GEBRUIKERSHANDLEIDING FS-C2526MFP FS-1100 FS-C2626MFP FS-1300D
Inleiding Hartelijk dank voor uw aankoop van de FS-C2526MFP/FS-C2626MFP. Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen het apparaat correct te bedienen, het basisonderhoud uit te voeren en zo nodig eenvoudige problemen op te lossen, zodat u uw apparaat steeds in optimale staat kunt gebruiken. Lees deze gebruikershandleiding voordat u het apparaat in gebruik neemt. Wij raden u aan vervangartikelen van ons eigen merk te gebruiken.
Meegeleverde handleidingen Bij dit apparaat worden de volgende handleidingen geleverd. Raadpleeg ze wanneer nodig. Quick Installation Guide Beschrijft de procedures voor het installeren van het apparaat, veelgebruikte bedieningshandelingen, routineonderhoud en het oplossen van problemen. Safety Guide Bevat informatie over veiligheid en waarschuwingen bij het installeren en het gebruik van het apparaat. Lees deze handleiding voor u het apparaat in gebruik neemt.
Inhoud 1 Inleiding ...................................................................................................1-1 Mededeling ........................................................................................................................... 1-2 Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding ............................................................ 1-2 Omgeving ...................................................................................................................
Favorieten .......................................................................................................................... 3-17 Favorieten registreren .............................................................................................. 3-17 Favorieten bewerken en verwijderen ....................................................................... 3-21 Gebruik van favorieten .............................................................................................
Cassette ................................................................................................................... 7-25 Papierinvoer ............................................................................................................. 7-26 Binnenin het apparaat .............................................................................................. 7-26 Documenttoevoer .....................................................................................................
iv
1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd: Mededeling ........................................................................................................................................................ 1-2 Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding .......................................................................................... 1-2 Omgeving ...........................................................................................................................
Inleiding > Mededeling Mededeling Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder beschreven.
Inleiding > Mededeling Omgeving De geschikte bedrijfsomgeving voor het apparaat is: • Temperatuur: 10 tot 32,5 °C • Relatieve luchtvochtigheid: 15 tot 80% Een ongeschikte bedrijfsomgeving kan de beeldkwaliteit beïnvloeden. Wij adviseren het apparaat te gebruiken bij een temperatuur van: circa 16 tot 27 °C of minder, en een vochtigheid van: circa 36 tot 65%. Vermijd bovendien de volgende plaatsen als installatieplaats voor het apparaat.
Inleiding > Mededeling Veiligheid van de laserstraal (Europa) Laserstralen kunnen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat hermetisch afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van het product door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen. Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1 volgens IEC/EN 60825-1:2007.
Inleiding > Mededeling Wettelijke beperkingen betreffende kopiëren/scannen Het kan verboden zijn auteursrechtelijk beschermd materiaal te kopiëren/scannen zonder de toestemming van de houder van het auteursrecht. Het kopiëren/scannen van de volgende voorwerpen is verboden en kan beboet worden. Dit sluit andere voorwerpen niet uit. Maak niet bewust een kopie/scan van voorwerpen die niet gekopieerd/gescand mogen worden.
Inleiding > Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie Wettelijke kennisgevingen Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van de gehele handleiding of een deel daarvan zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Kyocera Mita Corporation is verboden. Wat betreft handelsnamen • PRESCRIBE en ECOSYS zijn handelsmerken van Kyocera Corporation. • KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation.
Inleiding > Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie 2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution. 3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment: “This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/)” 4.
Inleiding > Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG “AS IS” AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED.
Inleiding > Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie Energiebesparingsfunctie Het apparaat is voorzien van een energiebesparende functie om automatisch in de slaapstand te schakelen voor een minimaal energieverbruik als een bepaalde tijd verstreken is sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt. Slaapstand Het apparaat schakelt de slaapstand automatisch in wanneer er 1 minuut is verstreken sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt.
Inleiding > Over deze gebruikershandleiding Over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken. Hoofdstuk Inhoud 1 Inleiding Bevat informatie over bedieningsvoorzorgsmaatregelen, handelsmerken en deze handleiding. 2 Voorbereiding voor het gebruik Geeft informatie over onderdeelnamen, aansluitkabels en het installeren en configureren van het apparaat.
Inleiding > Over deze gebruikershandleiding De taaksoorten waarvoor een functie kan worden ingesteld, worden weergegeven door pictogrammen. Pictogram De functie kan worden ingesteld tijdens het kopiëren van een document. Gereed voor Kopiëren. (Kleur) Kopiëren Dichtheid 100% Duplex Papierselectie Normaal 0 Combineer 1-zijdig>>1-zijdig Gereed voor afdrukken vanuit box.
Inleiding > Over deze gebruikershandleiding Originelen en papierformaten In dit gedeelte wordt de in deze handleiding gebruikte notatie uitgelegd, wanneer naar origineelformaten of papierformaten wordt verwezen. Pictogrammen op het aanraakscherm De plaatsingsrichting van de originelen en het papier wordt op het aanraakscherm aangegeven met de volgende pictogrammen.
2 Voorbereiding voor het gebruik In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd: Onderdeelnamen ............................................................................................................................................... 2-2 Apparaat .................................................................................................................................................. 2-2 Bedieningspaneel ..............................................................................
Voorbereiding voor het gebruik > Onderdeelnamen Onderdeelnamen Apparaat 1 2 6 3 4 9 10 7 5 8 11 1 Documenttoevoer 2 Bedieningspaneel 3 Binnenlade 4 Papierstopper 5 Multifunctionele lade (MF-lade) 6 Papierbreedtegeleiders 7 Verlengstuk van de multifunctionele lade 8 Cassette 1 9 USB-geheugenslot 10 Hoofdschakelaar 11 Papiermeter 12 Klep onderste invoer 2-2 12
Voorbereiding voor het gebruik > Onderdeelnamen 14 15 16 17 13 18 19 13 Bovenklep 14 Tonercontainer Black (K) 15 Tonercontainer Magenta (M) 16 Tonercontainer Cyan (C) 17 Tonercontainer Yellow (Y) 18 Klepje tonerafvalbak 19 Tonerafvalbak 20 21 22 23 20 Fuserklep 21 Papierdoorvoereenheid 22 Papierhelling 23 Duplexeenheid 2-3
Voorbereiding voor het gebruik > Onderdeelnamen 24 32 25 26 33 27 28 29 30 31 1 24 Optionele interface-aansluiting 1* 25 LINE-connector* 26 TEL-connector* 27 Netwerkinterface-aansluiting/indicators 28 USB-poort 29 Optionele interface-aansluiting 2 30 Rechterklep 31 Netsnoeraansluiting 32 Achterklep 33 Handgreep achterklep * Enkel bij apparaten waarop de faxfunctie geïnstalleerd is.
Voorbereiding voor het gebruik > Onderdeelnamen 34 35 37 36 38 39 40 43 42 41 34 Breedtegeleiders voor originelen 35 Klep documenttoevoer 36 Handgreep voor openen/sluiten documenttoevoer* 37 Origineleninvoer 38 Originelenstopper 39 Originelenuitvoer 40 Handgreep bovenklep* 41 Handgrepen 42 Glasplaat 43 Sleufglas * Om omvallen te voorkomen, kunnen de bovenklep en de documenttoevoer niet tegelijk worden geopend.
Voorbereiding voor het gebruik > Onderdeelnamen Bedieningspaneel Geeft het scherm Systeemmenu/ Tellers weer. Geeft het scherm Status/ Taak annuleren weer. Geeft het scherm Kopiëren weer. Geeft het scherm Favorieten weer. Geeft het scherm Verzenden weer. Beëindigt (meldt af) op het scherm Beheer. Zet het apparaat in de slaapstand. Schakelt de slaapstand uit. Brandt als het apparaat ingeschakeld is. Als een applicatie in gebruik is, wordt het scherm van de applicatie weergegeven.
Voorbereiding voor het gebruik > Onderdeelnamen Aanraakscherm Geeft de beschikbare functies weer. Gereed voor Kopiëren. (Kleur) Kopiëren Papierselectie Zoomen 100% A4 Duplex Configureert de geavanceerde functies. Functies Dichtheid Normaal 0 Combineer 1-zijdig>>1-zijdig Uit Sneltoets 1 Geeft de tijd en het aantal kopieën weer. 10:10 Kopieën GB0001_04 Geeft de status van het apparaat weer alsook de relevante bedieningsberichten. Sorteer Aan Sneltoets 2 Geeft de favorieten weer.
Voorbereiding voor het gebruik > Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden Controleer de methode om het apparaat met een pc of een netwerk te verbinden en zorg dat u de noodzakelijke kabels bij de hand hebt voor uw omgeving. Aansluitvoorbeeld Bepaal de methode om het apparaat met een pc of een netwerk te verbinden aan de hand van onderstaande afbeelding.
Voorbereiding voor het gebruik > Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden De vereiste kabels voorbereiden Leg de benodigde kabels klaar afhankelijk van de gebruikte interface. Verbindingsomgeving Sluit een LAN-kabel aan op het apparaat. Functie • Printer • Scanner (E-mailverzending/SMB-verzending/ FTP-verzending) Benodigde kabel LAN (10Base-T, 100Base-TX of 1000BASE-T Shielded) • Scanner (TWAIN/WIA) Sluit een USB-kabel aan op het apparaat. • Printer Met USB 2.
