Deze gebruikshandleiding dient te allen tijde bij het voertuig te blijven. DOWNTOWN125i / 125i ABS Lees, alvorens de scooter te gebruiken, de handleiding zorgvuldig door. Deze bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Gebruikshandleiding © 2 013 KYMCO. Alle rechten voorbehouden. www.kymco.
PAS OP! PAS OP! DE ACCU EN HET BRANDSTOFINJECTIESYSTEEM KUNNEN BESCHADIGD RAKEN! Om te voorkomen dat het elektronische brandstofinjectie systeem en de accu beschadigd raken, dient u de accukabel nooit los te koppelen of aan te sluiten terwijl de contact schakelaar in de "ON"-stand staat.
LEES DEZE HANDLEIDING ZORGVULDIG DOOR Deze gebruikshandleiding bevat belangrijke informatie omtrent veiligheid, bediening en onderhoud van uw KYMCO DOWNTOWN125i / 125i ABS scooter. Wie deze scooter gaat gebruiken, dient eerst de inhoud van deze handleiding tot in de details gelezen en begrepen te hebben. Voor uw veiligheid dient u alle waarschuwingen in deze gebruikshandleiding en de labels op uw scooter begrepen te hebben en in acht te nemen.
Identificatienummers 1 1 2 1.FRAMENUMMER oftewel VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER ((VIN) 1 2.
INHOUDSOPGAVE DEEL 1 - VEILIGHEID Voorwoord Veiligheid Accessoires en veranderingen Plaats van de onderdelen en instrumenten 1-7 1 2-3 4 5-7 DEEL 2 – INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING Contactschakelaar Afdekplaatje Dashboard Digitaal klokje Rechterstuurschakelaar Linkerstuurschakelaar Aanbevolen benzine Buddyseat 9-18 9 10 11-12 13 14 15-16 17 18 DEEL 3 - GAAN RIJDEN Controle voorafgaand aan elke rit Starten van de motor 19-21 19 20-21 DEEL 4 – ONDERHOUD Het belang van onderhoud Onderhoudsschema Mo
AANTEKENINGEN
DEEL 1: VOORWOORD EN INLEIDING VEILIGHEID Dank u voor uw aanschaf van deze KYMCO DOWNTOWN 125i / 125i ABS scooter en welkom als KYMCO-scooterrijder. Wij raden u aan om deze handleiding grondig door te nemen, zodat u volledig vertrouwd bent met de juiste bediening van uw scooter en met de kenmerken, de mogelijkheden en de beperkingen ervan, voordat u gaat rijden. Om verzekerd te zijn van een probleemloze levensduur van uw scooter, dient u deze de juiste zorg en het juiste onderhoud te geven.
VEILIGHEID 1 2 BELANGRIJKE INFORMATIE OMTRENT DE VEILIGHEID U kunt van uw scooter jarenlang profijt hebben, als u de verantwoordelijkheid neemt voor uw eigen veiligheid en begrijpt welke uitdagingen u kunt tegenkomen op de weg. Er is veel dat u kunt doen om uzelf te beschermen als u rijdt. In deze handleiding vindt u veel nuttige adviezen. Hier volgen enige zeer belangrijke veiligheidstips: Draag een helm. Een veilige scooteruitrusting begint met een helm van goede kwaliteit.
VEILIGHEID BESCHERMENDE KLEDING Voor uw veiligheid raden wij u ten sterkste aan om altijd tijdens het rijden een goedgekeurde scooterhelm, oogbescherming, laarzen, handschoenen, een broek met lange pijpen en een hemd of jack met lange mouwen te dragen. Helmen en bescherming Uw helm is het belangrijkste onderdeel van uw rijuitrusting, omdat het de beste bescherming biedt tegen verwondingen aan het hoofd. Een helm dient goed om uw hoofd te passen en prettig te zitten.
