GEBRUIKERSHANDLEIDING FS-1028MFP/FS-1128MFP FS-1100 FS-1300D
Inleiding Hartelijk dank voor uw aankoop van de FS-1028MFP/FS-1128MFP. Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen het apparaat correct te bedienen, het basisonderhoud uit te voeren en zo nodig eenvoudige problemen op te lossen, zodat u uw apparaat steeds in optimale staat kunt gebruiken. Lees deze gebruikershandleiding aandachtig voor u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar de handleiding in de buurt van het apparaat zodat u deze snel kunt raadplegen.
Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder beschreven.
Inhoud Inhoud Waarschuwingsetiketten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . v Voorzorgsmaatregelen bij de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . vi Voorzorgsmaatregelen voor gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .viii Laserveiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Appendix Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Appendix-2 Invoermethode voor tekens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud iv GEBRUIKERSHANDLEIDING
Waarschuwingsetiketten Er zijn ten behoeve van de veiligheid op de volgende plaatsen waarschuwingsetiketten op het apparaat aangebracht. Voorkom brand of elektrische schokken bij het verhelpen van een papierstoring of wanneer u de toner vervangt. Laser binnenin het apparaat (Waarschuwing voor Voor de V.S. en Canada Voor Europa, Azië en andere landen Hoge temperaturen binnenin het apparaat. Raak geen onderdelen in dit gebied aan, want er bestaat kans op brandwonden.
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie Omgeving VOORZICHTIG Plaats het apparaat niet op of in plaatsen die niet stabiel of vlak zijn. Op dergelijke plaatsen kan het apparaat omvallen. Dergelijke situaties leveren gevaar voor lichamelijk letsel of beschadiging van de apparatuur op. Plaats het apparaat niet op vochtige, stoffige of vuile locaties. Wanneer er stof of vuil op de stekker is terechtgekomen, moet u deze reinigen om gevaar voor brand of elektrische schokken te voorkomen.
• Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht. • Vermijd slecht geventileerde plaatsen. Als de vloer niet bestand is tegen zwenkwieltjes, is het mogelijk dat de vloer beschadigd raakt wanneer het apparaat na de installatie wordt verplaatst. Tijdens het kopiëren komen er kleine hoeveelheden ozon vrij, maar deze hoeveelheden vormen geen gezondheidsrisico.
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik Waarschuwingen bij het gebruik van het apparaat WAARSCHUWING Plaats geen metalen voorwerpen of voorwerpen die water bevatten (vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van het apparaat. Dit vormt een risico voor brand of elektrische schokken mocht het water in het apparaat terechtkomen. Haal geen panelen van het apparaat, omdat er dan kans bestaat op elektrische schokken als gevolg van de hoge spanning in het apparaat.
VOORZICHTIG Trek niet aan het netsnoer wanneer u het uit het stopcontact haalt. Als u aan het netsnoer trekt, kunnen de draden breken en bestaat er gevaar voor brand of elektrische schokken. (Pak altijd de stekker vast wanneer u het netsnoer uit het stopcontact wilt trekken.) Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar voor brand of elektrische schokken.
Waarschuwingen bij het gebruik van verbruiksartikelen VOORZICHTIG De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken. Houd de tonercontainer en de tonerafvalbak buiten het bereik van kinderen. Als er onverhoopt toner uit de tonercontainer of de tonerafvalbak wordt gemorst, moet u inademing of inname van toner voorkomen, evenals contact met de ogen en de huid.
Overige voorzorgsmaatregelen Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde tonercontainer en tonerafvalbak worden gerecycled of verwijderd volgens de betreffende voorschriften. Bewaar het apparaat op een plaats die niet is blootgesteld aan direct zonlicht. Bewaar het apparaat op een plaats waar de temperatuur niet hoger wordt dan 40ºC en waar zich geen sterke schommelingen in temperatuur of vochtigheid voordoen.
Laserveiligheid Laserstralen kunnen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat hermetisch afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van het product door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen. Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1 volgens IEC 60825.
Veiligheidsvoorschriften voor het uitschakelen van de voeding Voorzichtig: De stekker is het belangrijkste onderdeel voor het afsluiten van de voeding! Andere schakelaars op de apparatuur zijn slechts functieschakelaars en zijn niet geschikt om de apparatuur van de voeding los te koppelen. VORSICHT: Der Netzstecker ist die Hauptisoliervorrichtung! Die anderen Schalter auf dem Gerät sind nur Funktionsschalter und können nicht verwendet werden, um den Stromfluß im Gerät zu unterbrechen.
Wettelijke beperkingen betreffende kopiëren/scannen • Het kan verboden zijn auteursrechtelijk beschermd materiaal te kopiëren/scannen zonder de toestemming van de houder van het auteursrecht. • Het kopiëren/scannen van de volgende voorwerpen is verboden en kan beboet worden. Dit sluit andere voorwerpen niet uit. Maak niet bewust een kopie/scan van voorwerpen die niet gekopieerd/ gescand mogen worden.
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie Lees deze informatie voor u het apparaat in gebruik neemt. Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen. • • • • • • • Wettelijke kennisgevingen ............................................ xvi Wat betreft handelsnamen ............................................xvii Energiebesparingsfunctie ............................................. xxi Automatische dubbelzijdige kopieerfunctie................... xxi Gerecycled papier....................
Wettelijke kennisgevingen Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van de gehele handleiding of een deel daarvan zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Kyocera Mita Corporation is verboden.
Wat betreft handelsnamen • PRESCRIBE en ECOSYS zijn handelsmerken van Kyocera Corporation. • KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation. • Microsoft, MS-DOS, Windows, Windows NT en Internet Explorer zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of in andere landen. • Windows Me, Windows XP en Windows Vista zijn handelsmerken van Microsoft Corporation. • PCL is een handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
GPL Bepaalde firmware van dit apparaat maakt ten dele gebruik van de GPL-toepassingscodes (www.fsf.org/ copyleft/gpl.html). Ga naar “http://www.kyoceramita.com/gpl” voor meer informatie over het beschikbaar maken van de GPLtoepassingscodes. Open SSL-licentie Copyright (c) 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Original SSLeay License Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) All rights reserved. This package is an SSL implementation written by Eric Young (eay@cryptsoft.com). The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL. This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are aheared to. The following conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the SSL code.
Monotype Imaging License Agreement 1 Software shall mean the digitally encoded, machine readable, scalable outline data as encoded in a special format as well as the UFST Software. 2 You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to reproduce and display weights, styles and versions of letters, numerals, characters and symbols (Typefaces) solely for your own customary business or personal purposes at the address stated on the registration card you return to Monotype Imaging.
Energiebesparingsfunctie Het apparaat is uitgerust met een energiebesparende stand, waarbij het energieverbruik wordt beperkt na het verstrijken van een bepaalde tijdsperiode nadat het apparaat het laatst werd gebruikt, en met een slaapstand, waarbij de printer- en faxfuncties in een wachtstand komen te staan, maar het energieverbruik tot een minimum wordt beperkt wanneer er gedurende een bepaalde tijdsperiode geen activiteiten hebben plaatsgevonden op het apparaat.
Over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken. Hoofdstuk 1 - Onderdeelnamen Beschrijft de onderdelen van het apparaat en de toetsen op het bedieningspaneel. Hoofdstuk 2 - Voorbereiding voor het gebruik Geeft uitleg over het toevoegen van papier, het plaatsen van originelen, het aansluiten van het apparaat en de benodigde configuraties voor het eerste gebruik. Hoofdstuk 3 - Basisbediening Beschrijft de basisprocedures voor kopiëren, afdrukken en scannen.
Vormgevingselementen in deze handleiding De volgende vormgevingselementen worden gebruikt, afhankelijk van het soort beschrijving. Vormgevingselement Beschrijving Voorbeeld Vet Geeft de toetsen op het bedieningspaneel of een computerscherm aan. Druk op de Start-toets. [Normaal] Geeft de toetsen op het aanraakscherm aan. Druk op [OK]. Cursief Geeft een bericht op het aanraakscherm weer. Gereed voor kopiëren wordt weergegeven.
xxiv GEBRUIKERSHANDLEIDING
1 Onderdeelnamen In dit hoofdstuk worden de onderdelen van het apparaat en de toetsen op het bedieningspaneel beschreven. • • Bedieningspaneel .........................................................1-2 Apparaat .......................................................................
