WAARSCHUWING! Om te voorkomen dat het elektronische brandstofinjectiesysteem beschadigd raakt, dient u de accukabel nooit los te koppelen of aan te sluiten als de contactschakelaar in de "ON"-stand staat.
LEES DEZE HANDLEIDING ZORGVULDIG DOOR Deze gebruikshandleiding bevat belangrijke informatie omtrent veiligheid, bediening en onderhoud van uw KYMCO People GT 125i/200i/300i scooter. Wie deze scooter gaat gebruiken, dient eerst de inhoud van deze handleiding tot in de details gelezen en begrepen te hebben. Voor uw veiligheid dient u alle waarschuwingen in deze gebruikshandleiding en de labels op uw scooter begrepen te hebben en in acht te nemen.
Identificatienummers 1 1. VOERT UIGIDENTIFICATIENUMMER (VIN) 2 3 2. MOTORNUMMER (ESN) 3. FRAMENUMMER (FSN) 4. AMENUMMER (FRAME SERIAL NUMBER: VIN)? Noteer hierboven het framenummer , het motornummer en het voertuigidentificatienummer ter herinnering (u heeft ze nodig als u onderdelen bestelt bij uw erkende KYMCO dealer of in geval van diefstal van uw scooter ).
INHOUDSOPGAVE DEEL 1 - VEILIGHEID ................................ 1 – 8 Voorwoord .......................................................... 1 Veiligheid ....................................................... 2 - 3 Accessoires en veranderingen ............................ 4 Plaats van de onderdelen en dashboard ....... 5 – 8 DEEL 2 – INSTRUMENTEN & KENMERKEN ……………………………. ...... .9-20 Contactschakelaar .............................................. 9 Afdekplaatje ...........................................
AANTEKENINGEN
DEEL 1: VOORWOORD EN INLEIDING: VEILIGHEID Dank u voor uw aanschaf van deze KYMCO People GT 125i/200i/300i scooter en welkom als KYMCOscooterrijder. Wij raden u aan om deze handleiding grondig door te nemen, zodat u volledig vertrouwd bent met de juiste bediening van uw scooter en met de kenmerken, de mogelijkheden en de beperkingen ervan, voordat u gaat rijden. Om verzekerd te zijn van een probleemloze levensduur van uw scooter, dient u deze de juiste zorg en het juiste onderhoud te geven.
VEILIGHEID 1 2 BELANGRIJKE INFORMATIE OMTRENT DE VEILIGHEID U kunt van uw scooter jarenlang profijt hebben, als u de verantwoordelijkheid neemt voor uw eigen veiligheid en begrijpt welke uitdagingen u kunt tegenkomen op de weg. Er is veel dat u kunt doen om uzelf te beschermen als u rijdt. In deze handleiding vindt u veel nuttige adviezen. Hier volgen enige zeer belangrijke veiligheidstips: Draag een helm Een veilige scooteruitrusting begint met een helm van goede kwaliteit.
VEILIGHEID BESCHERMENDE KLEDING Voor uw veiligheid raden wij u ten sterkste aan om altijd tijdens het rijden een goedgekeurde scooterhelm, oogbescherming, laarzen, handschoenen, een broek met lange pijpen en een hemd of jack met lange mouwen te dragen. Helmen en bescherming Uw helm is het belangrijkste onderdeel van uw rijuitrusting, omdat het de beste bescherming biedt tegen verwondingen aan het hoofd. Een helm dient goed om uw hoofd te passen en prettig te zitten.
ACCESSOIRES & VERANDERINGEN 1 Er is een grote verscheidenheid aan accessoires op de markt verkrijgbaar. KYMCO kan de kwaliteit of de bruikbaarheid van onderdelen die u misschien zou willen aanschaffen, niet garanderen. Als u ongeschikte onderdelen aan uw scooter toevoegt, zou dit kunnen leiden tot onveilige situaties.
PLAATS VAN DE ONDERDELEN & DASHBOARD 5 (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) achterremhevel koplamp linkerrichtingaanwijzer jiffy buddy luchtfilter achterlicht/remlicht 1 2 1 7 3 6 N.B.: Uw scooter kan qua uiterlijk iets afwijken van de in deze handleiding afgebeelde scooter.
