Operation Manual

7-29
Faxbediening
Instellingen voor doorsturen
Als u een fax ontvangen heeft, kunt u het ontvangen beeld doorsturen naar andere faxapparaten, computers en
subadres-boxen of kunt u het beeld afdrukken.
Doorsturen instellen
Gebruik de onderstaande procedure om het doorsturen in te stellen.
1 Druk op [Menu].
2 Druk op [] of [] om het Systeemmenu te selecteren.
3 Druk op [OK].
4 Druk op [] of [] om FAX te selecteren.
5 Druk op [OK].
6 Druk op [] of [] om Ontvangst te selecteren.
7 Druk op [OK].
8 Druk op [] of [] om de Inst.Doorsturen te selecteren.
9 Druk op [OK].
10Druk op [] of [] om Doorsturen te selecteren.
11Druk op [OK].
12To set Forwarding, press [] or [] to select On.
13Druk op [OK].
Doorstuurbestemming registreren
Gebruik de onderstaande procedure om een doorstuurbestemming te registreren.
1 Druk op [Menu].
2 Druk op [] of [] om het Systeemmenu te selecteren.
3 Druk op [OK].
4 Druk op [] of [] om FAX te selecteren.
5 Druk op [OK].
6 Druk op [] of [] om Ontvangst te selecteren.
Inst.Doorsturen
b
Doorsturen
Doorsturen
b
Aan