkomen.
Wanneer de machine niet werkt moet u, alvorens de servicedienst te raadplegen, om onnodige onkosten te
vermijden, persoonlijk controleren of de handelingen vermeld in deze tabel storingen zijn uitgevoerd.
1 De machine start niet
Controleer of:
- de stekker op correcte wijze in het stopcontact is gestoken
- het deurtje goed is gesloten
- de “Start/Pauze" knop is ingedrukt
2 De machine vult zich niet
met water
Controleer of:
- de stekker op correcte wijze in het stopcontact is gestoken
- het deurtje goed is gesloten
- het waterkraantje geopend is
- de filters van de vulslang niet zijn verstopt.
- de watervulslang niet wordt afgeklemd of geknikt is
3 U ziet geen water in de
wastrommel
Geen defect
Het waterniveau is lager dan het venster in het deurtje omdat de nieuwe
machines weinig water gebruiken en dezelfde was- en spoelresultaten
behalen.
4 Het water wordt niet
weggepompt
Controleer of:
- de afvoerslang niet geknikt is
-
de afvoerpomp niet verstopt is.
5 Na de laatste spoeling bij
de delicate was en
wolprogramma's wordt het
water niet weggepompt
Dit is geen storing: het oponthoud is voorzien door het wasprogramma om
de vorming van vouwen in de stof te voorkomen.
Om het water weg te pompen moet u te werk gaan als beschreven in de
paragraaf (Eind van het programma)
6 De machine blijft vullen en
wegpompen
Controleer of het uiteinde van de afvoerpomp niet te laag hangt.
7 Sterke trillingen tijdens het
centrifugeren
Controleer of:
- De machine goed waterpas staat
- de wasmachine niet al te dicht op muren of meubels staat
- de blokkering van de interne oscillerende unit is losgemaakt
8 In de kuip vormt zich teveel
schuim dat via de
wasmiddellade naar buiten
komt
Controleer of:
- het gebruikte wasmiddel wel voor wasmachines en niet voor de
handwas bestemd is
- niet meer dan de in de gebruiksaanwijzing vermelde hoeveelheden
zijn gebruikt
9 Water op de vloer
Controleer of:
- de verbindingsstukken van de vulslang niet los zijn geraakt.
- het uiteinde van de afvoerslang niet verplaatst is.
10 De wasverzachter wordt
niet volledig opgenomen of
er blijft teveel water in het
vakje
Controleer of de sifons in de wasmiddellade op correcte wijze in hun
zetels zijn aangebracht en of ze niet verstopt zijn.