ACCESSOIRES & VERANDERINGEN 1 Er is een grote verscheidenheid aan accessoires op de markt verkrijgbaar. KYMCO kan de kwaliteit of de bruikbaarheid van onderdelen die u misschien zou willen aanschaffen, niet garanderen. Als u ongeschikte onderdelen aan uw scooter toevoegt, zou dit kunnen leiden tot onveilige situaties.
PLAATS VAN ONDERDELEN EN INSTRUMENTEN 1 Achterremhevel 2 Koplamp 2 3 4 1 12 7 13 11 3 Linker richtingaanwijzer 1 4 Benzinevuldop 5 Helmhaakje 6 Jiffy 7 Buddyseat 8 Motornummer 9 Luchtfilter 10 Linker richtingaanwijzer 11 Achterlicht, remlicht 12 Helmbak 13 Voertuigidentificatienummer 10 5 6 8 9 NB: Uw scooter kan enigszins verschillen van de hier afgebeelde scooter.
PLAATS VAN ONDERDELEN EN INSTRUMENTEN 14 1 14 Rechter richtingaanwijzer 15 Uitlaat 16 Olievuldop/peilstok 17 Middenstandaard 18 Voetsteun voor de passagier 19 Rechter richtingaanwijzer 20 Voorremhevel 21 Rechter stuurschakelaar 22 Contactschakelaar 22 15 16 21 20 17 18 NB: Uw scooter kan enigszins verschillen van de hier afgebeelde scooter.
PLAATS VAN ONDERDELEN EN INSTRUMENTEN 23 Richtingaawijzer vóór 24 Koplamp(dimlicht) 25 Koplamp(grootlicht) 26 Achterlicht, remlicht 27 Richtingaanwijzer achter 28 Bagagevak vóór 29 Contactschakelaar 1 23 28 29 24 25 27 26 NB: Uw scooter kan enigszins verschillen van de hier afgebeelde scooter.
AANTEKENINGEN
DEEL 2: INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING CONTACTSCHAKELAAR Bediening en functies van de contactschakelaar: -stand: Alle elektrische circuits zijn verbroken. De motor kan niet starten of draaien. -stand: De contactschakelaar staat op "ON", het elektrisch circuit is gesloten en de motor kan nu worden gestart. De sleutel kan in deze stand niet verwijderd worden uit de contactschakelaar.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING VEILIGHEIDSAFDEKPLAATJE Om het veiligheidsafdekplaatje te sluiten: Druk op de sluitknop van de contactschakelaar en het afdekplaatje sluit het sleutelgat af. 2 Om het veiligheidsafdekplaatje van de contactschakelaar te openen: Steek de afdeksleutel in het slot totdat de cilinder tegenover de pin staat. Draai met de klok mee en het afdekplaatje schuift open. De sleutels hebben een unieke code die gedrukt staat op het bijbehorende label.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING DASHBOARD (1) Kilometerteller/Trip-meter: Druk de "MODE"-knop in om de meter in te stellen op ofwel het totaal aantal gereden kilometers ("ODO") ofwel het aantal gereden kilometers per rit ("TRIP"). Houd de "ADJ"-knop gedurende twee seconden ingedrukt totdat de ODO-, TRIP (A, B) - of SERVICE-modus op het display verschijnt. Om de TRIP-meter te resetten, drukt u de "ADJ"- en de "MODE"-knop gelijktijdig in terwijl de TRIP-modus staat ingeschakeld.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING (9) Motormanagement-lampje: Als dit indicatielampje brandt, wijst dit erop dat er een storing in het brandstofinjectie- of het elektrisch systeem van de scooter is gesignaleerd. U dient onmiddellijk naar uw erkende KYMCO-dealer te gaan om hiernaar te laten kijken. (11) Accuspanning-indicatielampje: Als bij het starten van de motor het voltage van de accu te laag is, gaat dit lampje branden.