Operation Manual

Voorbereiding voor het gebruik
2-9
2
Slaapstand en automatische slaapstand
Slaapstand
Om de slaapstand te activeren, drukt u op de toets
Power. Het Berichtendisplay en alle lampjes op het
bedieningspaneel gaan uit om het energieverbruik tot
een minimum te beperken. Enkel het aan/uit-lampje
blijft branden. Deze stand heet de slaapstand.
Als er tijdens de slaapstand afdrukgegevens worden
ontvangen, dan wordt de afdruktaak uitgevoerd terwijl
het Berichtendisplay onverlicht blijft.
Wanneer op het apparaat de faxfunctie geïnstalleerd is,
worden ontvangen faxgegevens afgedrukt terwijl het
bedieningspaneel onverlicht blijft.
Om verder te gaan met bedienen, drukt u op de toets
Power. Het apparaat is binnen ongeveer 20 seconden
gebruiksklaar.
Wij wijzen u erop dat door omgevingsfactoren, zoals
ventilatie, het apparaat langzamer kan reageren.
Automatische slaapstand
De automatische slaapstand schakelt het apparaat
automatisch in de slaapstand als het gedurende 1
minuut niet gebruikt is.
Energiebesparende stand (apparaten waarbij de faxfunctie niet geïnstalleerd is)
In deze stand wordt het energieverbruik nog meer
teruggebracht dan in de normale slaapstand en kan de
slaapstand afzonderlijk ingesteld worden voor elke
functie. Instellingen kunnen opgegeven worden om
toegang vanaf een computer te voorkomen,
bijvoorbeeld afdrukken vanaf een computer of toegang
tot het COMMAND CENTER, terwijl het apparaat in de
slaapstand staat.
Druk, om het apparaat te gebruiken, op de Power-
toets. De tijd die nodig is voor het apparaat om vanuit
de energiebesparende stand naar de normale
bedieningsstand te schakelen is langer dan vanuit de
slaapstand.