Onderdeelnamen Bedieningspaneel Geeft het scherm Adresboek weer, waarin u bestemmingen kunt toevoegen, bewerken en verwijderen. Geeft het menuscherm Systeemmenu/Tellers weer, waarin u de systeeminstellingen en tellers kunt controleren. Roept de vorige bestemming op. Wordt ook gebruikt om een pauze in te voegen bij het invoeren van een faxnummer.* Geeft het scherm Status weer, waarin u de status kunt controleren, een statusrapport af kunt drukken en een lopende taak kunt pauzeren of annuleren.
Onderdeelnamen 1 Wordt gebruikt om een menu-item te selecteren, de cursor te verplaatsen bij het invoeren van karakters, een waarde te wijzigen enzovoort. Wist ingevoerde nummers en karakters. Resets instellingen en geeft het basisscherm weer. Selecteert het gekozen item of legt de ingevoerde waarde vast. Geeft het Functiemenu weer voor kopiëren, afdrukken, verzenden en de documentbox. Zet het apparaat aan/uit. Wordt ook gebruikt om de slaapstand in of uit te schakelen.
Onderdeelnamen Apparaat 8 7 1 3 2 4 5 6 9 10 1 Originelenklep (enkel bij de FS-1028MFP) 2 Glasplaat 3 Aanduidingen origineelformaat 4 Bedieningspaneel 5 Bovenklep 6 Voorklep 7 Drum 8 Hoofdladerreiniger 9 Vergrendelingshendel 10 Tonercontainer 1-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Onderdeelnamen 1 11 12 13 16 16 14 15 17 18 11 Bovenste opvangbak 12 Papierlengtegeleider 13 Papierstopper 14 Papierbreedtegeleiders 15 Cassette 16 Papierbreedtegeleiders (MF-lade) 17 Multifunctionele lade (MF-lade) 18 Verlengstuk MF-lade GEBRUIKERSHANDLEIDING 1-5
Onderdeelnamen 19 20 22 21 23 24 19 Bevestigingspin 20 USB-poort 21 Netwerkinterface-aansluiting 22 Achterklep 23 Hoofdschakelaar 24 Netsnoeraansluiting 1-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING
2 Voorbereiding voor het gebruik Dit hoofdstuk bevat uitleg over de voorbereidingen die u moet treffen voor u het apparaat voor de eerste maal gebruikt. Daarnaast beschrijft het de procedures voor het plaatsen van papier en originelen. • • • • • • • • • • • Bijgeleverde onderdelen controleren.....................................2-2 Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden..............2-3 Kabels aansluiten..........................................................
Voorbereiding voor het gebruik Bijgeleverde onderdelen controleren Controleer of de volgende onderdelen zijn bijgeleverd. • Gedrukt materiaal • Cd-rom (Product Library) • Cd-rom (TWAIN-compatibele toepassing) Documenten op de bijgeleverde cd-rom De bijgeleverde cd-rom (Product Library) bevat de volgende documenten. Raadpleeg ze wanneer nodig.
Voorbereiding voor het gebruik Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden Controleer de methode om het apparaat met een pc of een netwerk te verbinden en zorg dat u de noodzakelijke kabels bij de hand hebt. Aansluitvoorbeeld Bepaal de methode om het apparaat met een pc of een netwerk te verbinden aan de hand van onderstaande afbeelding. Verbinden van een scanner via een netwerkkabel (100Base-TX of 10Base-T) met uw pc-netwerk.
Voorbereiding voor het gebruik De benodigde kabels voorbereiden De volgende interfaces zijn beschikbaar om het apparaat met een pc te verbinden. Leg de benodigde kabels klaar afhankelijk van de gebruikte interface. Beschikbare standaardinterfaces Functie Benodigde kabel Printer/scanner /netwerkfax* Netwerkinterface LAN (10Base-T of 100Base-TX, beschermd) Printer/TWAINscannen/WIAscannen USB-interface USB 2.0-compatibele kabel (ondersteuning van HiSpeed USB, max.
Voorbereiding voor het gebruik Kabels aansluiten Volg de onderstaande stappen om kabels op het apparaat aan te sluiten. 1 Zet de hoofdschakelaar uit (O). 2 Sluit het apparaat aan op de pc of uw netwerkapparaat. Verwijder het kapje als u de netwerkinterface gebruikt. 3 Sluit het ene eind van de bijgeleverde netvoedingskabel aan op het apparaat en steek het andere eind in een stopcontact. 2 BELANGRIJK: Gebruik uitsluitend de netvoedingskabel die bij het apparaat wordt geleverd.
Voorbereiding voor het gebruik 2-6 4 Zet de hoofdschakelaar aan (I). Het apparaat begint met opwarmen. 5 Als u de netwerkkabel aansluit, configureer dan het netwerk. Raadpleeg Netwerk instellen (LANaansluiting) op pagina 2-13 voor meer informatie.
Voorbereiding voor het gebruik De taal in het scherm wijzigen [Taal] Kies de taal die weergegeven wordt in het Berichtendisplay. 2 Volg de onderstaande stappen om de taal te kiezen. 1 Als u gebruikersbeheer uitvoert en u bent niet aangemeld, dan verschijnt een aanmeldingsscherm. Voer dan het gebruikers-ID en wachtwoord in. Aanmeld.gebr.nm: L b ******************** Aanmeld.wachtw.: [ Menu ] [ Login ] Sys. menu/Teller.:a b 5 Eigenschap gebr.
Voorbereiding voor het gebruik 6 Druk op de toets U of V om de gewenste taal te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het menu Algemene instellingen.
Voorbereiding voor het gebruik Datum en tijd instellen Volg de onderstaande stappen om de lokale datum en tijd op de plaats van installatie in te stellen. Wanneer u een e-mail verzendt met de verzendfunctie, zullen de hier ingestelde datum en tijd in de kop van het e-mailbericht worden toegevoegd. Stel de datum, de tijd en het tijdsverschil met GMT in van de regio waar het apparaat wordt gebruikt. OPMERKING: Stel het tijdsverschil in voor u de datum en de tijd instelt. 1 Zet de hoofdschakelaar aan.
Voorbereiding voor het gebruik Algemene instell: a b 1 Taal ********************* 2 Standaardscherm 3 Geluid [ Einde ] Aanmeld.gebr.nm: L b ******************** Aanmeld.wachtw.: [ Menu ] [ Login 4 Druk op de toets OK. Het menu Algemene instellingen verschijnt. 5 Druk op de toets U of V om [Datuminstelling] te selecteren. 6 Er verschijnt een aanmeldingsscherm. Voer dan het gebruikers-ID en wachtwoord in. 7 Druk op de toets OK. Het menu Datuminstelling verschijnt.
Voorbereiding voor het gebruik Zomertijd: a b 1 *Uit ********************* 2 Aan 12 Druk op de toets OK. Zomertijd verschijnt. 2 13 Druk op de toets U of V om [Aan] of [Uit] te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het menu Datuminstelling.
Voorbereiding voor het gebruik Datumnotatie: a b 1 *MM/DD/JJJJ ********************* 2 DD/MM/JJJJ 3 JJJJ/MM/DD 19 Druk op de toets OK. Datumnotatie verschijnt. 20 Druk op de toets U of V om de gewenste weergave te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het menu Datuminstelling.
Voorbereiding voor het gebruik Netwerk instellen (LAN-aansluiting) Het apparaat is voorzien van een netwerkinterface-aansluiting, die compatibel is met netwerkprotocollen zoals TCP/IP (IPv4), TCP/IP (IPv6), IPX/SPX, NetBEUI, IPSec en AppleTalk. Dit maakt netwerkafdrukken mogelijk bij Windows, Macintosh, UNIX, NetWare en andere platforms. In dit hoofdstuk worden de procedures voor TCP/IP (IPv4) instellen en AppleTalk instellen uitgelegd. • TCP/IP (IPv4) instellen...2-13 • AppleTalk instellen...
