FS-1030MFP/FS-1130MFP FS-1035MFP/FS-1135MFP
Inleiding Hartelijk dank voor het aanschaffen van de FS-1030MFP/FS-1130MFP/FS-1035MFP/FS-1135MFP. Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen het apparaat correct te bedienen, het basisonderhoud uit te voeren en zo nodig eenvoudige problemen op te lossen, zodat u uw apparaat steeds in optimale staat kunt gebruiken. Lees deze bedieningshandleiding aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar de handleiding in de buurt van het apparaat zodat u deze snel kunt raadplegen.
Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder beschreven.
Inhoud Inhoud Menudiagram . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . iii Omgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xii Waarschuwingen bij het gebruik van verbruiksartikelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xii Laserveiligheid (Europa) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Menudiagram Toets Kopiëren Toets Functiemenu Papierselectie Sorteren ...pagina 3-15 Dubbelzijdig ...pagina 3-12 Zoomen ...pagina 3-10 Combineren Formaat origineel Richting orig. Origineel beeld ...pagina 3-9 Dichtheid ...pagina 3-8 EcoPrint Continu scannen Best. naam inv. Meld. taak volt. Priorit. onderdr.
Toets Verzenden Toets Functiemenu Kleurselectie Orig. formaat Origineelbeeld Scanresolutie Verzendgrootte Zoomen Richting orig. Continu scannen Bestandsformaat Best. naam inv. Onderwerp/tekst Meld. taak volt. Faxresolutie ...Raadpleeg Gebruikershandleiding voor de fax Uitgestelde fax ...Raadpleeg Gebruikershandleiding voor de fax Directe faxverz. ...Raadpleeg Gebruikershandleiding voor de fax Fax-polling RX ...Raadpleeg Gebruikershandleiding voor de fax Dichtheid Dubbelzijdig FTP-cod. verz. Best.
Toets Documentbox (Bij afdrukken vanaf USB-geheugen) Toets Functiemenu Sorteren Papierselectie Dubbelzijdig Best. naam inv. Meld. taak volt. Priorit. onderdr. Gecodeerde PDF TIFF-afdruk XPS pag. aanp. Toets Documentbox (Bij opslaan op USBgeheugen) ...pagina 3-15 Toets Functiemenu Kleurselectie Orig. formaat Origineelbeeld Scanresolutie Opslagformaat Zoomen Richting orig. Continu scannen Bestandsformaat Best. naam inv. Meld. taak volt. Dichtheid Dubbelzijdig v ...
Toets Status/Taak annuleren Status afdr. taak Taakstatus verst. Taakst. opslaan Geplande taak Afdruktakenlog Verzendtakenlog Opslagtakenlog Scanner Printer Fax Tonerstatus ...pagina 3-29 Papierstatus ...
Toets Systeemmenu/ Tellers Rapport Druk rapport af Menudiagram Statuspagina Lettertypes Inst. beh. rapport Inst. result. rapp. Rapport uitg. faxen ...Raadpleeg Gebruikershandleiding voor de fax Rapport ink. faxen ...Raadpleeg Gebruikershandleiding voor de fax Resultaat verz. E-mail/map Fax Geann. voor verz. Taakloggeschied. Ontv. result. fax ...Raadpleeg Gebruikershandleiding voor de fax Meld. taak volt. ...Raadpleeg Gebruikershandleiding voor de fax Autom. verzenden Verzend geschied.
Toets Systeemmenu/ Tellers (Vervolg van vorige pagina) Teller Systeem Netwerk inst. TCP/IPinstellingen TCP/IP IPv4 instelling IPv6 instelling Protocoldetail NetWare AppleTalk WSD-scan WSD-afdruk IPSec Veilige protocol Hostnaam LAN-interface I/F Vergr. Inst. Beveiligingsniv. Herstart Optionele funct. Aanm./ Taakacc. Inst. gebr. aanm. Aanmelding gebr. Lijst lok. gebr. Instell. ID-kaart Groepsautoris. Nw gebr. eigensch. Taakacc. inst. Taakaccounting Account. Rapport Totaal account Ind. taak acc.
Toets Systeemmenu/ Tellers Eigenschap gebr. Algemene instell. Taal Standaardscherm Geluid Alarm Fax-speaker Fax-monitor Helderheid Inst. orig./pap. Custom form. orig. Stn orig. form. Custom papierfmt Cassette 1 inst. Cassette 2 inst. Cassette 3 inst. Inst. MF-lade Inst. mediatype Media voor Auto Stand. papierbron Act. spec. papier Vooringest. lim. Maateenheid Foutafhandeling Datuminstelling Timerinstelling Fout wis timer Timer slaapstand Schermtimer res. Uitschakelvoorw. Uitschakeltimer Fouten aut.
Toets Systeemmenu/ Tellers (Vervolg van vorige pagina) Algemene instell. Stand. inst. funct. Kleurselectie Scanresolutie (Vervolg van vorige pagina) ...Raadpleeg Gebruikershandleiding voor de fax Faxresolutie Origineelbeeld Dichtheid Zoomen Sorteren Richting orig. EcoPrint Best. naam inv. Onderwerp/tekst Continu scannen Bestandsformaat Best. scheiden TIFF-afdruk XPS pag. aanp. Detailinstelling 2-in-1-lay-out 4-in-1-lay-out Kader Richting Binden Binden Beeldkwaliteit Kleur TIFFcomp.
Toets Systeemmenu/ Tellers (Vervolg van vorige pagina) Printer Emulatie inst. EcoPrint A4/Lett. override Dubbelzijdig Exempl. Richting Timeout doorvoer LF-actie CR-actie Papier aanv. mode Verzenden Kies toetsenset. Documentbox Subadres-box ...Raadpleeg Gebruikershandleiding voor de fax Taakbox ...Raadpleeg Gebruikershandleiding voor de fax Polling-box Kies toetsenset. Bestemming wijz. Adresboek Lijst afdr. Inst./ Onderhoud Inst. kop. dichth. Verz./boxdichth. Corr. zw. lijnen Service inst.
Omgeving De geschikte bedrijfsomgeving voor het apparaat is: • Temperatuur: 10 tot 32,5 °C • Relatieve luchtvochtigheid: 15 tot 80% Een ongeschikte bedrijfsomgeving kan de beeldkwaliteit beïnvloeden. Vermijd de volgende plaatsen als installatieplaats voor het apparaat. • Vermijd plaatsen in de buurt van een raam of direct in het zonlicht. • Vermijd plaatsen met trillingen. • Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
Overige voorzorgsmaatregelen Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde tonercontainer en tonerafvalbak worden gerecycled of verwijderd volgens de betreffende voorschriften. Bewaar het apparaat op een plaats die niet is blootgesteld aan direct zonlicht. Bewaar het apparaat op een plaats waar de temperatuur niet hoger wordt dan 40 ºC en waar zich geen sterke schommelingen in temperatuur of vochtigheid voordoen.
Laserveiligheid (Europa) Laserstralen kunnen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat hermetisch afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van het product door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen. Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1 volgens IEC 60825-1:2007.
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie Lees deze informatie voor u het apparaat in gebruik neemt. Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen. • • • • • • • • Wettelijke kennisgevingen............................................. xvi Wat betreft handelsnamen ............................................ xvi Energiebesparingsfunctie...............................................xx Automatische dubbelzijdige kopieerfunctie ....................xx Gerecycled papier ..................
Wettelijke kennisgevingen Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van de gehele handleiding of een deel daarvan zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Kyocera Mita Corporation is verboden. Wat betreft handelsnamen • PRESCRIBE en ECOSYS zijn handelsmerken van Kyocera Corporation. • KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation.
GPL/LGPL Dit product is voorzien van GPL- (http://www.gnu.org/licenses/gpl.html) en/of LGPL- (http://www.gnu.org/licenses/ lgpl.html) software als onderdeel van de firmware. U kunt de broncode verkrijgen en het is toegestaan het te kopiëren, te verspreiden en te wijzigen volgens de voorwaarden van GPL/LGPL. Voor meer informatie, waaronder het verkrijgen van de broncode, ga naar http://www.kyoceramita.com/gpl/. Open SSLeay License Copyright (c) 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Original SSLeay License Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) All rights reserved. This package is an SSL implementation written by Eric Young (eay@cryptsoft.com). The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL. This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are aheared to. The following conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the SSL code.
Monotype Imaging License Agreement 1 Software shall mean the digitally encoded, machine readable, scalable outline data as encoded in a special format as well as the UFST Software. 2 You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to reproduce and display weights, styles and versions of letters, numerals, characters and symbols (Typefaces) solely for your own customary business or personal purposes at the address stated on the registration card you return to Monotype Imaging.
