KM-1635 KM-2035 Gebruikershandleiding GEBRUIKERSHANDLEIDING 1-1
In GEEA-gebieden kan de slaapstand worden ingesteld op een tijd tussen de 1 en 120 minuten. De laag vermogen-modus kan worden ingesteld op 1 minuut, 5 minuten, 15 minuten, 30 minuten, 45 minuten, 60 minuten, 90 minuten of 120 minuten. Deze gebruikershandleiding is voor de 1635 en de 2035. De 1635 is een kopieerapparaat dat 16 pagina's per minuut uitvoert en de 2035 is een kopieerapparaat dat 20 pagina's per minuut uitvoert. Alle rechten voorbehouden.
Inhoud Optimaal gebruik maken van de geavanceerde functies van dit kopieerapparaat . . . . . . . . . . . . iii Energy Star-programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . v Veiligheidsconventies in deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . vi Waarschuwingslabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud 6 Taakaccounting Overzicht van taakaccounting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2 Procedures voor taakaccounting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2 Registratie van de afdelingsidentificatiecode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3 Afdelingsidentificatiecodes verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Optimaal gebruik maken van de geavanceerde functies van dit kopieerapparaat Automatische papierselectie Beeldkwaliteitselectie Autozoom Het kopieerapparaat selecteert automatisch het papier met hetzelfde formaat als het origineel Duidelijke kopieën van fotooriginelen maken Verkleining/vergroting voor gespecificeerde cassetteformaten Ledger: 129% (A3: 141%) Letter (A4) Statement: 64% (A5: 70%) Zoommodus Modus Dubbelzijdig kopiëren Splitsen Verkleining/vergroting met een bereik van 25 tot 400% Dubb
Taakaccountingmodus Taalselectie ID-codes gebruiken om het aantal gemaakte kopieën te regelen De in het berichtenscherm gebruikte taal wijzigen English A B Español Espaæol C Er is een compleet assortiment optionele apparatuur verkrijgbaar Documenttoevoer Papierinvoer Duplexeenheid Sleutelteller Printerkit Afdrukserver Extra geheugen iv GEBRUIKERSHANDLEIDING
Energy Star-programma Wij hebben als bedrijf dat deelneemt aan het internationale Energy Starprogramma, vastgesteld dat dit product voldoet aan de standaarden zoals bepaald in het internationale Energy Star-programma.
Gerecycled papier In het kader van het Energy Star-programma wordt het gebruik van milieuvriendelijk, gerecycled papier aanbevolen. Uw verkoop- of servicevertegenwoordiger kan informatie geven over aanbevolen papiersoorten. Veiligheidsconventies in deze handleiding Deze gebruikershandleiding lezen voordat u het kopieerapparaat in gebruik neemt. De handleiding in de buurt van het kopieerapparaat bewaren, zodat deze direct beschikbaar is.
Het -symbool geeft aan dat het betreffende deel informatie bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke informatie over de niettoegestane handeling staat binnenin het symbool. ..........[Waarschuwing voor niet-toegestane handeling] ..........[Demontage verboden] Het z-symbool geeft aan dat het betreffende deel informatie bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd. Specifieke informatie over de vereiste handeling staat binnenin het symbool. ..........
Waarschuwingslabels Er zijn labels ten behoeve van de veiligheid aan het product bevestigd, in de locaties die hieronder te zien zijn. De waarschuwingen in acht nemen om ongelukken te voorkomen, zoals brandwonden en elektrische schok bij het oplossen van papierstoringen en het toevoegen van toner. Label2 Label3 Hoge temperatuur in dit gedeelte. Er is risico op brandwonden aanwezig, dus niets in dit gedeelte aanraken. Dit gedeelte staat onder hoge spanning.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ DE INSTALLATIE Omgeving Voorzichtig Het kopieerapparaat niet plaatsen op of in locaties die instabiel zijn of scheef staan. Op dergelijke plaatsen kan het kopieerapparaat omvallen. Dergelijke situaties leveren gevaar van lichamelijk letsel of beschadiging van het kopieerapparaat op. Het kopieerapparaat niet op vochtige of stoffige/vuile locaties plaatsen.
• Het kopieerapparaat niet in de buurt van een venster of direct in het zonlicht plaatsen. • Plaatsen met trillingen vermijden. • Plaatsen met sterke temperatuurschommelingen vermijden. • Plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht vermijden. • Slecht geventileerde locaties vermijden. Delicate vloeren vermijden. Wanneer het product na de installatie wordt verschoven, kan de vloer beschadigd raken.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Waarschuwingen bij het gebruik van het kopieerapparaat Waarschuwing GEEN metalen voorwerpen of voorwerpen die water bevatten (vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van het kopieerapparaat plaatsen. Dit soort situaties vormt een risico voor brand of elektrische schokken mocht het water in het apparaat terechtkomen.
Voorzichtig NIET aan het netsnoer trekken wanneer u dit uit het stopcontact haalt. Als u aan het netsnoer trek, kunnen de draden breken, waardoor er brand ontstaat of u een elektrische schok krijgt. (ALTIJD de stekker vastpakken wanneer u het netsnoer uit het stopcontact wilt halen.) ALTIJD de stekker uit het stopcontact halen wanneer u het kopieerapparaat verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar van brand of elektrische schokken.
VOORZICHTIG: Het gebruik van andere instellingen of aanpassingen of de uitvoering van andere procedures dan hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling. Niet rechtstreeks in het licht van de scanlampen kijken. Dit kan vermoeidheid of pijn in uw ogen veroorzaken. Waarschuwingen voor de omgang met verbruiksartikelen Voorzichtig De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen NIET worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
Veiligheid van de laser (Europa) Laserstraling kan gevaar opleveren voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat hermetisch afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van het product door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen. Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1 volgens IEC 60825.
Veiligheidsinstructies met betrekking tot het afsluiten van de stroomtoevoer (Europa) VOORZICHTIG: De stekker is het belangrijkste middel voor het afsluiten van de stroomtoevoer! Andere schakelaars op de apparatuur zijn slechts functionele schakelaars en zijn niet geschikt om de apparatuur van de stroomtoevoer los te koppelen.
Over de gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk 1 - Namen van onderdelen In dit hoofdstuk worden de namen van de onderdelen toegelicht. Hoofdstuk 2 - Voorbereidingen Dit hoofdstuk geeft uitleg over de voorbereidingen die u moet treffen voordat u het kopieerapparaat in gebruik neemt. Hoofdstuk 3 - Basishandelingen Dit hoofdstuk beschrijft de procedures voor de basishandelingen bij het kopiëren.
Conventies In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt. Conventie Beschrijving Voorbeeld Cursief lettertype Gebruikt om een belangrijk woord, een belangrijke zin of verwijzingen naar extra informatie te benadrukken. De voorklep sluiten. Vervanging tonercontainer op pagina 3-3 raadplegen. Courier-lettertype Gebruikt voor berichten of namen die op het bedieningspaneel worden weergegeven. Systeemmenu wordt weergegeven. Vet lettertype Gebruikt voor toetsen op het bedieningspaneel.
xviii GEBRUIKERSHANDLEIDING
1 Namen van onderdelen In dit hoofdstuk worden onderdelen van het kopieerapparaat en toetsen op het bedieningspaneel beschreven. • • • GEBRUIKERSHANDLEIDING Hoofdgedeelte .............................................................. 1-2 Bedieningspaneel......................................................... 1-4 Berichtenscherm ..........................................................
Namen van onderdelen Hoofdgedeelte 1 2 3 8 4 9 10 7 6 1 Afdekklep 2 Opvangbak 3 Bedieningspaneel 4 Cassette 5 Papierbreedtegeleiders 6 Papierstopper 7 Hendel van linkerklep 8 MP-lade (multifunctionele lade) 9 Verlengstuk MP-lade 5 10 Papierbreedtegeleiders 1-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Namen van onderdelen 19 11 20 12 15 16 14 17 18 13 20 11 Glasplaat 12 Aanduidingsplaat origineelformaat 13 Linkerklep 14 Tonerafvalbak 15 Ontgrendelingshendel tonercontainer 16 Tonercontainer 17 Reinigingsstokje 18 Voorklep 19 AAN/UIT-schakelaar 20 Hendels GEBRUIKERSHANDLEIDING 1-3
Namen van onderdelen Bedieningspaneel 36 37 30 33 34 31 28 27 24 26 25 23 11 18 17 14 9 7 6 4 3 2 1 35 32 29 20 22 19 21 16 13 12 8 15 10 5 1 Starttoets (lampje) 2 Toets Stop/Clear (stoppen/wissen) 3 Resettoets 4 Toets Energy Saver (energie besparen) 5 Cijfertoetsen 6 Interrupt-toets (onderbreken) 7 Toets Job Accounting 8 V 9 U 10 %/OK-toets 11 100%/Auto%-toets 12 Indicator voor de papiertoevoer 13 Paper Selection-toets (papierselectie) 14 Indicator voor het papierni
Namen van onderdelen 23 Attention-indicator (waarschuwingen) 24 Lampje Error (fout) 25 Indicator Add Toner (toner toevoegen) 26 Maintenance-indicator (onderhoud) 27 Selectietoets voor de beeldkwaliteit 28 Printertoets (indicator) Wanneer er een optionele printerkit is geïnstalleerd, op deze toets drukken om het berichtenscherm om te schakelen tussen kopieermodus en printermodus.