Voorbereiding voor het gebruik Enkel beheerder. BELANGRIJK: Om de instellingen uit te voeren moet u aangemeld zijn met een gebruikers-ID met beheerdersrechten. De standaardinstellingen voor de aanmeldingsgebruikersnaam en het aanmeldingswachtwoord zijn beiden 2800. Als u aangemeld bent met een gebruikers-ID zonder beheerdersrechten, dan verschijnt het scherm Enkel beheerder. en wordt teruggekeerd naar het stand-byscherm. Systeem: a b 1 Netwerk inst. ********************* 2 I/F Vergr. Inst.
Voorbereiding voor het gebruik 9 Druk op de toets U of V om [Aan] te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het menu TCP/IP instel. TCP/IP instel.: a b 1 TCP/IP 2 IPv4 Instelling ********************* 3 IPv6 Instelling [ Einde ] IPv4 Instelling: a b 1 DHCP ********************* 2 Bonjour 3 IP-adres [ Einde ] 10 Druk op de toets U of V om [IPv4 Instelling] te selecteren. 11 Druk op de toets OK. Het menu IPv4 Instelling verschijnt.
Voorbereiding voor het gebruik 17 Druk op de toets U of V om [Uit] te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het menu IPv4 Instelling. IPv4 Instelling: a b 1 DHCP 2 Bonjour 3 IP-adres ********************* [ Einde ] IP-adres: a b 18 Druk op de toets U of V om [IP-adres] te selecteren. 19 Druk op de toets OK. IP-adres verschijnt. 123.145.167.189 20 Gebruik de pijltjestoetsen om het IP-adres in te voeren.
Voorbereiding voor het gebruik Subnetmasker: a b 23 Druk op de toets OK. Subnetmasker verschijnt. 123.145.167.189 2 24 Gebruik de pijltjestoetsen om het Subnetmasker in te voeren. Druk op de toets Y of Z om de cursor horizontaal te verplaatsen. Druk op de toets U of V of op de cijfertoetsen om het Subnetmasker in te voeren. Elk getal van 3 cijfers tussen de 000 en 255 kan ingesteld worden.
Voorbereiding voor het gebruik BELANGRIJK: Wanneer de DHCP-instelling (pagina 2-19) [Aan] is, dan wordt de huidige Default Gateway weergegeven en kan deze niet gewijzigd worden. Zet bij het instellen van een Default Gateway de DHCPinstelling (pagina 2-19) op Uit. 29 Druk op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het menu IPv4 Instelling.
Voorbereiding voor het gebruik DHCP-instellingen Kies of u wel of niet de DHCP-server wilt gebruiken. De standaardinstelling is Aan. Volg de onderstaande stappen om de DHCP-instelling te kiezen. 1 Als u gebruikersbeheer uitvoert en u bent niet aangemeld, dan verschijnt een aanmeldingsscherm. Voer dan het gebruikers-ID en wachtwoord in. Aanmeld.gebr.nm: L b ******************** Aanmeld.wachtw.: [ Menu ] [ Login ] Sys. menu/Teller.
Voorbereiding voor het gebruik Netwerk inst.: a b 1 TCP/IP instel. ********************* 2 NetWare 3 AppleTalk [ Einde ] a b TCP/IP instel.: 1 TCP/IP ********************* 2 IPv4 Instelling 3 IPv6 Instelling [ Einde ] TCP/IP: a b 1 Uit 2 *Aan ********************* 4 Druk op de toets OK. Het menu Netwerk inst. verschijnt. 5 Druk op de toets U of V om [TCP/IP instel.] te selecteren. 6 Druk op de toets OK. Het menu TCP/IP instel. verschijnt. 7 Druk op de toets U of V om [TCP/IP] te selecteren.
Voorbereiding voor het gebruik DHCP: a b 1 Uit 2 *Aan ********************* 13 Druk op de toets OK. DHCP verschijnt. 2 14 Druk op de toets U of V om [Aan] of [Uit] te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het menu IPv4 Instelling. Bonjour-instellingen Kies of u wel of niet gebruik wilt maken van Bonjour. De standaardinstelling is Uit. Volg de onderstaande stappen om de Bonjour-instelling te kiezen.
Voorbereiding voor het gebruik Enkel beheerder. BELANGRIJK: Om de instellingen uit te voeren moet u aangemeld zijn met een gebruikers-ID met beheerdersrechten. Als u aangemeld bent met een gebruikers-ID zonder beheerdersrechten, dan verschijnt het scherm Enkel beheerder. en wordt teruggekeerd naar het stand-byscherm. Systeem: a b 1 Netwerk inst. ********************* 2 I/F Vergr. Inst. 3 Beveiligingsniv. [ Einde ] a b Netwerk inst.: 1 TCP/IP instel.
Voorbereiding voor het gebruik TCP/IP instel.: a b 1 TCP/IP 2 IPv4 Instelling ********************* 3 IPv6 Instelling [ Einde ] IPv4 Instelling: a b 1 DHCP 2 Bonjour ********************* 3 IP-adres [ Einde ] 10 Druk op de toets U of V om [IPv4 Instelling] te selecteren. 2 11 Druk op de toets OK. Het menu IPv4 Instelling verschijnt. 12 Druk op de toets U of V om [Bonjour] te selecteren. Bonjour: a b 1 *Uit ********************* 2 Aan 13 Druk op de toets OK. Bonjour verschijnt.
Voorbereiding voor het gebruik OPMERKING: Sys. menu/Teller.:a b 1 Rapport 2 Teller 3 Systeem ********************* [ Einde ] Enkel beheerder. • Raadpleeg Invoermethode voor tekens op Appendix-7 voor meer informatie over het invoeren van karakters. • Als [Netw.verificatie] geselecteerd is als gebruikersverificatiemethode, druk dan op [Menu] (de linkerkeuzetoets) om de verificatiebestemming te selecteren. 2 Druk in het menu Sys.
Voorbereiding voor het gebruik AppleTalk a b 1 Uit 2 *Aan ********************* 6 Druk op de toets OK. AppleTalk verschijnt. 2 7 Druk op de toets U of V om [Aan] of [Uit] te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het menu Netwerk inst.
Voorbereiding voor het gebruik Software installeren Installeer de benodigde software op uw pc van de bijgeleverde Product Library cd-rom als u de printerfunctie van dit apparaat wilt gebruiken of als u TWAIN/WIA-verzending of faxverzending wilt gebruiken op uw pc. OPMERKING: Installatie in Windows XP, Windows 2000, Server 2003 en Windows Vista moet worden uitgevoerd door een gebruiker die als beheerder is aangemeld. Plug and Play is uitgeschakeld wanneer dit apparaat in de slaapstand staat.
Voorbereiding voor het gebruik COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail) Het COMMAND CENTER is een hulpmiddel dat wordt gebruikt voor taken als het controleren van de bedrijfsstatus van het apparaat en het wijzigen van de instellingen voor beveiliging, netwerkafdrukken, e-mailverzending en geavanceerde netwerkfuncties. 2 OPMERKING: Hieronder is de informatie over de faxinstellingen weggelaten. Raadpleeg de Faxgebruikershandleiding voor meer informatie over de faxfunctie.
Voorbereiding voor het gebruik E-mail verzenden Het opgeven van de SMTP-instellingen maakt het mogelijk afbeeldingen die op dit apparaat zijn opgeslagen te verzenden als e-mailbijlagen. Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden met een mailserver die het SMTPprotocol gebruikt.
Voorbereiding voor het gebruik 2 Voer in elk veld de juiste instellingen in. Hieronder worden de instellingen beschreven die moeten worden opgegeven in het scherm met SMTPinstellingen. Instelling SMTP-protocol SMTP-poortnummer SMTP-servernaam Time-out SMTP-server Verificatieprotocol Hiermee wordt het SMTP-protocol in- of uitgeschakeld. Het protocol moet worden ingeschakeld om de e-mailfunctie te gebruiken. Stel het SMTP-poortnummer in of gebruik de standaard SMTP-poort 25.