Energiebesparingsfunctie Het apparaat is uitgerust met een Slaapstand, waarbij de print- en faxfuncties in een wachtstand komen te staan, maar het energieverbruik tot een minimum wordt beperkt na een bepaalde tijdsperiode sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt. Slaapstand Het apparaat schakelt de slaapstand automatisch in wanneer er 1 minuut is verstreken sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt.
Over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken. Hoofdstuk 1 - Onderdeelnamen Beschrijft de onderdelen van het apparaat en de toetsen op het bedieningspaneel. Hoofdstuk 2 - Voorbereiding voor het gebruik Geeft uitleg over het toevoegen van papier, het plaatsen van originelen, het aansluiten van het apparaat en de benodigde configuraties voor het eerste gebruik. Hoofdstuk 3 - Basisbediening Beschrijft de basisprocedures voor kopiëren, afdrukken en scannen.
Vormgevingselementen in deze handleiding De volgende vormgevingselementen worden gebruikt, afhankelijk van het soort beschrijving. Vormgevingselement Beschrijving Voorbeeld Vet Geeft de toetsen op het bedieningspaneel of een computerscherm aan. Druk op de toets Start. [Normaal] Geeft een selectie-item in het Berichtendisplay aan. Selecteer [Systeem]. Cursief Geeft een bericht in het Berichtendisplay aan. Gereed voor kopiëren wordt weergegeven.
1 Onderdeelnamen In dit hoofdstuk worden de onderdelen van het apparaat en de toetsen op het bedieningspaneel beschreven. • • Bedieningspaneel......................................................... 1-2 Apparaat.......................................................................
Onderdeelnamen Bedieningspaneel Geeft het scherm Adresboek weer, waarin u bestemmingen kunt toevoegen, bewerken en verwijderen. Roept de vorige bestemming op. Wordt ook gebruikt om een pauze in te voegen bij het invoeren van een faxnummer.* Geeft het menuscherm Systeemmenu/Tellers weer, waarin u de systeeminstellingen en tellers kunt controleren. Geeft het scherm Bestemming bevestigen weer, waarin u bestemmingen kunt bewerken en verwijderen.
Onderdeelnamen 1 Wordt gebruikt om een menu-item te selecteren, de cursor te verplaatsen bij het invoeren van karakters, een waarde te wijzigen enzovoort. Wist ingevoerde nummers en karakters. Resets instellingen en geeft het basisscherm weer. Selecteert het gekozen item of legt de ingevoerde waarde vast. Geeft het Functiemenu weer voor kopiëren, afdrukken, verzenden en de documentbox. Cijfertoetsen. Om cijfers en symbolen in te voeren. Beëindigt de bediening (meldt af) in het scherm Beheer.
Onderdeelnamen Apparaat 9 10 1 4 5 6 2 3 7 11 12 8 1 Documenttoevoer 2 Glasplaat 3 Aan/uit-schakelaar 4 Sleufglas 5 Bedieningspaneel 6 Bovenklep 7 Voorklep 8 Voorklep duplexeenheid 9 Drum 10 Hoofdladerreiniger 11 Vergrendelingshendel 12 Tonercontainer 1-4
Onderdeelnamen 1 13 14 15 19 19 16 17 20 18 13 Binnenlade 14 Instelmechanisme voor papierlengte 15 Papierlengtegeleider 16 Papierbreedtegeleiders 17 Cassette 1 18 Instelmechanisme voor papierbreedte 19 Papierbreedtegeleiders (MF-lade) 20 Multifunctionele lade (MF-lade) 21 Verlengstuk van de multifunctionele lade 1-5 21
Onderdeelnamen 25 22 26 23 27 24 22 23 24 25 26 27 Netwerkinterface-aansluiting USB-poort Fuserklep Handgrepen Achterklep Netsnoeraansluiting Documenttoevoer 28 29 30 31 32 33 28 29 30 31 32 33 Klep documenttoevoer Breedtegeleiders voor originelen Origineleninvoer Originelenuitvoer Originelenstopper Handgreep voor openen/sluiten documenttoevoer 1-6
2 Voorbereiding voor het gebruik Dit hoofdstuk bevat uitleg over de voorbereidingen die u moet treffen voor u het apparaat voor de eerste maal gebruikt. Daarnaast beschrijft het de procedures voor het plaatsen van papier en originelen. • • • • • • • • • • Bijgeleverde onderdelen controleren...................................................... 2-2 Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden ................................... 2-3 Kabels aansluiten .....................................................
Voorbereiding voor het gebruik Bijgeleverde onderdelen controleren Controleer of de volgende onderdelen zijn bijgeleverd. • Quick Installation Guide • Safety Guide • Safety Guide (FS-1030MFP/FS-1130MFP/FS-1035MFP/FS-1135MFP) • Dvd (Product Library) Documenten op de bijgeleverde dvd Op de bijgeleverde dvd (Product Library) staan de volgende documenten. Raadpleeg ze wanneer nodig.
Voorbereiding voor het gebruik Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden Controleer de methode om het apparaat met een pc of een netwerk te verbinden en zorg dat u de noodzakelijke kabels bij de hand hebt. Aansluitvoorbeeld Bepaal de methode om het apparaat met een pc of een netwerk te verbinden aan de hand van onderstaande afbeelding. Verbinden van een scanner via een netwerkkabel (100BaseTX of 10Base-T) met uw pc-netwerk.
Voorbereiding voor het gebruik De benodigde kabels voorbereiden De volgende interfaces zijn beschikbaar om het apparaat met een pc te verbinden. Leg de benodigde kabels klaar afhankelijk van de gebruikte interface. Beschikbare standaardinterfaces Functie Interface Benodigde kabel Printer/scanner/ TWAIN-scannen/ WIA-scannen/ netwerkfax* Netwerkinterface LAN (10Base-T of 100Base-TX, beschermd) Printer/TWAINscannen/WIAscannen USB-interface USB 2.0-compatibele kabel (ondersteuning van HiSpeed USB, max.
Voorbereiding voor het gebruik Kabels aansluiten Volg de onderstaande stappen om kabels op het apparaat aan te sluiten. 1 Sluit het apparaat aan op de pc of uw netwerkapparaat. Verwijder het kapje als u de netwerkinterface gebruikt. Als u de netwerkkabel aansluit, configureer dan het netwerk. Raadpleeg Netwerk instellen (LANaansluiting) op pagina 2-13 voor meer informatie. 2 Sluit het ene eind van de bijgeleverde netvoedingskabel aan op het apparaat en steek het andere eind in een stopcontact.
Voorbereiding voor het gebruik Aan- en uitzetten Aanzetten Druk op de aan/uit-schakelaar. BELANGRIJK: Wanneer u de aan/uit-schakelaar uitschakelt, mag u deze niet meteen weer inschakelen. Wacht meer dan 5 seconden voordat u de aan/uit-schakelaar weer inschakelt. Uitzetten Zorg dat het lampje Geheugen uit is, voor u de aan/uitschakelaar uitschakelt. Controleer dat het lampje niet meer brandt.
Voorbereiding voor het gebruik Uitschakeltimer Als het apparaat niet wordt gebruikt terwijl deze in de slaapstand staat, dan wordt de voeding automatisch uitgeschakeld. De uitschakeltimer dient om de tijdsduur in te stellen waarna de voeding wordt uitgeschakeld. De fabrieksinstelling vooraleer de voeding wordt uitgeschakeld, is 1 uur. BELANGRIJK: U kunt de uitschakelvoorwaarden en de uitschakeltimer instellen. Raadpleeg voor meer informatie de Engelse gebruikershandleiding.
Voorbereiding voor het gebruik De [Taal] voor het display wijzigen Kies de taal die weergegeven wordt in het Berichtendisplay. Volg de onderstaande stappen om de taal te kiezen. 1 Druk op de aan/uit-schakelaar. 2 Druk op de toets Systeemmenu/Tellers op het bedieningspaneel van het apparaat. Als u gebruikersbeheer uitvoert en u bent niet aangemeld, dan verschijnt een aanmeldingsscherm. Voer dan het gebruikers-ID en wachtwoord in. Aanmeld.gebr.nm: L b ******************** Aanmeld.wachtw.
Voorbereiding voor het gebruik Taal: a b 1 *English ********************* 2 Deutsch 3 Français 6 Druk op de toets OK. Taal verschijnt. 2 7 Druk op de toets of om de gewenste taal te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het menu Algemene instellingen.
Voorbereiding voor het gebruik Datum en tijd instellen Volg de onderstaande stappen om de lokale datum en tijd op de plaats van installatie in te stellen. Wanneer u een e-mail verzendt met de verzendfunctie, zullen de hier ingestelde datum en tijd in de kop van het emailbericht worden toegevoegd. Stel de datum, de tijd en het tijdsverschil met GMT in van de regio waar het apparaat wordt gebruikt. OPMERKING: Stel het tijdsverschil in voor u de datum en de tijd instelt. Sys.
