Operation Manual
5
1
3.
O
pen
het
sleutelgat
van de contactschakelaar
met de afdeksleutel
en zorg dat de noodstopschakelaar op “
“
staat.
4.
Zet de contactschakelaar op “
”(aan).
Verzeker u erv
an dat het rode
oliedrukwaarschuwings
lampje
brandt.
Het oliedrukwaarschuwingslampje dient
een paar seconden nadat de
motor is gestar
t
, te doven
.
Als het lampje aanblijft
, zet dan onmiddellijk
de motor stil en controleer het oliepeil.
N.B.:
Als u de motor laat draaien terwijl de oliedruk onvoldoende is,
kan dit de motor ernstig beschadigen.
5.
Knijp de achterremhevel in.
De elektrische s
tartmotor
werkt alleen als de achterremhevel
is ingeknepen en de jiffy is ingeklapt
.