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING DIGITAAL KLOKJE Het klokje geeft de tijd in uren en minuten aan als het contact op "ON"staat. Om de tijd van het klokje handmatig in te stellen, gaat u als volgt te werk 1. Zet de contactschakelaar op "ON" 2. Druk op de afstelknop en houdt deze ingedrukt gedurende meer dan twee seconden om voor ODO te kiezen. N.B.: Het digitale klokje kan alleen afgesteld worden in de ODO-modus.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING RECHTERSTUURSCHAKELAAR 2 Lichtschakelaar " "-stand: De koplamp en het achterlicht gaan branden. " "-stand: Het parkeerlicht en het achterlicht (continu licht) gaan branden. " "-stand: De koplamp en het achterlicht gaan uit. Elektrische startknop “ ”-stand: Druk de elektrische startknop in om de startmotor aan te zetten. Noodstopschakelaar (“ENGINE STOP”) N.B.: De startmotor zal pas starten als " "-stand: Het startcircuit staat uit.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING LINKERSTUURSCHAKELAAR Richtingaanwijzerschakelaar : Gebruik de richtingaanwijzerschakelaar om aan uw medeweggebruikers duidelijk te maken dat u een bocht wilt maken of wilt afslaan. Het richtingaanwijzer-indicatielampje op het dashboard gaat knipperen om de bestuurder te waarschuwen dat een richtingaanwijzer aanstaat. " 2 " voor links afslaan. “ ” voor rechts afslaan. Om de richtingaanwijzer uit te zetten, zet u de schakelaar in het midden en drukt hem in.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING Dimschakelaar : " " –stand: het dimlicht wordt aangezet. " "-stand: grootlicht wordt aangezet en het grootlicht-indicatielampje op het dashboard wordt eveneens geactiveerd. 2 Signaallichtknop : Gebruik deze knop om het grootlicht snel aan en uit te doen om ander verkeer te laten weten dat u wilt passeren.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING BENZINEPEIL INDICATIELAMPJE Als het indicatielampje voor laag benzinepeil begint te knipperen, dient u zo spoedig mogelijk bij te vullen met EURO 95 loodvrije benzine. BENZINE BIJTANKEN Om benzine bij te tanken, gaat u als volgt te werk: 1. Druk het beschermkapje van de benzinedop (1) in en trek deze naar u toe. 2. Gebruik de contactsleutel (2) om de benzinedop te ontgrendelen. 3. Draai de sleutel in de richting van de klok (3). 4.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING BUDDYSEAT Ontgrendelen: Als de contactsleutel in de " "-stand staat en de motor loopt, drukt u de sleutel in en draait deze tegen de richting van de klok in van de " "naar 2 de " "-stand. Als de motor niet loopt, draait u de contactsleutel van de " ”-stand in de “ ”-stand. Pak de buddyseat aan de achterzijde vast en til deze op.
DEEL 3: GAAN RIJDEN CONTROLE VOORAFGAAND AAN ELKE RIT In verband met uw veiligheid is het belangrijk om elke keer als u gaat rijden een paar minuten de tijd te nemen om rond uw scooter te lopen en de toestand ervan te controleren. Als u een probleem ontdekt, los dit dan meteen op of laat dit doen door uw KYMCO-dealer.
GAAN RIJDEN HET STARTEN VAN DE MOTOR Volg altijd de juiste startprocedure zoals die hier en op de volgende bladzijden wordt beschreven. PAS OP! Om de katalysator in het uitlaatsysteem van uw scooter te beschermen, dient u de motor zo min mogelijk lange tijd achtereen stationair te laten draaien en geen gelode benzine te gebruiken. PAS OP! 3 Om schade aan de startmotor te voorkomen, dient u deze niet langer dan vijf seconden achtereen te laten draaien.
