Operation Manual

18
(10)
controle van de claxon/
lichten
Z
et de contactschakelaar aan
en druk o
p de c
laxonknop
om te
controleren of de c
laxon het doet.
Controle van de koplamp en het achterlicht
:
Zet de lichtschakelaar aan om te controleren of de koplamp en het
achterlicht het goed doen en kijk of
de
lich
tglazen
vuil of beschadigd
zijn.
Controle van het remlicht:
Knijp één voor één de voor
-
en de achterremhevel in om te
controleren of het remlicht goed werkt. Kijk ook of het remlichtglaasje
vuil of beschadigd is.
Controle van de richtingaanwijzers:
Gebruik de ric
htingaanwijzer
-
schakelaar om te kijken of de
richtingaanwijzers links
-
/rechts
-
-
voor/
-
achter kunnen knipperen en
zoemen. Kijk ook of de
licht
glaasjes vuil of beschadigd zijn.
Koplamp
Richtingaanwijzer
Achterlicht / Remlicht
Claxonknop