PLAATS VAN DE ONDERDELEN & DASHBOARD 1 8. koelvloestoftank 9. uitlaatdemper (8) koelvloeistoftank 10. oelreservo olievuldop / peilstok (9) uitlaatdemper 11. beznzinevuldop (10) olievuldop / -peilstok (11) benzinevuldop 12. passagiersvoetsteun (12) passagiersvoetsteun achter (13) rechter richtingaanwijzer LED 132. rechter richtingaanwijzer LED Right Turn Signal LED 6 11 8 13 9 10 12 N.B.: Uw scooter kan qua uiterlijk iets afwijken van de in deze handleiding afgebeelde scooter.
PLAATS VAN DE ONDERDELEN & DASHBOARD (14) richtingaanwijzer voor (15) koplamp (dimlicht) (16) voorremhevel 1 15 16 14 9 4 4 N.B.: Uw scooter kan qua uiterlijk iets afwijken van de in deze handleiding afgebeelde scooter.
PLAATS VAN DE ONDERDELEN & DASHBOARD (17) (18) (19) (20) (21) (22) 1 richtingaanwijzer achter (LED) noodstopschakelaar contactschakelaar accu en zekeringen achterlicht/remlicht oplaadpunt voor mobiele telefoon 22 18 19 21 17 20 N.B.: Uw scooter kan qua uiterlijk iets afwijken van de in deze handleiding afgebeelde scooter.
DEEL 2: DASHBOARD & KENMERKEN CONTACTSCHAKELAAR Bediening en functies van de contactschakelaar: -stand: Alle elektrische circuits zijn verbroken. De motor kan niet starten of draaien. -stand: De contactschakelaar staat op "ON", het elektrisch circuit is gesloten en de motor kan nu worden gestart. De sleutel kan in deze stand niet verwijderd worden uit de contactschakelaar.
DASHBOARD & KENMERKEN VEILIGHEIDSAFDEKPLAATJE Om het veiligheidsafdekplaatje te sluiten: Druk op de sluitknop van de contactschakelaar en het afdekplaatje sluit het sleutelgat af. 2 10 Om het veiligheidsafdekplaatje van de contactschakelaar te openen: Steek de afdeksleutel in het slot totdat de cilinder tegenover de pin staat. Draai met de klok mee en het afdekplaatje schuift open. De sleutels hebben een unieke code die gedrukt staat op het bijbehorende label.
DASHBOARD & KENMERKEN DASHBOARD (1) Odometer/Trip-meter: Druk de "MODE"-knop in om de meter in te stellen op ofwel het totaal aantal gereden kilometers ("ODO") ofwel het aantal gereden kilometers per rit ("TRIP"). Houd de "ADJ"-knop gedurende twee seconden ingedrukt totdat de ODO-, TRIP (A, B) - of SERVICE-modus op het display verschijnt. Om de TRIP-meter te resetten, drukt u de "ADJ"- en de "MODE"-knop gelijktijdig in terwijl de TRIP-modus staat ingeschakeld. De meter gaat dan weer op nul staan.
DASHBOARD & KENMERKEN (8) Motormanagement-lampje : Als dit indicatielampje brandt, wijst dit erop dat er een storing in het brandstofinjectie- of het elektrisch systeem van de scooter is gesignaleerd. U dient onmiddellijk naar uw erkende KYMCO-dealer te gaan om hiernaar te laten kijken. 2 12 N.B.: Het motormanagementlampje licht meteen op als de scooter wordt gestart (ON) nog voordat de motor loopt.
(10) Accuspanningindicatielampje: Als de accuspanning tijdens het starten van de motor te laag is, kan het lampje gaan branden. De motor kan niet opnieuw gestart worden, tenzij de accu weer volledig wordt opgeladen. 11 10 2 (11) Oliedruk indicatielampje : Dit lampje gaat branden als de olieduk onder de normale bedrijfsdruk ligt. Het lampje brandt als de contact schakelaar in de "ON"stand staat en de motor niet loopt.
