Operation Manual

2-40
Voorbereiding
5 Scherp Stel de scherpte van de afbeelding in.
Waarde: Geen, Laag, Gemiddeld, Hoog, Descreen (vervaagt de omtrek en
vermindert de scherpte)
6 Scankleuren Selecteer de instelling voor kleurenmodus.
Waarde: Monochroom, Grijsschaal, Kleuren
7 Dichtheid Selecteer de dichtheid.
Waarde: Lichter (-3), Lichter (-2), Lichter (-1), Normaal (0), Donkerder (+1),
Donkerder (+2), Donkerder (+3)
8 Resolutie Selecteer de fijnheid van de scanresolutie.
Waarde:
9 Naam uitvoer Wijs aan gescande afbeeldingen een documentnaam toe. Bij meerdere pagina's zal
een oplopend nummer worden toegevoegd aan het eind van de bestandsnaam, zoals
Scan_001, Scan_002... . Er kunnen maximaal 16 karakters ingevoerd worden.
10 Bestandsindeling Geef het bestandsformaat voor afbeeldingen aan.
Waarde: BMP, JPEG, PNG, TIFF, PDF
11 Kwaliteit Stel de kwaliteit in voor bestandsformaat JPEG. Dit is uitgeschakeld voor andere
bestandsformaten.
Waarde: 1 tot 100
Opmerking Er kunnen geen niet-numerieke tekens ingevoerd worden. Als het
ingevoerde nummer buiten het bereik ligt, wordt de min./max. waarde ingesteld.
12 Doelmap Voer het pad naar de map in waarin de gescande afbeelding zal worden opgeslagen.
De standaard is ofwel C:\Users\<user>\My Documents (Windows Vista/Windows 7) of
C:\Document and Settings\<user>\My Documents (Windows XP).
Klik op Bladeren om Bladeren voor Doelmap te openen en de map te selecteren.
Nr. Item Beschrijving
200×200 dpi 300×300 dpi 400×400 dpi 600×600 dpi