Operation Manual

1-4
Onderdelen apparaat
Bedieningspaneel
Toets [Kopiëren] Geeft scherm Kopiëren weer.
Toets [Scannen] Geeft scherm Scannen weer.
Toets [FAX]* Geeft scherm FAX weer.
Toets [Afdrukbox] Geeft scherm Afdrukbox weer.
Toets [ID-kaart kopie] Geeft scherm ID-kaart kopie weer
Toets [Adresboek]* Geeft scherm Adresboek weer,
waarin u bestemmingen kunt
toevoegen.
Toets [Bestemming
herhalen/Pauze]*
Roept de vorige bestemming op.
Wordt ook gebruikt om een pauze in
te voegen bij het invoeren van een
faxnummer.
Toets [Op de haak]* Schakelt tussen op de haak en van
de haak bij het handmatig verzenden
van een fax.
* Alleen voor de FS-1120MFP,
FS-1125MFP, FS-1320MFP en
FS-1325MFP.
Toets [Menu] Geeft functies en het
Systeemmenu weer.
Toets [Dichtheid] Geeft het scherm met
instellingen voor dichtheid
weer.
Toets [] / toets
[]
Verhoogt of verlaagt aantallen
of selecteert een menu in de
berichtenweergave. Verplaatst
ook de cursor bij het invoeren
van tekens.
Toets [Terug] Keert terug naar het
voorgaande scherm.
Toets [OK] Voltooit een functie of een
menu en ingevoerde
nummers.
Toets [Stille modus] Schakelt Stille modus in
Stille modus
Bij voorkeur voor een stille werking
wordt op [Stille modus] gedrukt om
Stille modus in te schakelen. Wanneer
Stille modus ingeschakeld is, ligt de
afdruksnelheid lager.
Berichtendisplay Geeft het instellingenmenu, de status
van het apparaat en foutmeldingen
weer.
Indicator
Verwerken
(groen)
Knipperend Het apparaat verwerkt gegevens.
Zeer
langzaam
knipperend
(interval 5
seconden)
Het apparaat staat in de slaapstand.
Indicator Opgelet (oranje) Brandt of knippert wanneer zich een
fout voordoet.
Toetsen
[Programma 1] -
[Programma 3]
Roept de instellingen op die
vastgelegd zijn in [Programma
1] - [Programma 3].
Cijfertoetsen Om cijfers en symbolen in te
voeren.
Toets
[Wissen]
Wist ingevoerde nummers en
tekens.
Toets
[Stop/Reset]
Annuleert de lopende
afdruktaken.
Retourneert de instellingen
naar de standaard staat.
Twee seconden ingedrukt
houden om het afdrukken te
onderbreken. Nogmaals
twee seconden ingedrukt
houden om het afdrukken te
hervatten.
Toets [Start] Begint met bewerkingen voor
kopiëren, scannen en
faxverzending.