Voorbereiding voor het gebruik > Kabels aansluiten Kabels aansluiten LAN-kabel aansluiten Er kan een netwerkkabel worden aangesloten op het apparaat en het apparaat kan worden gebruikt als netwerkprinter of netwerkscanner. 1 Schakel uit. Controleer of de lampjes uit zijn. 2 Sluit het apparaat aan. 1 Sluit de LAN-kabel aan op de netwerkinterface, die zich op de rechterzijde van het apparaat bevindt. 2 Sluit het andere eind van de kabel aan op de hub. 3 Installeer het apparaat.
Voorbereiding voor het gebruik > Kabels aansluiten USB-kabel aansluiten Het apparaat kan worden aangesloten via een USB-kabel en worden gebruikt als printer of scanner in een opstelling waar geen netwerk aanwezig is. 1 Schakel uit. Controleer of de lampjes uit zijn. 2 Sluit het apparaat aan. 1 Sluit de USB-kabel aan op de daarvoor bestemde aansluiting, die zich op de rechterzijde van het apparaat bevindt. 2 Sluit het andere eind van de kabel aan op de pc.
Voorbereiding voor het gebruik > Kabels aansluiten 2 Sluit het ene eind van de bijgeleverde netvoedingskabel aan op het apparaat en steek het andere eind in een stopcontact. BELANGRIJK Gebruik uitsluitend de netvoedingskabel die bij het apparaat wordt geleverd. 3 Plaats het klepje van de netsnoeraansluiting terug.
Voorbereiding voor het gebruik > Aan- en uitzetten Aan- en uitzetten Aanzetten Als het aan/uit-lampje brandt... (vanuit slaapstand) Aan/uit-lampje Druk op de Power-toets. Als het aan/uit-lampje niet brandt... Zet de hoofdschakelaar aan. BELANGRIJK Wanneer u de hoofdschakelaar uitschakelt, mag u deze niet meteen weer inschakelen. Wacht minstens 5 seconden voordat u de hoofdschakelaar weer inschakelt. Uitzetten Uitzetten zonder de hoofdschakelaar (slaapstand) Aan/uit-lampje Druk op de Power-toets.
Voorbereiding voor het gebruik > Aan- en uitzetten Uitzetten met de hoofdschakelaar Wij wijzen u erop dat het apparaat, als het is uitgeschakeld, niet automatisch afdrukgegevens van computers of faxen kan ontvangen. 1 Druk op de Power-toets. Aan/uit-lampje Controleer of de lampjes uit zijn. Controleer of de verlichting van de Power-toets uit is en of het aan/uit-lampje brandt. 2 Schakel de hoofdschakelaar uit. OPMERKING Als het lampje Verwerken of Geheugen brandt, dan is het apparaat bezig.
Voorbereiding voor het gebruik > Software installeren Software installeren Installeer de benodigde software op uw pc van de bijgeleverde Product Library-dvd als u de printerfunctie van dit apparaat wilt gebruiken of als u TWAIN/WIA-verzending of netwerkfaxverzending wilt gebruiken op uw pc. OPMERKING Het installeren in Windows moet worden gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met beheerdersrechten. Plug and Play is uitgeschakeld wanneer dit apparaat in de slaapstand staat.
Voorbereiding voor het gebruik > Software installeren 3 Installeer met behulp van de Snelle modus. 1 Selecteer het printsysteem dat moet worden geïnstalleerd. 1 2 3 2 Geef een eigen naam aan het printsysteem als het printsysteem aangesloten is via een netwerk. 1 2 3 Start de installatie. OPMERKING Het apparaat kan enkel worden gedetecteerd als het is ingeschakeld.
Voorbereiding voor het gebruik > Software installeren Het TWAIN-stuurprogramma kan worden geïnstalleerd als het apparaat en de computer verbonden zijn via een netwerk. Als u het TWAIN-stuurprogramma of WIA-stuurprogramma installeert, ga dan verder met het configureren van het TWAIN-stuurprogramma (2-19) of WIA-stuurprogramma (2-20). Installeren van het printerstuurprogramma op een Macintosh Het apparaat kan als printer worden gebruikt door een Macintosh-computer.
Voorbereiding voor het gebruik > Software installeren Hiermee is de installatie van het printerstuurprogramma voltooid. Geef vervolgens de printinstellingen op. Bij een IP- of AppleTalk-aansluiting, moeten de onderstaande instellingen worden gebruikt. Bij een USB-aansluiting, wordt het apparaat automatisch herkend en verbonden. 4 Configureer de printer. 1 Geef het venster weer.
Voorbereiding voor het gebruik > Software installeren TWAIN-stuurprogramma instellen Registreer dit apparaat bij het TWAIN-stuurprogramma. 1 Geef het scherm weer. 1 Selecteer Start van de Windows-interface, Alle programma's, Kyocera en vervolgens TWAIN Driver Setting. 2 Klik op Toevoegen. 2 Configureer het TWAIN-stuurprogramma. 1 2 3 Voer de apparaatnaam in. Selecteer dit apparaat uit de lijst. Voer het IP-adres en de hostnaam van het apparaat in.
Voorbereiding voor het gebruik > Software installeren WIA-stuurprogramma instellen Registreer dit apparaat bij het WIA-stuurprogramma. De instructies zijn gebaseerd op de gebruikersinterface zoals in Windows 7. OPMERKING Het volgende hoeft niet te worden geregistreerd als het apparaat beschikt over een IP-adres of hostnaam door u opgegeven bij de installatie van het WIA-stuurprogramma. 1 Geef het scherm weer. 1 Klik op de Windows Start-knop en geef Scanner op bij Zoeken naar programma's en bestanden.
Voorbereiding voor het gebruik > Energiebesparende functie Energiebesparende functie Slaapstand en automatische slaapstand Om de slaapstand te activeren, drukt u op de toets Power. Het aanraakscherm en alle lampjes op het bedieningspaneel gaan uit om het energieverbruik tot een minimum te beperken. Enkel het aan/uit-lampje blijft branden. Deze stand heet de slaapstand. Als er afdrukgegevens worden ontvangen tijdens de slaapstand, dan begint het bedieningspaneel te branden en start het afdrukken.
Voorbereiding voor het gebruik > Apparaatinstallatie-wizard Apparaatinstallatie-wizard De Apparaatinstallatie-wizard wordt opgestart als het apparaat voor de eerste keer wordt ingeschakeld na de installatie. 10:10 Systeemmenu/teller. Installatie apparaat 1. Datum/tijd 2. Netwerk Deze wizard helpt u bij het installeren van uw apparaat. < Terug Volgend > GB0889_00 Om verder te gaan, druk op [Volgende >].
Voorbereiding voor het gebruik > COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail) COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail) Het COMMAND CENTER is een hulpmiddel dat wordt gebruikt voor taken als het controleren van de bedrijfsstatus van het apparaat en het wijzigen van de instellingen voor beveiliging, netwerkafdrukken, e-mailverzending en geavanceerde netwerkfuncties. OPMERKING Hieronder is de informatie over de faxinstellingen weggelaten.
Voorbereiding voor het gebruik > COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail) E-mail verzenden Het opgeven van de SMTP-instellingen maakt het mogelijk afbeeldingen die op dit apparaat zijn opgeslagen te verzenden als e-mailbijlagen. Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden met een mailserver die het SMTP-protocol gebruikt.
Voorbereiding voor het gebruik > COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail) Instelling 3 Beschrijving Aanmeldingsgebruikersnaam Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt de aanmeldingsgebruikersnaam die u hier instelt gebruikt voor de SMTPverificatie. De aanmeldingsgebruikersnaam mag maximaal 64 karakters lang zijn. Aanmeldingswachtwoord Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt het wachtwoord dat u hier instelt gebruikt voor de verificatie.
Voorbereiding voor het gebruik > COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail) 2-26
3 Algemene bediening In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd: Papier plaatsen .................................................................................................................................................. 3-2 Voordat u het papier plaatst ..................................................................................................................... 3-2 Papier in de cassettes plaatsen ................................................................................
Algemene bediening > Papier plaatsen Papier plaatsen In de standaardopstelling kan er in de cassette en de multifunctionele lade papier worden geplaatst. Daarnaast is ook een optionele papierinvoer verkrijgbaar (zie Optionele apparatuur op pagina 8-2). Voordat u het papier plaatst Wanneer u een nieuw pak papier opent, waaiert u het papier eerst los om de vellen uit elkaar te halen. Volg daarbij de onderstaande stappen. 1 Buig de stapel papier zodanig dat het midden van het papier omhoog wijst.
Algemene bediening > Papier plaatsen Papier in de cassettes plaatsen De standaardcassette is geschikt voor normaal papier, gerecycled papier en gekleurd papier. In de standaardcassette past tot 250 vel normaal papier (80 g/m²). De volgende papierformaten worden ondersteund: A4, A5, A6, B5, Legal, Letter, overige (Folio, Oficio II, Executive, Statement, 16K en Envelope C5) OPMERKING Gebruik geen inkjetprinterpapier of ander papier met een speciale bovenlaag.
