Operation Manual
1-4
Sectie 1 Faxbediening (basisgebruik)
1
2
3
4
(Inch)
(Inch)
1
(Inch)
(Metrisch)
5
6
Voorbereidingen
Wanneer u voor het eerst na aankoop van uw faxsysteem de
faxfuncties van deze machine gebruikt, voert u de procedures uit
zoals beschreven in “(1) Het type telefoonlijn instellen” tot “(4) Datum
en tijd instellen”.
* Als uw onderhoudsvertegenwoordiger deze instellingen heeft
uitgevoerd tijdens de installatie van uw faxsysteem, hoeft u deze
procedures niet meer uit te voeren.
(1) Het type telefoonlijn instellen
(Uitsluitend voor inch-versie)
Stel hier het type telefoonlijn in overeenkomstig de telefoondienst die
u gebruikt. Zorg ervoor dat het type telefoonlijn dat u hier kiest JUIST
is; bij verkeerde instelling is faxcommunicatie onmogelijk.
* Controleer voor de bediening eerst het berichtenvenster om na te
gaan of het aanraakpaneel in de startmodus voor faxbediening
staat. (Zie “(2) Startmodus” op pagina 1-7.)
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt onderbreken,
drukt u op de Reset-toets. Het aanraakpaneel keert terug naar het
basiskopieerscherm.
Druk op de Standaardtoets. Het standaardinstelscherm
verschijnt.
Raak de toets “FAX default” aan.
Controleer of “Line Type” gemarkeerd is en raak de toets
“Change #” aan.
Raak de toets “Tone Line (DTMF)” of de toets “Pulse Line
(10PPS)” aan, afhankelijk van uw keuze.
Raak de toets “Close” aan. Het berichtenvenster keert terug
naar het scherm dat werd weergegeven in stap 3.
Als u klaar bent met de instellingen, raakt u de toets “Close”
nog tweemaal aan.
(2) TTI-verzenden Aan/Uit zetten
De TTI (Transmit Terminal Identifier) geeft informatie over de afzender
(zoals de tijd van verzending, het aantal pagina’s, de naam van uw
station en uw faxnummer) die automatisch wordt verstuurd naar de
fax van de ontvangende partij en wordt afgedrukt op de ontvangen
documenten. Met dit faxapparaat kunt u hier kiezen of u deze TTI-
informatie al dan niet verzendt naar de fax van de ontvangende partij
en – zo ja – of ze binnen of buiten de marge van de verzonden
pagina wordt afgedrukt.
* Controleer voor de bediening eerst het berichtenvenster om na te
gaan of het aanraakpaneel in de startmodus voor faxbediening
staat. (Zie “(2) Startmodus” op pagina 1-7.)
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt onderbreken,
drukt u op de Reset-toets. Het aanraakpaneel keert terug naar het
basiskopieerscherm.
Druk op de Standaardtoets. Het standaardinstelscherm
verschijnt.