Operation Manual
Systeeminstelling
5-16 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Automatisch omschakelen tussen cassettes
Wanneer de optionele papiertoevoer is geïnstalleerd, selecteert u of u de
functie voor het automatisch omschakelen tussen cassettes wel of niet wilt
gebruiken.
1
Het systeemmenu weergeven. (Procedures voor de handelingen in het
systeemmenu op pagina 5-8 raadplegen.)
2
Op U of V drukken om
17.Autosel. cas. weer te geven.
3
Op [OK] drukken.
4
Op U of V drukken en Papier herk. kiezen als de functie voor het
automatisch omschakelen tussen cassettes moet worden gebruikt.
Pap. niet herk. selecteren, wanneer deze functie niet wordt gebruikt.
5
Op [OK] drukken. Het scherm keert terug naar het scherm dat in stap 2
werd weergegeven.
Automatisch formaat aanpassen
Hiermee wordt ingesteld of automatisch formaat aanpassen
(zoom-/verkleiningspercentage) wel of niet wordt gebruikt wanneer er
een papiercassette is geselecteerd.
1
Het systeemmenu weergeven. (Procedures voor de handelingen in het
systeemmenu op pagina 5-8 raadplegen.)
2
Op U of V drukken om
18.Vrg. autozoom weer te geven.
3
Op [OK] drukken.
4
Op U of V drukken en Aan selecteren, wanneer de functie voor
automatisch formaat aanpassen wordt gebruikt. Op Uit drukken wanneer
met een verhouding van 1:1 moet worden gekopieerd.
5
Op [OK] drukken. Het scherm keert terug naar het scherm dat in stap 2
werd weergegeven.
Aangepaste formaten invoeren
Formaten die niet op het bedieningspaneel zijn weergegeven, worden als
aangepaste formaten geregistreerd.
De instelling voor Aangepast formaat 1 wordt hier als voorbeeld gegeven.
Voor het instellen van Aangepast formaat 2, selecteert u in het
systeemmenu 25.Aang. form. 2 en voert u dezelfde instellingen uit.
Systeemmenu:
17.Autosel. cas.
Systeemmenu:
18.Vrg. autozoom