Algemene bediening > Papier plaatsen 2 Stel de papierformaatknop in op het formaat van het papier. BELANGRIJK Om een papierformaat te gebruiken dat niet op de formaatknop voorkomt, zet u de formaatknop op "Other". Het papierformaat moet ook worden ingesteld via het bedieningspaneel. Raadpleeg Wizard Snel installeren op pagina 3-25 voor meer informatie. 3 Plaats het papier. 1 BELANGRIJK Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven.
Algemene bediening > Papier plaatsen 2 Rechts vooraan op de cassette bevindt zich een papiermetertje dat aangeeft hoeveel papier er nog is. Als het papier op is, dan gaat het streepje naar beneden tot aan het niveau (leeg). BELANGRIJK Als u de cassette uit het apparaat haalt, controleer dan of er geen papier achtergebleven is in het apparaat. Zorg ervoor dat het papier goed in de cassette geplaatst is. OPMERKING Om de papierstopper te gebruiken klapt u deze open zoals hieronder weergegeven.
Algemene bediening > Papier plaatsen Papier in de multifunctionele lade plaatsen In de multifunctionele lade past tot 50 vel Legal of kleiner normaal papier (80 g/m²). De multifunctionele lade is geschikt voor papierformaten van A4 tot A6 en van Legal tot Statement en 16K. Let erop dat u de multifunctionele lade gebruikt als u op speciaal papier afdrukt. BELANGRIJK Wanneer u andere mediatypes gebruikt dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier), dan moet u altijd het mediatype opgeven.
Algemene bediening > Papier plaatsen ? 2 Plaats papier. Plaats het papier langs de papierbreedtegeleiders in de lade, totdat het niet verder kan. BELANGRIJK Houd de kant van de sluiting naar boven gericht. Gekruld papier moet u recht maken voor gebruik. Strijk de bovenzijde glad als die opgekruld is. Wanneer u papier in de multifunctionele lade plaatst, controleer dan eerst of er geen papier achtergebleven is van een vorig gebruik voor u het papier plaatst.
Algemene bediening > Papier plaatsen Enveloppen plaatsen Er kunnen 5 enveloppen in de multifunctionele lade geplaatst worden. De volgende envelopformaten kunnen worden gebruikt.
Algemene bediening > Papier plaatsen BELANGRIJK Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen (richting en kant) hangt af van het soort envelop. Zorg dat u ze op de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de verkeerde richting of op de verkeerde kant worden bedrukt. Als de kaarten opgekruld zijn, duw het opgekrulde gedeelte dan plat voor u ze in de multifunctionele lade plaatst.
Algemene bediening > Originelen plaatsen Originelen plaatsen Originelen op de glasplaat plaatsen Naast gewone vellen kunt u als origineel ook boeken of tijdschriften op de glasplaat plaatsen. OPMERKING Zorg voor u de documenttoevoer opent, dat er geen originelen in de origineleninvoer of de originelenuitvoer zijn achtergebleven. Originelen die in de origineleninvoer of de originelenuitvoer zijn achtergebleven, kunnen op de grond vallen wanneer de documenttoevoer wordt geopend.
Algemene bediening > Originelen plaatsen Originelen in de documenttoevoer plaatsen De documenttoevoer scant automatisch elk vel van meerdere originelen. Beide zijden van dubbelzijdige originelen worden gescand.
Algemene bediening > Originelen plaatsen ? 2 Plaats de originelen. Plaats de te scannen zijde (of de eerste zijde van dubbelzijdige originelen) naar boven. Schuif de voorrand zo ver mogelijk in de documenttoevoer. OPMERKING Zorg ervoor dat de geplaatste originelen niet boven de niveauaanduiding uitkomen. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot een papierstoring (zie afbeelding). Kijk of de breedtegeleiders voor originelen perfect op de originelen aansluiten.
Algemene bediening > Serienummer van het apparaat controleren Serienummer van het apparaat controleren Het serienummer van het apparaat staat gedrukt op de plek aangegeven in de afbeelding. XXXXXXXXX XXXXXXXXX 9.0 4.8 OPMERKING U heeft het serienummer van het apparaat nodig als u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger. Controleer het nummer voor u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger.
Algemene bediening > Teller controleren Teller controleren Controleer het aantal afgedrukte en gescande pagina's. 1 Geef het scherm weer. Systeemmenu/teller. Systeemmenu 10:10 Versnelde installatie-wizard Taal Rapport 2 1/5 Tellers GB0054_00 1 Gebruik [ ] of [ ] om naar boven of naar beneden te scrollen. Controleer de teller. Systeemmenu/teller. Tellers 10:10 Afgedrukte pagina's Gescande pagina's GB0584_00 1/1 < Terug Selecteer de taak die u wilt controleren.
Algemene bediening > Aanmelden/afmelden Aanmelden/afmelden Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan moeten de aanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord worden ingevoerd om het apparaat te gebruiken. Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor de standaardaanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord. OPMERKING Aanmelden is niet mogelijk als u uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord vergeten bent.
Algemene bediening > Aanmelden/afmelden 3 Meld aan. Voer gebruikersnaam en wachtwoord in. 10:10 Login gebruikersnaam Toetsenbord 2600 Aanmeldingswachtwoord Menu GB0723_01 Toetsenbord **** Login OPMERKING Als Netwerkverificatie geselecteerd is als gebruikersverificatiemethode, dan kan zowel Lokaal als Netwerk geselecteerd worden als verificatiebestemming. Snelle aanmelding Selecteer gebruiker om in te loggen.
Algemene bediening > Favorieten Favorieten Vaak gebruikte functies kunnen worden geregistreerd als favorieten, zodat ze makkelijk opgeroepen kunnen worden. De volgende functies zijn voorgeregistreerd op dit apparaat. U kunt deze functies wissen evenals nieuwe functies registreren.
Algemene bediening > Favorieten 2 Geef het scherm weer. Selecteer de functies. Favorieten ID Card Copy 10:10 Paper Saving Copy Scan to PC(Addre ss Entry) GB0056_00 1/1 1 Scan to PC(Addre ss Book) Scan to E-mail(A ddress Entry) Scan to E-mail(A ddress Book) Menu Toepassing 10:10 Menu 2 Toevoegen 3 Bewerken 1/1 GB0779_00 Verwijderen Sluiten OPMERKING Druk op [Toepassing] om het scherm Toepassing weer te geven.
Algemene bediening > Favorieten 4 Voer een naam in. GB0057_80 1 2 Raadpleeg Invoeren van karakters op pagina 8-4 voor meer informatie over het invoeren van karakters. Controleer de instellingen. Controleer de instellingen en voeg informatie toe of wijzig deze naar behoefte. [Naam] Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
Algemene bediening > Favorieten [Bestemming] Selecteer het item dat u wilt wijzigen. Toevoegen - Bevestiging Bestemming Adresboek Adresboek Extern adresboek 2 Functietype Wizard Annuleren 1/2 2/2 1 Functies 2 Snelkiestoets Voer adres in (E-mail) < Terug Opslaan Annuleren GB0771_00 Persoonlijk Bestemming GB0766_02 Machtiging 10:10 10:10 OK Als het taaktype [Verzenden] of [Fax] is, selecteer dan de bestemmingsoproepmethode.
Algemene bediening > Favorieten Favorieten bewerken en verwijderen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de naam en machtiging van een geregistreerde favoriet bewerkt en hoe u favorieten verwijdert. 1 Geef het scherm weer. Selecteer de functies. Favorieten ID Card Copy 10:10 Paper Saving Copy Scan to PC(Addre ss Entry) 1/1 1 Scan to E-mail(A ddress Book) Menu Toepassing Bewerk of verwijder een favoriet. Om een favoriet te bewerken 1 Selecteer de favoriet die u wilt bewerken.
Algemene bediening > Favorieten [Machtiging] 10:10 10:10 Favorites:E-mail TX Machtiging Bestemming Adresboek Functies 2 Functietype Wizard Annuleren Persoonlijk 1 < Terug Gedeeld 2/2 Opslaan 1/1 2 Annuleren GB0305_00 Gedeeld GB0781_02 Machtiging OK Stelt de machtigingen voor favorieten in om te bepalen hoe ze worden gedeeld met andere gebruikers. 3 Registreer de favoriet.
Algemene bediening > Favorieten Gebruik van favorieten Roep de instellingen van een favoriet op. 1 Geef het scherm weer. 2 Selecteer een favoriet. Selecteer de functies. Favorieten ID Card Copy 10:10 Paper Saving Copy Scan to PC(Addre ss Entry) Scan to PC(Addre ss Book) Scan to E-mail(A ddress Entry) Scan to E-mail(A ddress Book) Menu Toepassing GB0056_00 1/1 Als u de wizard-mode gebruikt 10:10 Uit Stel de dichtheid in.
Algemene bediening > Favorieten Als u de programma-mode gebruikt Selecteer een favoriet om de geregistreerde instellingen op te roepen. Druk op de Start-toets om de taak te starten.
Algemene bediening > Wizard Snel installeren Wizard Snel installeren Voer de volgende basisinstellingen uit volgens de instructies van de wizard: Papierconfiguratie Stelt het papierformaat en het mediatype in voor de cassettes en de multifunctionele lade. 1. Cassette 1 Cassette 1 - Papierformaat*, Cassette 1 - Mediatype 2. Cassette 2** Cassette 2 - Papierformaat*, Cassette 2 - Mediatype 3. Cassette 3** Cassette 3 - Papierformaat*, Cassette 3 - Mediatype 4.
