Operation Manual

Scanfuncties
GEBRUIKERSHANDLEIDING 5-5
Kleurbalans
Wanneer u de toets Kleurbalans selecteert, verschijnt er een dialoogvenster
waarmee u de kleur van het beeld aan kunt passen, zodat het beeld zo goed mogelijk
op het origineel lijkt.
De standaard parameters worden gebruikt om het beeld aan te passen. U kunt
waarden in de tekstvakken Kleurniveaus typen of de schuifpijl onder de kleur
verslepen.
Tint / verzadiging / lichtsterkte
Klik op deze toets om de tint, verzadiging of lichtsterkte van een beeld aan te passen.
Deze toets wordt ingeschakeld, wanneer de toets Kleuraanpassingen is
geselecteerd. U kunt waarden in de tekstvakken typen of de schuifpijl onder elk item
verslepen.
Tint - specificeer een waarde in het vak Tint om de tint tot 360
º aan te passen door
op de gewenste kleur in het kleurenwiel te klikken of een instelling in het
vervolgkeuzemenu te kiezen. Wanneer de tintaanpassing wordt gemaakt, verandert
de kleurintensiteit ook mee.
Verzadiging - specificeer een waarde in het vak Verzadiging om het
verzadigingsniveau van de kleur aan te passen. Het verzadigingsniveau geeft aan of
de kleur vaal of rijk is.
Lichtsterkte - specificeer een waarde in het vak Lichtsterkte om de sterkte van de
kleur aan te passen.
OPMERKING: Deze opties zijn beschikbaar wanneer de toets Kleuraanpassingen
is ingeschakeld.
Achtergrondkleuren verwijderen
Deze functie is beschikbaar wanneer Zwart-wit of 8-bits grijs in het
vervolgkeuzemenu Beeldtype is geselecteerd. Klik op de toets Achtergrondkleuren
verwijderen om een dialoogvenster te openen, waarin u ervoor kunt kiezen het R-
kanaal (rood), G-kanaal (groen) of B-kanaal (blauw) tijdens het scannen te
verwijderen. Wanneer u na het verwijderen van één van de kleurkanalen de
helderheid verhoogt, wordt uw beeld duidelijker.
Custom instellingen
Klik op de toets Custom instellingen om een dialoogvenster te openen, waarin u uw
scaninstellingen en configuratie-instellingen kunt opslaan. Er zijn twee tabbladen:
Scaninstellingen en Configuratie-instellingen.