Operation Manual

40
Onderhoud en controle
Onderhoud en controle
Als u tijdens onderhoud een mankement aan uw scooter constateert waarover
geen reparatieinformatie wordt gegeven, neem dan contact op met uw dealer.
Ga nooit rijden met een scooter waaraan iets mankeert en zorg ervoor dat deze
niet door onbevoegden kan worden gebruikt (haal de sleutel uit het slot).
Dagelijks onderhoud uit te voeren vóór elke rit
Controleer de remmen door langzaam te rijden en vervolgens af te remmen.
Controleer of de lichten en de indicatielampjes goed werken.
Bekijk of de wielen en banden beschadigd zijn en of de laatste de juiste
spanning hebben.
Wekelijkse controles / bandspanning
Gevaar voor verwonding door te grote bandspanning:
De banden kunnen scheuren als de bandspanning te hoog is.
Zorg dat bij het oppompen de aangegeven bandspanning nooit wordt
overschreden. Gebruik uitsluitend geijkte instrumenten om
de luchtdruk in de banden te meten. Zulke instrumenten zijn
aanwezig bij tankstations.
(1)
Verwijder de ventieldop (1) controleer de luchtdruk.
Bandspanning =
Schroef de dop weer op het ventiel.
1.8 - 2.0 bar