Operation Manual
1-4
Voor u het faxapparaat in gebruik neemt > Namen en functies van de onderdelen
Bedieningspaneel
Voor de namen van de toetsen en indicators voor andere functies dan de faxfuncties, raadpleeg de
gebruikershandleiding van het apparaat
Aanraakscherm. Geeft
de toetsen weer voor het
configureren van de
apparaatinstellingen.
Verwerken: Knippert tijdens het verzenden en ontvangen van faxen.
Geheugen: Knippert terwijl het geheugen wordt gebruikt. Brandt vast
wanneer een document in het geheugen is opgeslagen.
Opgelet: Brandt of knippert wanneer een fout optreedt en een taak
wordt afgebroken.
Geeft het scherm Systeemmenu/Tellers
weer.
Geeft het scherm
Status/Taak annuleren
weer.
Geeft het scherm
Kopiëren weer.
Geeft het scherm
Favorieten weer.
Als een applicatie in
gebruik is, wordt het
scherm van de
applicatie weergegeven.
Geeft het scherm
Verzenden weer. U kunt
een fax verzenden via het
basisverzendscherm.
Geeft het scherm
Documentbox weer.
Geeft het scherm FAX
weer.
-
Beëindigt (meldt af) op het
scherm Beheer.
Zet het apparaat in de
slaapstand. Schakelt de
slaapstand uit.
Brandt als het apparaat
ingeschakeld is.
Cijfertoetsen.
Om cijfers en
symbolen in te
voeren.
Wist ingevoerde cijfers en karakters. Resets de
standaardinstellingen.
Druk op deze toets om een
geregistreerde bestemming op te
geven in de vorm van een nummer,
zoals een snelkiesnummer of
adresnummer.
Annuleert of onderbreekt
de lopende afdruktaak.
Bevestigt de cijfers ingevoerd met de
cijfertoetsen en bevestigt het scherm
tijdens het instellen van functies.
Werkt net als de [OK]-toets op het
scherm.
Start het verzenden van
een fax en het verwerken
van instellingen.
FAX
Op de haak Keten
Check
Adresboek
bestemm.
Direct
Extern adresboek
Functies
10:10
Bestem:
Snelkiestoets
Kies opnieuw
Favorieten
Gereed voor verzenden.
GB0669_00