Algemene bediening > Wizard Snel installeren Configureer de functie. 10:10 Systeemmenu/teller. FAX setup 1. Bellen/RX modus 2. Lokale FAX info De wizard helpt u bij de basisinstellingen voor het gebruik van de fax. Afsluiten Volgend > GB0841_00 3. Geluidsvolume 4. Belsignalen 5. Opnieuw bellen Start de wizard. Volg de instructies op het scherm om de instellingen te configureren. Systeemmenu/teller. Lokale FAX info 1. Bellen/RX modus 10:10 Stel de kies- en ontvangstmode in. 2. Lokale FAX info 3.
Algemene bediening > Hulpscherm Hulpscherm Als u problemen ondervindt bij het bedienen van het apparaat, dan kunt u de bediening nakijken via het aanraakscherm. Als [?] (hulp) wordt weergegeven op het aanraakscherm, dan kunt u erop drukken om het hulpscherm te openen. Gereed voor Kopiëren. (Kleur) Papier- selectie A4 Normaal A4 Normaal A4 Normaal A4 Normaal Annuleren OK GB0004_00 Auto 10:10 Hoe leest u het scherm Hulponderwerpen Gereed voor Kopiëren.
Algemene bediening > Taken annuleren Taken annuleren Annuleer een lopende afdruk- of verzendtaak. 1 Druk op de Stop-toets. 2 Annuleer een taak. Als een scantaak bezig is Annuleren... Job No.:0001 10:10 Job Name:doc00000120101010101010 GB0222_01 Gescande pagina's Annuleren Annuleren… wordt weergegeven en de lopende taak wordt geannuleerd. Als een afdruktaak bezig is of in de wacht staat Opdracht wordt geannuleerd. Taak annuleren 0095 10:10 doc0000952010092810...
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies Gebruik van de verschillende functies In dit gedeelte worden de standaardfuncties beschreven die geconfigureerd kunnen worden voor kopiëren, voor verzenden en voor de documentbox. 1 Geef het scherm weer. Druk op de toets van een bepaalde functie. Als u een USB-geheugen gebruikt, steek het dan in de USBgeheugensleuf. Druk op [Ja] in het weergegeven scherm.
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies Algemene functies Functies die te maken hebben met de originelen Wat wilt u doen? Referentiepagina Het origineelformaat opgeven. Raadpleeg voor het Origineelformaat de Engelse gebruikershandleiding. De richting van het origineel opgeven om in de juiste richting te scannen. Raadpleeg voor de Richting van het origineel de Engelse gebruikershandleiding. Automatisch dubbelzijdige originelen scannen.
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies Duplex Verzenden Selecteer het type en de richting van de binding op basis van het origineel. 1-zijdig Kies deze instelling bij een eenzijdig origineel. 2-zijdig Kies deze instelling bij een dubbelzijdig origineel dat aan de linker- of rechterkant wordt gebonden. Overige instellingen Duplex 1-zijdig Kies deze instelling bij een eenzijdig origineel.
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies Selecteer het type origineel. [2-zijdig] Gereed voor verzenden. 10:10 Duplex 2-zijdig Overige Annuleren GB0013_00 1-zijdig OK [Overige] 1 Gereed voor verzenden. 10:10 Duplex 2-zijdig Overige Annuleren GB0013_00 1-zijdig OK 2 Selecteer het type origineel. Gereed voor verzenden. Duplex - Overige 10:10 Duplex 1-zijdig 1 2 Gereed voor verzenden.
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies Papierselectie Kopiëren Selecteer de cassette of de multifunctionele lade met het benodigde papierformaat. Print vanaf USB OPMERKING Geef van tevoren het formaat en de soort op van het papier dat in de cassette is geplaatst (raadpleeg Wizard Snel installeren op pagina 3-25). 1 Geef het scherm weer. 1 Raadpleeg Gebruik van de verschillende functies op pagina 3-29 voor het weergeven van het scherm. 2 Druk op [Papierselectie].
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies Sorteren Kopiëren Sorteer de uitvoer per pagina. Print vanaf USB Samenvoegen Meerdere originelen worden gescand en volledige sets met kopieën worden op paginanummer afgeleverd. 1 Geef het scherm weer. 1 Raadpleeg Gebruik van de verschillende functies op pagina 3-29 voor het weergeven van het scherm. 2 Druk op [Sorteer]. Gereed voor Kopiëren.
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies Dichtheid Kopiëren Scannen naar USB Verzenden Stel de dichtheid in op één van de 7 niveaus. 1 Geef het scherm weer. 1 Raadpleeg Gebruik van de verschillende functies op pagina 3-29 voor het weergeven van het scherm. 2 Scannen naar USB Gereed voor Kopiëren.
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies Scanresolutie Verzenden Selecteer de dichtheid van de scanresolutie. Scannen naar USB De beschikbare resoluties zijn [200 × 100dpi], [200 × 200dpi Fine], [200 × 400dpi Super], [300 × 300dpi], [400 × 400dpi Ultra] of [600 × 600dpi]. OPMERKING Hoe hoger het getal, hoe beter de beeldresolutie. Een betere resolutie betekent echter ook grotere bestanden en langere verzendtijden. 1 Geef het scherm weer.
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies Origineelbeeld Verzenden Kopiëren Selecteer het beeldtype van het origineel voor een optimaal resultaat. Tekst+foto Meest geschikt voor originelen met zowel tekst als foto's. Foto Meest geschikt voor foto's. Tekst Voor een scherpe weergave van tekst in potlood en fijne lijnen. Grafiek/kaart* Meest geschikt voor grafieken en kaarten. Printeruitvoer* Meest geschikt voor documenten die oorspronkelijk op dit apparaat zijn afgedrukt.
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies Zoomen Verzenden Verklein of vergroot het origineel naar het formaat voor verzenden of opslaan. 100% Het origineelformaat blijft behouden. Auto Het beeld wordt aangepast aan het formaat voor het verzenden en opslaan. 1 Scannen naar USB Geef het scherm weer. 1 Raadpleeg Gebruik van de verschillende functies op pagina 3-29 voor het weergeven van het scherm. 2 Gereed voor verzenden. Functies 10:10 Gereed voor verzenden.
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies Bestandsindeling Verzenden Geef de bestandsindeling van het beeld op. U kunt bovendien ook het beeldkwaliteitsniveau instellen. PDF Opslaan of verzenden als PDF-bestand. U kunt de PDF/A-versie opgeven. TIFF Opslaan of verzenden als TIFF-bestand. JPEG Opslaan of verzenden als JPEG-bestand. Elke pagina wordt apart opgeslagen. XPS Opslaan of verzenden als XPS-bestand. Overige Kies uit PDF, TIFF, JPEG en XPS.
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies Selecteer de bestandsindeling. [PDF], [TIFF], [JPEG] of [XPS] 10:10 Gereed voor verzenden. Bestandsindeling TIFF XPS Overige JPEG Annuleren GB0082_00 PDF Volgend > [Overige] 1 10:10 Gereed voor verzenden. Bestandsindeling TIFF XPS Overige JPEG Annuleren GB0082_00 PDF Volgend > 2 Selecteer de bestandsindeling. 10:10 2 Bestandsindeling PDF Beeldkwaliteit 1 10:10 Gereed voor verzenden.
4 Kopiëren In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd: Basisbediening ................................................................................................................................................... Kopieerfuncties .................................................................................................................................................. Zoomen ...........................................................................................................
Kopiëren > Basisbediening Basisbediening 1 Druk op de toets Kopiëren. OPMERKING Als het aanraakscherm uitgeschakeld is, druk dan op de Power-toets en wacht tot het apparaat opgewarmd is. 2 Plaats de originelen. Raadpleeg Originelen plaatsen op pagina 3-10 voor meer informatie. 3 Selecteer de kleurstand. 4 Auto kleur Herkent automatisch of een document in kleur of zwart-wit is en scant vervolgens het document. Kleur Scant alle documenten in kleur. Zwart-wit Scant alle documenten in zwart-wit.
Kopiëren > Basisbediening 5 Geef het aantal kopieën op. OPMERKING Druk op toets Wissen om het aantal kopieën te wijzigen. 6 Start het kopiëren. Druk op de Start-toets om het kopiëren te starten.
Kopiëren > Kopieerfuncties Kopieerfuncties In het scherm Kopiëren worden de standaardfuncties weergegeven. Door op [Functies] te drukken, wordt een lijst met de overige beschikbare functies weergegeven. Gebruik [ ] of [ ] om de gewenste functie te selecteren. Wat wilt u doen? Referentiepagina Het papierformaat en de papiersoort opgeven. Papierselectie X pagina 3-33 Het origineel verkleinen of vergroten. Zoomen X pagina 4-5 De dichtheid aanpassen.
