Instructieboek 603.81.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 1 Geachte cliënt, Wij feliciteren u met uw aankoop en bedanken u dat u voor een LANCIA hebt gekozen. Wij hebben dit boek samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten. Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden. Dit instructieboek bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw LANCIA volledig te benutten.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 2 ABSOLUUT LEZEN! BRANDSTOF TANKEN Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON. Dieselmotoren: tank uitsluitend dieselbrandstof voor motorvoertuigen die voldoet aan de Europese specificatie EN590. Het gebruik van andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en het vervallen van de garantie tot gevolg hebben.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 3 INHOUD Wegwijs in uw auto 1 Veiligheid 2 Starten en rijden 3 Noodgevallen 4 Onderhoud en zorg 5 Technische gegevens 6 Alfabetisch register 7
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 4 bewust onbedrukt gehouden pagina
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 5 WEGWIJS IN UW AUTO 5 Dashboard ................................................................ 6 Brandstoftoevoeronderbreking .................................. 75 Instrumentenpaneel .................................................. 7 Interieuruitrusting .................................................... 76 Display ..................................................................... 21 Open dak ...................................................
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 6 6 WEGWIJS IN UW AUTO DASHBOARD De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de lampjes kunnen per uitvoering verschillen. L0E0001m fig. 1 1. Luchtrooster voor lucht naar de zijruiten – 2. Verstelbaar en regelbaar luchtrooster – 3. Bedieningshendel buitenverlichting 4. Instrumentenpaneel – 5. Bedieningshendel ruitenwissers/achterruitwisser/tripcomputer – 6. Verstelbare en regelbare luchtroosters 7.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 7 WEGWIJS IN UW AUTO 7 INSTRUMENTENPANEEL fig. 2 Uitvoeringen met multifunctioneel display A Snelheidsmeter B Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve C Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur D Toerenteller E Multifunctioneel display m c Lampjes alleen aanwezig op dieseluitvoeringen BELANGRIJK De achtergrondkleur en de vormgeving van de instrumenten kunnen per uitvoering verschillen.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 8 WEGWIJS IN UW AUTO 8 fig. 3 Uitvoeringen met instelbaar multifunctioneel display A Snelheidsmeter B Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve C Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur D Toerenteller E Instelbaar multifunctioneel display m c Lampjes alleen aanwezig op dieseluitvoeringen BELANGRIJK De achtergrondkleur en de vormgeving van de instrumenten kunnen per uitvoering verschillen.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 9 WEGWIJS IN UW AUTO SNELHEIDSMETER fig. 2-3 LAMPJES OP HET INSTRUMENTENPANEEL De snelheidsmeter A geeft de snelheid van de auto aan. Algemene opmerkingen TOERENTELLER fig. 2-3 De toerenteller D geeft het toerental van de motor aan. BRANDSTOFMETER fig. 2-3 De brandstofmeter B geeft de hoeveelheid brandstof aan die in de tank aanwezig is.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 10 WEGWIJS IN UW AUTO 10 x Storing EBD (rood) Als bij een draaiende motor tegelijkertijd de waarschuwingslampjes x en > gaan branden, dan is er een storing in het EBD-systeem of is het systeem niet beschikbaar; in dat geval kunnen bij hard remmen de achterwielen vroegtijdig blokkeren waardoor de auto kan slippen. Rijd direct zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats van het Lancia Servicenetwerk om het systeem te laten controleren.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 11 WEGWIJS IN UW AUTO “ Frontairbag/zij-airbag aan passagierszijde uitgeschakeld (geel) Het lampje “ gaat branden als de frontairbag en zij-airbag aan passagierszijde worden uitgeschakeld. Als u bij ingeschakelde airbags aan passagierszijde de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje “ ongeveer 4 seconden branden en vervolgens 4 seconden knipperen. Hierna moet het lampje doven. Een defect lampje “ wordt aangegeven door het branden van het lampje ¬.