Voorbereiding voor het gebruik Tijdzone: a b GMT Casablanca *GMT Greenwich ********************* +01:00 Amsterdam 7 Druk op de toets of om [Tijdzone] te selecteren. 8 Druk op de toets OK. Tijdzone verschijnt. 2 9 Druk op de toets of om uw regio te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het menu Datuminstelling.
Voorbereiding voor het gebruik Datum/tijd: a b Uur Min. Sec. 45: 50 11: (Tijdzone:Greenwich ) Datuminstelling: a b 1 Datum/tijd 2 Datumnotatie ********************* 3 Tijdzone [ Einde ] Datumnotatie: a b 1 MM/DD/JJJJ 2 *DD/MM/JJJJ ********************* 3 JJJJ/MM/DD [ Einde ] 16 Druk op de toets of om de cursor te verplaatsen, druk op de toets of om het uur, de minuten en de seconden in te voeren en druk vervolgens op de toets OK. Voltooid.
Voorbereiding voor het gebruik Netwerk instellen (LAN-aansluiting) Het apparaat is voorzien van een netwerkinterface-aansluiting, die compatibel is met netwerkprotocollen zoals TCP/ IP (IPv4), TCP/IP (IPv6), IPX/SPX, NetBEUI, IPSec en AppleTalk. Dit maakt netwerkafdrukken mogelijk bij Windows, Macintosh, UNIX, NetWare en andere platforms. In de onderstaande tabel staan de vereiste items voor elke instelling. Configureer de printernetwerkparameters overeenkomstig uw pc en uw netwerkomgeving.
Voorbereiding voor het gebruik NetWare Aan/uit Frametype AppleTalk Aan/uit WSD-scan Aan/uit WSD-afdruk Aan/uit IPSec Veilige protocol IPSec Aan/uit Regelinstelling Aan/uit SSL Aan/uit IPP-beveiliging IPP/IPP via SSL Enkel IPP via SSL HTTP-beveiliging HTTP/HTTPS Enkel HTTPS LDAP-beveiliging Uit SSL/TLS STARTTLS SMTP-beveiliging Uit SSL/TLS STARTTLS POP3-beveiliging 1 (2, 3) Uit SSL/TLS STARTTLS LAN-interface Auto 10Base-half 10Base-volledig 100Base-half 100Base-volledig OPMERKING
Voorbereiding voor het gebruik Software installeren Installeer de benodigde software op uw pc vanaf de bijgeleverde Product Library-dvd als u de printerfunctie van dit apparaat wilt gebruiken of als u TWAIN/WIA-verzending of faxverzending wilt gebruiken op uw computer. Controleer of de printer aangesloten is op het stopcontact en de pc voor u het printerstuurprogramma vanaf de dvd installeert. OPMERKING: Plug and Play is uitgeschakeld wanneer dit apparaat in de slaapstand staat.
Voorbereiding voor het gebruik 4 Klik op Software installeren. De software-installatiewizard gaat van start. Vanaf dit punt is de procedure afhankelijk van uw Windows-versie en uw verbindingsmethode. Ga verder naar de juiste procedure voor uw verbindingstype. • • Snelle modus Aangepaste modus Snelle modus Bij de Snelle installatie wordt de printer automatisch gedetecteerd als deze is ingeschakeld. Gebruik de Snelle installatie enkel bij standaardverbindingsmethodes.
Voorbereiding voor het gebruik 2 Selecteer de printer die u wilt installeren en klik op Volgende. OPMERKING: Als de wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt, klik dan op Annuleren. Als er een hardwareinstallatiewaarschuwingsvenster verschijnt, klik dan op Doorgaan. 3 U kunt de naam van het printsysteem aanpassen in het venster met installatie-instellingen. Dit is de naam die zal worden weergegeven in het printervenster en de printerlijsten die worden weergegeven in applicaties.
Voorbereiding voor het gebruik Aangepaste modus Gebruik de Aangepaste modus als u de printerpoort op wilt geven en de te installeren software wilt selecteren. Als u bijvoorbeeld niet wilt dat de op uw computer geïnstalleerde lettertypes worden vervangen, selecteer dan Aangepaste modus en vink het vakje Lettertypen in het utilities-tabblad uit. OPMERKING: Installeer het WIA-stuurprogramma in deze modus op uw computer. 1 Selecteer Aangepaste modus.
Voorbereiding voor het gebruik 4 Dubbelklik op OS X 10.2 and 10.3 Only, OS X 10.4 Only of OS X 10.5 or higher afhankelijk van uw Mac OSversie. 2 5 Dubbelklik op Kyocera OS X x.x. 6 Het installatieprogramma voor het printerstuurprogramma wordt opgestart.
Voorbereiding voor het gebruik 7 Kies Doelvolume selecteren, Installatietype en installeer vervolgens het printerstuurprogramma zoals aangegeven in de instructies van het installatieprogramma. OPMERKING: Naast Eenvoudige installatie (Standaardinstallatie: OS X 10.5 or higher) heeft u bij Installatietype de optie Aangepaste installatie, waarmee u kunt opgeven welke componenten moeten worden geïnstalleerd.
Voorbereiding voor het gebruik 10 Klik op de IP-icoon voor een IP-aansluiting en geef vervolgens het IP-adres en de printernaam op. Als u op de AppleTalk-icoon voor een AppleTalk-aansluiting klikt, geef dan de printernaam op. 2 OPMERKING: De AppleTalk-icoon verschijnt niet bij Mac OS X 10.6. Voor een Bonjour-aansluiting, klikt u op de standaardicoon en selecteert u de printer waarvoor Bonjour verschijnt bij Aansluiting. 11 Selecteer het geïnstalleerde printerstuurprogramma en klik op Voeg toe.
Voorbereiding voor het gebruik 12 Selecteer de beschikbare opties voor de printer en klik op Ga door. 13 De geselecteerde printer is toegevoegd. Hiermee is de configuratie van het printerstuurprogramma voltooid. Software verwijderen (Windows-pc) De software kan worden verwijderd (uninstall) met behulp van de bij de printer bijgeleverde dvd (Product Library).
Voorbereiding voor het gebruik OPMERKING: Als KMnet Viewer geïnstalleerd is, dan worden verschillende softwareverwijderaars opgestart voor dit programma. Ga verder met de stappen om de installatie ongedaan te maken voor dit programma zoals aangegeven door de instructies op het scherm. De softwareverwijderaar wordt opgestart. 6 Als het venster Installatie verwijderen voltooid verschijnt, klik dan op Voltooien.
Voorbereiding voor het gebruik 4 Klik op naast het veld Model en selecteer dit apparaat uit de lijst. 5 Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in het veld Scanneradres in. OPMERKING: Wanneer u het IP-adres van het apparaat niet kent, neemt u contact op met de beheerder. 6 Klik op Verificatie-instellingen gebruiker. Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ongeldig is, gaat u naar stap 8.
Voorbereiding voor het gebruik WIA-stuurprogramma instellen (Windows Vista™, Windows® Server 2008 en Windows 7) Registreer dit apparaat bij het WIA-stuurprogramma. OPMERKING: Het volgende is niet nodig om te registreren als het apparaat beschikt over een IP-adres of hostnaam door u opgegeven bij de installatie van het WIA-stuurprogramma. 1 Klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens op Scanners en camera's.
Voorbereiding voor het gebruik 5 Klik op Afsluiten. Het apparaat is geregistreerd op de pc.
Voorbereiding voor het gebruik COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail) Het COMMAND CENTER is een hulpmiddel dat wordt gebruikt voor taken als het controleren van de bedrijfsstatus van het apparaat en het wijzigen van de instellingen voor beveiliging, netwerkafdrukken, e-mailverzending en geavanceerde netwerkfuncties. OPMERKING: Hieronder is de informatie over de faxinstellingen weggelaten. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor de fax voor meer informatie over de faxfunctie.
Voorbereiding voor het gebruik E-mail verzenden Het opgeven van de SMTP-instellingen maakt het mogelijk afbeeldingen die op dit apparaat zijn opgeslagen te verzenden als e-mailbijlagen. Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden met een mailserver die het SMTP-protocol gebruikt.
Voorbereiding voor het gebruik 2 Voer in elk veld de juiste instellingen in. Hieronder worden de instellingen beschreven die moeten worden opgegeven in het scherm met SMTPinstellingen. Item SMTP-protocol SMTP-poortnummer SMTP-servernaam Time-out SMTP-server Verificatieprotocol Beschrijving Hiermee wordt het SMTP-protocol in- of uitgeschakeld. Het protocol moet worden ingeschakeld om de e-mailfunctie te gebruiken. Stel het SMTP-poortnummer in of gebruik de standaard SMTP-poort 25.
Voorbereiding voor het gebruik Item Domeinbeperking 3 Beschrijving Voer de domeinnamen in die kunnen worden toegestaan of geweigerd. De domeinnaam mag maximaal 32 karakters lang zijn. U kunt ook e-mailadressen opgeven. Klik op Verzenden.