Voorbereiding voor het gebruik Papier plaatsen Er kan standaard papier in de cassette en de multifunctionele lade geplaatst worden. Daarnaast is ook een optionele papierinvoer verkrijgbaar. Voordat u het papier plaatst Wanneer u een nieuw pak papier opent, waaiert u het papier eerst los om de vellen uit elkaar te halen. Volg daarbij de onderstaande stappen. 1 Buig de stapel papier zodanig dat het midden van het papier omhoog wijst.
Voorbereiding voor het gebruik Papier in de cassettes plaatsen De standaardcassette is geschikt voor normaal papier, gerecycled papier en gekleurd papier. In de standaardcassette passen tot 250 vellen A4- of kleiner normaal papier (80 g/m2). De volgende papierformaten worden ondersteund: Legal, Oficio II, Letter, Executive, Statement, A4, B5, A5, A6, Folio en 16K. BELANGRIJK: • Gebuik geen inkjetprinterpapier of ander papier met een speciale bovenlaag.
Voorbereiding voor het gebruik 3 Stel de papierbreedtegeleiders in aan de linker- en rechterkant van de cassette. Druk op het instelmechanisme voor de papierbreedte op de linkergeleider en schuif de geleiders in de vereiste papierformaatstand. OPMERKING: De papierformaten staan op de cassette vermeld. 4 Pas de papierlengtegeleider aan aan het vereiste papierformaat.
Voorbereiding voor het gebruik 5 Plaats het papier in de cassette. Let erop dat de kant waarop afgedrukt moet worden naar beneden ligt en dat het papier niet gevouwen, opgekruld of beschadigd is. 2 BELANGRIJK: Plaats niet zoveel papier dat het boven het driehoekje op de breedtegeleider uit komt. • Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of gevouwen is. Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
Voorbereiding voor het gebruik Links vooraan op de papiercassette bevindt zich een papiermetertje dat aangeeft hoeveel papier er nog is. Als het papier op is, dan gaat het streepje naar beneden tot aan het niveau (leeg). OPMERKING: Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden, bescherm dan al het papier tegen vocht door het uit de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier op te bergen. 7 Selecteer het mediatype (normaal, gerecycled, enz.) dat in de cassette is geplaatst.
Voorbereiding voor het gebruik 1 Trek de multifunctionele lade naar u toe, totdat deze stopt. 2 GEBRUIKERSHANDLEIDING 2 Trek de onderlade uit. 3 Stel de papiergeleiders van de MF-lade in. De standaardpapierformaten staan aangegeven op de MF-lade of de handmatige invoerlade. Schuif bij standaardpapierformaten de papiergeleiders naar de bijbehorende markering.
Voorbereiding voor het gebruik 4 Plaats het papier tegen de papiergeleiders aan en schuif het zo diep mogelijk. BELANGRIJK: Houd de kant van de sluiting omhoog gericht. Gekruld papier moet u recht maken voor gebruik. Strijk de bovenzijde glad als die opgekruld is. Wanneer u papier in de multifunctionele lade plaatst, controleer dan eerst of er geen papier achtergebleven is van een vorig gebruik voor u het papier plaatst.
Voorbereiding voor het gebruik 1 Trek de multifunctionele lade naar u toe, totdat deze stopt. 2 GEBRUIKERSHANDLEIDING 2 Trek de onderlade uit. 3 Stel de papiergeleiders van de MF-lade in. De standaardpapierformaten staan aangegeven op de MF-lade of de handmatige invoerlade. Schuif bij standaardpapierformaten de papiergeleiders naar de bijbehorende markering.
Voorbereiding voor het gebruik 4 Plaats het papier tegen de papiergeleiders aan en schuif het zo diep mogelijk. 5 Sluit de flap bij enveloppen met een liggend formaat. Schuif de envelop zo ver mogelijk langs de geleiders en houd daarbij de te bedrukken zijde naar boven en de kant met de flap naar u toe gericht. Bij staand geörienteerde enveloppen, moet de flap dicht zijn.
Voorbereiding voor het gebruik BELANGRIJK: Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen (richting en kant) hangt af van het soort envelop. Zorg dat u ze op de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de verkeerde richting of op de verkeerde kant worden bedrukt. OPMERKING: Wanneer u enveloppen in de multifunctionele lade plaatst, kies dan de envelopsoort zoals beschreven in Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven op pagina 2-43.
Voorbereiding voor het gebruik Papierformaat en mediatype opgeven De standaardinstelling van het papierformaat voor de cassette, de multifunctionele lade en de optionele papierinvoer (cassettes 2 en 3) is [Letter] en de standaardinstelling van het mediatype is [Normaal]. Om het papiertype dat wordt gebruikt in de cassettes vast in te stellen, moet u de instellingen van het papierformaat en het mediatype opgeven. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven op pagina 2-40.
Voorbereiding voor het gebruik (de linkerkeuzetoets) om de verificatiebestemming te selecteren. Sys. menu/Teller.:a b 5 Eigenschap gebr. 6 Algemene instell ********************* 7 Kopiëren [ Einde ] Algemene instell: a b 1 Taal ********************* 2 Standaardscherm 3 Geluid [ Einde ] Inst. orig./pap.: a b 1 Custom form. orig ********************* 2 Stn orig. form. 3 Custom papierfmt [ Einde ] 2 Druk in het menu Sys. menu/Teller, op de toets U of V om [Algemene instell] te selecteren.
Voorbereiding voor het gebruik Cassette 1 frmt: a b 1 *Lettera ********************* 2 Legala 3 Statementa 9 Druk op de toets OK. Cassette 1 frmt verschijnt. 10 Druk op de toets U of V om het gewenste papierformaat te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het menu Cassette 1 inst. Cassette 1 inst.: a b 1 Cassette 1 frmt 2 Cassette 1 soort ********************* [ Einde 11 Druk op de toets U of V om [Cassette 1 soort] te selecteren.
Voorbereiding voor het gebruik Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven Om het papiertype dat wordt gebruikt in de multifunctionele lade vast in te stellen, moet u het papierformaat opgeven. Wanneer u ander papier dan normaal papier gebruikt, moet u het mediatype opgeven. Instelling Papierformaat Standaardformaten Selecteer uit de standaardformaten. De volgende papierformaten kunnen worden geselecteerd.
Voorbereiding voor het gebruik Sys. menu/Teller.:a b 5 Eigenschap gebr. 6 Algemene instell ********************* 7 Kopiëren [ Einde ] Algemene instell: a b 1 Taal ********************* 2 Standaardscherm 3 Geluid [ Einde ] Inst. orig./pap.: a b 1 Custom form. orig ********************* 2 Stn orig. form. 3 Custom papierfmt [ Einde ] a b Inst. MF-lade: 1 MF-lade form. ********************* 2 MF-lade type [ Einde 2-44 • Als [Netw.
Voorbereiding voor het gebruik MF-lade form.: a b 1 *Lettera ********************* 2 Legala 3 Statementa Overige: a b 1 *ISO B5a ********************* 2 Envelope #10 3 Envelope #9 Invoer form.(Y): D b (5.83 - 14.02) x ***11.49*" 9 Druk op de toets OK. MF-lade form. verschijnt. 2 10 Druk op de toets U of V om het gewenste papierformaat te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Als u [Overige] selecteert, selecteer dan één van de overige opties en druk vervolgens op de toets OK.
Voorbereiding voor het gebruik Originelen plaatsen Volg de onderstaande stappen om de originelen voor kopiëren, verzenden of opslaan te plaatsen. Originelen op de glasplaat plaatsen Naast gewone vellen kunt u als origineel ook boeken of tijdschriften op de glasplaat plaatsen. 1 Open de originelenklep. OPMERKING: Indien de optionele documenttoevoer (DP-110) geïnstalleerd is, opent u de documenttoevoer.
Voorbereiding voor het gebruik Originelen in de documenttoevoer plaatsen De optionele documenttoevoer scant automatisch elk vel van meerdere originelen. Beide zijden van dubbelzijdige originelen worden gescand.
Voorbereiding voor het gebruik Zo plaatst u originelen BELANGRIJK: Zorg ervoor, voor u originelen plaatst, dat er geen originelen in de originelenuitvoer zijn achtergebleven. Op de originelenuitvoer achtergebleven originelen kunnen de nieuwe originelen doen vastlopen. 1 Pas de breedtegeleiders voor originelen aan de nieuwe originelen aan. 2 Plaats de originelen. Plaats de te scannen zijde (of de eerste zijde van dubbelzijdige originelen) naar boven.