DASHBOARD & KENMERKEN 2 14 MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY DIGITAAAL KLOKJE Het klokje geeft de tijd in uren en minuten aan als 5. Om de minuten te veranderen, drukt u op de MODEknop totdat de cijfers voor de minuten gaan het contact op "ON"staat. knipperen. Om de tijd van het klokje handmatig in te stellen, gaat u als volgt te werk 1. Zet de contactschakelaar op "ON" 2. Druk op de afstelknop en houdt deze ingedrukt gedurende meer dan twee seconden om voor ODO te kiezen. 6.
DASHBOARD & KENMERKEN RECHTERSTUURSCHAKELAAR Lichtschakelaar " "-stand: De koplamp en het achterlicht gaan branden. " "-stand: Het parkeerlicht en het achterlicht (continu licht) gaan branden. " "-stand: De koplamp en het achterlicht gaan uit. Elektrische startknop “ ”-stand: Druk de elektrische startknop in om de startmotor aan te zetten. 2 Noodstopschakelaar (“ENGINE STOP”) " "-stand: Het startcircuit staat uit. De motor kan niet starten of draaien.
2 16 DASHBOARD & KENMERKEN LINKERSTUURSCHAKELAAR Richtingaanwijzerschakelaar : Gebruik de richtingaanwijzerschakelaar om aan uw medeweggebruikers duidelijk te maken dat u een bocht wilt maken of wilt afslaan. Het richtingaanwijzer-indicatielampje op het dashboard gaat knipperen om de bestuurder te waarschuwen dat een richtingaanwijzer aanstaat. voor linksafslaan; voor rechtsafslaan. 4 5 Om de richtingaanwijzeruit te zetten, zet u de schakelaar in het midden en drukt hem in.
DASHBOARD & KENMERKEN Dimschakelaar : " " stand: het dimlicht wordt aangezet. " " - stand: grootlicht wordt aangezet en het grootlicht-indicatielampje op het dashboard wordt eveneens geactiveerd. Signaallichtknop : Gebruik deze knop om het grootlicht snel aan en uit te doen om ander verkeer te laten weten dat u wilt passeren.
2 18 DASHBOARD & KENMERKEN CONTROLE VAN HET BENZINEPEIL / BIJTANKEN Als het indicatielampje voor laag benzinepeil begint te knipperen, dient u zo spoedig mogelijk bij te vullen met EURO 95 loodvrije benzine. Benzinevuldop: Om benzine bij te tanken, gaat u als volgt te werk: 1. Gebruik de contactsleutel om de benzinedop te ontgrendelen. 2. Draai de vuldop tegen de richting van de klok in. 3. Als de dop ontgrendeld is, haalt u de dop uit de benzinevulnek. 4.
DASHBOARD & KENMERKEN BUDDYSEAT Ontgrendelen: Als de contactsleutel in de " "-stand staat en de motor loopt, drukt u de sleutel in en draait deze tegen de richting van de klok in van de " "naar de " "-stand. Als de motor niet loopt, draait u de contactsleutel 2 van de " ”-stand in de “ ”-stand. Pak de buddyseat aan de achterzijde vast en til deze op.
2 20 DASHBOARD & KENMERKEN OPHANGING Elke schokbreker op uw scooter heeft vijf veervoorspanningsstanden voor verschillende belading en rijomstandigheden. Gebruik een noksleutel om de veervoorspanning van de achterschokbreker te verstellen. Stand 1 is voor lichte belading en lichte rijomstandigheden. Stand 3, 4 en 5 geven een oplopende veervoorspanning voor een stijvere achterophanging en kunnen gebruikt worden naarmate de scooter zwaarder beladen is.
DEEL 3: BEDIENING CONTROLE VOORAFGAANDE AAN ELKE RIT In verband met uw veiligheid is het belangrijk om elke keer als u gaat rijden een paar minuten de tijd te nemen om rond uw scooter te lopen en de toestand ervan te controleren. Als u een probleem ontdekt, los dit dan meteen op of laat dit doen door uw KYMCO-dealer.
3 22 BEDIENING HET STARTEN VAN DE MOTOR Volg altijd de juiste startprocedure zoals die hier en op de volgende bladzijden wordt beschreven. PAS OP! Om de katalysator in het uitlaatsysteem van uw scooter te beschermen, dient u de motor zo min mogelijk lange tijd achtereen stationair te laten draaien en geen gelode benzine te gebruiken. PAS OP! Om schade aan de startmotor te voorkomen, dient u deze niet langer dan vijf seconden achtereen te laten draaien.