Namen van onderdelen Berichtenscherm Op het berichtenscherm van het bedieningspaneel wordt het volgende weergegeven: • Statusinformatie: de onderstaande berichten worden tijdens normale activiteiten weergegeven. • Foutcodes: wanneer iemand naar de printer moet kijken, raadpleegt u Als een van de volgende berichten wordt weergegeven op pagina 9-5. Statusinformatie Bericht Betekenis Zelftest Het kopieerapparaat voert na het inschakelen een zelftest uit. Even geduld.
Namen van onderdelen De functie Auto-wissen Wanneer de kopie is gemaakt en er een vaste tijdsperiode (10 tot 270 seconden) is verstreken, keert het kopieerapparaat automatisch terug naar de instellingen die golden toen het opwarmen was voltooid. (De modus voor de kopieerdichtheid en de beeldkwaliteit keren echter niet terug naar de oorspronkelijke instellingen.
Namen van onderdelen 1-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING
2 Voorbereidingen Dit hoofdstuk geeft uitleg over de voorbereidingen die u moet treffen voordat u het kopieerapparaat in gebruik neemt. • GEBRUIKERSHANDLEIDING Papier plaatsen ............................................................
Voorbereidingen Papier plaatsen Het papier kan via de cassette of de MP-lade in het kopieerapparaat worden ingevoerd. Voordat u papier plaatst Wanneer u een nieuw pak papier opent, waaiert u het papier eerst los om de vellen uit elkaar te halen. Als het papier gekruld of gevouwen is, maakt u dit recht voordat u het papier plaatst. Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
Voorbereidingen BELANGRIJK: Wanneer u papier gebruikt dat al eerder door een kopieerapparaat is gehaald, controleert u dit papier om ervoor te zorgen dat alle nietjes en paperclips zijn verwijderd. Wanneer u probeert papier te kopiëren waarop klemmen zijn bevestigd, kan dit een slechte beeldkwaliteit of storingen tot gevolg hebben. Eventuele kreukels en vouwen in het papier rechttrekken voordat u het papier in de cassette legt. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot verkeerd ingevoerd papier.
Voorbereidingen 1 De cassette helemaal naar u toe trekken. OPMERKING: Niet meerdere cassettes tegelijk naar buiten trekken. 2 De basisplaat van de cassette omlaag duwen en vastmaken. 3 Het instelmechanisme voor de papierbreedte vastpakken en de breedtegeleider op het papierformaat aanpassen. De papierformaten staan in de cassette vermeld. 4 Het instelmechanisme voor de papierlengte vastpakken en de lengtegeleider op het papierformaat aanpassen. De papierformaten staan in de cassette vermeld.
Voorbereidingen 5 Het papier vanaf de bovenkant recht leggen. BELANGRIJK: Oppassen dat u het papier niet buigt of kreukelt wanneer u het in de cassette legt. Kreukels in het papier kunnen papierstoringen tot gevolg hebben. (1) De indicator voor de maximale papiergrens (1) bevindt zich op de breedtegeleider. Ervoor zorgen dat het papier onder de maximale grens ligt. Het papier zodanig in de cassette leggen dat de zijde die in de verpakking omhoog gericht was, naar boven ligt.
Voorbereidingen 7 De cassette voorzichtig naar binnen duwen. OPMERKING: Wanneer het kopieerapparaat lange tijd niet gebruikt zal worden, verwijdert u het papier uit de cassette, legt u het in de papierverpakking en sluit u de verpakking, zodat het papier tegen vocht wordt beschermd. Formaatdetectie in de cassette De detectie van het formaat via het bedieningspaneel instellen op het papierformaat dat in de cassette is geplaatst.
Voorbereidingen Papier in de MP-lade instellen Naast standaard papier en gerecycled papier kunt u ook speciaal papier (45 tot en met 160 g/m2) instellen. U kunt maximaal 50 vellen standaard papier (80 g/m2) (25 vellen Ledger R, Legal R of A3, B4, Oficio 2, Folio) instellen.
Voorbereidingen OPMERKING: Wanneer u groter papier dan Letter/A4R instelt, trekt u het verlengstuk van de MP-lade zodanig naar buiten, dat het papier erop pas 2-8 2 De papierbreedtegeleider op de breedte van het in te stellen papier aanpassen. 3 De papierbreedtegeleider gebruiken om het papier aan te drukken, totdat de geleider stopt.
Voorbereidingen BELANGRIJK: Voordat u briefkaarten en andere soorten dik papier gebruikt, kromgetrokken papier altijd rechttrekken. Het kan zijn dat papier niet kan worden ingevoerd als gevolg van de kwaliteit van het papier. Het papier zodanig in de MP-lade leggen dat de zijde die in de verpakking omhoog gericht was, naar beneden ligt. Als de voorkant van het papier naar achteren is gebogen, trekt u het papier recht voordat u het in de cassette plaatst. Controleren of er geen kreukels, etc.
Voorbereidingen BELANGRIJK: De afbeelding ter referentie gebruiken wanneer u het papier in de MP-lade op ## R instelt. 2-10 4 Op [OK] drukken. 5 Op U of V drukken en het mediatype selecteren. De weergegeven mediatypen staan hieronder. Normaal Briefhoofd Transparant Kleur Voorgedrukt Geperforeerd Etiketten Envelop Bankpost Karton Gerecycleerd Dik papier Ruw Hoge kwaliteit Velijn Aangepast 1 (tot en met 8) 6 Op [OK] drukken.
Voorbereidingen Andere soorten invoeren 1 Andere soorten selecteren. (Het papierformaat en -type in de MP-lade invoeren op pagina 2-9 raadplegen.) 2 Op [OK] drukken. 3 Op U of V drukken en het papierformaat selecteren. De weergegeven papierformaten staan hieronder.
Voorbereidingen Speciale mediatypen selecteren Het mediatype selecteren wanneer u kopieert op speciaal papier, zoals dik papier (1) en velijn papier (2). Wanneer het mediatype is geselecteerd, past het kopieerapparaat de bevestigingstemperatuur op het papier aan. 1 Op [Media Type] drukken en het mediatype selecteren. Het lampje voor het mediatype gaat branden. 2 U kunt nu met kopiëren doorgaan. OPMERKING: Wanneer mediatype is geselecteerd, wordt er minder snel gekopieerd.
3 Basishandelingen In dit hoofdstuk worden de volgende basishandelingen uitgelegd: • • • • • GEBRUIKERSHANDLEIDING Basishandelingen voor kopiëren .................................. 3-2 Zoomkopiëren .............................................................. 3-5 Kopiëren onderbreken.................................................. 3-7 Laag vermogen-modus ................................................ 3-8 Automatische slaapstand .............................................
Basishandelingen Basishandelingen voor kopiëren 1 Opwarmperiode De aan-/uit-schakelaar aanzetten (|). Start gaat branden wanneer het opwarmen is voltooid. 2 Het origineel plaatsen Het te kopiëren origineel op de glasplaat leggen. Het origineel zodanig uitlijnen, dat de linkerachterkant tegen de aanduiding voor het origineelformaat ligt.
Basishandelingen OPMERKING: Het is mogelijk de functie voor automatische papierselectie uit te schakelen. (Cassetteselectie op pagina 5-14 raadplegen.) Het is ook mogelijk de cassette te selecteren, die automatisch prioriteit krijgt. (Geselecteerde cassette op pagina 5-15 raadplegen.) 5 Beeldkwaliteitselectie De beeldkwaliteit kan zodanig worden geselecteerd dat deze overeenkomt met het te kopiëren type origineel.
