Operation Manual
Scanfuncties
5-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Verscherpen
Klik op de toets Verscherpen om een vervolgkeuzemenu te openen, waarmee u kunt
aangeven op welk niveau het gescande beeld moet worden verscherpt. U kunt
kiezen uit Licht, Meer, Zwaar of Extra zwaar.
Kleuraanpassingen
Klik op de toets Kleuraanpassingen om de toets voor de functies Tint, Verzadiging
en Lichtsterkte in te schakelen.
OPMERKING: Als u de functies Tint, Verzadiging of Lichtsterkte wilt gebruiken,
moet u op de toets Geavanceerde instellingen drukken.
Automatische niveaus
Klik op de toets Automatische niveaus om schaduw toe te voegen, zodat er meer
details in een afbeelding verschijnen.
Geavanceerde instellingen
Klik op de toets Geavanceerde instellingen voor de toetsen Belichtings-/
schaduwniveaus, Curven, Kleurbalans, Tint / verzadiging / lichtsterkte,
Achtergrondkleuren verwijderen en Custom instellingen (deze zes toetsen bevinden
zich aan de rechterkant van het TWAIN-dialoogvenster).
Belichtings-/schaduwniveaus
Deze functie is beschikbaar wanneer 8-bits grijs, 8-bits kleur of 24-bits kleur in het
vervolgkeuzemenu Beeldtype is geselecteerd. Belichting verwijst naar het lichtste
punt in een gescand beeld. Schaduw verwijst naar het donkerste punt.
Klik op de toets Belichtings-/schaduwniveaus om het dialoogvenster Belichtings-/
schaduwniveaus te openen. U kunt waarden in de tekstvakken typen of uw muis op
de lijn zetten, op de rechtermuisknop klikken en de lijn naar de gewenste waarden
te slepen.
Combineer de belichtings- en schaduwinstellingen om het kleurbereik uit te breiden
en meer details in een kleurenafbeelding te krijgen.
Curven
Wanneer u de toets Curven selecteert, verschijnt er een dialoogvenster waarmee u
de halftonen van het beeld kunt aanpassen, zonder dat u details in de lichtste en
donkerste gebieden verliest.
Selecteer Curve (boog) of Line (lijn), afhankelijk van of u een gebogen of hoekige
instelling wilt. Plaats de muis op de lijn, klik op de rechtermuisknop en versleep de
lijn om de gewenste curve in te stellen.