Kopiëren > Kopieerfuncties Zoomen Stel de zoomfactor in om het origineelbeeld te verkleinen of te vergroten. Auto A4: 141% A5 A6: 70% Past het beeld aan zodat het op het papierformaat past. Standaardzoom Past het beeld aan zodat het overeenkomt met de volgende formaten. Maateenheid Inch Zoomfactor (Origineel Kopie) 400% (max.) Maateenheid Metrisch Zoomfactor (Origineel Kopie) 400% (max.
Kopiëren > Kopieerfuncties 2 Gereed voor Kopiëren. (Kleur) Kopiëren A4 Zoomen Dichtheid 100% Duplex 1-zijdig>>1-zijdig Normaal 0 Combineer Uit Sorteer Aan Favorieten Functies Selecteer de functie. [Auto] Gereed voor Kopiëren. (Kleur) Zoomen 10:10 Auto Standaard zoom Overige Zoominvoer Annuleren Volgend > GB0005_00 100% [Standaardzoom], [Overige] Gereed voor Kopiëren. (Kleur) Zoomen 10:10 Gereed voor Kopiëren.
Kopiëren > Kopieerfuncties Duplex Kopieer dubbelzijdige documenten. 1-zijdig>>1-zijdig 1-zijdig origineel wordt 1-zijdig afgedrukt. 1-zijdig>>2-zijdig 1-zijdig origineel wordt 2-zijdig afgedrukt. 2-zijdig>>1-zijdig 2-zijdig origineel wordt 1-zijdig afgedrukt. 2-zijdig>>2-zijdig 2-zijdig origineel wordt 2-zijdig afgedrukt. Overige * Duplex 1-zijdig>>1-zijdig 1-zijdig origineel wordt 1-zijdig afgedrukt. 1-zijdig>>2-zijdig 1-zijdig origineel wordt 2-zijdig afgedrukt.
Kopiëren > Kopieerfuncties 2 Gereed voor Kopiëren. (Kleur) Kopiëren 10:10 Kopieën A4 Zoomen Dichtheid 100% Duplex 1-zijdig>>1-zijdig Normaal 0 Combineer Sorteer Uit Aan Favorieten Functies Selecteer de functie. [1-zijd.>>1-zijd.], [1-zijd.>>2-zijd.], [2-zijd.>>1-zijd.] of [2-zijd.>>2-zijd.] Gereed voor Kopiëren. (Kleur) Duplex 10:10 1-zijd.>>2-zijd. 2-zijd.>>2-zijd. Overige 2-zijd.>>1-zijd. Annuleren GB0009_00 1-zijd.>>1-zijd. OK [Overige] 1 Gereed voor Kopiëren.
Kopiëren > Kopieerfuncties 4 Selecteer de bindzijde van de afgewerkte kopieën. 10:10 Gereed voor Kopiëren. (Kleur) Duplex - Duplex Duplex Links/rechts 2-zijdig>>2-zijdig Binding in origineel 1 10:10 Gereed voor Kopiëren. (Kleur) Duplex - Binding in Finishing Boven Links/Rechts 1/1 1/1 2 Binding in Finishing Links/Rechts < Terug GB0010_01 Bovenrand links Annuleren OK Annuleren GB0012_00 Afdr.richting origineel OK 5 Selecteer de richting van het origineel. Gereed voor Kopiëren.
Kopiëren > Kopieerfuncties 4-10
5 Afdrukken In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd: Afdrukken vanuit een toepassing .......................................................................................................................
Afdrukken > Afdrukken vanuit een toepassing Afdrukken vanuit een toepassing Dit hoofdstuk geeft de basisinstructies voor het afdrukken van documenten. De instructies zijn gebaseerd op de gebruikersinterface zoals in Windows 7. U kunt documenten die zijn aangemaakt op uw computer afdrukken nadat u het printerstuurprogramma op de bijgeleverde dvd (Product Library) heeft geïnstalleerd. Raadpleeg Software installeren op pagina 2-15.
Afdrukken > Afdrukken vanuit een toepassing 3 5 4 6 3 Selecteer het tabblad Basis. 4 Klik op de knop Paginagrootten... om het papierformaat te selecteren voor de documentgegevens. 5 Klik op Afdrukformaat en selecteer het papierformaat waarop moet worden afgedrukt. 6 Klik op de knop OK om naar het dialoogvenster Afdrukken terug te keren. 3 Start het afdrukken. Klik op de OK-knop. OPMERKING Klik op de tabbladen in het venster met afdrukinstellingen en stel de afdrukinstellingen naar wens in.
Afdrukken > Afdrukken vanuit een toepassing Venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma In het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma kunt u tal van afdrukinstellingen configureren. Raadpleeg voor meer informatie de Printer Driver Operation Guide op de dvd. 1 3 2 Nr. 1 Beschrijving Snel afdrukken Geeft de pictogrammen weer die gebruikt kunnen worden om snel de meest gebruikte functies in te stellen.
Afdrukken > Afdrukken vanuit een toepassing Hulp bij het printerstuurprogramma Het printerstuurprogramma beschikt over een hulpfunctie. Voor meer informatie over de afdrukinstellingen, het weergeven van het venster met instellingen van het printerstuurprogramma en het weergeven van de hulpfunctie, kunt u één van de hieronder uitgelegde methodes gebruiken. 1 2 • Klik op de knop ? in de rechterbovenhoek van het venster en klik vervolgens op het item waar u meer over wilt weten.
Afdrukken > Afdrukken vanuit een toepassing 5-6
6 Verzenden In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd: Basisbediening ................................................................................................................................................... 6-2 Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc .................................................................. 6-5 Controleren wat moet worden opgegeven als [Hostnaam] ......................................................................
Verzenden > Basisbediening Basisbediening Dit apparaat kan een gescande afbeelding verzenden als bijlage bij een e-mailbericht of naar een pc die is verbonden met het netwerk. Hiervoor moet het adres van de afzender en van de bestemming (ontvanger) worden geregistreerd in het netwerk. Er is een netwerkomgeving vereist waarin het apparaat verbinding kan maken met een mailserver om een e-mail te kunnen verzenden.
Verzenden > Basisbediening 1 Druk op de toets Verzenden. OPMERKING Als het aanraakscherm uitgeschakeld is, druk dan op de Power-toets en wacht tot het apparaat opgewarmd is. 2 Plaats de originelen. Raadpleeg Originelen plaatsen op pagina 3-10 voor meer informatie. 3 Selecteer de kleurstand. Auto kleur Herkent automatisch of een document in kleur of zwart-wit is en scant vervolgens het document. Kleur Scant alle documenten in kleur. Zwart-wit Scant alle documenten in zwart-wit.
Verzenden > Basisbediening 5 Selecteer de functies. 10:10 Gereed voor verzenden. Verzend- Bestem: Check Kies opnieuw Snelkiestoets Adresboek Druk op [Functies] om alle verzendfuncties weer te geven. Raadpleeg voor meer informatie de Engelse gebruikershandleiding. Extern adresboek GB0055_00 1/2 6 E-mail Functies Map FAX Favorieten Start het verzenden. Druk op de Start-toets om het verzenden te starten.
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc Controleer de informatie die op het apparaat ingesteld moet worden en maak een map aan om het document in te ontvangen op uw computer. In de hierna volgende uitleg worden schermen van Windows 7 gebruikt. De details van de schermen verschillen met andere Windows-versies. OPMERKING Meld u aan bij Windows met beheerdersrechten.
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc Controleren wat moet worden opgegeven als [Aanmeldingsgebruikersnaam] Controleer de domeinnaam en gebruikersnaam om aan te melden bij Windows. 1 Geef het venster weer. Selecteer in het menu Starten Alle programma's (of Programma's), Bureau-accessoires en vervolgens Opdrachtprompt. Het scherm Opdrachtprompt verschijnt. 2 Controleer de domeinnaam en de gebruikersnaam.
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc Een gedeelde map aanmaken Maak een gedeelde map aan voor het ontvangen van het document op de bestemmingscomputer. OPMERKING Als er een werkgroep is in de Systeemeigenschappen, configureer dan de onderstaande instellingen om de maptoegang te beperken tot een bepaalde gebruiker of groep. 1 Selecteer in het menu Starten Configuratiescherm, Vormgeving en Persoonlijke instellingen en vervolgens Mapopties.
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc 2 Configureer de instellingen voor machtigingen. 1 1 2 In Windows XP selecteert u Deze map delen en klikt u vervolgens op de knop Machtigingen. 2 3 1 2 3 Voer de gebruikersnaam in in het tekstveld. Klik op de knop [Locaties] en selecteer de gewenste locatie. Om een zoekgebied te selecteren, klikt u op een locatie om deze te selecteren.
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc 4 1 2 3 Selecteer de opgegeven gebruiker en selecteer de machtigingen Wijzigen en Lezen. In Windows XP gaat u naar stap 6. OPMERKING "Iedereen" machtigt iedereen in het netwerk om te delen. Voor een betere beveiliging adviseren wij u Iedereen te selecteren en het vinkje bij de machtiging Lezen te verwijderen. 5 Klik op de knop OK in het scherm Geavanceerd delen om het scherm af te sluiten.
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc Het [Pad] controleren Controleer de delingsnaam van de gedeelde map die de bestemming wordt van het document. 1 Geef het venster weer. 1 Voer "\\pc001" in bij "Programma's en bestanden zoeken" in het menu Starten. Klik in Windows XP op Zoeken in het Start-menu, selecteer Alle bestanden en mappen en zoek de bestemmingscomputer waar het bestand heen gestuurd zal worden.