Basishandelingen 7 Het aantal kopieën instellen De cijfertoetsen indrukken om het gewenste aantal kopieën in te voeren en weer te geven. U kunt maximaal 999 kopieën per keer instellen. OPMERKING: Het kan ook zijn, dat het maximale aantal per keer te maken kopieën wordt beperkt. (Kopieerlimiet op pagina 5-20 raadplegen.) 8 Met kopiëren beginnen Op [Start] drukken. Wanneer het startlampje groen brandt, kunt u met kopiëren beginnen.
Basishandelingen Zoomkopiëren Modus automatische zoomverhouding Originele beelden worden in overeenstemming met het geselecteerde papierformaat verkleind of vergroot. Ledger: 129% (A3: 141%) Letter (A4) Statement: 64% (A5: 70%) BELANGRIJK: Wanneer deze modus als standaardmodus wordt gebruikt, schakelt u Automatisch formaat aanpassen op pagina 5-16 in. 1 Het origineel plaatsen. Het formaat van het origineel wordt automatisch gevonden.
Basishandelingen Zoommodus Met deze modus kan de zoomverhouding in stappen van 1% tussen 25% en 400% (25% en 200% met de documenttoevoer) worden ingesteld. 25% 400% BELANGRIJK: Wanneer de zoomverhouding in de modus Automatische papierselectie is gewijzigd, wordt de zoomverhouding voor het geselecteerde papierformaat ook overeenkomstig gewijzigd. 1 Het origineel plaatsen. 2 Op U, V of [%/OK] drukken. De kopieervergroting wordt in het venster met het aantal kopieën weergegeven en "%" gaat branden.
Basishandelingen Kopiëren onderbreken Kopiëren onderbreken is handig wanneer u tijdens het kopiëren een kopie van een ander origineel met andere instellingen wilt maken. Wanneer de onderbrekende kopie is gemaakt, gaat het kopiëren verder met dezelfde instellingen die voor de onderbreking golden. GEBRUIKERSHANDLEIDING 1 Op [Interrupt] drukken. Het lampje gaat knipperen. Het lampje gaat ononderbroken branden wanneer de onderbrekingshandeling mogelijk wordt.
Basishandelingen Laag vermogen-modus Wanneer u op [Energy Saver] drukt, schakelt het kopieerapparaat over op een ruststand, zelfs als de aan-/uitschakelaar is ingeschakeld. Het venster Aantal kopieën op het bedieningspaneel verandert in "- - -", het lampje Energy Saver gaat branden en alle andere indicatoren, lampjes en berichtenschermen gaan uit. Op een willekeurige toets van het bedieningspaneel drukken of de afdekklep openen en sluiten om met uw kopieeractiviteiten verder te gaan.
Basishandelingen Automatische slaapstand De automatische slaapstand is een functie waarbij het kopieerapparaat na een ingestelde tijdsperiode (1 tot en met 240 minuten) automatisch wordt uitgeschakeld. In het venster Aantal kopieën wordt "-" weergegeven en alle andere indicatoren, lampjes en berichtenschermen worden uitgeschakeld. Deze modus is bij verzending op 30 minuten ingesteld. OPMERKING: In de slaapstand wordt de toevoer van elektrische stroom naar alles behalve het bedieningsgedeelte stopgezet.
Basishandelingen 3-10 GEBRUIKERSHANDLEIDING
4 Kopieerfuncties In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • • • • • • GEBRUIKERSHANDLEIDING Dubbelzijdige kopieën van verschillende typen maken................................................................. 4-2 Splitsmodi ..................................................................... 4-6 Een margeruimte op de kopieën maken ...................... 4-8 Kopieën met schone randen maken........................... 4-10 2 of 4 originelen op één pagina kopiëren ...................
Kopieerfuncties Dubbelzijdige kopieën van verschillende typen maken Kopieën van beide zijden kunnen zowel van opengeslagen originelen als van 2-in-1 originelen worden gemaakt. OPMERKING: Hiervoor is de (optionele) duplexeenheid nodig. Dubbelzijdige kopieën van een 2-zijdig origineel maken Kopieën van de voor- en achterkant worden op dezelfde manier gemaakt als dubbelzijdige kopieën.
Kopieerfuncties Dubbelzijdige kopieën van een opgeslagen origineel (boek, etc.) maken Het dubbelzijdige origineel van boeken, tijdschriften, etc. kunnen op beide zijden van het papier worden gekopieerd door één keer op [Start] te drukken.
Kopieerfuncties OPMERKING: De kopie op de achterkant kan ook 180 graden worden geroteerd en gekopieerd. Origineel met inbinding links/rechts → Voltooid product met inbinding links/rechts: Wanneer u de instelling voor 2-zijdig kopiëren op de achterkant UIT zet, wordt de achterkant gekopieerd volgens het origineel.
Kopieerfuncties 4 Op [Start] drukken. Het kopieerapparaat begint het origineel te scannen. Bezig met scannen. Wanneer er een origineel in de optionele documenttoevoer is gelegd, wordt automatisch met kopiëren begonnen. Wanneer het origineel op de glasplaat is Plaats volgende gelegd en het scannen van het origineel is origineel. voltooid, wordt Plaats volgende origineel. weergegeven en gaat het venster 2-zijdige kopie knipperen. Wanneer dit gebeurt, voert u de volgende procedure uit.
Kopieerfuncties Splitsmodi Boekoriginelen splitsen Boeken, tijdschriften, etc. met twee naast elkaar liggende pagina's van een opengeslagen origineel op aparte pagina's kopiëren. Origineel 1 Kopie 2 1 2 OPMERKING: [Specificaties in inch] De origineelformaten die kunnen worden gebruikt, zijn Ledger en Letter. Het papierformaat dat kan worden gebruikt, is Letter. De origineelformaten A3, B4, A4R, B5R en A5R kunnen ook worden gebruikt wanneer Aangepast formaat is ingesteld.
Kopieerfuncties 2-zijdige originelen splitsen Het origineel wordt op aparte eenzijdige pagina's gekopieerd. Origineel 1 Kopie 2 1 2 1 2 3 Het origineel plaatsen. Op [Split] drukken, het type origineel selecteren en kiezen om het bijbehorende venster op te laten lichten. of Op [Start] drukken. Het kopieerapparaat begint met kopiëren. Wanneer Verzamelen is ingesteld, gaat u verder met stap 4. GEBRUIKERSHANDLEIDING 4 Het origineel vervangen door de volgende en op [Start] drukken.
Kopieerfuncties Een margeruimte op de kopieën maken Standaardmarge [Specificaties in inch] De positie van het beeld op het origineel wordt voor het kopiëren verschoven en er wordt een inbindmarge met een breedte van 0,13/0,25/0,38/0,50/0, 63/0,75 (inch) (stappen van 1/8-inch) gecreëerd. Origineel Kopie [Specificaties in mm] De positie van het beeld op het origineel wordt voor het kopiëren verschoven en er wordt een inbindmarge met een breedte van 1 tot en met 18 mm (stappen van 1 mm) gecreëerd.
Kopieerfuncties De marge instellen De onderstaande procedure gebruiken om de marge te wijzigen. 1 Ongeveer 3 seconden op [Margin] drukken. Het systeemmenu voor de marge wordt nu weergegeven. 2 Op U of V drukken en de breedte voor de inbindmarge selecteren. 43.Steekbreedte 1mm [Specificaties in inch] 0,13/0,25/0,38/0,50/0,63/0,75( inch): het bereik waartussen de marge kan worden ingesteld. [Specificaties in mm] Er kan een marge van 1 tot en met 18 (mm) worden ingesteld.
Kopieerfuncties Kopieën met schone randen maken Vlekjes uit de randen van de kopieën weghalen (modus Vel wissen) [Specificaties in inch] Deze modus gebruiken voor het verwijderen van de donkere schaduw die tijdens het kopiëren rondom losse vellen verschijnt. De te wissen randbreedte kiezen uit 0,13/0,25/0,38/0,50/0,63/0,75 (inch). ((A) in de afbeelding is de randbreedte.
Kopieerfuncties 1 Het origineel plaatsen. OPMERKING: U kunt de randbreedte ook in het systeemmenu instellen. (De randbreedte instellen op pagina 4-11 raadplegen.) De waarde die in het systeemmenu wordt ingesteld, wordt overgenomen van de waarde die voor het maken van de kopie werd geselecteerd. 2 3 Op [Border Erase] drukken en kiezen welk randtype u wilt wissen om de indicator of op te laten lichten. Op [Start] drukken. Het kopieerapparaat begint met kopiëren.
