Operation Manual

5-6
Scannen
2 Invoermethode Selecteer de invoermethode voor originelen.
Waarde: Auto, Documententoevoer, Platen
3 Scankleuren Selecteer de instelling voor kleurenmodus.
Waarde: Monochroom, Grijsschaal, Kleuren
4 Resolutie Selecteer de fijnheid van de scanresolutie.
Waarde: 200 × 200 dpi, 300 × 300 dpi, 400 × 400 dpi,
600 × 600 dpi
5 Scherp Stel de scherpte van de afbeelding in.
Waarde: Geen, Laag, Gemiddeld, Hoog, Descreen
(vervaagt de omtrek en vermindert de scherpte)
6 Origineel beeld Selecteer type origineelbeeld voor de beste resultaten.
Waarde: Tekst, Foto, Tekst+Foto
7 Dichtheid Selecteer de dichtheid.
Waarde: -3 (lichter) tot 3 (donkerder)
8 Afbeelding
omkeren
Wanneer dit geselecteerd is, wordt de kleur van de afbeelding
omgedraaid.
9 Herstellen Reset de instellingen naar standaard waarden.
10 Voorbeeld Geeft een voorbeeld van de gescande afbeelding. De
afbeelding kan vergroot, geroteerd, bijgeknipt of verplaatst
worden.
11 Lijst instellingen Geeft een lijst met de instellingen weer.
12 Help Geeft scherm Help weer.
13 Voorbeeld scan Verwerft een voorbeeldafbeelding.
14 Skan Voert de scan uit en laat de afbeelding terugkeren naar de
toepassing.
15 Sluiten Sluit scherm TWAIN.
Nr. Item Beschrijving