Installation Instructions

7
Parallelle-interfaceaansluiting
1
Sluit het ene uiteinde van de
printerkabel (niet bijgeleverd) aan op
de parallelle-interfaceaansluiting aan
de achterkant van de printer.
Gebruik een parallelle
printerkabel die voldoet aan
IEEE1284.
De printer werkt het best als
hij dicht bij de computer
staat. De aansluitkabel moet
geïsoleerd zijn en mag niet
langer zijn dan 3 meter.
2
Maak de kabel vast met de klemmen
aan beide kanten van de aansluiting.
Sluit het andere uiteinde van de kabel
aan op de Centronics parallelle-
interfaceaansluiting van de computer.
USB-interfaceaansluiting (Universal Serial Bus)
1
Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel
aan op de achterkant van de printer.
Gebruik een kabel die voldoet
aan revisie 1.1 van de USB-
standaard (een rechthoekige
stekker van Type A en een
vierkante stekker van Type B).
De aansluitkabel moet
geïsoleerd zijn en mag niet
langer zijn dan 5 meter.
2
Sluit het andere uiteinde van de USB-
kabel aan op de USB-
interfaceaansluiting van de computer.
Naar printer
Printerkabel
Klemmen
USB-kabel
Naar printer