Operation Manual

3-1
Sectie 3 Problemen oplossen
Sectie 3 Problemen oplossen
Wanneer de faxgegevensindicator
brandt...
Bij een faxcommunicatie waarbij het geheugen wordt gebruikt,
worden documenten in het geheugen ingevoerd en om dit aan te
duiden gaat de faxgegevensindicator branden. De
faxgegevensindicator licht eveneens op wanneer documenten
rechtstreeks in het geheugen worden ontvangen
(Geheugenontvangst) tijdens het kopiëren in de kopieermodus.
* De faxgegevensindicator knippert terwijl documenten in het
geheugen worden ingevoerd.
(1) WAARSCHUWINGEN voordat u het
netsnoer uittrekt
• Aangezien elektriciteit nodig is om documenten in het geheugen te
bewaren, dient u te CONTROLEREN of de faxgegevensindicator al
dan niet brandt ALVORENS het netsnoer van dit apparaat bewust
uit te trekken. Als de faxgegevensindicator BRANDT en er dus
documenten in het geheugen AANWEZIG zijn, drukt u alle
belangrijke documenten vanuit het geheugen af en controleert u of
de faxgegevensindicator uit is ALVORENS het netsnoer uit te
trekken.
* De reservefunctie van het beeldgeheugen van dit apparaat
beschermt de geheugeninhoud gedurende maximaal 60 minuten
(hiervoor moet 8 MB optioneel geheugen geïnstalleerd zijn), zelfs
als om een of andere reden de stroomvoorziening naar de fax
losgekoppeld of onderbroken wordt.
(2) Als een stroomstoringsrapport wordt
afgedrukt...
Als documenten, geplande communicatiesessies of andere informatie
in het geheugen verloren gaan doordat de stroomvoorziening naar de
fax losgekoppeld of onderbroken is, wordt een stroomstoringsrapport
afgedrukt zodra de stroomvoorziening is hersteld. Bekijk dit rapport
om na te gaan welke informatie verloren is gegaan.
* Als er geen gegevens verloren zijn gegaan, wordt er geen
stroomstoringsrapport afgedrukt.
Als er zich een fout voordoet...
In geval van een probleem verschijnt een verklaring van de fout in het
berichtenvenster. Raadpleeg “Wanneer een van deze berichten
verschijnt” op bladzijde 3-2 en volg de juiste procedure om het
probleem op te lossen.
Als een communicatiefout optreedt, wordt samen met de informatie in
het berichtenvenster een verzend- of ontvangstrapport, al naar gelang
het geval, afgedrukt en hoort u een alarmsignaal. Controleer de
foutcode die wordt vermeld in het rapport en raadpleeg vervolgens de
“Tabellen met foutcodes” op bladzijde 7-6 om de oorzaak van de fout
te achterhalen. U kunt de foutcode eveneens aflezen op het
regelmatig afgedrukte activiteitenrapport. (Zie “(1) Activiteitenrapport”
op bladzijde 4-3.)
* Of er al dan niet een verzend- of ontvangstrapport wordt afgedrukt
(en een alarmsignaal weerklinkt) hangt af van de instelling die u
kiest in “Afdrukken van rapport in-/uitschakelen” op bladzijde 5-1.