3 Basisbediening In dit hoofdstuk worden de volgende bedieningshandelingen uitgelegd. • • • • • • • • • • • • • • Aan- en uitzetten...........................................................3-2 Automatische energiebesparende stand ......................3-4 Slaapstand en automatische slaapstand ......................3-5 Aanmelden/afmelden ....................................................3-6 Snelkiestoetsen en Programmatoetsen ........................3-7 Berichtendisplay...................................
Basisbediening Aan- en uitzetten Aanzetten Als het aan/uit-lampje brandt... Druk op de toets Power. Als het aan/uit-lampje niet brandt... Zet de hoofdschakelaar aan. BELANGRIJK: Wanneer u de hoofdschakelaar uitschakelt, mag u hem niet meteen weer inschakelen. Wacht minstens 5 seconden voordat u de hoofdschakelaar weer inschakelt.
Basisbediening Uitzetten Voor u de hoofdschakelaar uitschakelt, zet u eerst de toets Power op het bedieningspaneel op uit. Zorg dat de toets Power en het geheugenlampje uit zijn, voor u de hoofdschakelaar uitschakelt. 3 Controleer of de lampjes uit zijn. Wanneer het apparaat langere tijd niet gebruikt zal worden VOORZICHTIG: Als u dit apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt (bijvoorbeeld 's nachts), zet het dan uit met de hoofdschakelaar.
Basisbediening Automatische energiebesparende stand De automatische energiebesparende stand schakelt het apparaat automatisch in de energiebesparende stand als het gedurende 2 minuten niet gebruikt is.
Basisbediening Slaapstand en automatische slaapstand Slaapstand Om de slaapstand te activeren, drukt u op de toets Power. Het Berichtendisplay en alle lampjes op het bedieningspaneel gaan uit om het energieverbruik tot een minimum te beperken. Enkel het aan/uit-lampje blijft branden. Deze stand heet de slaapstand. Als er tijdens de slaapstand afdrukgegevens worden ontvangen, dan wordt de afdruktaak uitgevoerd terwijl het Berichtendisplay onverlicht blijft.
Basisbediening Aanmelden/afmelden Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan moeten de aanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord worden ingevoerd om het apparaat te gebruiken. OPMERKING: Aanmelden is niet mogelijk als u uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord vergeten bent. Meldt u zich in dit geval aan met de toegangsrechten van de beheerder en wijzig uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord.
Basisbediening Snelkiestoetsen en Programmatoetsen De snelkiestoetsen en de programmatoetsen op het bedieningspaneel worden hieronder beschreven. Snelkiestoetsen U kunt bestemmingen registreren onder de snelkiestoetsen en de gewenste bestemming vervolgens oproepen door op de betreffende snelkiestoets te drukken. Een bestemming opgeven met een snelkiestoets Adresinvoer: * B b ABC [ Tekst 1 Druk bij Adresinvoer op de snelkiestoets waaronder de gewenste bestemming geregistreerd is.
Basisbediening Berichtendisplay De volgende voorbeelden geven uitleg over de berichten en pictogrammen die gebruikt worden in het berichtendisplay. Gereed voor kopiëren. Exempl.: 1 A4q sA A4a 100% [ Zoomen ] [ ] 1 2 3 4 5 1 6 7 Kopieerscherm Referentienummer 3-8 Gereed voor verzenden. Best.: 1 p :sally@kyoceramitaN 1-zijdig [ Duplex ] [ ] 8 9 4 5 Verzendscherm Betekenis 1 Geeft de huidige status van het apparaat aan.
Basisbediening Kopiëren Volg de onderstaande stappen voor de basishandelingen bij het kopiëren. 1 Druk op de toets Kopiëren wanneer de toets/het lampje Kopiëren uit is. 3 OPMERKING: Als het Berichtendisplay uitgeschakeld is, druk dan op de toets Power en wacht tot het apparaat opgewarmd is. 2 Plaats de originelen op de glasplaat of in de optionele documenttoevoer. OPMERKING: Raadpleeg Originelen plaatsen op pagina 2-46 voor informatie over het plaatsen. Gereed voor kopiëren. Exempl.
Basisbediening 5 Druk op de toets Start om het kopiëren te starten. 6 Verwijder de voltooide kopieën uit de bovenste opvanglade. Dichtheid instellen Volg de onderstaande procedure om de dichtheid in te stellen bij het kopiëren. Beschikbare dichtheidsinstellingen Beschrijving Handmatig Stel de dichtheid in aan de hand van 7 niveaus. Auto De optimale dichtheid wordt geselecteerd op basis van de dichtheid van het origineel. OPMERKING: U kunt Auto als standaardinstelling selecteren.
Basisbediening Handmatig: a b 1 u Lichter -3 ********************* 2 v Lichter -2 3 w Lichter -1 5 Druk op de toets OK. Als [Handmatig] geselecteerd is dan verschijnt Handmatig. Druk op de toets U of V om de gewenste dichtheid te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het basisscherm. 6 Druk op de toets Start. Het kopiëren begint. Beeldkwaliteit selecteren Selecteer de beeldkwaliteit die geschikt is voor het type origineel.
Basisbediening 5 Druk op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het basisscherm. 6 Druk op de toets Start. Het kopiëren begint. Kopiëren met zoom Stel de vergrotingsfactor in om het origineelbeeld te verkleinen of te vergroten. De volgende zoomopties zijn beschikbaar: Automatische zoom Hiermee wordt het origineelbeeld automatisch verkleind of vergroot, zodat het op het geselecteerde papierformaat past.
Basisbediening Maateenheid Metrisch Metrisch (Azië/ Pacific) Zoomfactor (Origineel Kopie) Standaard 100%, 400% (max.), 200%, 141% (A5 >> A4), 115% (B5 >> A4), 86% (A4 >> B5), 70% (A4 >> A5), 50%, 25% (min.) Overige 129% (Statement >> Letter), 90% (Folio >> A4), 78% (Legal >> Letter), 64% (Letter >> Statement) Standaard 100%, 400% (max.), 200%, 141% (A5 >> A4), 115% (B5 >> A4), 90% (Folio >> A4), 86% (A4 >> B5), 70% (A4 >> A5), 50%, 25% (min.
Basisbediening Om een zoomfactor in te voeren, selecteert u [Zoominvoer] en drukt u op de toets OK. Zoominvoer verschijnt. Gebruik de cijfertoetsen om een zoomfactor naar wens in te voeren. D b Zoominvoer: (25 - 400) *****200% 5 Druk op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het basisscherm. 6 Druk op de toets Start. Het kopiëren begint. Dubbelzijdig kopiëren Maak dubbelzijdige kopieën. De volgende opties voor dubbelzijdig kopiëren zijn beschikbaar.
Basisbediening • • Binding links/rechts: Het beeld op de achterzijde wordt niet gedraaid. Binding boven: Het beeld op de achterzijden wordt 180° gedraaid. Dubbelzijdig naar dubbelzijdig 5 5 3 3 4 4 1 1 Hiermee kunnen dubbelzijdige kopieën van dubbelzijdige originelen worden gemaakt. Hiervoor is de optionele documenttoevoer vereist. 2 2 Origineel Kopie OPMERKING: De ondersteunde papierformaten bij dubbelzijdig naar dubbelzijdig zijn Legal, Letter, Oficio II, Executive, A4, B5, A5 en Folio.
Basisbediening Selecteer, nadat u op de toets OK gedrukt heeft, de bindzijde van de voltooide kopieën en de richting van de originelen. Richting orig.: a b 1 *c Bov.rand boven ********************* 2 d Bov.rand links Als u [2-zijd>>1-zijd.] selecteert, druk dan op [Details] (de rechterkeuzetoets); u kunt dan de bindzijde van het origineel en de richting van de originelen selecteren. Orig.