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc Windows Firewall configureren (voor Windows 7) Sta delen van bestanden en printers toe en stel de poort in gebruikt voor SMB-verzending. OPMERKING Meld u aan bij Windows met beheerdersrechten. 1 Controleer de bestands- en printerdeling. 1 Selecteer via het menu Start het Configuratiescherm, Systeem en beveiliging en klik op Een programma via Windows Firewall toestaan.
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc 2 3 4 5 1 2 6-12
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc 6 1 2 3 Selecteer Specifieke lokale poorten en voer "139" in. 7 1 2 8 1 2 Zorg ervoor dat alle vakjes aangevinkt zijn.
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc 9 1 2 Voer "Scannen naar SMB" in bij "Naam" en klik op Voltooien. In Windows XP of Windows Vista 1 Selecteer vanuit het menu Start Configuratiescherm, Systeem en beveiliging (of Beveiligingscentrum) en vervolgens Status van firewall controleren (of Windows Firewall). Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik dan op de knop Doorgaan. 2 Klik op het tabblad Uitzonderingen en vervolgens op de knop Poort toevoegen.
Verzenden > De bestemming opgeven De bestemming opgeven Selecteer de bestemming waar een beeld heen moet worden gestuurd. Selecteer de bestemming met behulp van één van de volgende methodes: • Kiezen uit het adresboek (pagina 6-15) • Kiezen via snelkiestoets (pagina 6-17) • Een nieuw e-mailadres invoeren (pagina 6-18) • Een nieuwe pc-map opgeven (pagina 6-19) OPMERKING Als u apparaten voorzien van de faxfunctie gebruikt, dan kunt u de faxbestemming opgeven.
Verzenden > De bestemming opgeven Bestemming zoeken Gereed voor verzenden. 10:10 Zoeken op bestemmingsnaam. Adresboek (alle) 001 123456 123456 002 123456 123@456789.co... 003 123456 12345.com Geavanceerd zoeken volgens type geregistreerde bestemming (e-mail, map (SMB/FTP), fax of groep). 1/1 123456 Menu 11111.com Annuleren < Terug GB0426_00 004 OK Geeft details weer voor elk van de bestemmingen.
Verzenden > De bestemming opgeven Kiezen via snelkiestoets Selecteer de bestemming via de snelkiestoetsen. OPMERKING Raadpleeg voor meer informatie over het toevoegen van snelkiestoetsen de Engelse gebruikershandleiding. 1 Geef het scherm weer. 1 Raadpleeg Basisbediening op pagina 6-2 voor het weergeven van het scherm. 2 10:10 Gereed voor verzenden.
Verzenden > De bestemming opgeven Een nieuw e-mailadres invoeren Voer het gewenste e-mailadres in. OPMERKING Open het COMMAND CENTER van tevoren en voer de instellingen in voor het versturen van een e-mail. Raadpleeg COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail) op pagina 2-23 voor meer informatie. 1 Geef het scherm weer. 1 Raadpleeg Basisbediening op pagina 6-2 voor het weergeven van het scherm. 2 10:10 Gereed voor verzenden.
Verzenden > De bestemming opgeven Een nieuwe pc-map opgeven Geef de gewenste gedeelde map op een computer of op een FTP-server als bestemming op. OPMERKING Raadpleeg Een gedeelde map aanmaken op pagina 6-7 voor meer informatie over het delen van een map. Zorg ervoor dat SMB-protocol of FTP in het COMMAND CENTER op Aan ingesteld is. Raadpleeg voor meer informatie de KYOCERA COMMAND CENTER Operation Guide. 1 Geef het scherm weer. 1 Raadpleeg Basisbediening op pagina 6-2 voor het weergeven van het scherm.
Verzenden > De bestemming opgeven Item In te voeren gegevens Aanmeldingsgebruikersnaam Gebruikersnaam voor toegang tot de pc. Max. aantal karakters Max. 64 karakters Domeinnaam/Gebruikersnaam Bijvoorbeeld abcdnet\james.smith Gebruikersnaam@Domeinnaam Bijvoorbeeld james.smith@abcdnet Aanmeldingswachtwoord Wachtwoord voor toegang tot de pc Max. 64 karakters Voor verzenden naar map (FTP) Item In te voeren gegevens Max. aantal karakters Hostnaam Hostnaam of IP-adres van de FTP-server Max.
Verzenden > De bestemming opgeven Bevestig de verbindingsstatus. Gereed voor verzenden. Map - Bevestiging 10:10 10:10 Menu Hostnaam abc Pad abc Verbindingtesten Volgende bestemming 1/2 Menu 1/1 abc Annuleren < Terug GB0128_00 1 Login gebruik.naam 2 Toevoegen aan adresboek 139 OK Sluiten GB0020_00 Poort Verbonden. verschijnt wanneer de verbinding met de bestemming correct tot stand is gebracht. Als Kan geen verbinding maken. verschijnt, controleer dan de ingevoerde gegevens.
Verzenden > De bestemming opgeven Bestemmingen controleren en bewerken Controleer en bewerk een geselecteerde bestemming. 1 Geef het scherm weer. 1 Raadpleeg De bestemming opgeven op pagina 6-15 voor het weergeven van de bestemming. 2 Gereed voor verzenden. VerzendBBB 10:10 Bestem: Check bbb@abc.com Snelkiestoets Adresboek Extern adresboek E-mail Map FAX Favorieten Functies Controleer en bewerk de bestemming. Gereed voor verzenden. Check Verwijderen van de geselecteerde bestemming.
Verzenden > De bestemming opgeven Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (Multiversturen) U kunt verschillende soorten bestemmingen zoals e-mailadressen, mappen (SMB of FTP) en faxnummers* met elkaar combineren. Dit wordt Multi-versturen genoemd. Dit is handig als u met één bedieningshandeling naar verschillende soorten bestemmingen wilt verzenden (e-mailadressen, mappen enzovoort). * De faxfuncties kunnen enkel worden gebruikt bij apparaten met faxmogelijkheden.
Verzenden > Scannen met TWAIN Scannen met TWAIN In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een origineel scant met TWAIN. De procedure voor scannen met de TWAIN-driver wordt uitgelegd aan de hand van een voorbeeld. De WIA-driver wordt op dezelfde manier gebruikt. 1 Geef het venster weer. 1 Activeer de TWAIN-compatibele applicatie. 2 Selecteer het apparaat dat de applicatie gebruikt en geef het TWAIN-dialoogvenster weer.
Verzenden > Scannen met TWAIN Item Details Configuration 3 Dit wordt gebruikt om de huidige instellingen te controleren en vaakgebruikte instellingen op te slaan. Als u op de knop Configuration klikt, dan verschijnt een instellingenvenster met Details, Add current configuration en Delete selected configuration. Details Hier kunt u de huidige instellingen controleren. Add current configuration Hier kunt u de huidige instellingen opslaan met een naam en opmerkingen.
Verzenden > Scannen met TWAIN 6-26
7 Problemen oplossen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd: Vervangen van de tonercontainer ...................................................................................................................... 7-2 Vervangen van de tonerafvalbak ....................................................................................................................... 7-4 Reinigen ...............................................................................................................
Problemen oplossen > Vervangen van de tonercontainer Vervangen van de tonercontainer Wanneer op het aanraakscherm De toner is leeg verschijnt, dan moet de toner vervangen worden. VOORZICHTIG De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken. De installatieprocedure van de tonercontainer is voor elke kleur hetzelfde. De hier beschreven procedure is voor de cyaan tonercontainer. 1 Verwijder de oude tonercontainer.
Problemen oplossen > Vervangen van de tonercontainer 3 Plaats de nieuwe tonercontainer. 1 K M C Y 2 BELANGRIJK Kijk bij het sluiten van de bovenklep uit voor uw vingers.
Problemen oplossen > Vervangen van de tonerafvalbak Vervangen van de tonerafvalbak Wanneer op het aanraakscherm Controleer de tonerafvalbak verschijnt, dan moet de tonerafvalbak worden vervangen. 1 Verwijder de oude tonerafvalbak. 1 2 BELANGRIJK Haal de tonerafvalbak zo voorzichtig mogelijk uit zodat er geen toner in het apparaat wordt gemorst. Houd de opening van de tonerafvalbak nooit naar beneden gericht. 2 Plaats de nieuwe tonerafvalbak.
Problemen oplossen > Vervangen van de tonerafvalbak 2 3 Reinig de papierdoorvoereenheid na het vervangen van de tonercontainers en tonerafvalbak. Voor instructies, raadpleeg Reinigen op pagina 7-6.
Problemen oplossen > Reinigen Reinigen Reinig het apparaat regelmatig om een optimaal resultaat te garanderen. VOORZICHTIG Haal voor de veiligheid altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. Glasplaat Veeg de binnenkant van de documenttoevoer en de glasplaat schoon met een zachte doek bevochtigd met alcohol of een zacht schoonmaakmiddel. OPMERKING Gebruik geen organische oplosmiddelen of andere sterke chemicaliën.