Voorbereiding voor het gebruik Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc Controleer de informatie die op het apparaat ingesteld moet worden en maak een map aan om het document in te ontvangen op uw computer. In de hierna volgende uitleg worden schermen van Windows 7 gebruikt. De details van de schermen verschillen met andere Windows-versies. OPMERKING: Meld u aan bij Windows met beheerdersrechten.
Voorbereiding voor het gebruik 2 Typ in het Opdrachtprompt-venster "net config workstation" in en druk op Enter. Schermvoorbeeld: gebruikersnaam "james.smith" en domeinnaam "ABCDNET" Een gedeelde map aanmaken Controleer de domeinnaam en de gebruikersnaam voor het aanmelden bij Windows. OPMERKING: Als er een werkgroep is in de Systeemeigenschappen, configureer dan de onderstaande instellingen om de maptoegang te beperken tot een bepaalde gebruiker of groep.
Voorbereiding voor het gebruik 1 Maak een map aan op de lokale schijf (C). OPMERKING: Maak bijvoorbeeld een map aan met de naam "scannerdata" op de lokale schijf (C). 2 Klik met de rechtermuisknop op de map scannerdata en klik op Delen en Geavanceerd delen. Klik op de knop Geavanceerd delen. Het dialoogvenster Eigenschappen van "scannerdata" verschijnt. Klik in Windows XP met de rechtermuisknop op de map "scannerdata" en selecteer Delen en beveiliging... (of Delen).
Voorbereiding voor het gebruik 5 Voer de gebruikersnaam, die u heeft bevestigd bij Controleren wat moet worden opgegeven als [Aanmeldingsgebruikersnaam]op 2-31, in in het tekstveld en klik op de knop OK. 6 Selecteer de ingevoerde gebruiker, vink de machtigingen Wijzigen en Lezen aan en klik vervolgens op de knop OK. Ga in Windows XP naar stap 8. OPMERKING: "Iedereen" machtigt iedereen in het netwerk om te delen.
Voorbereiding voor het gebruik 8 Klik op het tabblad Beveiliging en klik vervolgens op de knop Bewerken. Klik in Windows XP op het tabblad Beveiliging en klik vervolgens op de knop Toevoegen. 9 Ga op dezelfde manier verder als in stap 5 om een gebruiker toe te voegen aan Namen van groepen of gebruikers. 10 Selecteer de toegevoegde gebruiker, vink de machtigingen Wijzigen en Lezen en uitvoeren aan en klik vervolgens op de knop OK.
Voorbereiding voor het gebruik Het [Pad] controleren Controleer de delingsnaam van de gedeelde map die de bestemming wordt van het document. 1 Voer de computernaam (bv. \\pc4050) in bij "Programma's en bestanden zoeken" in het menu Starten. Het venster met Zoekresultaten verschijnt. Klik in Windows XP op Zoeken in het Start-menu, selecteer Alle bestanden en mappen en zoek de bestemmingscomputer waar het bestand heen gestuurd zal worden.
Voorbereiding voor het gebruik Windows Firewall configureren (voor Windows 7) Sta delen van bestanden en printers toe en stel de poort in gebruikt voor SMB-verzending. 2 OPMERKING: Meld u aan bij Windows met beheerdersrechten. Bestands- en printerdeling controleren 1 Selecteer via het menu Start het Configuratiescherm, Systeem en beveiliging en klik op Een programma via Windows Firewall toestaan. OPMERKING: Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik dan op de knop Doorgaan.
Voorbereiding voor het gebruik 2 Klik op Geavanceerde instellingen. 3 Klik op Regels voor binnenkomende verbindingen. 4 Klik op Nieuwe regel. 5 Selecteer Poort en klik op Volgende. 6 Selecteer TCP, selecteer Specifieke lokale poorten, voer "139" in en klik op Volgende.
Voorbereiding voor het gebruik 7 Selecteer De verbinding toestaan en klik op Volgende. 2 8 Zorg ervoor dat alle vakjes aangevinkt zijn en klik op Volgende. 9 Voer "Scannen naar SMB" in bij "Naam" en klik op Voltooien.
Voorbereiding voor het gebruik OPMERKING: Volg bij Windows XP of Windows Vista de onderstaande procedure om de poort in te stellen. 1 Selecteer vanuit het menu Start Configuratiescherm, Systeem en beveiliging (of Beveiligingscentrum) en vervolgens Status van firewall controleren (of Windows Firewall). Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik dan op de knop Doorgaan. 2 Klik op het tabblad Uitzonderingen en vervolgens op de knop Poort toevoegen....
Voorbereiding voor het gebruik Papier plaatsen Er kan standaard papier in de cassette en de multifunctionele lade geplaatst worden. Er is ook een optionele papierinvoer verkrijgbaar (raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding). Voordat u het papier plaatst Wanneer u een nieuw pak papier opent, waaiert u het papier eerst los om de vellen uit elkaar te halen. Volg daarbij de onderstaande stappen. 1 Buig de stapel papier zodanig dat het midden van het papier omhoog wijst.
Voorbereiding voor het gebruik Papier in de cassettes plaatsen De standaardcassette is geschikt voor normaal papier, gerecycled papier en gekleurd papier. In de standaardcassette passen tot 250 vellen A4- of kleiner normaal papier (80 g/m2). De volgende papierformaten worden ondersteund: Legal, Oficio II, Letter, Executive, Statement, A4, B5, A5, A6, Folio, 216 x 340 mm, 16K, ISO B5, Envelop C5 en Custom. BELANGRIJK: • Gebuik geen inkjetprinterpapier of ander papier met een speciale bovenlaag.
Voorbereiding voor het gebruik 3 Stel de papierbreedtegeleiders in aan de linker- en rechterkant van de cassette. Druk op het instelmechanisme voor de papierbreedte op de linkergeleider en schuif de geleiders in de vereiste papierformaatstand. OPMERKING: De papierformaten staan op de cassette vermeld. 4 Pas de papierlengtegeleider aan aan het vereiste papierformaat.
Voorbereiding voor het gebruik 5 Plaats het papier in de cassette. Let erop dat de kant waarop afgedrukt moet worden naar beneden ligt en dat het papier niet gevouwen, opgekruld of beschadigd is. BELANGRIJK: Plaats niet zoveel papier dat het boven het driehoekje op de breedtegeleider uit komt. • Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of gevouwen is. Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
Voorbereiding voor het gebruik 7 Selecteer het mediatype (normaal, gerecycled, enzovoort) dat in de cassette is geplaatst. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven op pagina 2-50.) Papier in de multifunctionele lade plaatsen In de multifunctionele lade passen tot 50 vellen A4- of kleiner normaal papier (80 g/m2). De multifunctionele lade is geschikt voor papierformaten van A4 tot A6 en Hagaki en van Legal tot Statement-R, 216 x 340 mm en 16K.
Voorbereiding voor het gebruik 3 Stel de papiergeleiders van de multifunctionele lade in. De standaardpapierformaten staan aangegeven op de MF-lade of de handmatige invoerlade. Schuif bij standaardpapierformaten de papiergeleiders naar de bijbehorende markering. 4 Plaats het papier tegen de papiergeleiders aan en schuif het zo diep mogelijk. BELANGRIJK: Houd de kant van de sluiting naar boven gericht. Gekruld papier moet u recht maken voor gebruik. Strijk de bovenzijde glad als die opgekruld is.
Voorbereiding voor het gebruik Geschikte envelop Afmetingen Envelop DL 110 × 220 (mm) Envelop C5 162 × 229 (mm) Executive 7 1/4" × 10 1/2" Envelop #9 (Commercial #9) 3 7/8" × 8 7/8" Envelop #6 (Commercial #6 3/4) 3 5/8" × 6 1/2" 1 Trek de multifunctionele lade naar u toe, totdat deze stopt. 2 Trek de onderlade uit. 3 Stel de papiergeleiders van de multifunctionele lade in. De standaardpapierformaten staan aangegeven op de MF-lade of de handmatige invoerlade.
Voorbereiding voor het gebruik 4 Plaats het papier tegen de papiergeleiders aan en schuif het zo diep mogelijk. 5 Sluit de flap bij enveloppen met een liggend formaat. Schuif de envelop zo ver mogelijk langs de geleiders en houd daarbij de te bedrukken zijde naar boven en de kant met de flap naar u toe gericht. Bij enveloppen met een staand formaat moet de flap dicht zijn.
Voorbereiding voor het gebruik BELANGRIJK: Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen (richting en kant) hangt af van het soort envelop. Zorg dat u ze op de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de verkeerde richting of op de verkeerde kant worden bedrukt. OPMERKING: Wanneer u enveloppen in de multifunctionele lade plaatst, kies dan de envelopsoort zoals beschreven in Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven op pagina 2-52.
