Operation Manual

2-9
Voorbereiding
Speciaal papier
De volgende speciale papiersoorten kunnen gebruikt worden:
Voorbedrukt papier
Etiketten*
Bond-papier
Gerecycled papier
Dun papier* (60 tot 64 g/m²)
Ruw papier
Briefpapier
Gekleurd papier
Geperforeerd papier
Enveloppen*
Karton (briefkaarten)*
Dik papier (90 tot 220 g/m²)
Papier van hoge kwaliteit
* Er kan slechts één vel tegelijk in de cassette of de handmatige invoerlade geplaatst worden.
Gebruik papier dat specifiek voor gebruik met kopieerapparaten of printers verkocht wordt (hittefuserend).
Omdat de samenstelling en kwaliteit van speciaal aanzienlijk kan variëren, is het bij speciaal papier waarschijnlijker dat er
tijdens het afdrukken problemen ontstaan. Er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard als vocht en dergelijke, dat tijdens
afdrukken op speciaal papier vrijkomt, zorgt voor beschadiging van de machine of letsel voor de bediener.
Etiketten
Er kan 1 vel etiketten tegelijk geladen worden.
De basisregel voor het afdrukken op zelfklevende etiketten is dat de kleefzijde nooit in contact mag komen met enig
onderdeel van het apparaat. Wanneer deze kleefzijde aan de drum of rollen vast komt te zitten, zal het apparaat
beschadigd raken.
Etiketpapier heeft een structuur doe bestaat uit drie lagen, zoals te zien is in het diagram. Op het bovenste vel wordt
afgedrukt. De zelfklevende laag bestaat uit drukgevoelige kleefstoffen. Het draagvel (ook wel het lineaire of steunvel
genoemd) houdt de etiketten vast tot ze gebruikt worden. Door de complexe samenstelling is het aannemelijk dat vooral
zelfklevende etiketten afdrukproblemen veroorzaken.
Zelfklevend etiketpapier moet geheel bedekt zijn door het bovenste vel, zonder ruimte tussen de afzonderlijke etiketten.
Etiketten met tussenruimtes zijn geneigd los te raken en kunnen ernstige papierstoringen veroorzaken.
Opmerking Test speciaal papier, voordat er papier aangeschaft wordt, in het apparaat; controleer of de
afdrukkwaliteit bevredigend is.
Bovenste vel (wit bond-papier)
Zelfklevende laag
Basisvel