Problemen oplossen > Reinigen 2 Veeg de witte geleider schoon. Papierdoorvoereenheid De papierdoorvoereenheid moet gereinigd worden telkens als de tonercontainer en de tonerafvalbak vervangen worden. Om een optimale afdrukkwaliteit te behouden, adviseren wij bovendien de binnenkant van het apparaat eenmaal per maand te reinigen evenals bij het vervangen van de tonercontainer. Reinigen is ook nodig als er strepen of lijnen op de afdrukken verschijnen of als de afdrukken wazig of onduidelijk worden.
Problemen oplossen > Reinigen 2 Reinig de papierdoorvoereenheid. Papierdoorvoereenheid Transferriem (zwart) Registratierol (metaal) Transferrol (zwart) Duplexeenheid Papierhelling Veeg het papierstof van de registratierol en de papierhelling met een doek. BELANGRIJK Let erop dat u de zwarte transferrol en de zwarte transferriem tijdens het reinigen niet aanraakt want dit kan de afdrukkwaliteit verstoren.
Problemen oplossen > Storingen oplossen Storingen oplossen In de onderstaande tabel vindt u de algemene richtlijnen voor het oplossen van problemen. Als er zich een probleem voordoet met uw apparaat, lees dan de controlepunten door en voer de procedures op de aangegeven pagina’s uit. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Referentiepagina Een van de toepassingen wil niet starten.
Problemen oplossen > Storingen oplossen Probleem Afdrukken vanaf het USBgeheugen lukt niet. Controlepunten Mogelijke oplossing Referentiepagina Is de USB-host geblokkeerd? Selecteer [Ontgrendelen] in de USBhost-instellingen. — Het USB-geheugen wordt niet herkend. — Controleer of het USB-geheugen goed aangesloten is op het apparaat. — De afdrukken zijn te licht. Is het papier vochtig? Vervang het papier. 3-2 Heeft u de dichtheid gewijzigd? Selecteer een geschikt dichtheidsniveau.
Problemen oplossen > Storingen oplossen Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Referentiepagina De afdrukken zijn niet duidelijk. Heeft u de juiste beeldkwaliteit voor het origineel gekozen? Selecteer de juiste beeldkwaliteit. 3-37 Er zitten zwarte strepen op de afdrukken. Is het sleufglas vuil? Maak het sleufglas schoon. 7-6 De afdrukken zijn scheef.
Problemen oplossen > Storingen oplossen Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Referentiepagina De hoogte is 1500 m of hoger en er verschijnen onregelmatige horizontale lijnen op de afdruk. — Stel de hoogte-instelling in op [Hoog 1]. Is er nog steeds geen verbetering, wijzig de waarde dan naar [Hoog 2]. — De hoogte is 1500 m of hoger en er verschijnen stippen op de afdruk. — Stel de hoogte-instelling in op [Hoog 1]. Is er nog steeds geen verbetering, wijzig de waarde dan naar [Hoog 2].
Problemen oplossen > Storingen oplossen Probleem Verzenden via SMB niet mogelijk. * ** Controlepunten Mogelijke oplossing Referentiepagina Is de netwerkkabel aangesloten? Sluit de juiste netwerkkabel goed aan. 2-10 Zijn de netwerkinstellingen voor het apparaat goed geconfigureerd? Configureer de TCP/IP-instellingen op de juiste manier. — Zijn de mapdelingsinstellingen goed geconfigureerd? Controleer de deelinstellingen en toegangsrechten bij de mapeigenschappen.
Problemen oplossen > Reageren op foutmeldingen Reageren op foutmeldingen Als het aanraakscherm een van de volgende berichten weergeeft, voer dan de bijbehorende procedure uit. A Foutmelding Activatiefout. Afdrukoverloop. Controlepunten Mogelijke oplossing Referentiepagina — Activeren van de toepassing mislukt. Neem contact op met de beheerder. — — Expansie-verificatie is uitgeschakeld. Schakel de hoofdschakelaar uit en weer aan. Als de fout aanhoudt, neem dan contact op met de beheerder.
Problemen oplossen > Reageren op foutmeldingen D Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Referentiepagina De lade van het apparaat zit vol papier. — Haal het papier uit de binnenste lade en druk op [Doorgaan]. — De limiet voor de box is overschreden.* — De documentbox is vol en er is geen opslagcapaciteit meer; de taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. Probeer de taak opnieuw uit te voeren na het afdrukken of verwijderen van gegevens uit de documentbox. — De klep is open.
Problemen oplossen > Reageren op foutmeldingen F Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Referentiepagina Fout opgetreden in cassette #. — Verwijder de aangegeven cassette. Druk op [Volgende >] om de instructies te volgen. — Fout bij verzenden.* — Er is een fout opgetreden tijdens het verzenden. Zie Reageren op Fout bij verzenden voor de foutcode en de mogelijke oplossingen. 7-21 Fout met RAM-schijf.* — Er is een fout opgetreden op de RAMschijf. De taak is geannuleerd.
Problemen oplossen > Reageren op foutmeldingen G Foutmelding Geen cassette. Controlepunten Mogelijke oplossing — Er kan geen papier worden ingevoerd. Sluit de cassette die weergegeven wordt op het aanraakscherm. Referentiepagina — H Foutmelding Het opgegeven aantal niet afdrukken.* Controlepunten Mogelijke oplossing – Er is slechts één kopie beschikbaar doordat te veel taken tegelijk verwerkt worden. Referentiepagina — Druk op [Doorgaan] om door te gaan met afdrukken.
Problemen oplossen > Reageren op foutmeldingen K Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Referentiepagina Kan de taakdata niet opslaan. — De taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. — Kan niet verbinden met de verif. server.* — Stel op het apparaat dezelfde tijd in als op de server. — — Controleer de domeinnaam. — — Controleer de hostnaam. — — Controleer de verbindingsstatus met de server.
Problemen oplossen > Reageren op foutmeldingen O Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Referentiepagina Onjuiste account-ID.* — De account-ID was onjuist bij het extern verwerken van de taak. De taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. — Onjuiste aanmeldingsnaam of wachtwoord.* — De aanmeldingsgebruikersnaam of wachtwoord was onjuist bij het extern verwerken van de taak. De taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. — Onbekende toner geïnstalleerd.
Problemen oplossen > Reageren op foutmeldingen Foutmelding Vervang originelen en druk op [Doorgaan]. Controlepunten Mogelijke oplossing — Haal de originelen uit de documenttoevoer, leg ze in de oorspronkelijke volgorde en plaats ze opnieuw. Druk op [Doorgaan] om door te gaan met afdrukken. Referentiepagina — Druk op [Annuleren] om de taak te annuleren. Vervang MK. — De elementen van de onderhoudskit dienen elke 200.
Problemen oplossen > Reageren op foutmeldingen Reageren op Fout bij verzenden Code 1101 1102 Fout Mogelijke oplossing Referentiepagina Verzenden van e-mail mislukt. Controleer de hostnaam van de SMTP-server in het COMMAND CENTER. 2-24 Verzenden via FTP mislukt. Controleer de hostnaam van de FTP. 6-20 Verzenden via SMB mislukt. Controleer de hostnaam van de SMB. 6-19 Verzenden via SMB mislukt. Controleer de SMB-instellingen.
Problemen oplossen > Reageren op foutmeldingen Code 1132 Fout Verzenden via FTP mislukt. Mogelijke oplossing Controleer het volgende op de FTP-server. Referentiepagina 2-24 • Is FTPS beschikbaar? • Is de codering beschikbaar? 2101 Verzenden via SMB mislukt. Controleer de netwerk- en SMB-instellingen. Verzenden via FTP mislukt. Controleer de netwerk- en FTP-instellingen. 2-24 • De netwerkkabel is aangesloten. • De hub werkt niet goed. • De server werkt niet goed.
Problemen oplossen > Reageren op foutmeldingen Code 0007 4201 4701 Fout — Mogelijke oplossing Schakel de hoofdschakelaar uit en weer aan. Als deze fout zich herhaalt, noteer dan de weergegeven foutcode en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Problemen oplossen > Papierstoringen oplossen Papierstoringen oplossen Als zich een papierstoring voordoet, wordt Papierstoring op het aanraakscherm weergegeven en wordt het apparaat gestopt. Raadpleeg de volgende procedures om het vastgelopen papier te verwijderen. Hoe leest u het scherm 10:10 Papierstoring. Open de achterklep. Open de fuserklep en verwijder het papier. Sluit de achterklep. Geeft de verwerkingsmethode weer. Geeft de huidige stap weer.
Problemen oplossen > Papierstoringen oplossen • Stukjes papier die in het apparaat achterblijven, kunnen nieuwe papierstoringen veroorzaken. VOORZICHTIG De fixeereenheid is zeer heet. Neem voldoende voorzorgsmaatregelen wanneer u in dit gedeelte werkt, aangezien er gevaar bestaat op brandwonden. Multifunctionele lade Volg de onderstaande stappen om een papierstoring in de multifunctionele lade op te lossen. 1 2 Cassette Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in de cassette op te lossen.
Problemen oplossen > Papierstoringen oplossen Papierinvoer Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in de optionele papierinvoer op te lossen. OPMERKING Als het papier niet verwijderd kan worden, probeer dit dan niet met extra kracht te doen. Ga naar Papierstoring Binnenin het apparaat op pagina 7-26. Binnenin het apparaat Volg de onderstaande stappen om een papierstoring in het apparaat op te lossen. 1 VOORZICHTIG Bepaalde onderdelen binnenin het apparaat zijn erg warm.
