Operation Manual
Overige voorzieningen van dit faxapparaat
5-60
Coderingstoetsen (versleutelingscodes) wijzigen of verwijderen
Opmerking
Druk op de Reset-toets als u de procedure halverwege wilt annuleren. Het bedieningspaneel keert
dan weer terug naar de instellingen van de startmodus.
1
Voer stap 1 t/m 3 uit van Coderingstoetsen (versleutelingscodes) registreren op pagina 5-57.
2
Voer het momenteel geregistreerde
beheerderswachtwoord (4 cijfers) in met gebruik van
de aantaltoetsen.
Als het foute wachtwoord wordt ingevoerd, verschijnt
er een foutbericht. Druk in dit geval op de Enter-toets
en voer het juiste wachtwoord in.
3
Druk op de toets S of de toets T en selecteer de
coderingstoets (versleutelingscode) die u wilt wijzigen
of verwijderen.
4
Volg een van de volgende procedures.
> Informatie wijzigen
(1) Druk op de Enter-toets.
(2) Gebruik de enkeltoets en stel de gewenste, uit 16
cijfers bestaande coderingstoets
(versleutelingscode) op die u wilt registreren.
Druk op de toets Stop/Clear om de momenteel
ingevoerde coderingstoets (versleutelingscode) te
wissen.
(3) Druk op de Enter-toets.
> Coderingstoets (versleutelingscode) verwijderen
(1) Druk op de toets Stop/Clear.
(2) Druk op de Enter-toets.
5
Herhaal stap 3 en 4 als u nog meer coderingstoetsen (versleutelingscodes) wilt wijzigen of
verwijderen.
Als alle coderingstoetsen (versleutelingscodes) zijn gewijzigd of verwijderd, drukt u op de toets S of
op de toets T om Einde te selecteren en drukt u vervolgens op de Enter-toets. Het
bedieningspaneel keert dan weer terug naar de instellingen van de startmodus.
Voer PIN in met #-toets.
Program. coderingscode
Einde
#02
#01
Cod.sleut.
Voer Coderingscode in
16 cijfers vereist
:786ABC8476EF