Operation Manual

10-3
Bijlage
Invoeren symbolen
Er kunnen symbolen ingevoerd worden.
1 Druk op [#]. Geeft de lijst met symbolen weer.
2 Druk op [] of [] om de cursor te verplaatsen en het in te voeren symbool te selecteren.
3 Druk op [OK]. Het geselecteerde symbool wordt toegevoegd.
Karakters invoeren
Volg de onderstaande stappen om bijvoorbeeld 'R&D' in te voeren.
1 Druk op [7]. Er wordt ‘r’ ingevoerd.
mnoMNO6(Wordt herhaald vanaf het eerste karakter aan de linkerzijde)
6 (Tijdens invoer van cijfers)
pqrsPQRS7(Wordt herhaald vanaf het eerste karakter aan de
linkerzijde)
7 (Tijdens invoer van cijfers)
tuvTUV8(Wordt herhaald vanaf het eerste karakter aan de linkerzijde)
8 (Tijdens invoer van cijfers)
wxyzWXYZ9(Wordt herhaald vanaf het eerste karakter aan de
linkerzijde)
9 (Tijdens invoer van cijfers)
.,-_‘!?(spatie) 0 (Wordt herhaald vanaf het eerste karakter aan de
linkerzijde)
0 (Tijdens invoer van cijfers)
Schakelt voor het karakter dat door de cursor gemarkeerd wordt, van hoofdletters naar kleine letters.
[*] of [.] (Tijdens invoer van cijfers)
!"#$%&'()*+,-.Geeft de lijst met symbolen
weer. Raadpleeg Invoeren
symbolen op pagina 10-3
voor meer informatie.
/ :;<=>?@[\]^_ `
{|}~
# (Tijdens invoer van cijfers)
Toetsen
Ingevoerde karakters (wijzigingen worden doorgevoerd aan het volgende karakter aan rechterzijde,
elke keer dat de toets ingedrukt wordt)
Interne naam fax
b
"#$%&'()*+,-.
!
Interne naam fax
b
!"#$% '()*+,-.
&
Interne naam fax
b
R&
Interne naam fax
b
r