Voorbereiding voor het gebruik Papierformaat en mediatype opgeven De standaardinstelling van het papierformaat voor de cassette, de multifunctionele lade en de optionele papierinvoer (cassettes 2 en 3) is [Letter] en de standaardinstelling van het mediatype is [Normaal]. Om het papiertype dat wordt gebruikt in de cassettes vast in te stellen, moet u de instellingen van het papierformaat en het mediatype opgeven. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven op deze pagina.
Voorbereiding voor het gebruik Sys. menu/Teller: a b 3 Systeem 4 Aanm./Taakacc. 6 Algemene instell ********************* Algemene instell: a b 1 Taal ********************* 2 Standaardscherm 3 Geluid [ Einde ] Inst. orig./pap.: a b 1 Custom form. orig ********************* 2 Stn orig. form. 3 Custom papierfmt [ Einde ] 2 Druk in het menu Sys. menu/Teller, op de toets of om [Algemene instell] te selecteren. 2 3 Druk op de toets OK. Het menu Algemene instellingen verschijnt.
Voorbereiding voor het gebruik 10 Druk op de toets of om het gewenste papierformaat te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het menu Cassette 1 inst. Cassette 1 inst.: a b 1 Cassette 1 frmt 2 Cassette 1 soort ********************* [ Einde 11 Druk op de toets of om [Cassette 1 soort] te selecteren. ] Cassette 1 soort: a b 1 *Normaal ********************* 2 Ruw 3 Gerecycled 12 Druk op de toets OK. Cassette 1 soort verschijnt.
Voorbereiding voor het gebruik OPMERKING: Als u het apparaat gebruikt met de faxfunctie en de multifunctionele lade wordt gebruikt om inkomende faxen af te drukken, dan zijn de volgende mediatypes beschikbaar. Normaal, Gerecycled, Bond, Kleur, Hoge kwaliteit, Ruw, Etiketten, Envelop, Karton en Dik 1 Als u gebruikersbeheer uitvoert en u bent niet aangemeld, dan verschijnt een aanmeldingsscherm. Voer dan het gebruikers-ID en wachtwoord in. Aanmeld.gebr.nm: L b ******************** Aanmeld.wachtw.
Voorbereiding voor het gebruik Inst. MF-lade: a b 1 MF-lade form. ********************* 2 MF-lade type [ Einde 7 Druk op de toets OK. Het menu Inst. MF-lade verschijnt. 8 Druk op de toets of om [MF-lade form.] te selecteren. 9 Druk op de toets OK. MF-lade form. verschijnt. ] MF-lade form.: a b 1 *Lettera ********************* 2 Legala 3 Statementa 10 Druk op de toets of om het gewenste papierformaat te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Voltooid.
Voorbereiding voor het gebruik Originelen plaatsen Volg de onderstaande stappen om de originelen voor kopiëren, verzenden of opslaan te plaatsen. Originelen op de glasplaat plaatsen Naast gewone vellen kunt u als origineel ook boeken of tijdschriften op de glasplaat plaatsen. 1 Open de originelenklep of de documenttoevoer. OPMERKING: Zorg voor u de documenttoevoer opent, dat er geen originelen in de origineleninvoer of de originelenuitvoer zijn achtergebleven.
Voorbereiding voor het gebruik Originelen in de documenttoevoer plaatsen De documenttoevoer scant automatisch elk vel van meerdere originelen. Beide zijden van dubbelzijdige originelen worden gescand. Originelen geschikt voor de documenttoevoer De documenttoevoer is geschikt voor de volgende types originelen.
Voorbereiding voor het gebruik 2 Plaats de originelen. Plaats de te scannen zijde (of de eerste zijde van dubbelzijdige originelen) naar boven. Schuif de voorrand zo ver mogelijk in de documenttoevoer. BELANGRIJK: Kijk of de breedtegeleiders voor originelen perfect op de originelen aansluiten. Als er nog ruimte is, pas dan de breedtegeleiders opnieuw aan. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot een papierstoring. Zorg ervoor dat de geplaatste originelen niet boven de niveau-aanduiding uitkomen.
Voorbereiding voor het gebruik 2-58
3 Basisbediening In dit hoofdstuk worden de volgende bedieningshandelingen uitgelegd. • • • • • • • • • Aanmelden/afmelden ................................................... 3-2 Snelkiestoetsen en Programmatoetsen ....................... 3-3 Berichtendisplay ........................................................... 3-6 Kopiëren ....................................................................... 3-7 Afdrukken - Afdrukken vanuit een toepassing............ 3-16 Verzenden ...............................
Basisbediening Aanmelden/afmelden Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan moeten de aanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord worden ingevoerd om het apparaat te gebruiken. OPMERKING: Aanmelden is niet mogelijk als u uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord vergeten bent. Meldt u zich in dit geval aan met de toegangsrechten van de beheerder en wijzig uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord.
Basisbediening Snelkiestoetsen en Programmatoetsen De snelkiestoetsen en de programmatoetsen op het bedieningspaneel worden hieronder beschreven. Snelkiestoetsen U kunt bestemmingen registreren onder de snelkiestoetsen en de gewenste bestemming vervolgens oproepen door op de betreffende snelkiestoets te drukken. Om een bestemming te registreren onder een snelkiestoets, raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
Basisbediening Bij de toets Programma 1 staat ID-kaart kopie gedrukt. Als de functies gewist zijn door het overschrijven van de toets Programma 1, plak dan het bij het apparaat bijgeleverde etiket op en schrijf er de naam van de functie op. Instellingen registreren Houd, na het instellen, één van de toetsen Programma 1 tot 4 gedurende 3 seconden ingedrukt om onder die toets de instellingen te registreren. De huidige instellingen worden geregistreerd onder de geselecteerde programmatoets. Geregistreerd.
Basisbediening Kopie ID-kaart Hieronder wordt de procedure voor het kopiëren van een ID-kaart beschreven. 1 Druk op de toets Kopiëren wanneer de toets/het lampje Kopiëren uit is. OPMERKING: Als het Berichtendisplay uitgeschakeld is, druk dan op een willekeurige toets op het bedieningspaneel en wacht tot het apparaat opgewarmd is. 2 Plaats het origineel op de glasplaat. Plaats de te scannen kant naar onder in het midden van het scangebied voor het formaat Statement of A5.
Basisbediening Berichtendisplay De volgende voorbeelden geven uitleg over de berichten en pictogrammen die gebruikt worden in het berichtendisplay. Gereed voor kopiëren. Exempl.: 1 A4q s A4a 100% [ Zoomen ] [ 1 2 3 4 5 1 6 7 Kopieerscherm Gereed voor verzenden. Best.: 1 p :sally@###########N 1-zijdig [ Duplex ] [ ] Verzendscherm Referentienummer Betekenis 1 Geeft de huidige status van het apparaat aan. Geeft ook de naam van het huidige menu weer zodra het bedieningspaneel gebruikt wordt.
Basisbediening Kopiëren Volg de onderstaande stappen voor de basishandelingen bij het kopiëren. 1 Druk op de toets Kopiëren wanneer de toets/het lampje Kopiëren uit is. 3 OPMERKING: Als het Berichtendisplay uitgeschakeld is, druk dan op een willekeurige toets op het bedieningspaneel en wacht tot het apparaat opgewarmd is. 2 Plaats de originelen op de glasplaat of in de documenttoevoer. OPMERKING: Raadpleeg Originelen plaatsen op pagina 2-55 voor informatie over het plaatsen. 3 Gereed voor kopiëren.
Basisbediening 6 Verwijder de voltooide kopieën uit de binnenlade. Dichtheid instellen Volg de onderstaande procedure om de dichtheid in te stellen bij het kopiëren. Beschikbare dichtheidsinstellingen Beschrijving Handmatig Stel de dichtheid in aan de hand van 7 niveaus. Auto De optimale dichtheid wordt geselecteerd op basis van de dichtheid van het origineel. OPMERKING: U kunt Auto als standaardinstelling selecteren (raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding).
Basisbediening Beeldkwaliteit selecteren Selecteer de beeldkwaliteit die geschikt is voor het type origineel. In de onderstaande tabel ziet u de beschikbare mogelijkheden. Beschikbare beeldkwaliteiten Beschrijving Tekst+foto Voor originelen met een combinatie van tekst en foto's. Foto Voor foto's gemaakt met een camera. Tekst Voor originelen die hoofdzakelijk tekst bevatten. Hieronder wordt de procedure beschreven voor het selecteren van de beeldkwaliteit van kopieën.
Basisbediening Kopiëren met zoom Stel de vergrotingsfactor in om het origineelbeeld te verkleinen of te vergroten. De volgende zoomopties zijn beschikbaar: Automatische zoom Hiermee wordt het origineelbeeld automatisch verkleind of vergroot, zodat het op het geselecteerde papierformaat past. Letter-R 129 % Statement-R 141 % 64 % 70 % A4 A5 Zoomfactor invoeren Hiermee wordt het origineelbeeld handmatig in stappen van 1% tussen 25% en 400% handmatig vergroot of verkleind.