Problemen oplossen > Papierstoringen oplossen 3 Fuserklep Als het vastgelopen papier de fusereenheid bereikt heeft zoals afgebeeld, open dan de fuserklep, neem het papier vast en trek het uit. 4 Registratierol Als het vastgelopen papier de (metalen) registratierol niet bereikt heeft zoals afgebeeld, neem dan het papier vast en trek het uit. 5 Achterinvoerklep Als zich een papierstoring voordoet binnenin het apparaat zoals afgebeeld, open dan de klep van de achterinvoer en trek het papier uit.
Problemen oplossen > Papierstoringen oplossen Documenttoevoer Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in de documenttoevoer op te lossen. 1 2 Als het origineel vastzit tussen de rollen of moeilijk te verwijderen is, ga dan naar de volgende stap.
8 Appendix In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd: Optionele apparatuur ......................................................................................................................................... 8-2 Overzicht optionele apparatuur ................................................................................................................ 8-2 Optionele functie ...............................................................................................................
Appendix > Optionele apparatuur Optionele apparatuur Overzicht optionele apparatuur De volgende optionele apparatuur is beschikbaar voor het apparaat. Kaartverificatiekit Uitbreidingsgeheugen Klepje Klepje Gigabit Ethernet-kaart Papierinvoer Optionele functie U kunt de optionele applicaties gebruiken die op dit apparaat geïnstalleerd zijn. Overzicht van de applicaties De onderstaande applicaties zijn geïnstalleerd op dit apparaat.
Appendix > Optionele apparatuur Gebruik van een applicatie starten Gebruik de onderstaande procedure om het gebruik van een applicatie te starten. OPMERKING Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor de standaardaanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord.
Appendix > Invoeren van karakters Invoeren van karakters Om karakters in te voeren voor een naam, gebruikt u het toetsenbord op het aanraakscherm en volgt u de onderstaande stappen. OPMERKING Als toetsenbordlay-out hebt u de keuze tussen QWERTY, QWERTZ en AZERTY, net als bij het toetsenbord van een pc. Druk op de Systeemmenu/Tellers-toets, op [Algemene instellingen] en vervolgens op [Toetsenbordlay-out] om de gewenste lay-out te selecteren. In dit voorbeeld wordt QWERTY gebruikt.
Appendix > Papier Papier Hierna worden de papierformaten en -soorten vermeld die kunnen worden gebruikt in de verschillende papierbronnen.
Appendix > Papier Basisspecificaties papier Dit apparaat is ontworpen voor het afdrukken op standaardkopieerpapier zoals gebruikt wordt bij normale ('droge') kopieerapparaten en paginaprinters zoals laserprinters. Het ondersteunt ook verschillende andere papiersoorten, die voldoen aan de specificaties in deze appendix. Let op als u papier uitkiest. Papier dat niet geschikt is voor dit apparaat kan papierstoringen veroorzaken of kan gaan kreuken.
Appendix > Papier Samenstelling Gebruik geen soorten zoals papier met een coating of behandeld oppervlak, of papier dat plastic of carbon bevat. Deze papiersoorten kunnen schadelijke uitwasemingen veroorzaken door de hitte bij het afdrukken en de drum beschadigen. Let erop dat u standaardpapier gebruikt met minstens 80% pulp, oftewel met niet meer dan 20% katoen of andere vezels. Geschikte papierformaten De volgende papierformaten zijn geschikt voor dit apparaat.
Appendix > Papier Vochtgehalte Het vochtgehalte van papier is de verhouding vocht-droge massa uitgedrukt in een percentage. Vocht beïnvloedt de invoer van het papier, de elektrostatische eigenschappen van het papier en hoe de toner zich hecht. Het vochtgehalte van papier verschilt afhankelijk van de relatieve vochtigheid in de ruimte. Bij een hoge relatieve vochtigheid wordt het papier vochtig, waardoor de randen uitzetten en gaan golven.
Appendix > Papier Speciaal papier In dit gedeelte wordt het afdrukken op speciale papiersoorten en afdrukmedia beschreven. De volgende papiersoorten en media kunnen gebruikt worden.
Appendix > Papier Etiketten Voer etiketten altijd in via de multifunctionele lade of (multifunctionele) papierinvoer. Let extra goed op bij het kiezen van etiketten zodat de kleeflaag niet in aanraking komt met de apparaatonderdelen en de etiketten niet vanzelf loskomen van het basisvel. Als er etiketten aan de drum of rollers blijven kleven of als er etiketten loskomen en in het apparaat achterblijven, dan kan er een storing optreden.
Appendix > Papier Hagaki Opgekrulde rand Opgekrulde rand Voor u Hagaki-papier in de multifunctionele lade plaatst, moet u het waaieren en de randen gelijk leggen. Als het Hagaki-papier gekruld is, maak het dan vlak voordat u het papier plaatst. Afdrukken op opgekruld Hagaki-papier kan een papierstoring veroorzaken. Gebruik ongevouwen Oufuku Hagaki-papier (verkrijgbaar in postkantoren). Hagaki-papier kan aan de achterkant soms nog ruwe randen hebben door een papiersnijder.
Appendix > Papier Voorbedrukt papier Voorgedrukt papier moet voldoen aan de specificaties zoals op pagina 8-6. De gekleurde inkt moet bestand zijn tegen de hitte bij het afdrukken. Het moet ook bestand zijn tegen siliconolie. Gebruik geen papier met een behandeld oppervlak zoals glanzend papier voor kalenders. Gerecycled papier Gerecycled papier moet voldoen aan de specificaties zoals op pagina 8-6; de witheid kan echter afwijken.
Appendix > Specificaties Specificaties BELANGRIJK Wijzigingen van specificaties voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Appendix > Specificaties Item Beschrijving FS-C2526MFP FS-C2626MFP Capaciteit opvangbak 150 vel (80 g/m²) Continu kopiëren 1 tot 999 vellen (kan ingesteld worden op stappen van één vel) Beeldschrijfsysteem Semiconductorlaser Hoofdgeheugen Interface Standaard 1024 MB Maximaal 2048 MB Standaard USB-interface-aansluiting: 1 (USB Hi-Speed) USB-host: 2 Netwerkinterface: 1 (10 BASE-T/100 BASE-TX/1000 BASE-T) Optie Resolutie eKUIO-slot: 1 600 × 600 dpi Bedrijfsomgeving Temperatuur 10 tot 32,5
Appendix > Specificaties Scanner Item Beschrijving Systeemvereisten Processor: 1 GHz RAM: 256 MB Resolutie 600 dpi, 400 dpi, 300 dpi, 200 dpi, 200 × 400 dpi, 200 × 100 dpi (Resolutie in faxmodus inbegrepen) Bestandsindeling PDF (PDF 1.4, PDF/A), TIFF (TIFF V6, TTN2), JPEG, XPS Scansnelheid 1-zijdig: Z/W 35 beelden/min. Kleur 25 beelden/min. 2-zijdig: Z/W 18 beelden/min. Kleur 13 beelden/min.
Appendix > Specificaties Milieuspecificaties Item Beschrijving Tijd tot slaapstand (standaardinstelling) 1 minuut Hersteltijd vanuit slaapstand 20 seconden of minder Dubbelzijdig afdrukken Standaard Invoermogelijkheden papier 100% gerecycled papier mag worden gebruikt. OPMERKING Raadpleeg uw dealer of uw servicevertegenwoordiger voor de aanbevolen papiersoorten. EN ISO 7779 Der höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB (A) oder weniger gemäß EN ISO 7779.
Index A Aanmelden 3-15 Aanraakscherm 2-7 Aansluiten LAN-kabel 2-10 Netvoedingskabel 2-11 USB-kabel 2-11 Aanzetten 2-13 Achterklep 2-4 Afdrukken 5-1 Afdruksnelheid 8-13, 8-14 Afmelden 3-16 Apparaatinstallatie-wizard 2-22 Automatische dubbelzijdige kopieerfunctie 1-9 Automatische slaapstand 2-21 B Bedieningspaneel 2-2, 2-6 Bestandsindeling 3-39 Bestemming 6-15 Controleren en bewerken 6-22 Een nieuw e-mailadres invoeren 6-18 Een nieuwe pc-map opgeven 6-19 Kiezen uit het adresboek 6-15 Kiezen via snelkiestoet
Open SSL License 1-6 Optie Overzicht 8-2 Papierinvoer 8-2 Optionele functie 8-2 Optionele interface-aansluiting 1 2-4 Optionele interface-aansluiting 2 2-4 Original SSLeay License 1-7 Origineelbeeld 3-37 Originelen Originelen plaatsen 3-10 Origineleninvoer 2-5 Originelenstopper 2-5 Originelenuitvoer 2-5 Overheads 8-9 P Papier 8-5 Enveloppen plaatsen 3-8 Formaat en mediatype 3-25 Geschikt papier 8-6 In de cassettes plaatsen 3-3 In de multifunctionele lade plaatsen 3-6 Speciaal papier 8-9 Specificaties 8-6 V
Eerste editie 2011.