Operation Manual

Problemen oplossen
9-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Er treden vaak
papierstoringen op.
Controleren of het papier goed in
de cassette is gelegd.
Het papier correct plaatsen. 2-2
Afhankelijk van het papiertype en de
opslagconditie van het papier, kan het
voorkomen dat kopieën opkrullen.
Dit kan papierstoringen tot gevolg
hebben. Het papier verwijderen,
omdraaien en dan vervangen.
Controleren of het papier gekruld,
gevouwen of gekreukeld is.
Het papier vervangen.
Controleren of er zich stukjes
papier of vastgelopen vellen in
het kopieerapparaat bevinden.
Een relevante methode gebruiken om
het papierstukje of het vastgelopen
vel papier te verwijderen.
9-8
Controleren of het papierformaat
dat in de MP-lade ligt en het voor
de MP-lade ingestelde
papierformaat overeenkomen.
Ervoor zorgen dat de instelling van
het papierformaat in de MP-lade
hetzelfde is als het papierformaat dat
in de MP-lade is geplaatst.
Er verschijnen
zwarte strepen op
de kopie wanneer
de optionele
documenttoevoer
wordt gebruikt.
Controleren of het sleufglas
vuil is.
Als dat het geval is, het sleufglas
reinigen.
Daarnaast kunt u de Procedure voor
het verminderen van zwarte strepen
instellen, zodat de strepen bijna
onzichtbaar worden.
8-2
5-13
De kopieën zijn
gekreukeld.
Controleren of scheidingsnaald
vuil is.
Als dat het geval is, de scheiding-
snaald reinigen.
8-3
Er verschijnt een
witte of zwarte
streep in de lengte
op de kopieën.
Controleren of de elektrische
lader vuil is.
De voorklep openen en een
reinigingsstaafje gebruiken om de
elektrische lader te reinigen.
8-7
Er verschijnen witte
vlekken op de
kopieën.
Controleren of de transferrollen
vuil zijn.
De transferrollen met een borstel
schoonmaken.
8-4
Symptoom Te controleren items Correctieve procedure Pagina