Basisbediening Hieronder wordt de procedure voor het kopiëren met zoom beschreven. Functiemenu: a b 1 Papierselectie T ********************* 2 Sorteren T T 3 Duplex [ Einde ] Zoomen: a b 1 *100% ********************* 2 Auto 3 Standaard zoom 1 Druk op de toets Functiemenu. Het Functiemenu verschijnt. 3 2 Druk op de toets of om [Zoomen] te selecteren. 3 Druk op de toets OK. Zoomen verschijnt. 4 Druk op de toets of om de gewenste zoomfactor te selecteren.
Basisbediening Dubbelzijdig kopiëren Maak dubbelzijdige kopieën. De volgende opties voor dubbelzijdig kopiëren zijn beschikbaar. U kunt ook enkelzijdige kopieën maken van een tweezijdig origineel of van een origineel met twee pagina's naast elkaar zoals een boek. De volgende mogelijkheden zijn beschikbaar: Enkelzijdig naar dubbelzijdig Hiermee kunnen dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen worden gemaakt.
Basisbediening Hieronder wordt de procedure voor het dubbelzijdig/duplexkopiëren beschreven. Functiemenu: a b 1 Papierselectie T ********************* 2 Sorteren T T 3 Duplex [ Einde ] Duplex: a b 1 *1-zijd>>1-zijd. ********************* 2 1-zijd>>2-zijd. 3 2-zijd>>1-zijd. Binden voltooien: a b 1 *o Links/rechts ********************* 2 p Boven Richting orig.: a b 1 c Bov.rand boven 2 *d Bov.
Basisbediening Als u [2-zijd>>2-zijd.] selecteert, druk dan op [Details] (de rechterkeuzetoets); u kunt dan de bindzijde van het origineel selecteren. Richting voltooien:a b 1 *o Links/rechts ********************* 2 p Boven Selecteer, nadat u op de toets OK gedrukt heeft, de bindzijde van de voltooide kopieën. Binden voltooien: a b 1 *o Links/rechts ********************* 2 p Boven Selecteer, nadat u op de toets OK gedrukt heeft, de richting van de originelen. Richting orig.: a b 1 *c Bov.
Basisbediening Kopiëren met sorteren Het apparaat kan sorteren terwijl het kopieert. U kunt de kopieerfunctie Sorteren gebruiken voor de hieronder beschreven taken. 3 2 1 3 Meerdere originelen worden gescand en volledige sets met kopieën worden op paginanummer afgeleverd. 3 2 2 1 1 3 2 1 Origineel Kopie Hieronder wordt de procedure voor het kopiëren met sorteren beschreven.
Basisbediening Afdrukken - Afdrukken vanuit een toepassing Volg de onderstaande stappen om een document vanuit een toepassing af te drukken. OPMERKING: Om documenten af te drukken vanuit een toepassing, moet u het printerstuurprogramma op uw computer installeren vanaf de bijgeleverde dvd (Product Library). 1 Maak een document in een toepassing. 2 Klik op Bestand en selecteer Afdrukken in de toepassing. Het dialoogvenster van Afdrukken wordt nu weergegeven.
Basisbediening 7 Klik op Bron en selecteer de papierbron. OPMERKING: Als u Auto kiest, wordt het papier automatisch aangevoerd uit de papierbron met het papier van het optimale formaat en type. Om op speciale papiersoorten zoals enveloppen of dik papier af te drukken, plaatst u ze in de multifunctionele lade en selecteert u MF Lade. 8 Selecteer de papierrichting – Staand of Liggend – om deze af te stemmen op de richting van het document.
Basisbediening Verzenden Dit apparaat kan een gescande afbeelding verzenden als bijlage bij een e-mailbericht of naar een pc die is verbonden met het netwerk. Hiervoor moet het adres van de afzender en van de bestemming (ontvanger) worden geregistreerd in het netwerk. Er is een netwerkomgeving vereist waarin het apparaat verbinding kan maken met een mailserver. Er wordt aanbevolen een lokaal netwerk (LAN) te gebruiken om problemen met de verzendsnelheid en de beveiliging te verhelpen.
Basisbediening Verzenden als e-mail Verzendt een gescand origineelbeeld als bijlage van een e-mailbericht. OPMERKING: • U moet een netwerkomgeving hebben waarin dit apparaat verbinding kan maken met een mailserver. Er wordt aanbevolen het apparaat te gebruiken in een omgeving waarin het permanent verbinding kan maken met de mailserver via een LAN. • Open het COMMAND CENTER van tevoren en voer de instellingen in voor het versturen van een e-mail.
Basisbediening 6 Gereed voor verzenden. Best.: 1 p :sally@###########N 1-zijdig 300x300dpi [ Duplex ] [Scanres.] Druk op de toets OK. Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het basisscherm. OPMERKING: Als het scherm voor het bevestigen van het invoeren van een nieuwe bestemming (raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding) op [Aan] staat, dan verschijnt er een scherm om het ingevoerde e-mailadres te bevestigen. Voer hetzelfde e-mailadres nogmaals in en druk op de toets OK.
Basisbediening Verzenden naar map (SMB)/Verzenden naar map (FTP) Het beeldbestand van het gescande origineel wordt in de opgegeven gedeelde map van eender welke pc opgeslagen. Slaat een gescande origineelafbeelding op in een map van een FTP-server. 3 OPMERKING: • Raadpleeg de Help-functie van uw besturingssysteem voor meer informatie over het delen van mappen. • Zorg ervoor dat SMB-protocol of FTP in het COMMAND CENTER op Aan ingesteld is.
Basisbediening A b Pad: RD3\report* ABC [ Tekst 8 Druk op de toets OK. Aanmeld.gebr.nm verschijnt. 9 Voer de aanmeldingsgebruikersnaam in. U moet de accountnaam van de bestemmings-pc opgeven. ] Aanmeld.wachtw.: A b OOOOOOOOOOO* ABC [ Tekst Voer de padnaam in. Denk erom dat de delingsnaam en niet de mapnaam op de bestemmings-pc ingetypt moet worden. ] Aanmeld.gebr.nm: C b Maury* S ABC [ Tekst 7 10 Druk op de toets OK. Aanmeld.wachtw. verschijnt. ] 11 Voer het aanmeldingswachtwoord in.
Basisbediening Voor verzenden naar map (SMB) Item In te voeren gegevens Max. aantal karakters Hostnaam (SMB)* Hostnaam of IP-adres van de ontvangende pc. Max. 64 karakters Pad Pad naar de ontvangstmap zoals in onderstaand voorbeeld. Bijvoorbeeld User\Sharename. Max. 128 karakters Aanmeldingsgebruikersnaam Gebruikersnaam voor toegang tot de pc Bijvoorbeeld abcdnet\james.smith Max. 64 karakters Aanmelding wachtwoord Wachtwoord voor toegang tot de pc Max.
Basisbediening Als de verbinding gelukt is, dan verschijnt op het scherm Verbonden.. Druk op [OK] (de rechterkeuzetoets). Voltooid. wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het basisscherm. Als de verbinding mislukt is, dan wordt Kan geen verbinding maken. weergegeven. Druk op [OK] (de rechterkeuzetoets). Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw. Controleer de bestemming en voer deze opnieuw in. Best. bevest.
Basisbediening Bestemming opgeven Voor het opgeven van een bestemming, kunt u een keuze maken uit het adresboek of de snelkiestoetsen gebruiken. Kiezen uit het adresboek Selecteer een bestemming die in het adresboek is geregistreerd. Selec.adresboek: a b t Adresboek ********************* t Extern adresboek [ Einde 1 Druk in het basisscherm voor verzenden op de toets Adresboek. Het menu Selec.adresboek verschijnt.
Basisbediening Zoeken in het adresboek Adresboek: a b k Design ********************* l Fiala l Maury [ Menu ] Menu: a b 1 Selecteren ********************* 2 Details 3 Zoeken(naam) Zoeken(naam): ma* S A b ABC [ Tekst 1 Druk in Adresboek op [Menu] (de rechterkeuzetoets). Menu verschijnt. 2 Druk op de toets of om [Zoeken(naam)] te selecteren en druk vervolgens op de toets OK. Er verschijnt een zoekscherm. 3 Voer de karakters in die u wilt opzoeken. 4 Druk op de toets OK.
Basisbediening Zoeken(naam): ma* S [ Menu A b ABC ] [ Tekst 3 Als u op [Menu] (de rechterkeuzetoets) drukt en vervolgens op de toets OK, dan verschijnt Zoeken op, waar u de zoekgegevens en overeenkomsten kunt opgeven. Selecteer voor elk het gewenste item en druk op de toets OK. ] Extern adresboek: a b l Maury ********************* l Morgan l Sally [ Menu ] Voer de karakters in die u wilt opzoeken. 4 Druk op de toets OK.