Kopieerfuncties 2 of 4 originelen op één pagina kopiëren Het formaat van originelen die bestaan uit 2 of 4 vellen, kan worden verkleind en de originelen kunnen samen op één vel worden gekopieerd. Daarnaast kunnen de randen van elk origineel door een doorgetrokken lijn of een stippellijn worden gescheiden. 2 1 1 2 OPMERKING: Bij deze functie kunnen alleen standaardformaten en standaardoriginelen worden gebruikt. 2 op 1 2 originelen kunnen op één vel worden gekopieerd.
Kopieerfuncties De instructies voor het instellen van het origineel en de voltooide kopie zijn als volgt: Als het origineel op de glasplaat wordt gelegd: Richting van het origineel Voltooide product 1 1 1 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-13
Kopieerfuncties Als het origineel in de documenttoevoer wordt geplaatst: Richting van het origineel Voltooide product 4-14 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Kopieerfuncties 4 op 1 4 originelen kunnen op één vel worden gekopieerd. Als deze functie samen met 2-zijdig kopiëren wordt gebruikt, kunnen er 8 originelen op beide zijden van één pagina worden gekopieerd. (De volgorde uit afbeelding 1 → 2 → 3 → 4 volgen om de originelen op de glasplaat te leggen.
Kopieerfuncties Als het origineel in de documenttoevoer wordt geplaatst: Richting van het origineel Voltooide product 11 1 1 1 Het origineel plaatsen. OPMERKING: De indeling 4 op 1 (zie Volgorde met indeling 4 op 1 op pagina 4-17) en het instellen van randen in de samenvoegmodus (zie De lijnen in de samenvoegmodus instellen op pagina 4-18) kunnen ook in het systeemmenu worden ingesteld.
Kopieerfuncties 4 Op [Start] drukken. Het kopieerapparaat begint het origineel te scannen. Bezig met scannen. Wanneer er een origineel in de optionele documenttoevoer is gelegd, wordt automatisch met kopiëren begonnen. Wanneer het origineel op de glasplaat is Plaats volgende gelegd en het scannen van het origineel is origineel. voltooid, wordt Plaats volgende origineel. weergegeven en gaat het venster voor samenvoegen knipperen. Wanneer dit gebeurt, voert u de volgende procedure uit.
Kopieerfuncties De lijnen in de samenvoegmodus instellen De onderstaande procedure gebruiken om de lijnen in de samenvoegmodus te wijzigen. 1 Ongeveer 3 seconden op [Combine] drukken. Het systeemmenu wordt nu weergegeven. 2 Op U drukken om 46.Rand combin. weer te geven. 3 Op [OK] drukken. 4 Op U of V drukken en de randlijn selecteren. Systeemmenu: 46.Rand combin. Uit Effen Gestippeld 5 4-18 Op [OK] drukken.
Kopieerfuncties Kopieersets automatisch verzamelen Wanneer u meerdere originelen kopieert, kunt u kopieersets verzamelen. OPMERKING: Met behulp van het systeemmenu kunt u instellen of de richting van elke set tijdens het verzamelen moet worden gewijzigd. (Instelling voor geroteerd verzamelen op pagina 5-21 raadplegen.) Niet verzamelen Origineel 3 2 1 Kopie 1 1 1 2 2 2 3 3 3 Verzamelen Origineel 3 2 1 Kopie 3 2 1 3 2 1 3 2 1 1 Het origineel plaatsen.
Kopieerfuncties 2 Op [Collate] drukken. 3 Het aantal gekopieerde sets via de cijfertoetsen invoeren. 4 Op [Start] drukken. Het kopieerapparaat begint het origineel te scannen. Wanneer er een origineel in de optionele documenttoevoer is gelegd, wordt automatisch met kopiëren begonnen. Bezig met scannen. Wanneer het origineel op de glasplaat is Plaats volgende gelegd en het scannen van het origineel is origineel. voltooid, wordt Plaats volgende origineel.
Kopieerfuncties Besparen op toner Als u EcoPrint instelt, wordt er minder toner verbruikt. Deze functie gebruiken om testkopieën te maken of kopieën waarvoor geen hoge beeldkwaliteit nodig is. EcoPrint op pagina 5-10 raadplegen voor instructies over het in- of uitschakelen van EcoPrint via het systeemmenu. Het beeld wordt enigszins lichter. GEBRUIKERSHANDLEIDING EcoPrint Niet ingesteld EcoPrint Ingesteld 1 Het origineel plaatsen. 2 Op [EcoPrint] drukken. 3 Op [Start] drukken.
Kopieerfuncties Programmeerfunctie Veelgebruikte kopieerinstellingen kunnen worden geregistreerd en opgeroepen door op [Program] te drukken. Zelfs typen kopieën kunnen worden opgeslagen. Een programma registreren 1 De te registreren kopieermodus instellen. 2 Ongeveer 3 seconden op [Program] drukken. 3 Het programmanummer (0 tot en met 9) via de cijfertoetsen invoeren en 3 seconden op [Program] drukken. Het venster voor de cijferinvoer knippert 2 keer en het programma wordt geregistreerd.
5 Systeeminstelling In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u verschillende instellingen van het kopieerapparaat met behulp van de menu's op het bedieningspaneel kunt configureren. • • • • • GEBRUIKERSHANDLEIDING Systeemmenu .............................................................. 5-2 Items in het systeemmenu ........................................... 5-2 Procedures voor de handelingen in het systeemmenu ...............................................................
Systeeminstelling Systeemmenu Als het opwarmen op het kopieerapparaat is voltooid of als op [Reset] is gedrukt, wordt het systeemmenu weergegeven. De instellingen die automatisch voor het kopieerapparaat in het systeemmenu zijn geconfigureerd, worden de standaardinstellingen genoemd. Deze instellingen kunnen naar eigen inzicht in overeenstemming met het gebruik van het kopieerapparaat worden gewijzigd. Items in het systeemmenu Hier volgen de items in het systeemmenu.
Systeeminstelling Items in het systeemmenu Beschikbare instellingen Beschrijving Pagina 09.Fotodichth. Pas de centrale belichtingswaarde voor de handmatige belichting van het kopieerapparaat aan (foto). 1(lichtst) tot en met 7(donkerst) (*4) 5-12 10.Tekstdichth. Pas de centrale belichtingswaarde voor de handmatige belichting van het kopieerapparaat aan (tekst). 1(lichtst) tot en met 7(donkerst) (*4) 5-12 11.Strepen verm.
Systeeminstelling Items in het systeemmenu 19.Form. cass. 1 20.Form. cass. 2 21.Form. cass. 3 22.Form. cass. 4 23.Conf. MP-lade 5-4 Beschrijving Beschikbare instellingen Pagina Zoekt automatisch naar het papierformaat in de toevoercassettes (1 tot en met 4). Wanneer het papierformaat in inch moet worden gezocht, stelt u de functie in op Auto-detect. in. Wanneer het papierformaat in centimeters moet worden gezocht (kolommen A⋅B) stelt u de functie in op Auto-detect.
Systeeminstelling Items in het systeemmenu 24.Aang. form. 1 25.Aang. form. 2 26.Medtyp cas. 1 27.Medtyp cas. 2 Beschrijving Beschikbare instellingen Pagina Stelt het formaat voor Aangepast formaat (1 tot en met 2) in. Met deze functie kunt u een formaat instellen dat niet op het bedieningspaneel verschijnt.
Systeeminstelling Items in het systeemmenu Beschikbare instellingen Beschrijving Pagina Stelt het papiergewicht en 2-zijdig kopiëren voor het aangepaste papier in. Dubbelzijdig kopiëren wordt alleen weergegeven wanneer de optionele duplexeenheid is geïnstalleerd. Papiergewichten Extra zwaar Zwaar 3 Zwaar 2 Zwaar 1 Normaal 3 Normaal 2* Normaal 1 Licht (Velijnpapier) 2-zijdig kopiëren Aan: ingeschakeld* Uit: uitgeschakeld 5-18 38.Det. Hag.
Systeeminstelling Items in het systeemmenu Beschikbare instellingen Beschrijving Pagina 49.Stille modus Verkort de tijd dat de interne motor blijft draaien, nadat de kopie is geproduceerd. Deze instelling gebruiken in gevallen dat het geluid van de motor vervelend wordt. 0, 5, 10, 15, 30 (seconden) (*10) 5-22 50.Auto-wissen Stelt het kopieerapparaat zodanig in, dat automatisch wissen wordt uitgevoerd wanneer een ingestelde tijdsperiode na het produceren van de kopie is verlopen.