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 12 12 WEGWIJS IN UW AUTO 2. Oliekwaliteit onvoldoende (alleen Multijet-uitvoeringen met DPF) Het lampje gaat knipperen en er verschijnt (voor bepaalde uitvoeringen/markten) een bijbehorende melding op het display. Afhankelijk van de uitvoering knippert het lampje op de volgende manier: – elk twee uur 1 minuut; – telkens 3 minuten, waarbij het lampje telkens 5 seconden dooft, totdat de olie wordt ververst.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 13 WEGWIJS IN UW AUTO U IN-/UITSCHAKELING START&STOP-SYSTEEM (voor bepaalde uitvoeringen/markten) STORING Start&Stop-SYSTEEM Inschakeling Start&Stop-systeem Een storing in het Start&Stop-systeem wordt aangegeven door een melding + een symbool U op het display. In dat geval is het lampje op de knop T gedoofd.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 14 14 WEGWIJS IN UW AUTO ❍ Als de auto onder zware bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt (bijvoorbeeld het trekken van een aanhanger bergopwaarts of met volbeladen auto): verlaag de snelheid en zet, als het lampje blijft branden, de auto stil. Wacht 2 tot 3 minuten met draaiende motor en geef iets gas voor een snellere circulatie van de koelvloeistof. Zet vervolgens de motor uit. Controleer het vloeistofniveau zoals hiervoor beschreven.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 15 WEGWIJS IN UW AUTO Storing parkeersensoren (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Het lampje (of het symbool op het display) gaat branden bij een storing in de parkeersensoren. Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 16 WEGWIJS IN UW AUTO 16 De rijsnelheid moet altijd worden aangepast aan de verkeerssituatie en de weersomstandigheden en u dient zich altijd aan de geldende verkeerswetgeving te houden. U kunt de motor ook uitzetten met een brandend DPF-lampje; het herhaaldelijk onderbreken van het regeneratieproces kan echter een vroegtijdige verslechtering van de motoroliekwaliteit veroorzaken.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 17 WEGWIJS IN UW AUTO á Storing ESP 2-systeem (geel) Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Als het lampje niet dooft of tijdens het rijden blijft branden en het lampje in de ASR-knop gaat branden, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk. Op enkele uitvoeringen verschijnt de bijbehorende melding op het display.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 18 WEGWIJS IN UW AUTO 18 c Water in dieselfilter (Multijet-uitvoeringen) (geel) Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Het lampje gaat branden als er water in het dieselfilter zit. Op het display verschijnt de bijbehorende melding. Water in het brandstofsysteem kan het inspuitsysteem ernstig beschadigen en de motor kan onregelmatig gaan draaien.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 19 WEGWIJS IN UW AUTO n Te lage bandenspanning (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje (of het symbool) doven. Het lampje (geel) of het symbool op het display (rood) gaat branden als de spanning van een of meer banden onder een bepaalde drempelwaarde komt.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 20 WEGWIJS IN UW AUTO 20 Sterke straling op een radiofrequentie kunnen het TPMS-systeem ontregelen. Dit wordt aan de bestuurder aangegeven door middel van een melding (voor bepaalde uitvoeringen/markten). Deze melding verdwijnt automatisch zodra de storing het systeem niet meer ontregelt.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 21 WEGWIJS IN UW AUTO Grootlicht (blauw) 1 Ü DISPLAY Het lampje gaat branden als het grootlicht wordt ingeschakeld. Cruise-control (snelheidsregelaar) (groen) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Het lampje op het instrumentenpaneel brandt als de draaiknop van de cruise-control in stand ON staat. Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 22 WEGWIJS IN UW AUTO 22 Uitvoeringen met Start&Stop fig. 4a (voor bepaalde uitvoeringen/markten) E Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller) Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven: G Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is ingeschakeld) F Buitentemperatuur A Datum B Gear Shift Indicator (schakeladvies) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) C Weergave Start&Stop-functie D Tijd fig.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 23 WEGWIJS IN UW AUTO BEGINSCHERM INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY fig. 5 Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven: A. Tijd E. Weergave status van de auto (bijv. geopende portieren of kans op gladheid enz.)/Weergave Start&Stop-functie (voor bepaalde uitvoeringen/markten)/Gear Shift Indicator (schakeladvies) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) B. Datum F. Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is ingeschakeld) C.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 24 WEGWIJS IN UW AUTO 24 GEAR SHIFT INDICATOR BEDIENINGSKNOPPEN fig. 7 Het “GSI”-systeem (Gear Shift Indicator) geeft een schakeladvies aan de bestuurder d.m.v. een melding op het instrumentenpaneel (zie fig. 6a). De GSI adviseert de bestuurder naar een andere versnelling te schakelen om brandstof te besparen.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 25 WEGWIJS IN UW AUTO BELANGRIJK Bij de knoppen Õ en Ô hangt de werking van het volgende af: – binnen het menu kunt u het menu naar boven of beneden doorlopen; – tijdens het instellen kunt u de waarde verhogen of verlagen. BELANGRIJK Bij het openen van een voorportier wordt het display verlicht en wordt enkele seconden de tijd en de kilometer-/ mijltotaalteller weergegeven.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 26 26 WEGWIJS IN UW AUTO Een menuoptie selecteren in het hoofdmenu zonder submenu: – als u de knop SET kort indrukt, kunt u in het hoofdmenu de instelling selecteren die u wilt wijzigen; – met de knop Õ of Ô (door de knop telkens in te drukken) kan de nieuwe instelling worden geselecteerd; – als u de knop SET kort indrukt, kunt u de instelling opslaan en tegelijkertijd terugkeren naar de eerder geselecteerde menuoptie in het hoofdmenu.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 27 WEGWIJS IN UW AUTO BELANGRIJK De waarde kan worden ingesteld tussen 30 en 200 km/h of tussen 20 en 125 mph, afhankelijk van de ingestelde meeteenheid (zie de paragraaf “Meeteenheid instellen (Meeteenheid)” hierna). Elke keer als u de knop Õ/Ô indrukt, wordt de waarde 5 eenheden verhoogd of verlaagd. Als u de knop Õ/Ô ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 28 28 WEGWIJS IN UW AUTO Cornering lights (“Cornering lights” in-/uitschakelen – Mistlampen voor met Cornering lights-functie) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Met deze functie kunnen de “Cornering lights” worden in- of uitgeschakeld.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 29 WEGWIJS IN UW AUTO BELANGRIJK Elke keer als u de knop Õ of Ô indrukt, wordt de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de knop ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt u de exacte waarde in door de knop telkens in te drukken en los te laten. 29 Datum instellen (Datum instellen) Met deze functie kan de datum worden ingesteld (dag – maand – jaar).
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 30 30 WEGWIJS IN UW AUTO Eerste pagina (weergave informatie op het beginscherm) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Met deze functie kan het type informatie geselecteerd worden dat in het beginscherm op het display weergegeven moet worden. U kunt kiezen voor weergave van de datum of voor weergave van de turbodruk.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 31 WEGWIJS IN UW AUTO Autoclose (Centrale portiervergrendeling bij rijdende auto) Als deze functie is ingeschakeld (On), worden de portieren automatisch vergrendeld als de auto sneller rijdt dan 20 km/h.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:52 Pagina 32 32 WEGWIJS IN UW AUTO Taal (Taal instellen) Volume toetsen (Volume toetsen instellen) U kunt de taal van het display instellen: Italiaans, Duits, Engels, Spaans, Frans, Portugees en Nederlands.