Basisbediening Taken annuleren Volg de onderstaande stappen om elke afdruk- of verzendtaak die bezig is te annuleren. Taken annuleren U kunt ook taken annuleren door op de toets Stop te drukken. Lijst ann.
Basisbediening Resterende toner en papier controleren U kunt de resterende hoeveelheid toner en papier in elke invoercassette controleren. Resterende toner controleren Status: a b 1 Status afdruktaken ********************* 2 Status verzendtaken 3 Status opslagtaken [ Pauze ] Tonerstatus: b 1 Druk op de toets Status/Taak annuleren. Het menu Status verschijnt. 2 Druk op de toets of om [Tonerstatus] te selecteren. 3 Druk op de toets OK. Tonerstatus verschijnt.
Basisbediening 3-30
4 Onderhoud Dit hoofdstuk beschrijft het reinigen van het apparaat en het vervangen van de toner. • • Reinigen ....................................................................... 4-2 Vervangen van de tonercontainer ................................
Onderhoud Reinigen Reinig het apparaat regelmatig om een optimaal resultaat te garanderen. VOORZICHTIG: Haal voor de veiligheid altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. Glasplaat Veeg de binnenkant van de documenttoevoer en de glasplaat schoon met een zachte doek bevochtigd met alcohol of een zacht schoonmaakmiddel. BELANGRIJK: Gebruik geen verdunners of andere organische oplosmiddelen.
Onderhoud Reinigen van het apparaat Om problemen met de afdrukkwaliteit te vermijden, moet de binnenkant van het apparaat gereinigd worden telkens als de toner vervangen wordt. 1 Open de voorklep. 4 2 Til de ontwikkelaar met de tonercontainer uit het apparaat. 3 Verwijder de drum uit het apparaat door de groene hendels met beide handen vast te houden. OPMERKING: De drum is gevoelig voor licht. Stel de drum nooit langer dan vijf minuten bloot aan licht.
Onderhoud 6 Schuif op de drum de hoofdladerreiniger (groen) 2 tot 3 keer heen en weer om de laderdraad te reinigen. Zet deze daarna weer in de oorspronkelijke positie (CLEANER HOME POSITION). BELANGRIJK: Verwijder de fixeertape op de hoofdladerreiniger voor u die voor de eerste keer reinigt. Let erop dat u de hoofdladerreiniger na het reinigen terug in de startpositie zet. 7 Zet, als u klaar bent met reinigen, de drum terug op de oorspronkelijke plek.
Onderhoud Vervangen van de tonercontainer Wanneer in het berichtendisplay Voeg toner toe. verschijnt, moet de toner vervangen worden. Reinig telkens als u de tonercontainer vervangt de onderdelen volgens de onderstaande instructies. Door vuile onderdelen kan het resultaat minder worden. VOORZICHTIG: Probeer de tonercontainer niet te verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken. 4 Vervangen van de tonercontainer 1 Open de voorklep.
Onderhoud 5 Installeer de nieuwe tonercontainer in het apparaat. Druk stevig tegen de bovenkant van de container op de plekken waar PUSH staat, tot u een klik hoort. 6 Draai de vergrendelingshendel van de tonercontainer in de vergrendelingsstand. 7 Sluit de voorklep. OPMERKING: Lever de lege tonercontainer in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde tonercontainers worden gerecycled of verwijderd conform de betreffende voorschriften.
5 Problemen oplossen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u problemen met het apparaat kunt oplossen. • • • Storingen oplossen....................................................... 5-2 Reageren op foutmeldingen ......................................... 5-6 Papierstoringen oplossen...........................................
Problemen oplossen Storingen oplossen In de onderstaande tabel vindt u de algemene richtlijnen voor het oplossen van problemen. Als er zich een probleem voordoet met uw apparaat, lees dan de controlepunten door en voer de procedures op de aangegeven pagina’s uit. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Het bedieningspaneel werkt niet wanneer het apparaat is ingeschakeld.
Problemen oplossen Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina De kopieën hebben een gevlamd patroon (groepjes stippen in een patroon en niet gelijk uitgelijnd). Is het origineel een fotoafdruk? Stel de beeldkwaliteit in op [Foto]. — De afdrukken zijn niet duidelijk. Heeft u de juiste beeldkwaliteit voor het origineel gekozen? Selecteer de juiste beeldkwaliteit. — De afdrukken zijn vuil. Is de glasplaat of de documenttoevoer vuil? Reinig de glasplaat of de documenttoevoer.
Problemen oplossen Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Zit de stekker van het apparaat in het stopcontact? Stop de stekker van het netsnoer in een stopcontact. — Staat het apparaat aan? Zet de aan/uit-schakelaar aan. 2-6 Is de printerkabel aangesloten? Sluit de juiste printerkabel goed aan. 2-5 Stond het apparaat aan voor de printerkabel werd aangesloten? Zet het apparaat aan nadat u de printerkabel heeft aangesloten.
Problemen oplossen Probleem Verzenden via SMB niet mogelijk. Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Is de netwerkkabel aangesloten? Sluit de juiste netwerkkabel goed aan. 2-5 Zijn de netwerkinstellingen voor het apparaat goed geconfigureerd? Configureer de TCP/IP-instellingen op de juiste manier. — Zijn de mapdelingsinstellingen goed geconfigureerd? Controleer de deelinstellingen en toegangsrechten bij de mapeigenschappen.
Problemen oplossen Reageren op foutmeldingen Als het bedieningspaneel een van de volgende berichten weergeeft, voer dan de bijbehorende procedure uit. Alfanumeriek Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Afdrukoverloop. Taak is geannuleerd. – De taak is geannuleerd. Druk op de toets OK. — Binnenlade is vol, verwijder de afdrukken. – Verwijder het papier uit de binnenlade en druk op OK om door te gaan met de taak. — Begrensd door Taakacounting. Afdrukken lukt niet.
Problemen oplossen Foutmelding Fout bij verzenden. #### Controlepunten Mogelijke oplossing – Er is een fout opgetreden tijdens het verzenden. De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende: 1101: De servernaam van de SMTPserver is niet correct ingesteld of de hostnaam is onjuist bij het verzenden van scangegevens naar een FTPserver. Gebruik het COMMAND CENTER en registreer de naam van de SMTP-server en de hostnaam correct.
Problemen oplossen Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Fout bij verzenden. #### 2101, 2102, 2103, 2201, 2202, 2203, 3101: De netwerkkabel is losgekoppeld of de hub waarmee hij is verbonden werkt niet correct. Controleer de kabel en de hub. Helpt dit niet, dan is de servernaam of de hostnaam van de SMTP-server niet correct ingesteld. Gebruik het COMMAND CENTER en registreer de naam van de SMTP-server en de hostnaam correct.
Problemen oplossen Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Fout met USBgeheugen. Taak is geannuleerd. – De taak is geannuleerd. Druk op de toets OK. — Geheugen is vol. Printopdracht kan niet voltooid worden. – De taak kan niet worden voortgezet omdat het geheugen opgebruikt is. Druk op OK om de gescande pagina's af te drukken. De afdruktaak kan niet volledig worden verwerkt. Druk op de toets Stop om de taak te annuleren. — 5 Geheugen is vol. Taak is geannuleerd.
Problemen oplossen Foutmelding Niet-originele toner. Druk op [Help]. Controlepunten Mogelijke oplossing Dit bericht verschijnt als de geïnstalleerde tonercontainer niet origineel is. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade door niet-originele toner. Pagina 4-5 Wij adviseren u enkel originele tonercontainers te gebruiken. Wilt u de op dit moment geïnstalleerde tonercontainer gebruiken, houd dan de toetsen OK en Stop gedurende 3 seconden of langer tegelijk ingedrukt.
Problemen oplossen Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Plaats origineel en druk op Start-toets. – Haal de originelen uit de documenttoevoer, leg ze in de oorspronkelijke volgorde en plaats ze opnieuw. Druk op Start om verder te gaan met afdrukken. Druk op de toets Stop om de taak te annuleren. 2-56 Papierstoring. – Als zich een papierstoring voordoet, wordt het apparaat stopgezet en wordt de plek met de papierstoring in het Berichtendisplay weergegeven.
Problemen oplossen Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Verwijderbaar geheugen is vol. Taak is geannuleerd. – De taak is geannuleerd. Druk op de toets OK. — Verwijder origineel uit documenttoevoer. Zitten er nog originelen in de documenttoevoer? Verwijder de originelen uit de documenttoevoer. — Vervang MK. – De elementen van de onderhoudskit dienen elke 100.000 afgedrukte pagina's te worden vervangen en vervolgens is een professionele onderhoudsbeurt vereist.