GAAN RIJDEN 3. Knijp de linker (achter) remhevel in. N.B.: De elektrische startknop werkt alleen als de linker- (achter-) of rechter- (voor-)remhevel is ingeknepen. 4. Druk op de startknop terwijl de gashendel dicht is. Laat de startknop los zodra de motor aanslaat. PAS OP! Als u de motor laat draaien terwijl de oliedruk onvoldoende is, kan dit de motor ernstig beschadigen. 3 5. Houd de gashendel gesloten terwijl u de motor laat opwarmen. 6.
AANTEKENINGEN
DEEL 4: ONDERHOUD HET BELANG VAN ONDERHOUD Wilt u veilig, zuinig en probleemloos rijden, dan dient u uw scooter op de juiste wijze te onderhouden. Het juiste onderhoud draagt ook bij tot een beperking van de luchtvervuiling en een maximaal zuinig brandstofverbruik. Om u te helpen uw scooter op de correcte wijze te onderhouden, is er in deze gebruikshandleiding een onderhoudsschema opgenomen. Dit geeft de juiste momenten aan waarop u uw scooter een onderhoudsbeurt dient te geven.
ONDERHOUD ONDERHOUDSSCHEMA Voer op elk in het onderhoudsschema voorgeschreven moment een controle uit voordat u gaat rijden. Het moment voor een nieuwe onderhoudsbeurt wordt bepaald door ofwel de gereden afstand (aangegeven door de kilometerteller), ofwel - als het aantal kilometers nog niet gereden is - , door de verstreken tijd. Beide worden aangegeven in het onderhoudsschema.
ONDERHOUD FREQUENTIE * * * * * * * 10 12 V V C B C R R R V V V R V 15 18 V C C C 20 24 V V C B C R R V V R V 25 30 V C C C MOTOROLIEFILTER V V V V V V V - STATIONAIR TOERENTAL TRANSMISSIEOLIE C V V V V C V V C V 30 C C C C C C - ONDERDEEL * WAT HET EERST KOMT LUCHTFILTER BOUGIES GASHENDEL KLEPSPELING BENZINELEIDING CARTERVENTILATEUR MOTOROLIE OLIEFILTERGAASJE V-SNAAR X 1000 km 1 5 MAAND 1 6 V C C C 30 36 V V C B C R R V V R V ZIE PAG.
ONDERHOUD FREQUENTIE ONDERDEEL ** 4 26 * ** * * ** ** WAT HET EERST KOMT STAND VAN DE KILOMETERTELLER [opm. 1] X 1000 ZIE km 1 5 10 15 20 25 30 PAG.
ONDERHOUD MOTOROLIE Aanbevolen motorolie Gebruik full synthetic viertakt motorolie voor een langere levensduur van uw scooter. Gebruik alleen olie van het type SD (API-serviceclassificatie). Viscositeit van de motorolie: SAE 15W-40 full synthetic KYMCO raadt POWER olie aan Als deze viscositeiten niet verkrijgbaar zijn, kies dan een alternatief volgens het onderstaand schema. CONTROLE VAN HET OLIEPEIL Controleer de motorolie elke dag voordat u gaat rijden.
ONDERHOUD 3. Verwijder na enige minuten de olievuldop/-peilstok , veeg deze schoon en plaats hem weer terug zonder hem in te schroeven. Haal de olievuldop/-peilstok er vervolgens weer uit. Het oliepeil dient tussen het bovenste en het onderste indicatiestreepje op de olievuldop/-peilstok te liggen. 4. Vul zo nodig de gespecificeerde olie bij zodat het oliepeil tot het bovenste indicatiestreepje op de oliepeilstok reikt. Vul niet teveel bij. 5. Plaats de olievuldop/-peilstok weer terug.
ONDERHOUD 3. Haal de olieaftapplug uit het carter om de olie af te . tappen. 4. Plaats de aftapplug weer terug en draai deze stevig vast tot het opgegeven koppel. 5. Vul de hieronder genoemde hoeveelheid olie bij en plaats de olievuldop/-peilstok terug. PAS OP! Als u de motor laat draaien terwijl de oliedruk onvoldoende is, dan kan dit de motor ernstig beschadigen. Koppel olieaftapplug: 18 Nm Carterinhoud: 1.2 L Motorolie verversen: 1.0 L N.B.