Basisbediening 6 Bezig met scannen... Taaknr.: 9999 Pagina('s): [ Annul. ] Druk op de toets Start. Het kopiëren begint. Als het origineel op de glasplaat geplaatst wordt, vervang het dan door het volgende voor u op de toets Start drukt. 1 Als er geen volgend origineel meer is, druk dan op [Scan eind] (de rechterkeuzetoets). Het kopiëren begint. Plaats de originelen en druk op Start. Taaknr.: 9999 Pagina('s): 3 [ Annul.
Basisbediening 3-18 4 Druk op de toets U of V om [Uit] of [Aan] te selecteren. 5 Druk op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het basisscherm. 6 Druk op de toets Start. Het kopiëren begint.
Basisbediening Afdrukken - Afdrukken vanuit een toepassing Volg de onderstaande stappen om een document vanuit een toepassing af te drukken. OPMERKING: Om documenten af te drukken vanuit een toepassing, moet u het printerstuurprogramma op uw computer installeren vanaf de bijgeleverde cd-rom (Product Library). 3 1 Maak een document in een toepassing. 2 Klik op Bestand en selecteer Afdrukken in de toepassing. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
Basisbediening 6 Selecteer het tabblad Basis en klik op de knop Afdrukformaat om het papierformaat te selecteren. Om op speciale papiersoorten zoals dik papier of overheads af te drukken, klikt u op het menu Afdrukmateriaaltype en selecteert u het mediatype. 7 Klik op Bron en selecteer de papierbron. OPMERKING: Als u Automatisch kiest, wordt het papier automatisch aangevoerd uit de papierbron met het papier van het optimale formaat en type.
Basisbediening Verzenden Dit apparaat kan een gescande afbeelding verzenden als bijlage bij een e-mailbericht of naar een pc die is verbonden met het netwerk. Hiervoor moet het adres van de afzender en van de bestemming (ontvanger) worden geregistreerd in het netwerk. Er is een netwerkomgeving vereist waarin het apparaat verbinding kan maken met een mailserver. Er wordt aanbevolen een lokaal netwerk (LAN) te gebruiken om problemen met de verzendsnelheid en de beveiliging te verhelpen.
Basisbediening Verzenden als e-mail Verzendt een gescand origineelbeeld als bijlage van een e-mailbericht. OPMERKING: • U moet een netwerkomgeving hebben waarin dit apparaat verbinding kan maken met een mailserver. Er wordt aanbevolen het apparaat te gebruiken in een omgeving waarin het permanent verbinding kan maken met de mailserver via een LAN. • Open het COMMAND CENTER van tevoren en voer de instellingen in voor het versturen van een e-mail.
Basisbediening OPMERKING: Als het scherm voor het bevestigen van het invoeren van een nieuwe bestemming op [Aan] staat, dan verschijnt er een scherm om het ingevoerde e-mailadres te bevestigen. Voer hetzelfde e-mailadres nogmaals in en druk op de toets OK. 6 Als er nog meer bestemmingen zijn, druk dan op de toets Voeg bestemm.toe. Herhaal de stappen 2 tot 5 om nog een bestemming in te voeren. U kunt tot 100 bestemmingen opgeven. 7 Druk op de toets Best.bevest.
Basisbediening Verzenden naar map (SMB)/Verzenden naar map (FTP) Het beeldbestand van het gescande origineel wordt in de opgegeven gedeelde map van eender welke pc opgeslagen. Slaat een gescande origineelafbeelding op in een map van een FTP-server. OPMERKING: • Raadpleeg de Help-functie van uw besturingssysteem voor meer informatie over het delen van mappen. • Zorg ervoor dat SMB-protocol of FTP in het COMMAND CENTER op Aan ingesteld is.
Basisbediening Pad: SD3\report* A b ABC [ Tekst 7 Druk op de toets OK. Aanmeld.gebr.nm verschijnt. 8 Voer de aanmeldingsgebruikersnaam in. U moet de accountnaam van de bestemmings-pc invoeren. 9 Druk op de toets OK. Aanmeld.wachtw. verschijnt. ] Aanmeld.wachtw.: A b OOOOOOOOOOO* ABC [ Tekst Voer de padnaam in. Denk erom dat de gedeelde naam maar niet de mapnaam op de bestemmingspc ingevoerd moet worden. ] Aanmeld.gebr.nm: C b Maury* S ABC [ Tekst 6 ] 10 Voer het aanmeldingswachtwoord in.
Basisbediening Voor verzenden naar map (SMB) Instelling Max. aantal karakters In te voeren gegevens Hostnaam (SMB)* Hostnaam of IP-adres van de ontvangende pc. Max. 64 karakters Pad Pad naar de ontvangstmap zoals in onderstaand voorbeeld. Bijvoorbeeld User\Sharename. Max. 128 karakters Aanmeldingsgebruikersnaam Gebruikersnaam voor toegang tot de pc Bijvoorbeeld abcdnet\james.smith Max. 64 karakters Aanmeldingswachtwoord Wachtwoord voor toegang tot de pc Max.
Basisbediening Als de verbinding gelukt is, dan verschijnt op het scherm Verbonden. Druk op [OK] (de rechterkeuzetoets). Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het basisscherm. Als de verbinding mislukt is, dan wordt Kan geen verbinding maken. weergegeven. Druk op [OK] (de rechterkeuzetoets). Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw. Controleer de bestemming en voer deze opnieuw in. 13 Als er nog meer bestemmingen zijn, druk dan op de toets Voeg bestemm.toe.
Basisbediening Scherm voor het bevestigen van de bestemming Als het scherm voor het bevestigen van de bestemming alvorens te verzenden op [Aan] staat, dan verschijnt Controleer alle bestemmingen en druk op [Volgende]. wanneer de toets Start ingedrukt wordt. Gebruik de onderstaande procedure om het scherm Bestemming bevestigen te bedienen. Doelenlijst: a b p Mgan@kyoceramitaN ******************** b 0667640000 b 0667741234 [ Annul.
Basisbediening Bestemming opgeven Voor het opgeven van een bestemming, kunt u een keuze maken uit het adresboek of de snelkiestoetsen gebruiken. Kiezen uit het adresboek 3 Selecteer een bestemming die in het adresboek is geregistreerd. Selec.adresboek: a b t Adresboek ********************* t Extern adresboek [ Einde 1 Druk in het basisscherm voor verzenden op de toets Adresboek. Het menu Selec.adresboek verschijnt.
Basisbediening Zoeken in het adresboek Menu: a b 1 Selecteren ********************* 2 Details 3 Zoeken(naam) Adresboek: a b k Design ********************* l Fiala l Maury [ Menu ] Zoeken(naam): ma* S A b ABC [ Tekst 1 Druk in Adresboek op [Menu] (de rechterkeuzetoets). Menu verschijnt. 2 Druk op de toets U of V om [Zoeken(naam)] te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Er verschijnt een zoekscherm. 3 Voer de karakters in die u wilt opzoeken. 4 Druk op de toets OK.
Basisbediening Zoeken(naam): ma* S [ Menu ] [ A b 3 Als u op [Menu] (de linkerkeuzetoets) drukt en vervolgens op de toets OK, dan verschijnt Zoeken op, waar u de zoekgegevens en overeenkomsten kunt opgeven. Selecteer voor elk het gewenste item en druk op de toets OK. ABC Tekst ] Extern adresboek: a b l Maury ********************* l Morgan l Sally [ Menu ] Voer de karakters in die u wilt opzoeken. 4 Druk op de toets OK.
Basisbediening Taken annuleren Volg de onderstaande stappen om elke afdruk- of verzendtaak die bezig is te annuleren. Taken annuleren U kunt ook taken annuleren door op de toets Stop te drukken. Lijst ann. taken: a b 1 Print taaklijst ********************* 2 Taaklijst verz. 3 Takenlijst opsl.
Basisbediening Resterende toner en papier controleren U kunt de resterende hoeveelheid toner en papier in elke invoercassette controleren. Resterende toner controleren Status: a b 1 Status afdr.tak ********************* 2 Taakstatus verst 3 Taakst.opslaan [ Pauze ] Tonerstatus: b 1 Druk op de toets Status/Taak annuleren. Het menu Status verschijnt. 2 Druk op de toets U of V om [Tonerstatus] te selecteren. 3 Druk op de toets OK. Tonerstatus verschijnt.