Systeeminstelling Procedures voor de handelingen in het systeemmenu De onderstaande procedure volgen om in het systeemmenu te kunnen werken. 1 3 seconden op de toetsen aan beide zijden van [Exposure Adjustment] drukken. Systeemmenu wordt weergegeven. 2 Op U of V drukken en de items in het systeemmenu selecteren. Systeemmenu: 00.Ingesteld OPMERKING: Elk item in het systeemmenu kan worden geselecteerd door de cijfertoetsen in te drukken.
Systeeminstelling 4 Op U of V drukken en Ja selecteren. 5 Op [OK] drukken. Het rapport wordt afgedrukt.
Systeeminstelling Beeldkwaliteit van het origineel Stelt de beeldkwaliteit van het origineel in, die wordt geselecteerd wanneer het kopieerapparaat is ingeschakeld. 1 Het systeemmenu weergeven. (Procedures voor de handelingen in het systeemmenu op pagina 5-8 raadplegen.) 2 Op U of V drukken om 03.Beeldkwalit. weer te geven. 3 Op [OK] drukken. 4 Op U of V drukken en vervolgens Tkst+ftdicht., Fotodichth. of Tekstdichth. kiezen. 5 Op [OK] drukken.
Systeeminstelling 3 Op [OK] drukken. 4 Wanneer EcoPrint als beginwaarde moet worden gebruikt, drukt u op V en selecteert u Aan (inschakelen). 5 Op [OK] drukken. Het scherm keert terug naar het scherm dat in stap 2 werd weergegeven. Belichtingsstappen Wijzigt het aantal stappen voor de belichting van de kopie. 1 Het systeemmenu weergeven. (Procedures voor de handelingen in het systeemmenu op pagina 5-8 raadplegen.) 2 Op U of V drukken om 06.Dichth.stappn weer te geven. 3 Op [OK] drukken.
Systeeminstelling Belichting aanpassen in de modus voor tekst en foto Past de middelste belichtingswaarde van de kopie voor het origineel met tekst en foto aan. 1 Het systeemmenu weergeven. (Procedures voor de handelingen in het systeemmenu op pagina 5-8 raadplegen.) 2 Op U of V drukken om 08.Tkst+ftdicht. weer te geven. 3 Op [OK] drukken. 4 Op U of V drukken en een belichting van 1 tot en met 7 selecteren. 5 Op [OK] drukken. Het scherm keert terug naar het scherm dat in stap 2 werd weergegeven.
Systeeminstelling 4 Op U of V drukken en een belichting van 1 tot en met 7 selecteren. 5 Op [OK] drukken. Het scherm keert terug naar het scherm dat in stap 2 werd weergegeven. Procedure voor het verminderen van zwarte strepen Als er bij het gebruik van de optionele documenttoevoer zwarte strepen verschijnen, is het mogelijk ze minder op te laten vallen. Door de procedure voor het verminderen van zwarte strepen, wordt de reproductiekwaliteit van kleine tekens minder.
Systeeminstelling Achtergrond aanpassen De achtergrond kan lichter worden gemaakt, als na het kopiëren blijkt dat deze te donker is. 1 Het systeemmenu weergeven. (Procedures voor de handelingen in het systeemmenu op pagina 5-8 raadplegen.) 2 Op U of V drukken om 13.Acht.gr. opt. weer te geven. 3 Op [OK] drukken. 4 Op U of V drukken en een kleurbelichting voor de achtergrond tussen 1 en 5 kiezen. 5 Op [OK] drukken. Het scherm keert terug naar het scherm dat in stap 2 werd weergegeven.
Systeeminstelling Wanneer Normaal in het volgende voorbeeld is geselecteerd, zoekt het kopieerapparaat de cassette of MP-lade waarin papier met hetzelfde type (normaal) en formaat (van het originele document) is geplaatst en begint met kopiëren. OPMERKING: Als u het mediatype aan de cassette wilt toewijzen in overeenstemming met het geplaatste mediatype, raadpleegt u Mediatype selecteren (cassette 1 tot en met 4) op pagina 5-18 voor meer informatie. 1 Het systeemmenu weergeven.
Systeeminstelling Automatisch omschakelen tussen cassettes Wanneer de optionele papiertoevoer is geïnstalleerd, selecteert u of u de functie voor het automatisch omschakelen tussen cassettes wel of niet wilt gebruiken. 1 Het systeemmenu weergeven. (Procedures voor de handelingen in het systeemmenu op pagina 5-8 raadplegen.) 2 Op U of V drukken om 17.Autosel. cas. weer te geven. 3 Op [OK] drukken. 4 Op U of V drukken en Papier herk.
Systeeminstelling 1 Het systeemmenu weergeven. (Procedures voor de handelingen in het systeemmenu op pagina 5-8 raadplegen.) 2 Op U of V drukken om 24.Aang. form. 1 weer te geven. 3 Op [OK] drukken. 4 Op U of V drukken en het formaat selecteren. De weergegeven papierformaten staan in de onderstaande tabel. Wanneer u onregelmatige formaten kiest, voert u de volgende procedure uit. Als u andere formaten kiest, gaat u verder met stap 9. Systeemmenu: 24.Aang. form.
Systeeminstelling 9 Op [OK] drukken. Het scherm keert terug naar het scherm dat in stap 2 werd weergegeven. Mediatype selecteren (cassette 1 tot en met 4) Specificeert het mediatype voor cassettes 1 tot en met 4. Deze cassettes ondersteunen de volgende mediatypen: Normaal, voorgedrukt, bankpost, gerecycleerd, ruw, briefhoofd, kleur, geperforeerd, hoge kwaliteit en Aangepast 1-8 De instelling van cassette 1 wordt hier als voorbeeld weergegeven. 27.Medtyp cas. 2, 28.Medtyp cas. 3 en 29.Medtyp cas.
Systeeminstelling OPMERKING: De instelling voor dubbelzijdig kopiëren wordt alleen weergegeven wanneer de optionele duplexeenheid is geïnstalleerd.
Systeeminstelling 1 Het systeemmenu weergeven. (Procedures voor de handelingen in het systeemmenu op pagina 5-8 raadplegen.) 2 Op U of V drukken om 38.Det. Hag./A6R weer te geven. 3 Op [OK] drukken. 4 Op U of V drukken om het papierformaat te selecteren. Systeemmenu: 38.Det. Hag./A6R Wanneer het formaat van het originele document Hagaki of A6R is, kiest u Hagaki om op Hagaki-formaat te kopiëren of A6 R om op A6R-formaat te kopiëren.
Systeeminstelling Instelling voor geroteerd verzamelen Instellen of u bij het verzamelen van kopieën de richting van elke kopieerset wilt wijzigen. 1 Het systeemmenu weergeven. (Procedures voor de handelingen in het systeemmenu op pagina 5-8 raadplegen.) 2 Op U of V drukken om 47.Rot./versch. weer te geven. 3 Op [OK] drukken. 4 Op U of V drukken en Aan selecteren om de richting van elke kopieerset tijdens het verzamelen te wijzigen, of Uit om alle sets in dezelfde richting te verzamelen.
Systeeminstelling Overgangstijd naar stille modus Verkort de tijd dat de interne motor blijft draaien, nadat de kopie is geproduceerd. Deze instelling gebruiken in gevallen dat het geluid van de motor vervelend wordt. 1 Het systeemmenu weergeven. (Procedures voor de handelingen in het systeemmenu op pagina 5-8 raadplegen.) 2 Op U of V drukken om 49.Stille modus weer te geven. 3 Op [OK] drukken. 4 Op U of V drukken en de tijdsduur opgeven voordat de stille modus wordt ingeschakeld.
Systeeminstelling 2 Op U of V drukken om 51.Auto-slaap weer te geven. 3 Op [OK] drukken. 4 Op U of V drukken en Aan selecteren wanneer de overgang naar de automatische slaapstand moet worden gemaakt. Uit selecteren wanneer u dit niet wilt. 5 Op [OK] drukken. Het scherm keert terug naar het scherm dat in stap 2 werd weergegeven. Systeemmenu: 51.Auto-slaap OPMERKING: Als de automatische slaapstand uw kopieeractiviteiten belemmert, schakelt u de functie uit.