ONDERHOUD VERVERSEN VAN DE TRANSMISSIEOLIE 1. Zet de scooter op de middenstandaard. 2. Verwijder de aftapplug voor de transmissieolie . 3. Verwijder de transmissieolie-vulplug en draai vervolgens het achterwiel langzaam rond om de olie af te tappen. 4. Vul de transmissiebak met de aanbevolen vloeistof tot de hieronder genoemde hoeveelheid. 4 Type transmissieolie: SAE90 KYMCO adviseert POWER OIL Inhoud transmissie: 0.13 L Verversen: 0.12 L Koppel vuldop: 18 Nm 5.
ONDERHOUD LUCHTFILTERELEMENT Het luchtfilterelement dient regelmatig een onderhoudsbeurt te krijgen door een erkende KYMCOdealer. Alleen als uzelf over het juiste gereedschap en de juiste onderhoudsgegevens beschikt en technisch bevoegd bent om dit onderhoud uit te voeren, mag u dit zelf doen. U dient het element vaker een onderhoudsbeurt te geven als u in ongewoon natte of stoffige gebieden rijdt.
ONDERHOUD BOUGIE Verwijder de koolaanslag van de bougie met een kleine staalborstel of een bougiestraler. Na reiniging (of bij het plaatsen van een nieuwe bougie) dient u de elektrodenafstand binnen de gespecificeerden waarden bij te stellen met behulp van een draadvoelmaat. De bougie dient periodiek vervangen te worden. 4 32 Telkens wanneer u de koolaanslag verwijdert, kijk dan goed naar de kleur van het uiteinde van het porselein.
AANTEKENINGEN
ONDERHOUD REMVLOEISTOF Controle van de remvloeistof Controleer, terwijl de scooter rechtop staat, het remvloeistofpeil vóór en achter. Dit dient boven het indicatiestreepje voor minimumpeil te staan (zie tekening hiernaast "L" ). Als het peil op of onder dit streepje staat, controleer dan de remblokken op slijtage. 4 N.B.: Andere controles: Controleer of er nergens remvloeistof lekt. Controleer ook op slijtage van of scheurtjes in de remslangen en klemmen.
ONDERHOUD REMHEVELSTELSCHROEVEN Op elke remhevel bevindt zich een stelschroef. Elke van deze schroeven heeft vier standen zodat de stand van de niet-ingeknepen remhevel aangepast kan worden aan de hand van de bestuurder. Om de afstand van de remhevel tot het handvat bij te stellen, duwt u de hevel naar voren en draait u de stelschroef zover dat het nummer in het verlengde komt te liggen van de pijl op de remhevelhouder. N.B.
ONDERHOUD WAARSCHUWING! Voor de juiste remwerking, dient de groef van de stelmoer in het verlengde te liggen van de pin in de remarm. 4 Controleer of de dikte van het remblok en van de remschoen genoeg is voor een juiste remwerking. 1. Als de slijtage-indicatiestreepjes in de voorremblokken niet langer zichtbaar zijn , dan betekent dit dat de remblokken versleten zijn en vervangen dienen te worden. 2.
ONDERHOUD ACCU Uw KYMCO-scooter is toegerust met een onderhoudsvrije (verzegelde) accu. Hierdoor is het niet nodig om het elektrolytenpeil te controleren of om gedestilleerd water bij te vullen. N.B.: Als de accu zwak lijkt en/of elektrolyten lekt (met als gevolg start- of andere elektrische problemen), neem dan contact op met uw erkende KYMCO-dealer. ZEKERINGEN Als de zekeringen regelmatig doorbranden, dan duidt dit gewoonlijk op kortsluiting of op een overbelasting van het elektrisch circuit.