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 33 WEGWIJS IN UW AUTO 33 Service (Geprogrammeerd onderhoud) Airbag/Bag passagier Met deze functie kan worden weergegeven hoeveel kilometers nog resteren voordat een servicebeurt moet worden uitgevoerd. Met deze functie kan de passagiersairbag worden in-/uitgeschakeld.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 34 34 WEGWIJS IN UW AUTO Dagverlichting (DRL – Daytime Running Lights) STORINGSMELDINGEN OP HET DISPLAY Met deze functie kunt u de dagverlichting in- of uitschakelen.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 35 WEGWIJS IN UW AUTO W ❄ Storing buitenverlichting (geel) Het symbool op het display gaat branden bij een storing in de remlichten. Op het display verschijnt de bijbehorende melding. Kans op gladheid Als de buitentemperatuur gelijk is aan of lager wordt dan 3 °C, dan knippert de temperatuuraanduiding en verschijnt het symbool ❄ op het display om aan te geven dat er kans op gladheid bestaat. Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 36 36 WEGWIJS IN UW AUTO TRIPCOMPUTER ALGEMENE INFORMATIE Opmerking De functie “Trip B” kan worden uitgeschakeld (zie de paragraaf “Trip B inschakelen”). De gegevens “Autonomie” en “Huidig verbruik” kunnen niet op nul worden gezet. Met de “Tripcomputer” kan, als de contactsleutel in stand MAR staat, op het display informatie worden weergegeven over de werking van de auto.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 37 WEGWIJS IN UW AUTO 37 Gemiddeld verbruik Bedieningsknop TRIP fig. 8 Geeft globaal het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het begin van een nieuwe rit. Met de knop TRIP, op de rechter hendel, krijgt u, als de contactsleutel in stand MAR staat, toegang tot de hiervoor beschreven gegevens en kunnen de gegevens op nul worden gezet om een nieuwe rit te beginnen: Huidig verbruik Geeft doorlopend de wijziging in het brandstofverbruik aan.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 38 38 WEGWIJS IN UW AUTO Nieuwe rit Begint als een reset is uitgevoerd: – “handmatig” door de gebruiker door het indrukken van de betreffende knop; – “automatisch” wanneer de “afgelegde afstand” de waarde 9.999,9 km bereikt of wanneer de “reistijd” de waarde 99,59 (99 uur en 59 minuten) bereikt; – iedere keer als de accu losgekoppeld is geweest.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 39 WEGWIJS IN UW AUTO LANCIA CODE-SYSTEEM Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto uitgerust met een elektronische startblokkering. Het systeem schakelt automatisch in als de contactsleutel wordt uitgenomen. In iedere sleutel zit een elektronische component gemonteerd die bij het starten van de motor een signaal ontvangt via een speciale antenne die in het start-/contactslot is ingebouwd.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 40 WEGWIJS IN UW AUTO 40 MECHANISCHE SLEUTEL (voor bepaalde uitvoeringen/markten) DE SLEUTELS CODE CARD (voor bepaalde uitvoeringen/markten) De sleutel is uitgerust met een metalen baard A-fig. 10 en dient voor: Samen met de sleutels hebt u een CODE-card fig. 9 ontvangen, die bij aanvraag van duplicaatsleutels aan het Lancia Servicenetwerk moet worden overlegd. ❍ het start-/contactslot; ❍ de portiersloten.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 41 WEGWIJS IN UW AUTO SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING fig. 11 De sleutel is uitgerust met een metalen baard A en dient voor: ❍ het start-/contactslot; ❍ de portiersloten. Als u op de knop B drukt, wordt de metalen baard in-/uitgeklapt. Knop Ë dient voor het op afstand ontgrendelen van de portieren. In dat geval wordt tijdelijk de plafondverlichting ingeschakeld en gaan de richtingaanwijzers twee keer knipperen (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 42 42 WEGWIJS IN UW AUTO Als onbedoeld het vergrendelknopje Á vanuit het interieur wordt ingedrukt en u de auto verlaat, worden uitsluitend de gebruikte portieren ontgrendeld; de achterklep blijft vergrendeld. Voor het herstellen van de centrale portiervergrendeling moet u de ver-/ontgrendelknopjes Á / Ë opnieuw indrukken. Druk de knop B-fig.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 43 WEGWIJS IN UW AUTO Frontje van afstandsbediening vervangen fig. 13 Volg voor het vervangen van het frontje van de afstandsbediening de in de figuur 13 afgebeelde procedure. 