BEDIENING 3. Knijp de linker (achter) remhevel in. N.B.: De elektrische startknop werkt alleen als de linker- (achter-) of rechter- (voor-)remhevel is ingeknepen. 4. Druk op de startknop terwijl de gashendel dicht is. Laat de startknop los zodra de motor aanslaat. PAS OP! 3 Als u de motor laat draaien terwijl de oliedruk onvoldoende is, kan dit de motor ernstig beschadigen. 5. Houd de gashendel gesloten terwijl u de motor laat opwarmen. 6. Zorg dat de motor volledig is opgewarmd voordat u gaat rijden.
AANTEKENINGEN
DEEL 4: ONDERHOUD HET BELANG VAN ONDERHOUD Wilt u veilig, zuinig en probleemloos rijden, dan dient u uw scooter op de juiste wijze te onderhouden. Het juiste onderhoud draagt ook bij tot een beperking van de luchtvervuiling en een maximaal zuinig brandstofverbruik. Om u te helpen uw scooter op de correcte wijze te onderhouden, is er in deze gebruikshandleiding een onderhoudsschema opgenomen. Dit geeft de juiste momenten aan waarop u uw scooter een onderhoudsbeurt dient te geven.
ONDERHOUD ONDERHOUDSSCHEMA Voer op elk voorgeschreven moment in het onderhoudsschema een controle uit voordat u gaat rijden (zie p.21). Het moment voor een nieuwe onderhoudsbeurt wordt bepaald door ofwel de gereden afstand (aangegeven door de odometer), ofwel - als het aantal kilometers nog niet gereden is - , door de verstreken tijd. Beide worden aangegeven in het onderhoudsschema. 4 Legenda onderhoudsschema (zie p.
ONDERHOUD FREQUENTIE * * * * * * * * * STAND VAND DE ODOMETER 10 12 V V C B C R R R V V V R V 15 18 V C C C 20 24 V V C B C R R V V R V 25 30 V C C C MOTOROLIEFILTER V V V V V V V - STATIONAIR TOERENTAL TRANSMISSIEOLIE C V V V V C V V C V 32 C C C C C C - ONDERDEEL * WAT HET EERST KOMT LUCHTFILTER BOUGIES GASHENDEL KLEPSPELING BENZINELEIDING CARTERVENTILATEUR MOTOROLIE OLIEFILTERGAASJE V-SNAAR X 1000 km 1 5 MAAND 1 6 V C C C 30 36 V V C B C R R V V R V ZIE PAG.
ONDERHOUD FREQUENTIE ONDERDEEL WAT HET EERST KOMT X 1000 1 km MAAND 4 ** * ** * ** ** 28 STAND VAN DE ODOMETER 1 5 10 15 20 25 30 6 12 18 24 30 36 C SLIJTAGE KOPPELINGSCHOEN REMVLOEISTOF SLIJTAGE REMSCHOEN REMSYSTEEM REMLICHTSCHAKELAAR STUURLAGERS STAND KOPLAMP MOEREN, BOUTEN, KLEMMEN KOELVLOEISTOF C C C C C C C V C C C C C C C C C V C C C C C C C C C V C C C C C C C C C V C C C C C V C C C C C V ZIE PAG.
ONDERHOUD MOTOROLIE Aanbevolen motorolie Gebruik full synthetic viertakt motorolie voor een langere levensduur van uw scooter. Gebruik alleen olie van het type SJ (API-serviceclassificatie). Viscositeit van de motorolie: SAE 5W-50 full synthetic CONTROLE VAN HET OIEPEIL Controleer de motorolie elke dag voordat u gaat rijden. Het peil moet tussen het indicatiestreepje voorhoogste en dat voor laagste oliepeil op de olievuldop/peilstok staan.
ONDERHOUD 3. Verwijder na enige minuten de olievuldop/-peilstok , veeg deze schoon en plaats hem weer terug zonder hem in te schroeven. Haal de olievuldop/-peilstok er vervolgens weer uit. Het oliepeil dient tussen het bovenste en het onderste indicatiestreepje op de olievuldop/-peilstok te liggen. 4. Vul zo nodig de gespecificeerde olie bij zodat het oliepeil tot het bovenste indicatiestreepje op de oliepeilstok reikt. Vul niet teveel bij. 5. Plaats de olievuldop/-peilstok weer terug.
