Operation Manual

Taakaccounting
6-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Taakaccounting instellen
Taakaccounting in- of uitschakelen.
1
Taakaccounting weergeven. (Procedures voor taakaccounting op
pagina 6-2 raadplegen.)
2
Op U of V drukken om
01.Taakaccount. weer te geven.
3
Op [OK] drukken.
4
Op U of V drukken en Aan selecteren wanneer Taakaccounting moet
worden gebruikt. Uit selecteren wanneer deze functie niet wordt gebruikt.
5
Op [OK] drukken. Het scherm keert terug naar het scherm dat in stap 2
werd weergegeven.
Kopieën in taakaccounting maken
Wanneer taakaccounting wordt uitgevoerd, staat er "= = =" in het scherm
voor het aantal kopieën. De kopieeractiviteiten kunnen worden uitgevoerd
door de toegewezen afdelingsidentificatiecodes met behulp van de
cijfertoetsen in te vullen.
BELANGRIJK: Als u klaar bent met kopiëren, niet vergeten op
[Job Accounting] te drukken.
1
De identificatiecode bevestigen en dan op [OK] drukken. Op het scherm
voor het aantal kopieën wordt "1" weergegeven.
OPMERKING: Wanneer u tijdens het invoeren een fout maakt, drukt u
op [Stop/Clear] en voert u de gegevens opnieuw in.
Wanneer de ingevoerde afdelingsidentificatiecode niet overeenkomt met
een van de geregistreerde afdelingsidentificatiecodes, wordt Ongeldige
account. weergegeven, en keert het kopieerapparaat terug naar het
scherm "= = =". De juiste afdelingsidentificatiecode invoeren.
2
De gewone kopieeractiviteiten uitvoeren.
3
Als u klaar bent met kopiëren, op [Job Accounting] drukken.
Op het scherm voor het aantal kopieën wordt "= = =" weergegeven.
Taakaccounting:
01.Taakaccount.