Systeeminstelling Overgangstijd naar de Laag vermogen-modus Het tijdsinterval instellen vanaf het moment dat de activiteiten eindigen tot het moment dat de Laag vermogen-modus automatisch wordt ingeschakeld. 1 Het systeemmenu weergeven. (Procedures voor de handelingen in het systeemmenu op pagina 5-8 raadplegen.) 2 Op U of V drukken om 53.Tijd lg verm. weer te geven. 3 Op [OK] drukken. 4 Op U of V drukken en een tijdsinterval tussen de 1 en 240 minuten kiezen. Systeemmenu: 53.Tijd lg verm.
Systeeminstelling Alarm U kunt instellen dat er een alarm afgaat, wanneer een toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt, als er een fout optreedt, etc. 1 Het systeemmenu weergeven. (Procedures voor de handelingen in het systeemmenu op pagina 5-8 raadplegen.) 2 Op U of V drukken om 55.Alarm weer te geven. 3 Op [OK] drukken. 4 Op U of V drukken en Aan selecteren wanneer het alarm moet afgaan. Uit selecteren wanneer u dit niet wilt. 5 Op [OK] drukken.
Systeeminstelling 5 Op [OK] drukken. Het rapport wordt afgedrukt en het scherm keert terug naar het scherm dat in stap 2 werd weergegeven. Voorbeeld: tonerdekkingsrapport TONER COVERAGE REPORT ### Machine No. : XXXXXXXXX 1.14 PAGE SIZE A3 B4 A4 B5 A5 B6 POST OTHER USAGE PAGES COVERAGE(%) 10 0 9 0 0 0 0 0 12.25 0.00 2.89 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 9.34 (AVE.) Het totaal van de teller controleren Het totaal van de teller kan op het bedieningspaneel worden bekeken.
6 Taakaccounting Dit hoofdstuk legt uit hoe u taakaccounting beheert wanneer het kopieerapparaat door verschillende afdelingen wordt gedeeld. • • • • • • • • GEBRUIKERSHANDLEIDING Overzicht van taakaccounting ...................................... 6-2 Procedures voor taakaccounting.................................. 6-2 Registratie van de afdelingsidentificatiecode ............... 6-3 Afdelingsidentificatiecodes verwijderen........................ 6-4 De telling van de taakaccounting wissen ...............
Taakaccounting Overzicht van taakaccounting Met taakaccounting kunt u het aantal kopieën voor elke afdeling beheren door voor elke afdeling een aparte afdelingsidentificatiecode in te stellen.
Taakaccounting OPMERKING: Voor elke modus de volgende instellingsprocedure volgen en de instellingen maken. De modi kunnen worden geselecteerd door op de cijfertoetsen te drukken. 3 Na het voltooien van elke instelling op U of V drukken om 00.Ingesteld weer te geven. 4 Op [OK] drukken. Taakaccounting: 00.Ingesteld Registratie van de afdelingsidentificatiecode U kunt een afdelingsidentificatiecode van maximaal 8 tekens invoeren. 1 Taakaccounting weergeven.
Taakaccounting Afdelingsidentificatiecodes verwijderen Een geregistreerde afdelingsidentificatiecode verwijderen. 1 Taakaccounting weergeven. (Procedures voor taakaccounting op pagina 6-2 raadplegen.) 2 Op U of V drukken om 03.Code verwijd. weer te geven. 3 Op [OK] drukken. 4 De te verwijderen afdelingsidentificatiecode met behulp van de cijfertoetsen invoeren. Taakaccounting: 03.Code verwijd.
Taakaccounting De lijst voor taakaccounting afdrukken Het totale aantal kopieën op afdeling kan worden afgedrukt. 1 Taakaccounting weergeven. (Procedures voor taakaccounting op pagina 6-2 raadplegen.) 2 Op U of V drukken om 05.Lijst afdruk. weer te geven. Taakaccounting: 05.Lijst afdruk. OPMERKING: Controleren of papier met formaat Letter/A4 in de cassette is geplaatst. 3 Op [OK] drukken. De lijst wordt afgedrukt en het scherm keert terug naar het scherm dat in stap 2 werd weergegeven.
Taakaccounting Taakaccounting instellen Taakaccounting in- of uitschakelen. 1 Taakaccounting weergeven. (Procedures voor taakaccounting op pagina 6-2 raadplegen.) 2 Op U of V drukken om 01.Taakaccount. weer te geven. 3 Op [OK] drukken. 4 Op U of V drukken en Aan selecteren wanneer Taakaccounting moet worden gebruikt. Uit selecteren wanneer deze functie niet wordt gebruikt. 5 Op [OK] drukken. Het scherm keert terug naar het scherm dat in stap 2 werd weergegeven. Taakaccounting: 01.Taakaccount.
7 Optionele apparatuur Dit hoofdstuk introduceert de optionele apparatuur die voor het kopieerapparaat beschikbaar is.
Optionele apparatuur Documenttoevoer De documenttoevoer voert enkelzijdige originelen automatisch per stuk in om te worden gescand. De documenttoevoer draait dubbelzijdige originelen tevens automatisch om voor dubbelzijdig en gesplitst kopiëren. Originelen die met de documenttoevoer kunnen worden gebruikt • • • • Alleen losse originelen. Enkelzijdige originelen met een papiergewicht tussen 45 g/m2 en 160 g/m2. Dubbelzijdige originelen met een papiergewicht tussen 50 g/m2 en 120 g/m2.
Optionele apparatuur Onderdeelnamen 1 Linkerklep 2 Originelenbreedtegeleiders 3 Origineleninvoer 4 Originelenuitvoer 1 2 3 2 4 5 Hier worden originelen bewaard, die al zijn gekopieerd. 5 Uitvoerverlengstuk 6 Uitvoerlade 7 Handgreep voor het openen/sluiten van de documenttoevoer 6 7 Het origineel wordt hier tijdelijk in uitgevoerd, wanneer dubbelzijdig wordt gekopieerd.
Optionele apparatuur 2 De originelen met de te kopiëren zijde naar boven (bij dubbelzijdige kopieën met de voorkant naar boven) en op volgorde in de origineleninvoer leggen. BELANGRIJK: De originelen onder het niveau leggen dat op de achterste originelenbreedtegeleider wordt weergegeven. Als u meer dan het acceptabele aantal originelen plaatst, kan dit tot gevolg hebben dat de originelen vastlopen.
Optionele apparatuur 1 De documenttoevoer openen door de greep voor het openen en sluiten van de documenttoevoer vast te pakken. OPMERKING: Controleren of er geen originelen in de origineleninvoer of -uitvoer zijn achtergebleven, voordat u de documenttoevoer opent. Originelen die er zijn blijven liggen, kunnen er bij het openen van de documenttoevoer uitvallen. 2 De te kopiëren zijde met het beeld omlaag neerleggen.
Optionele apparatuur BELANGRIJK: Bij deze modus kunnen er maximaal 30 vellen in de documenttoevoer worden gelegd. [Specificaties in inch] Alleen de formaten Letter R en Ledger of Legal en Letter. 11" x 17" 11" 297 x 42017" mm (A3) (A3) 81/2" x 14" 216 x "356 14" mm 8 1/2 (Folio) (Folio) B4 B4 [Specificaties in mm] 11" x 81/2" 297 x8210 11" 1/2" mm (A4) (A4) 81/2" x 11" 216 x 279 mm 8 1/2 " 11" (A4R) (A4R) B5 B5 Alleen de formaten A4 en A3, B5 en B4 of A4R en Folio.
Optionele apparatuur Sleutelteller De sleutelteller wordt gebruikt om te bevestigen hoeveel het kopieerapparaat wordt gebruikt. De teller is handig om het gebruik van het kopieerapparaat op afdeling, maar ook voor het bedrijf in zijn geheel, te beheren. De sleutelteller instellen De sleutelteller goed in de sleuf voor de sleutelteller plaatsen. OPMERKING: Wanneer de sleutelteller wordt gebruikt, kunnen er pas kopieën worden gemaakt, wanneer de teller in het kopieerapparaat is geïnstalleerd.
Optionele apparatuur Afdrukserver De afdrukserver biedt een optimaal afdruknetwerk, zodat alle gebruikers op het netwerk ervan kunnen profiteren. De USB-interface van de afdrukserver biedt gemakkelijke externe verbindingen. Ons hulpprogramma vereenvoudigt het configureren van uw Ethernetnetwerk, zodat gebruikers kunnen afdrukken. Extra geheugen Het geheugen kan worden uitgebreid. Wanneer u het geheugen uitbreidt, kunnen er meer originelen worden gelezen.