ONDERHOUD . 3. Haal de olieaftapplug uit het carter om de olie af te tappen. 4. Plaats de aftapplug weer terug en draai deze stevig vast tot het gespecificeerde koppel. 5. Vul de hieronder genoemde hoeveelheid olie bij en plaats de olievuldop/-peilstok terug. Carterinhoud: 1.2 L (125i) / 1.5 L (200i/300i) Motorolie verversen: 1.0 L (125i) / 1.3 L (200i/300i) 6. Start de motor en laat deze gedurende 2 à 3 minuten stationair draaien. 7.
ONDERHOUD VERV ERSEN VAN DE TRANSMISSIEOLIE 1. Zet de scooter op de middenstandaard. 2. Verwijder de aftapplug voor de transmissieolie . 3. Verwijder de transmissieolie-vulplug en draai vervolgens het achterwiel langzaam rond om de olie af te tappen. 4. Vul de transmissiebak met de aanbevolen vloeistof tot de hieronder genoemde hoeveelheid. Type transmissieolie: SAE 75W/90 KYMCO adviseert POWER OIL 5. Plaats de vuldop terug en draai deze aan tot het aangegeven koppel. 4 Inhoud Verversen 125i 0.
ONDERHOUD LUCHTFILTERELEMENT Het luchtfilterelement dient regelmatig een onderhoudsbeurt te krijgen door een erkende KYMCOdealer. Alleen als uzelf over het juiste gereedschap en de juiste onderhoudsgegevens beschikt en technisch bevoegd bent om dit onderhoud uit te voeren, mag u dit zelf doen. U dient het element vaker een onderhoudsbeurt te geven als u in ongewoon natte of stoffige gebieden rijdt.
ONDERHOUD BOUGIE Verwijder de koolaanslag van de bougie met een kleine staalborstel of een bougiestraler. Na reiniging (of bij het plaatsen van een nieuwe bougie) dient u de elektrodenafstand binnen de gespecificeerden waarden bij te stellen met behulp van een draadvoelmaat. De bougie dient periodiek vervangen te worden. 4 34 Telkens wanneer u de koolaanslag verwijdert, kijk dan goed naar de kleur van het uiteinde van het porselein.
ONDERHOUD CONTROLE VAN HET KOELVLOEISTOFPEIL Het koelvloeistofreservoir bevindt zich onder de linkertreeplank. Controleer het koelvloeistofpeil door het inspectieruitje in het linkerzijpaneel terwijl de motor een normale bedrijfstemperatuur heeft en de scooter rechtop staat.
ONDERHOUD VERVERSEN VAN DE KOELVLOEISTOF Dient uitgevoerd te worden door uw KYMCO-dealer, tenzij de gebruiker van de scooter over het juiste gereedschap en de servicebeurtgegevens beschikt en technisch gekwalificeerd is. OPM.:Vul altijd koelvloeistof bij aan het expansievat. Probeer nooit koelvloeistof bij te vullen door de radiatordop te verwijderen .
ONDERHOUD JIFFY De jiffy is niet alleen nodig bij het parkeren, maar heeft ook een belangrijke veiligheidsinrichting. Deze inrichting zet het contact uit als u probeert weg te rijden terwijl de jiffy uitgeklapt is. Voer de volgende controle uit. Controle van de jiffy-startonderbreking: 1. Zet de scooter op de middenstandaard. 2. Klap de jiffy in en start de motor. 3. Klap de jiffy uit. De motor dient te stoppen zodra u de jiffy uitklapt. INGEKLAPT 4 N.B.
REMVLOEISTOF ONDERHOUD Controle van de remvloeistof Controleer, terwijl de scooter rechtop staat, het remvloeistofpeil vóór en achter. Dit dient boven het indicatiestreepje voor minimumpeil te staan. Als het peil op of onder dit streepje ("L") staat, controleer dan de remblokken op slijtage. 4 L N.B.: Overige controles: Zorg dat er nergens remvloeistof lekt. Controleer ook op slijtage van of scheurtjes in de remslangen en klemmen.