Basisbediening Programma (kopiëren en verzenden) De instellingen voor een aantal vaak gebruikte kopieer- en verzendfuncties, kunnen samen geregistreerd worden als een programma. Zo hoeft u alleen maar op één van de toetsen Programma 1 tot 4 te drukken om de huidige instellingen van bepaalde functies te wijzigen in de geregistreerde instellingen.
4 Onderhoud Dit hoofdstuk beschrijft het reinigen van het apparaat en het vervangen van de toner. • • Reinigen........................................................................4-2 Tonercontainer ..............................................................
Onderhoud Reinigen Reinig het apparaat regelmatig om een optimaal resultaat te garanderen. VOORZICHTIG: Haal voor de veiligheid altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. Glasplaat Veeg de binnenkant van de documenttoevoer en de glasplaat schoon met een zachte doek bevochtigd met alcohol of een zacht schoonmaakmiddel. BELANGRIJK: Gebruik geen verdunners of andere organische oplosmiddelen.
Onderhoud 2 Til de ontwikkelaar met de tonercartridge uit het apparaat. 3 Verwijder de drum uit het apparaat door de groene hendels met beide handen vast te houden. OPMERKING: De drum is gevoelig voor licht. Stel de drum nooit langer dan vijf minuten bloot aan licht. 4 Leg de drum op een schone, vlakke ondergrond. BELANGRIJK: Plaats de drum niet op de rand. 5 Gebruik een schone, pluisvrije doek om stof en vuil van de metalen registratierol af te vegen.
Onderhoud 6 Schuif op de drum de hoofdladerreiniger (groen) 2 tot 3 keer heen en weer om de laderdraad te reinigen. Zet deze daarna weer in de oorspronkelijke positie (CLEANER HOME POSITION ). BELANGRIJK: Verwijder de fixeertape op de hoofdladerreiniger voor u die voor de eerste keer reinigt. Let erop dat u de hoofdladerreiniger na het reinigen terug in de startpositie zet. 4-4 7 Zet, als u klaar bent met reinigen, de drum terug op de oorspronkelijke plek.
Onderhoud Tonercontainer Wanneer in het berichtendisplay Voeg toner toe. verschijnt, moet de toner vervangen worden. Reinig telkens als u de tonercontainer vervangt de onderdelen volgens de onderstaande instructies. Door vuile onderdelen kan het resultaat minder worden. VOORZICHTIG: De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken. 4 Vervangen van de tonercontainer 1 Open de voorklep. 2 Kantel de vergrendelingshendel in de ontgrendelingsstand.
Onderhoud 4-6 4 Verwijder het label van de tonercontainer. 5 Installeer de nieuwe tonercontainer in het apparaat. Druk stevig tegen de bovenkant van de container op de plekken waar PUSH staat, tot u een klik hoort. 6 Kantel de vergrendelingshendel in de vergrendelingsstand. 7 Sluit de voorklep.
Onderhoud Langdurig niet gebruiken of verplaatsen van het apparaat Langdurig niet gebruiken Als u het apparaat ooit gedurende langere tijd niet gebruikt, haal dan het netsnoer uit het stopcontact. Wij adviseren u om contact op te nemen met uw dealer voor de extra voorzorgsmaatregelen die u moet treffen om mogelijke beschadiging te voorkomen wanneer het apparaat de volgende keer gebruikt wordt. Verplaatsen van het apparaat 4 Wanneer u het apparaat verplaatst: • Verplaats het voorzichtig.
Onderhoud 4-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING
5 Problemen oplossen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u problemen met het apparaat kunt oplossen. • • • Storingen oplossen .......................................................5-2 Reageren op foutmeldingen..........................................5-6 Papierstoringen oplossen ...........................................
Problemen oplossen Storingen oplossen In de onderstaande tabel vindt u de algemene richtlijnen voor het oplossen van problemen. Als er zich een probleem voordoet met uw apparaat, lees dan de controlepunten door en voer de procedures op de aangegeven pagina’s uit. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Het bedieningspaneel werkt niet wanneer het apparaat is ingeschakeld.
Problemen oplossen Probleem De afdrukken zijn te donker. Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Staat het apparaat ingesteld op Automatische dichtheid? Stel het juiste dichtheidsniveau in voor automatische dichtheid. — Staat het apparaat ingesteld op Handmatige dichtheid? Selecteer het juiste dichtheidsniveau. — Als u het standaarddichtheidsniveau wijzigt, pas dan de dichtheid handmatig aan en kies het gewenste niveau.
Problemen oplossen Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina De afdrukken zijn gekreukt. Is het papier vochtig? Vervang het papier. 2-30 Is het papier in de juiste richting geplaatst? Plaats het papier in de andere richting. — Afdrukken lukt niet. Zit de stekker van het apparaat in het stopcontact? Stop de stekker van het netsnoer in een stopcontact. — Staat het apparaat aan? Zet de hoofdschakelaar aan. 3-2 Is de printerkabel aangesloten? Sluit de juiste printerkabel goed aan.
Problemen oplossen Probleem Er verschijnen verticale strepen op de afdrukken. Controlepunten Het kan zijn dat de binnenkant van het apparaat vuil is. Mogelijke oplossing Pagina Controleer de tonercontainer en vervang deze indien nodig. 4-5 Reinig de laderdraad. — Controleer of de hoofdladerreiniger van de drum in de oorspronkelijk stand staat.
Problemen oplossen Reageren op foutmeldingen Als het bedieningspaneel een van de volgende berichten weergeeft, voer dan de bijbehorende procedure uit. Alfanumeriek Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Beperking taakaccounting overschreden. Afdrukken lukt niet. – De taak is geannuleerd. Druk op de toets OK. — Beperking taakaccounting overschreden. Scannen lukt niet. – De taak is geannuleerd. Druk op de toets OK. — Boxbeperk.subadres/ peilen overschreden. Taak is geannuleerd.
Problemen oplossen Foutmelding Fout bij verzenden. #### Controlepunten – GEBRUIKERSHANDLEIDING Mogelijke oplossing Er is een fout opgetreden tijdens het verzenden. De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende: 1101: De servernaam van de SMTPserver is niet correct ingesteld of de hostnaam is onjuist bij het verzenden van scangegevens naar een FTPserver. Gebruik het COMMAND CENTER en registreer de naam van de SMTP-server en de hostnaam correct.
Problemen oplossen Foutmelding Fout bij verzenden. #### 5-8 Controlepunten – Mogelijke oplossing 1105: E-mail - de SMTPprotocolinstelling is uitgeschakeld. Gebruik het COMMAND CENTER en schakel de SMTP-protocolinstelling in. Scannen naar pc (SMB) - de SMBinstelling is uitgeschakeld. Gebruik het COMMAND CENTER en schakel de SMB-instelling in. Scannen naar pc (FTP) - de FTPinstelling is uitgeschakeld. Gebruik het COMMAND CENTER en schakel de FTP-instelling in.
Problemen oplossen Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Geheugen is vol. Printopdracht kan niet voltooid worden. – De taak kan niet worden voortgezet omdat het geheugen opgebruikt is. Druk op OK om de gescande pagina's af te drukken. De afdruktaak kan niet volledig worden verwerkt. Druk op Stop om de taak te annuleren. — Hoorn ligt van de haak. Hang op. – Plaats de hoorn terug. — Kan niet dubbelzijd. printen op dit papier.
Problemen oplossen Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Plaats papier in de multifunctionele lade. Is in de multifunctionele lade papier van het geselecteerde formaat geplaatst? Plaats papier in de multifunctionele lade van het formaat en het type dat in het Berichtendisplay weergegeven wordt. 2-34 Papierstoring. – Als zich een papierstoring voordoet, wordt het apparaat stopgezet en wordt de plek met de papierstoring in het Berichtendisplay weergegeven.
Problemen oplossen Foutmelding Storing apparaat. Bel service. Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina – Er is een interne fout opgetreden. Schrijf de foutcode op die in het Berichtendisplay wordt weergegeven. Zet het apparaat uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger. — Wordt foutcode "C4200" weergegeven? Er is interne condens ten gevolge van een plotse temperatuursverandering.