Problemen oplossen Reageren op een knipperend Opgelet-lampje Als er een Opgelet-lampje knippert, druk dan op [Status/Taak annuleren] om de foutmelding te controleren. Als het bericht niet weergegeven wordt in het Berichtendisplay wanneer u op [Status/Taak annuleren] drukt of als het Opgelet-lampje 1,5 seconde knippert, controleer dan het volgende. Probleem Het verzenden van een fax lukt niet.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen Als zich een papierstoring voordoet, dan verschijnt er een storingsbericht en wordt het kopiëren of afdrukken stopgezet. Laat de aan/uit-schakelaar ingeschakeld staan en verwijder het vastgelopen papier zoals hieronder aangegeven. Lampjes voor storingslocaties Als zich een papierstoring voordoet, dan geeft de foutmelding de plek van de storing aan.
Problemen oplossen Multifunctionele lade Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in de multifunctionele lade op te lossen. 1 Verwijder het vastgelopen papier uit de multifunctionele lade. 5 2 Open en sluit de bovenklep en voorklep om de fout te wissen. Cassette/Papierinvoer Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in de cassette of papierinvoer op te lossen. 1 Trek de cassette of optionele papierinvoer uit. 2 Verwijder alle gedeeltelijk ingevoerde papier.
Problemen oplossen Duplexeenheid Er is papier vastgelopen in de duplexeenheid. Verwijder het vastgelopen papier volgens de onderstaande procedure. 1 Trek de papiercassette helemaal uit het apparaat. 2 Open de klep van de duplexeenheid aan de voorkant van het apparaat en verwijder alle vastgelopen papier. Open de klep van de duplexeenheid aan de achterkant van het apparaat en verwijder alle vastgelopen papier.
Problemen oplossen 3 Verwijder de drum uit het apparaat door de groene hendels met beide handen vast te houden. VOORZICHTIG: De fusereenheid binnenin het apparaat is zeer heet. Raak deze niet aan want dit kan brandwonden veroorzaken. OPMERKING: De drum is gevoelig voor licht. Stel de drum nooit langer dan vijf minuten bloot aan licht. 4 Als het vastgelopen papier vastgeklemd lijkt te zitten tussen de rollen, trek het dan in de normale looprichting uit.
Problemen oplossen Achterklep Volg de onderstaande stappen om een papierstoring in de achterklep op te lossen. 1 Open de achterklep en verwijder het vastgelopen papier door het uit te trekken. VOORZICHTIG: De fusereenheid binnenin het apparaat is zeer heet. Raak deze niet aan want dit kan brandwonden veroorzaken. Als er papier vastgelopen is in de fusereenheid, open dan de fuserklep en verwijder het papier door het uit te trekken.
Problemen oplossen 2 Open de linkerklep van de documenttoevoer. 3 Verwijder het vastgelopen origineel. Als het origineel vastzit tussen de rollen of moeilijk te verwijderen is, ga dan naar de volgende stap. 4 Open de documenttoevoer. 5 Verwijder het vastgelopen origineel. Als het origineel scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat. 6 Sluit de documenttoevoer. 7 Plaats de originelen.
Problemen oplossen 5-20
Appendix • • • Optionele apparatuur....................................... Appendix-2 Invoermethode voor karakters......................... Appendix-3 Specificaties ....................................................
Optionele apparatuur Overzicht optionele apparatuur De volgende optionele apparatuur is beschikbaar voor het apparaat. Uitbreidingsgeheugen Papierinvoer Papierinvoer Met behulp van de papierinvoer kunt u drie extra papiercassettes aan de onderkant van het apparaat toevoegen voor een continue toevoer van grote hoeveelheden papier. De papiercapaciteit en de manier van plaatsen zijn hetzelfde als bij cassette 1.
Invoermethode voor karakters Gebruik in schermen waar karakters ingevoerd moeten worden de onderstaande procedure om de karakters in te voeren. Gebruikte toetsen Gebruik de volgende toetsen om karakters in te voeren. 2 1 7 3 4 6 5 1. Toets OK Druk op deze toets om de ingevoerde karakters te bevestigen. 2. Toets Wissen Druk op deze toets om het karakter bij de cursor te wissen. Als de cursor aan het eind van de regel staat, dan wordt het karakter links ervan gewist. 3.
Specificaties OPMERKING: Wijzigingen van specificaties voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Item Afmetingen (b x d x h) Beschrijving FS-1030MFP* FS-1035MFP 494 × 410 × 366 mm FS-1130MFP* FS-1135MFP 494 × 430 × 448 mm Gewicht (zonder tonercontainer) FS-1030MFP* FS-1035MFP Circa 15 kg FS-1130MFP* FS-1135MFP Circa 18 kg Vereiste ruimte (b x d) FS-1030MFP* FS-1035MFP 494 × 613 mm FS-1130MFP* FS-1135MFP 494 × 633 mm Vereiste spanning 230 V Specificatie model: 220 tot 240 V (50/60 Hz, meer dan 4,2 A) Stroomverbruik (maximaal) FS-1030MFP* Standaard: 1031 W (Europa) Met opties: 1038 W
Item Stroomverbruik (slaapstand) Beschrijving FS-1030MFP* Standaard: 7,8 W (Europa) Met opties: 9,6 W (Europa) FS-1035MFP Standaard: 7,8 W (Europa) Met opties: 9,6 W (Europa) FS-1130MFP* Standaard: 10,6 W (Europa) Met opties: 12,3 W (Europa) FS-1135MFP Standaard: 10,6 W (Europa) Met opties: 12,3 W (Europa) Stroomverbruik (uitgeschakeld) 0,5 W of minder Opties Papierinvoer (tot 2 units) * Het 30 ppm-model is in bepaalde regio's mogelijkerwijs niet beschikbaar.
Printfuncties Item Afdruksnelheid Beschrijving Zelfde als kopieersnelheid. Tijd tot eerste afdruk (A4, invoer vanuit cassette) FS-1030MFP* FS-1130MFP* 6 seconden of minder FS-1035MFP FS-1135MFP 7 seconden of minder Resolutie FS-1030MFP* FS-1130MFP* Fast 1200, 600 dpi.300 dpi FS-1035MFP FS-1135MFP Fijn 1200, Snel 1200, 600 dpi, 300 dpi Besturingssysteem Windows XP, Windows Server 2003, Windows Vista, Windows Server 2008, Windows 7, Apple Macintosh OS 10.
Item Beschrijving Transmissiesysteem Pc-transmissie E-mailtransmissie Scan naar USB TWAIN-scan*1 WIA-scan*2 *1 *2 SMB Scan naar pc FTP Scan naar FTP, FTP via SSL SMTP Scan naar e-mail Beschikbare besturingssystemen: Windows XP, Windows Server 2003, Windows Vista, Windows Server 2008, Windows 7 Beschikbare besturingssystemen: Windows Vista, Windows Server 2008, Windows 7 Documenttoevoer Item Beschrijving Invoermethode originelen Automatische invoer Ondersteunde origineelsoorten Losse vellen Papi
Index Index A Documenttoevoer Appendix-8 Geschikte originelen 2-56 Niet geschikte originelen 2-56 Originelen plaatsen 2-56 Zo plaatst u originelen 2-56 Duplex 3-12 Dvd 2-2 Aanmelden 3-2 Aansluiten LAN-kabel 2-5 Netvoedingskabel 2-8 USB-kabel 2-8 Aanzetten 2-6 Afdrukken 3-16 Afdrukken vanuit een toepassing 3-16 Afmelden 3-2 E E-mail Verzenden als e-mail 3-19 E-mail verzenden 2-28 B Bedieningspaneel 1-2 Beeldkwaliteit Kopiëren 3-7 Bestemming Kiezen uit het adresboek 3-25 Kiezen via snelkiestoets 3-27 Opz
Index Voorgeprogrammeerde zoom 3-10 Cassette 1 5-15 Documenttoevoer 5-18 Duplexeenheid 5-16 Lampjes voor storingslocaties 5-14 Multifunctionele lade 5-15 Papierinvoer 5-15 Voorzorgsmaatregelen 5-14 Product Library 2-2 L LAN-kabel Aansluiten 2-5 M Multifunctionele lade (MF-lade) Papierformaat en mediatype 2-52 Multi-verzenden (verzenden naar verschillende soorten bestemmingen) 3-27 N Netvoedingskabel Aansluiten 2-8 Netwerk Instellen 2-13 Netwerkinterface 2-4 Netwerkkabel 2-4 Aansluiten 2-5 R Reinigen S
Index Verzenden Verzenden als e-mail 3-19 Verzenden naar map (FTP) 3-23 Verzenden naar map (SMB) 3-23 Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (multi-verzenden) 3-27 Voorbereiding 2-1 Z Zoom-functie Kopiëren 3-10 Index-3
Index Index-4
20 .