8 Onderhoud Dit hoofdstuk beschrijft het reinigen van de printer en het vervangen van de toner. • • GEBRUIKERSHANDLEIDING Het kopieerapparaat reinigen ....................................... 8-2 De tonercontainer en tonerafvalbak vervangen ...........
Onderhoud Het kopieerapparaat reinigen VOORZICHTIG: Ter beveiligingsmaatregel de stekker tijdens het reinigen uit het stopcontact halen. De afdekklep reinigen De afdekklep openen en een met alcohol of verdund neutraal schoonmaakmiddel bevochtigde doek gebruiken om de onderkant van de afdekklep te reinigen. BELANGRIJK: Geen oplosmiddel, organische reinigingsmiddelen, etc gebruiken.
Onderhoud BELANGRIJK: Geen water, oplosmiddel, organische reinigingsmiddelen, alcohol, etc. gebruiken. * De tonercontainer en tonerafvalbak vervangen op pagina 8-5 raadplegen voor instructies over het reinigen van de binnenkant van het kopieerapparaat. De scheidingsnaald reinigen 1 De voorklep openen. 2 De reinigingsborstel verwijderen. 3 De hendels van de linkerklep vastpakken en de klep optillen.
Onderhoud De transferrollen reinigen 8-4 1 De voorklep openen. 2 De reinigingsborstel verwijderen. 3 De hendels van de linkerklep vastpakken en de klep optillen. 4 Het tandwiel van de linkertransportrol draaien (zie afbeelding) en de borstel van links naar rechts bewegen, terwijl u aan het tandwiel draait, om eventueel stof of vuil van de rollers te verwijderen. 5 De linkerklep sluiten.
Onderhoud De tonercontainer en tonerafvalbak vervangen Wanneer het lampje Add toner (toner toevoegen) op het bedieningspaneel gaat branden en het kopieerapparaat ophoudt met kopiëren, vervangt u de toner. De tonerafvalbak tegelijkertijd met de tonercontainer vervangen. • • De toner alleen vervangen, wanneer het lampje Add toner brandt of knippert. Elke keer dat u de tonercontainer vervangt, ook de procedures van stap 7 op pagina 8-7 tot en met stap 11 op pagina 8-8 uitvoeren.
Onderhoud 3 De dop die aan het midden van de oude tonerafvalbak vastzit gebruiken om de opening te bedekken. 4 De ontgrendelingshendel (1) van de tonercontainer naar links draaien en de tonercontainer verwijderen. (1) VOORZICHTIG: De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden verbrand. Als u dit toch doet, kunnen er vonken ontstaan die tot brandwonden kunnen leiden. De tonercontainer of tonerafvalbak niet met kracht proberen open te maken of te breken.
Onderhoud 7 Het reinigingsstaafje pakken en zachtjes zo ver mogelijk naar buiten trekken en weer naar binnen duwen. Deze handeling enkele keren herhalen. OPMERKING: Niet te veel kracht uitoefenen bij het naar buiten trekken van het staafje en het staafje niet helemaal naar buiten trekken. 8 De elektrische lader tegelijkertijd naar rechts duwen en 5 cm naar buiten trekken. 9 De bijbehorende roosterreiniger uit de verpakking halen en de dop eraf halen.
Onderhoud 11 Terwijl u de roosterreiniger met uw linkerhand vastpakt, trekt u de elektrische lader zo ver mogelijk naar buiten. Duw de lader terug totdat gedeelte (2) het witte vulkussen van de roosterreiniger niet meer aanraakt. Deze handeling enkele keren herhalen. (2) OPMERKING: De elektrische lader niet helemaal in het hoofdgedeelte terugduwen. Er kunnen dan kopieerproblemen optreden.
Onderhoud 15 De tonercontainer horizontaal vasthouden en ten minste vijf keer heen en weer schudden. 16 De nieuwe tonercontainer op zijn plek zetten en de ontgrendelingshendel van de tonercontainer (1) naar rechts draaien. 17 De nieuwe tonerafvalbak installeren. 18 De voorklep sluiten. (1) Gebruikte tonercontainers en tonerafvalbakken retourneren aan de dealer waar u ze heeft gekocht, of aan een verkoopvertegenwoordiger.
Onderhoud 8-10 GEBRUIKERSHANDLEIDING
9 Problemen oplossen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u problemen met het kopieerapparaat kunt oplossen. • • • GEBRUIKERSHANDLEIDING Indien er andere problemen optreden .......................... 9-2 Als een van de volgende berichten wordt weergegeven................................................................ 9-5 Bij papierstoringen........................................................
Problemen oplossen Indien er andere problemen optreden De volgende tabel raadplegen wanneer er een probleem optreedt. Als het probleem hierna nog niet is opgelost, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger. Symptoom Te controleren items Correctieve procedure Pagina Er wordt niets op het bedieningspaneel weergegeven, hoewel de aan/uit-schakelaar wel is aangezet. Controleren of de stekker van het kopieerapparaat in het stopcontact is gestoken.
Problemen oplossen Symptoom Te controleren items Correctieve procedure Er worden donkere kopieën gemaakt. Controleren of het kopieerapparaat in de modus voor automatische belichting staat. Wanneer de belichting helemaal moet worden aangepast, voert u Belichting automatisch aanpassen uit. 5-11 Controleren of het kopieerapparaat in de modus voor handmatige belichting staat. Exposure Adjustment gebruiken om de juiste belichting in te stellen.
Problemen oplossen Symptoom Te controleren items Er treden vaak papierstoringen op. Controleren of het papier goed in de cassette is gelegd. Het papier correct plaatsen. 2-2 Afhankelijk van het papiertype en de opslagconditie van het papier, kan het voorkomen dat kopieën opkrullen. Dit kan papierstoringen tot gevolg hebben. Het papier verwijderen, omdraaien en dan vervangen. – Controleren of het papier gekruld, gevouwen of gekreukeld is. Het papier vervangen.
Problemen oplossen Als een van de volgende berichten wordt weergegeven De bijbehorende correctieve procedure uitvoeren wanneer een van de foutberichten uit de onderstaande tabel wordt weergegeven. Bericht Correctieve procedure Pagina Voeg papier toe in cassette #. Er bevindt zich geen papier in de cassette. Papier in de cassette leggen, die in de plaats van # wordt weergegeven. 2-2 Voeg toner toe. Er kunnen geen kopieën worden gemaakt, omdat er geen toner is. De tonercontainer vervangen.
Problemen oplossen Bericht Sluit linkerklep #. Pagina De linkerklep van de cassette staat open. De linkerklep sluiten die in de plaats van # wordt weergegeven. De sleutelteller controleren en ervoor zorgen dat de teller goed is geplaatst. 7-7 Er was geen papier met Letter-/A4-formaat beschikbaar in de cassette of papierinvoer (MP-lade) op het moment dat werd geprobeerd het rapport af te drukken. Op de [Paper Selection] drukken en de papierinvoercassette selecteren. Vervolgens op [Start] drukken.
Problemen oplossen Bericht Correctieve procedure Pagina Het kopieerapparaat probeert kopieën te maken van de originelen, waarvan eerder geen kopieën konden worden gemaakt. Alle originelen terug in de origineleninvoer terugplaatsen en ze opnieuw proberen te kopiëren. – De tonerafvalbak is vol. Een nieuwe tonerafvalbak installeren. 8-5 Er zijn 250 kopieën in de bovenste opvangbak opgeslagen. Het papier verwijderen, op [Start] drukken en doorgaan met kopiëren.
Problemen oplossen Bericht Correctieve procedure Pagina "= = =" verschijnt op het scherm voor de kopieerhoeveelheid. Taakaccounting wordt nu ingesteld. De cijfertoetsen gebruiken om de toegewezen afdelingscode in te vullen, zodat u kopieeractiviteiten kunt uitvoeren. Als u klaar bent met kopiëren, op [Job Accounting] drukken om "= = =" weer te geven. 6-6 "-" verschijnt op het scherm voor de kopieerhoeveelheid. Het kopieerapparaat staat in de slaapstand.
Problemen oplossen * Papier dat al eerder is vastgelopen, niet opnieuw gebruiken. * Wanneer een vel tijdens het verwijderen scheurt, moet u ervoor zorgen dat er geen stukjes in het apparaat achterblijven. Als u de restjes afgescheurd papier niet helemaal verwijdert, kan dit papierstoringen tot gevolg hebben. * Het kopieerapparaat begint met opwarmen, als de procedure voor de papierstoring is voltooid.