Problemen oplossen Reageren op een knipperend foutmeldingslampje Als er een foutmeldingslampje knippert, druk dan op [Status/Taak annuleren] om de foutmelding te controleren. Als het bericht niet weergegeven wordt in het Berichtendisplay wanneer u op [Status/Taak annuleren] drukt of als het lampje 1,5 seconde knippert, controleer dan het volgende. Probleem Het verzenden van een fax lukt niet.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen Als zich een papierstoring voordoet, dan verschijnt er een storingsbericht en wordt het kopiëren of afdrukken stopgezet. Laat de hoofdschakelaar ingeschakeld staan en verwijder het vastgelopen papier zoals hieronder aangegeven. Lampjes voor storingslocaties Als zich een papierstoring voordoet, dan geeft de foutmelding de plek van de storing aan.
Problemen oplossen 1 Verwijder het vastgelopen papier uit de multifunctionele lade. 2 Plaats nieuw papier in de multifunctionele lade. Open en sluit de bovenklep om de fout te wissen; het apparaat wordt opgewarmd en gaat verder met afdrukken. Papiercassette/papierinvoer Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in de papiercassette of papierinvoer op te lossen. 1 Trek de cassette of optionele papierinvoer uit. 2 Verwijder alle gedeeltelijk ingevoerde papier.
Problemen oplossen Duplexeenheid Er is papier vastgelopen in de duplexeenheid. Verwijder het vastgelopen papier volgens de onderstaande procedure. 1 Trek de papiercassette helemaal uit het apparaat. 2 Open de klep van de duplexeenheid aan de voorkant van het apparaat en verwijder alle vastgelopen papier. 5 Open de klep van de duplexeenheid aan de achterkant van het apparaat en verwijder alle vastgelopen papier.
Problemen oplossen Binnenin het apparaat 1 Trek de papiercassette helemaal uit het apparaat. Verwijder alle gedeeltelijk ingevoerde papier. 2 Open de voorklep en til de ontwikkelaar samen met de tonercontainer uit het apparaat. 3 Verwijder de drum uit het apparaat door de groene hendels met beide handen vast te houden. VOORZICHTIG: De fusereenheid binnenin het apparaat is zeer heet. Raak deze niet aan want dit kan brandwonden veroorzaken. OPMERKING: De drum is gevoelig voor licht.
Problemen oplossen 4 Als het vastgelopen papier vastgeklemd lijkt te zitten tussen de rollen, trek het dan in de normale looprichting uit. 5 Zet de drum terug op zijn plek door de geleiders aan beide kanten tegen de sleuven in het apparaat te plaatsen. 6 Zet de ontwikkelaar samen met de tonercartridge terug in het apparaat. Sluit de voorklep. Het apparaat wordt opgewarmd en gaat verder met afdrukken. Achterklep Volg de onderstaande stappen om een papierstoring in de achterklep op te lossen.
Problemen oplossen Als er papier vastgelopen is in de fusereenheid, open dan de fuserklep en verwijder het papier door het uit te trekken. 2 Sluit de achterklep, en open en sluit de bovenklep om de fout te wissen. Het apparaat wordt opgewarmd en gaat verder met afdrukken. Optionele documenttoevoer Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in de optionele documenttoevoer op te lossen. 1 Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade. 2 Open de linkerklep van de documenttoevoer.
Problemen oplossen 4 Open de documenttoevoer. 5 Verwijder het vastgelopen origineel. 5 Als het origineel scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat. GEBRUIKERSHANDLEIDING 6 Sluit de documenttoevoer. 7 Plaats de originelen.
Problemen oplossen 5-20 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Appendix • • Specificaties .....................................................Appendix-2 Invoermethode voor tekens .............................
Specificaties OPMERKING: Wijzigingen van specificaties voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Beschrijving Gegeven FS-1028MFP Opwarmtijd (22°C/ 71.
Beschrijving Gegeven FS-1028MFP Stroomverbruik FS-1128MFP Tijdens afdrukken 470 W (Europese landen) 484 W (Europese landen) In stand-by 83,4 W (Europese landen) 90 W (Europese landen) Energiebesparende stand 82,3 W (Europese landen) 90 W (Europese landen) Slaapstand 8,8 W (Europese landen) 11,1 W (Europese landen) Uitgeschakeld 0W Opties Documenttoevoer, papierinvoer (tot 2 stuks) Printer Gegeven Beschrijving Afdruksnelheid Zelfde als kopieersnelheid.
Scanner Gegeven Beschrijving Besturingssysteem Windows 2000 (Service Pack 4), Windows XP, Windows Vista, Windows Server 2003, Windows Server 2008 Systeemvereisten IBM PC/AT compatibel Processor: Celeron 600Mhz of hoger RAM: 128 MB of meer Vrije ruimte harddisk: 20 MB of meer Interface: Ethernet Resolutie 600 dpi, 400 dpi, 300 dpi, 200 dpi Bestandsindeling JPEG, TIFF, PDF, XPS Scansnelheid 1-zijdig: Z/W 20 beelden/min Kleur 7 beelden/min 2-zijdig: Z/W 11 beelden/min Kleur 4 beelden/min (A4 liggend
Documenttoevoer (optioneel) Gegeven Beschrijving Invoermethode originelen Automatische invoer Ondersteunde origineelsoorten Losse vellen Papierformaat Maximum: Legal/A4 Minimum: Statement/A5 Papiergewicht 50 tot 120 g/m2 Laadcapaciteit Maximaal 50 vellen (50 tot 80 g/m2) Afmetingen (b) × (d) × (h) 455 × 338 × 93 mm Gewicht 3 kg of minder Milieuspecificaties Beschrijving Gegeven FS-1028MFP FS-1128MFP Tijd tot energiebesparende stand (standaardinstelling) 2 minuten Tijd tot slaapstand (sta
Invoermethode voor tekens Gebruik in schermen waar karakters ingevoerd moeten worden de onderstaande procedure om de karakters in te voeren. Gebruikte toetsen Gebruik de volgende toetsen om karakters in te voeren. 1 7 2 3 4 6 5 1. Toets OK Druk op deze toets om de ingevoerde karakters te bevestigen. 2. Toets Wissen Druk op deze toets om het karakter bij de cursor te wissen. Als de cursor aan het eind van de regel staat, dan wordt het karakter links ervan gewist. 3.
Appendix-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Index A Aanduidingen origineelformaat 2-46 Aanmelden 3-6 Aansluiten LAN-kabel 2-5 Netvoedingskabel 2-7 USB-kabel 2-7 Aanzetten 3-2 Afdrukken 3-19 Afdrukken vanuit een toepassing 3-19 Afmelden 3-6 AppleTalk Instellen 2-23 Automatische energiebesparende stand 34 Automatische slaapstand 3-5 B Bedieningspaneel 1-2 Beeldkwaliteit Kopiëren 3-9 Bestemming Kiezen uit het adresboek 3-29 Kiezen via snelkiestoets 3-31 Opzoeken 3-29 Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (multi-verzenden) 3-31 Bestemming op
L LAN-kabel Aansluiten 2-5 M Multifunctionele lade (MF-lade) Papierformaat en mediatype 2-43 Multi-verzenden (verzenden naar verschillende soorten bestemmingen) 3-31 N Netvoedingskabel Aansluiten 2-7 Netwerk Instellen 2-13 Netwerk instellen AppleTalk 2-23 Netwerkinterface 2-4 Netwerkkabel 2-4 Aansluiten 2-5 O Onderdeelnamen 1-1 Origineel In de documenttoevoer plaatsen 2-47 Op de glasplaat plaatsen 2-46 P Papier Enveloppen plaatsen 2-36 Formaat en mediatype 2-40 In de cassettes plaatsen 2-31 In de multif
Verzenden Verzenden als e-mail 3-22 Verzenden naar map (FTP) 3-26 Verzenden naar map (SMB) 3-26 Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (multi-verzenden) 3-31 GEBRUIKERSHANDLEIDING Voorbereiding 2-1 Z Zoom-functie Kopiëren 3-12 Index-3
Index-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING
E6
Eerste editie 2009.