Operation Manual

46
OPHANGING
Elke schokbreker (1) heeft vijf veers
tanden voor verschillende belading
en verschillende rijomstandigheden.
Gebruik een noksleutel (2) om de achterschokbrekers af te stellen
.
Stel
de stand van de schokbrekers altijd af in de volgorde 1
-
2
-
3
-
4
-
5 of
5
-
4
-
3
-
2
-
1
.
Als u probeert om direc
t van 1 naar 5 te gaan of van 5 naar
1, kunt u de schokbreker beschadigen.
Stand 1 is voor
lichte belading
en een glad wegdek.
S
tand 3 t/m 5: de
toenemende
veervoorspanning
zorgt
voor een
stijvere ophanging
en kan gebru
ikt worden naarmate de scooter
zwaarder
beladen is.
Zorg ervoor dat u
altijd dezelfde veervoorspanning gebruikt voor beide
schokbrekers.
Standaard veervoorspanning: stand
3
(1)
(2)
1 2 3 4 5
1
5
234