Operation Manual

24
(1)
Oliedruk
waarschuwings
lampje
Brandt
als de oliedruk zich onder het normale peil bevindt.
D
ient te branden als de contactschakelaar in de
aan
-
positie staat en de motor niet draait.
Dient uit t
e gaan als de motor wordt gestart,
behalve wann
eer de motor
warm is en geheel of bijna
stationair
draait
. Dan
zal dit lampje zo nu en dan
gaan flikkeren.
N.B.:
Als u de motor laat draaien terwijl de oliedruk onvoldoende is, kan dit de motor ernstig beschadigen.
(2)
Modusknop
De
ze
knop wordt gebruikt om
voor
de
TRIP
-
m
eter, ODO
-
meter of TRIP
-
reset
-
meter te kiezen.
(3)
Accu
verklikkerlampje
Als di
t controlelampje gaat branden tijdens het rijden,
dan
wil dit zeggen dat het voltage van de accu onder 11
Volt ligt.
(4)
Toerenteller
Deze geeft het aantal toeren per minuut
(tpm) aan dat de motor draait.
(5)
Rechter
-
/linker
richtingaanwijzer
-
indicatielampje
Knippert als de rechter
-
/linker
richtingaanwijzer aans
taat.