Problemen oplossen Papierstoring in de MP-lade (J10) Wanneer er een papierstoring in de MP-lade is opgetreden, gebruikt u de onderstaande procedure om de papierstoring te verhelpen. 1 Al het papier uit de MP-lade verwijderen. 2 Controleren of de indicator voor de papierstoring is uitgegaan en de MP-lade dan terugplaatsen. BELANGRIJK: Papierstoring in de MP-lade (behalve J10) Wanneer "J20" wordt weergegeven, raadpleegt u Papierstoring in het interne gedeelte van de linkerklep en verwijdert u het papier.
Problemen oplossen 1 De hendels van de linkerklep vastpakken en de klep optillen. VOORZICHTIG: Het bevestigingsgedeelte in de hoofdeenheid van het kopieerapparaat is uitzonderlijk heet. Voorzichtig met dit gedeelte omgaan om brandwonden te voorkomen. 2 Vastgelopen papier voorzichtig verwijderen, zodat het papier niet scheurt. OPMERKING: Als het papier scheurt, moet u ervoor zorgen dat u alle restjes uit de cassette haalt.
Problemen oplossen 1 Als er zich originelen in de origineleninvoer bevinden, verwijdert u ze. 2 De linkerklep openen. 3 Als er een origineel is vastgelopen, verwijdert u het vel voorzichtig, zodat het papier niet scheurt. OPMERKING: Als het origineel scheurt, moet u ervoor zorgen dat u alle restjes uit de cassette haalt. Als u de restjes afgescheurd papier niet helemaal verwijdert, kan dit papierstoringen tot gevolg hebben. 4 De papiertoevoer (1) optillen.
Problemen oplossen 6 De knop draaien (zie afbeelding) en het origineel verwijderen. 7 De linkerklep sluiten, zodat de knop in de oorspronkelijke positie wordt teruggezet. Het vastgelopen origineel aan de stapel originelen in de origineleninvoer toevoegen en doorgaan met kopiëren. Papierstoring in de optionele cassette (J12 tot en met 16, J22 tot en met 24) Wanneer er een papierstoring in de optionele cassette is opgetreden, gebruikt u de onderstaande procedure om de papierstoring te verhelpen.
Problemen oplossen 3 De linkerklep van de cassette sluiten. 4 De cassette naar buiten trekken. 5 Als er in de cassette een vel papier is vastgelopen, verwijdert u het vel voorzichtig, zodat het papier niet scheurt. OPMERKING: Als het papier scheurt, moet u ervoor zorgen dat u alle restjes uit de cassette haalt. 6 9-14 De cassette voorzichtig in de oorspronkelijke positie terugduwen.
Appendix In deze appendix staan de specificaties van het kopieerapparaat. Specificaties OPMERKING: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Appendix Item Papierinvoersysteem Toegestane papiersoorten - Papiergewicht Beschrijving Automatische invoer vanuit cassettes (papieropslag: 300 vellen [80 g/m2]) en MP-lade (papieropslag: 50 vellen [80 g/m2]) Cassette: 64 tot en met 105 g/m2 Duplexeenheid: 64 tot en met 90 g/m2 MP-lade: 45 tot en met 160 g/m2 - Mediatypen Cassette: standaardpapier, gerecycleerd papier en gekleurd papier Duplexeenheid: standaardpapier, gerecycleerd papier en gekleurd papier MP-lade: standaardpapier, gerecycleerd papier,
Appendix Documenttoevoer (optioneel) Item Beschrijving Origineleninvoersysteem Automatisch invoersysteem Toegestane origineelsoorten Vellen papier Origineelformaten Maximum: Ledger/A3 Minimum: Statement/A5R Dikte van de originelen (papiergewicht) Enkelzijdige originelen: 45 tot en met 160 g/m2 Dubbelzijdige originelen: 50 tot en met 120 g/m2 Aantal originelen dat kan worden geplaatst Minder dan 50 vel (50 tot 80 g/m2) Voeding Elektrisch met de hoofdeenheid van het kopieerapparaat verbonden Ex
Appendix Duplexeenheid (optioneel) Item Beschrijving Systeem Ingebouwd Papierformaten Ledger, Legal, Letter, LetterR, Statement, Folio, Oficio 2, A3, B4, A4, A4R, B5, B5R en A5R Toegestane media - Papiergewicht 64 tot en met 90 g/m2 - Mediatypen Standaardpapier, gerecycleerd papier en gekleurd papier Voeding Elektrisch met de hoofdeenheid van het kopieerapparaat verbonden Afmetingen Breedte 368 mm × diepte 53 mm × hoogte 180 mm Gewicht Ongeveer 0,65 kg Extra geheugen (optioneel) Item Besch
Appendix Tabel met combinatiefuncties en -instellingen Dit kopieerapparaat heeft verschillende functies, die in combinatie de kopieerefficiëntie kunnen verhogen. De tabel op de volgende bladzijde raadplegen voor functiecombinaties. De lege ruimtes kunnen naar wens worden gecombineerd. -= Kan niet worden gecombineerd. DT: Documenttoevoer Secundaire prioriteit 01= Wist de eerdere instellingen en geeft prioriteit aan de latere instelling.
Appendix Functies kunnen worden gecombineerd (onder bepaalde voorwaarden) 41= Onregelmatige origineelformaten kunnen niet worden gekopieerd. 42= Originelen met een verticale richting en onregelmatige origineelformaten kunnen niet worden gekopieerd. 43= Andere formaten dan Letter, Ledger, A3R, A4R, A5R, B4R, B5R en 8 K kunnen niet worden gekopieerd.
Appendix Noodzakelijke optie Na instelling 1 2 1 2 3 1 2 1 Beeldkwaliteit 1 Tekst en foto 4 5 1 2 6 7 8 1 2 1 2 3 9 : A 1 2 3 1 2 B C D E 1 2 1 2 1 2 01 - 2 Foto - 3 Tekst 2 Belichting 3 01 21 01 - 1 Auto 02 2 Selecteren 01 01 3 EcoPrint 4 Origineelformaat* 1 Auto 2 Selecteren 5 Gemengd origineelformaat 6U Aanwezige instelling V 7 Papierselectie 03 DT 22 22 22 1 Auto 03 2 Selecteren 03 01 1 Auto 22 22 23 43 43 42 43 43 41 42 41 41 24 24 25 25 26 26 30
Appendix Appendix-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Index Numeriek C 2 of 4 originelen op één pagina kopiëren 4-12 2 op 1 4-12 4 op 1 4-15 Cassetteselectie 5-14 A Aangepaste formaten 1-7 Aangepaste formaten invoeren 5-16 Achtergrond aanpassen 5-14 Afdelingsidentificatiecodes verwijderen 6-4 Afdrukserver 7-8 Alarm 5-25 Als een van de volgende berichten wordt weergegeven 9-5 Automatisch formaat aanpassen 5-16 Automatisch omschakelen tussen cassettes 5-16 Automatisch roteren 5-21 Automatische papierselectie 5-14 Automatische slaapstand 3-9, 5-22 B Basishan
G L Gebruik van plastic zakken x Geselecteerde cassette 5-15 Laag vermogen-modus 3-8 H Het 5-26 Het aantal kopieën instellen 3-4 Het kopieerapparaat aarden x Het kopieerapparaat reinigen 8-2 Het origineel op de glasplaat leggen (documenttoevoer) 7-4 Het origineel plaatsen 3-2 Het papierformaat en -type in de MP-lade invoeren 2-9 Het sleufglas reinigen 8-2 Het verwerken van foto's 5-13 M Mediatype selecteren 5-18 Met kopiëren beginnen 3-4 Modus automatische zoomverhouding 3-5 Modus Boek wissen 4-10 Modu
P T Papier in de cassette plaatsen 2-3 Papier in de MP-lade instellen 2-7 Papier plaatsen 2-2 Papiergewicht en dubbelzijdig kopiëren 5-18 Papierinvoer 7-6 Papierselectie 3-2 Papierstoring in de cassette 9-9 Papierstoring in de documenttoevoer (optioneel) 9-11 Papierstoring in de MP-lade 9-10 Papierstoring in de optionele cassette 9-13 Papierstoring in het gedeelte voor de papiertoevoer 9-9 Papierstoring in het interne gedeelte van de linkerklep 9-10 Printerkit 7-7 Problemen oplossen 9-1 Procedure voor het
Index-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Voor de beste resultaten en prestaties van het apparaat wordt aanbevolen om alleen onze originele verbruiksartikelen voor uw producten te gebruiken.
©2005 is a trademark of Kyocera Corporation
Revisie 1.0 2005.