BANDEN ONDERHOUD WAARSCHUWING! 4 38 38 De banden van uw scooter vormen de belangrijkste verbinding tussen uw scooter en het wegdek. Uw veiligheid en die van uw passagier hangen af van de toestand van de banden van uw scooter. Voorkom een ongeluk als gevolg van slechte banden door de volgende aanwijzingen op te volgen: Controleer de toestand en de spanning van de banden vóór elke rit.
ONDERHOUD CONTROLE VAN HET KOELVLOEISTOFPEIL Het koelvloeistofreservoir bevindt zich onder de linkertreeplankmat. Controleer het koelvloeistofpeil door het inspectieruitje in het linkerzijpaneel terwijl de motor een normale bedrijfstemperatuur heeft en de scooter rechtop staat.
5. EMISSIEREGELING Cartermissieregelsysteem De 125i motor van uw scooter is uitgerust met een gesloten cartersysteem. Carterdampen worden teruggeleid in de verbrandingskamer via het luchtinlaatsysteem. Hierdoor kunnen ze niet in de open lucht terechtkomen.
6. BIJVOEGSEL VOOR ABS-MODELLEN .<0&2 $QWi EORNNHULQJVV\VWeeP $%6 Het ABS is ontworpen om te voorkomen dat de wielen blokkeren als tijdens rechtuit rijden de remmen hard worden aangetrokken. Het ABS regelt automatisch de remkracht door deze afwisselend wel en niet toe te passen. Hierdoor wordt voorkomen dat de wielen blokkeren en gezorgd voor stabiele stuurregeling tijdens het stoppen. De remfunctie is verder identiek aan die van een conventioneel voertuig.
ABSindicatielampje Het ABS-indicatielampje (1) bevindt zich aan de linkerkant van de multifunctiemeter. Dit indicatielampje controleert zichzelf en het ABS-systeem door te gaan branden als de contactschakelaar wordt aangezet. Kort nadat de scooter zich in gang heeft gezet, dooft het lampje weer. (1) ABS indicatielampje 6 42 Als de micro-processor van het systeem een ABS-storing detecteert,dan gaat het ABSindicatielampje branden en blijft het branden totdat de storing is verholpen.
N.B.: Gedurende de werking van het ABS kunt u trillingen van de remhevel voelen. Dit is normaal. U kunt op de gewone manier blijven remmen. Het ABS werkt niet bij wegsnelheden van ca. 10 km/u of minder. Het ABS werkt ook niet als de accuspanning erg laag is of als er een stroomstoring is. In zulke gevallen zal het ABS-indicatielampje gaan branden. Gebruik van andere dan de aanbevolen banden kan de werking van het ABS verstoren. Hierdoor kan de remweg langer worden.
Afmetingen Motor Type Lengte 2200 mm Breedte 800 mm Cilinderinhoud Hoogte 1410 mm Boring & slag Wielbasis 1545 mm Compressieverhouding Max. vermogen Inhoud Motorolie 1.2 L Bougie viertakt, vloeistofgekoeld SOHC 124.8 cc 54 x 54.5 mm 11.7: 1 21.6 Kw bij 9000 tpm CR7E Transmissieolie 0.13 L Stationair toerental 1850 tpm Benzinetank 12.
AANTEKENINGEN
KWANG YANG MOTOR CO.,LTD. NO.35 Wan Hsing Street, San Min District Kaohsiung, Taiwan, Republic of China “DOWNTOWN 125i / 125i ABS Owner’s Manual” Versie: T300‐SK25AA‐IT‐AI door KWANG YANG Motor Co., Ltd. Tweede editie: januari 2011 Aangepast en vertaald voor KYMCO Benelux B.V.: juni 2013 (Amstel Translations) Alle rechten voorbehouden. Elke verveelvoudiging en/of elk gebruik zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van KWANG YANG Motor Co., Ltd en KYMCO Benelux B.V. is uitdrukkelijk verboden.