Operation Manual
57
6.
Om op te trekken, o
p
ent
u geleidelijk aan de gashendel:
de
scooter rijdt vooruit.
Zorg dat u de gashendel niet “BLIEPT”
(snel open
-
en
dichtdraait
) omdat de scooter dan plotseling naar voren zal
schieten en u mogelijk de macht
over het stuur zult verliezen.
7.
Om snelheid te minderen, draait u de gashendel dicht.
8.
Als u vaart mindert, is het zeer belangrijk dat u de bediening van
gashendel en de voor
-
en achterremmen goed op elkaar
afstemt.
Zowel de voor
-
als de achterremheve
l moeten beide
tegelijkertijd worden ingeknepen.
Als u alleen de voorrem
of
alleen de achterrem gebruikt, kunt u minder goed stoppen.
Te hard remmen kan tot gevolg hebben dat één van de wielen
blokkeert, zodat u de macht over het stuur kunt verliezen.
DICHT