ONDERHOUD WAARSCHUWING ! ! Voor de juiste remwerking, dient de groef van de stelmoer in het verlengde te liggen van de pin in de remarm. Controleer of de dikte van het remblok en van de remschoen genoeg is voor een juiste remwerking. 1. Als de slijtage-indicatiestreepjes in de voorremblokken niet langer zichtbaar zijn , dan betekent dit dat de remblokken versleten zijn en vervangen dienen te worden. 2.
ONDERHOUD ACCU Uw KYMCO-scooter is toegerust met een onderhoudsvrije (verzegelde) accu. Hierdoor is het niet nodig om het elektrolytenpeil te controleren of om gedestilleerd water bij te vullen. N.B.: Als de accu zwak lijkt en/of elektrolyten lekt (met als gevolg start- of andere elektrische problemen), neem dan contact op met uw erkende KYMCO-dealer. 4 40 ZEKERINGEN Als de zekeringen regelmatig doorbranden, dan duidt dit gewoonlijk op kortsluiting of op een overbelasting van het elektrisch circuit.
BANDEN ONDERHOUD WAARSCHUWING! De banden van uw scooter vormen de belangrijkste verbinding tussen uw scooter en het wegdek. Uw veiligheid en die van uw passagier hangen af van de toestand van de banden van uw scooter. Voorkom een ongeluk als gevolg van slechte banden door de volgende aanwijzingen op te volgen: Controleer de toestand en de spanning van de banden vóór elke rit. Stel de bandspanning zo nodig bij. Overlaad uw scooter niet.
AANTEKENINGEN
EMISSIEREGELSYSTEEM Carter emissieregelsysteem Uw People GT 125i/200i/300i motor is uitgerust met een gesloten cartersysteem. Carterdampen worden teruggeleid in de verbrandingskamer via het luchtinlaatsysteem. Hierdoor kunnen ze niet in de open lucht terechtkomen.
AANTEKENINGEN
TECHNISCHE GEGEVENS PEOPLE GT 125i Afmetingen Lengte Motor 2130 mm Type viertakt , vloeistof gekoeld, SOHC Breedte 750 mm Hoogte 1280 mm Cilinderinhoud 124.8 cc Wielbasis 1450 mm Boring & slag 54.7 x 54.5 mm Compressieverhouding 11.7:1 Inhoud 10.52 kW bij 9000 tpm Motorolie Transmissieolie 1.2 L 0.13 L Max.
6 46 TECHNISCHE GEGEVENS PEOPLE GT 200i Afmetingen Lengte Motor 2130 mm Type viertakt OHC OHC & centrale as 205 cc Breedte 750 mm Hoogte 1280 mm Klepaandrijving Cilinderinhoud Wielbasis 1450 mm Boring & slag 66 x 60 mm Compressieverhouding 10.3:1 Inhoud Motorolie Transmissieolie 1.5 L 0.23 L Max. vermogen 15.2 kW bij 8000 tpm Max. koppel 19.9 Nm bij 6500 tpm Benzinetank Droog gewicht 9L 156.
TECHNISCHE GEGEVENS PEOPLE GT 300i Afmetingen Lengte Motor 2130 mm Type viertakt OHC OHC & centrale as 298.9 cc Breedte 750 mm Hoogte 1280 mm Klepaandrijving Cilinderinhoud Wielbasis 1450 mm Boring & slag 72.7 x 72 mm Compressieverhouding 10.8:1 Inhoud Motorolie Transmissieolie 1.5 L 0.23 L Max. vermogen 20.9 Kw bij 8500 tpm Max. koppel 26.
“People GT 125i/200i/300i Owner’s Manual” door KWANG YANG Motor Co., Ltd. Eerste uitgave: januari 2011 Aangepast en vertaald voor KYMCO Benelux B.V.: mei 2011 (Amstel Translations) Alle rechten voorbehouden. Elke verveelvoudiging en/of elk gebruik zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van KWANG YANG Motor Co., Ltd en KYMCO Benelux B.V. is uitdrukkelijk verboden. KWANG YANG MOTOR CO.,LTD. NO.