Operation Manual

7-27
Faxbediening
Origineelformaat
Stel het te scannen origineelformaat in. Raadpleeg Origineelformaat op pagina 6-4 voor meer informatie.
Papier instel.
Stelt het standaard papierformaat in voor de cassette. Raadpleeg Papier instel. op pagina 6-4 voor meer informatie.
Datuminstelling
Configureer instellingen voor datum/tijd en datumnotatie. Raadpleeg Datum en tijd instellen op pagina 7-2 voor meer
informatie.
Timerinstelling
Faxinstellingem
Configureer instellingen m.b.t. de faxfunctie.
Transmissiesysteem
FAX-monitor Stel het volume van de monitor in.
Monitorvolume: Volume van de ingebouwde luidspreker als de lijn verbonden is zonder
op toets [Op de haak] te drukken zoals bij verzending uit het geheugen.
Waarde: 0 Uit, 1 Minimum, 2, 3 Normaal, 4, 5 Maximaal
Opmerking Als het scherm met de invoer van het beheerders-ID verschijnt, gebruik dan de cijfertoetsen om het
ID (4 cijfers) in te geven. De standaard instelling is 2500 voor de FS-1025MFP, FS-1125MFP en FS-1325MFP,
2000 voor de FS-1120MFP en FS-1320MFP.
Raadpleeg Beheerders-ID op pagina 6-7 voor meer informatie over het beheerders-ID.
Item Beschrijving
Onbruikbare Tijd Stel de Onbruikbare tijd in. Raadpleeg Onbruikbare tijd op pagina 7-36 voor meer
informatie.
Item Beschrijving
TTI De TTI-informatie (Transmit Terminal Identification) is de informatie over het apparaat
(verzendterminal) die door het ontvangstsysteem op de fax afgedrukt wordt.
De informatie bestaat uit de verzenddatum en -tijd, het aantal verzonden pagina's en het
faxnummer. Raadpleeg TTI (Transmit Terminal Identification) op pagina 7-4.
Interne naam fax Registreer de interne faxnaam, die afgedrukt wordt als TTI-informatie (Transmit Terminal
Identification). Raadpleeg Interne naam fax op pagina 7-4.
Lokaal faxnummer Registreer het lokale faxnummer, dat afgedrukt wordt als TTI-informatie (Transmit
Terminal Identification). Raadpleeg Lokaal faxnummer op pagina 7-5.
Faxnr.opbellen Kies de telefoonlijn die overeenkomt met het type waar u op geabonneerd bent. Als u een
verkeerd type telefoonlijn kiest, dan kunt u geen faxen verzenden. Raadpleeg Modus
faxnr. opbellen op pagina 7-5.
Opmerking Deze instelling verschijnt niet overal.
Aant.opn. bellen Het aantal malen dat het automatisch opnieuw geprobeerd wordt, kan gewijzigd worden.
ECM Verz. Stel in of bij verzending ECM wordt uitgevoerd. ECM is een communicatiemethode die
door de ITU-T (International Telecommunication Union) gespecificeerd is, die gegevens
opnieuw verzendt wanneer er fouten optreden. Faxmachines met een ECM-modus
controleren op fouten bij het communiceren, waardoor vervorming van de afbeelding door
ruis op de lijn en andere condities voorkomen wordt. Raadpleeg ECM TX op pagina 7-6.
Waarde: Aan, Uit
Opmerking Wanneer er veel ruis op de lijn is, kan de communicatie wat langer duren dan
wanneer Uit geselecteerd is.
Item Beschrijving