43 DIEFSTALALARM (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Het diefstalalarm vormt een aanvulling op de hiervoor beschreven functies van de afstandsbediening en wordt bediend door een ontvanger die zich nabij de zekeringenkast onder het dashboard bevindt.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 44 44 WEGWIJS IN UW AUTO BELANGRIJK De startblokkering wordt uitgevoerd door de Lancia CODE en wordt automatisch ingeschakeld als de contactsleutel uit het start-/contactslot wordt genomen. ALARM INSCHAKELEN Richt bij gesloten portieren, achterklep en motorkap en contactslot in stand STOP of met uitgenomen sleutel, de sleutel met afstandsbediening in de richting van de auto. Druk op de knop Á en laat de knop weer los.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 45 WEGWIJS IN UW AUTO VOLUMETRISCHE BEWAKING/ KANTELBEVEILIGING Voor een correcte werking van de beveiliging moeten de ruiten en het eventuele open dak (voor bepaalde uitvoeringen/markten) geheel gesloten zijn. Indien nodig kunt u de volumetrische beveiliging buiten werking stellen (als er bijvoorbeeld dieren in de auto achterblijven) door op de knop A-fig. 14 op het plafondlampje voor te drukken, voordat het alarm wordt ingeschakeld.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 46 WEGWIJS IN UW AUTO 46 STUURSLOT START-/CONTACTSLOT De sleutel kan in drie standen worden gedraaid fig. 15: ❍ STOP: motor uit, sleutel uitneembaar en stuur geblokkeerd. Enkele elektrische installaties kunnen werken (bijv. autoradio, centrale portiervergrendeling enz.). ❍ MAR: contact aan. Alle elektrische installaties werken. ❍ AVV: motor starten. Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 47 WEGWIJS IN UW AUTO 47 ZITPLAATSEN 1 Alle afstellingen van de voorstoelen en de zitplaatsen achter mogen uitsluitend bij een stilstaande auto worden uitgevoerd. Als u de hendels loslaat, moet altijd gecontroleerd worden of de zitplaats goed geblokkeerd is door te proberen de zitplaats naar voren en naar achteren te schuiven. Als de stoel niet is geblokkeerd, kan de stoel plotseling verschuiven, waardoor u de controle over de auto zou kunnen verliezen.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 48 48 WEGWIJS IN UW AUTO Hoogteverstelling fig. 16 Met de hendel C kan het achterste deel van de zitting omhoog of omlaag worden geplaatst voor een groter comfort. Lendensteunverstelling (bestuurdersstoel) fig. 16 Stoelverwarming fig. 17 (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Druk met de sleutel in stand MAR op de knoppen functie in of uit te schakelen. C om de Bij inschakeling gaat het lampje op de knop branden.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 49 WEGWIJS IN UW AUTO 49 ZITPLAATSEN ACHTER fig. 18/a – 18/b “Vaste” zitplaatsen achter Rugleuning verstellen Bij enkele uitvoeringen zijn de zitplaatsen achter “vast” en kan de rugleuning worden versteld als de bagageruimte wordt vergroot. Bedien de hendel A-fig. 18/b (een per zijde) om de rugleuning te verstellen.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 50 50 WEGWIJS IN UW AUTO HOOFDSTEUNEN In hoogte verstelbare hoofdsteunen: VOOR fig. 19 ❍ Omhoog verplaatsen: druk op de knop C en trek de hoofdsteun omhoog totdat deze hoorbaar vergrendelt. De hoofdsteunen zijn in hoogte verstelbaar; ga voor het verstellen als volgt te werk: ❍ Omlaag verplaatsen: druk op de knop C en duw de hoofdsteun omlaag. ❍ Omhoog verplaatsen: trek de hoofdsteun omhoog totdat deze hoorbaar vergrendelt.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 51 WEGWIJS IN UW AUTO STUUR 51 SPIEGELS Het stuur kan zowel in lengterichting als in hoogte worden versteld. Ga voor het verstellen als volgt te werk: trek de hendel fig. 20 omhoog in stand 1, plaats het stuur in de gewenste stand en vergrendel daarna het stuur door de hendel in stand 2 te plaatsen. Verstel het stuur alleen als de auto stilstaat en de motor is afgezet. 1 BINNENSPIEGEL fig.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 52 WEGWIJS IN UW AUTO 52 BUITENSPIEGELS fig. 22 Buitenspiegels inklappen fig. 23 Ga voor het verstellen van de buitenspiegels als volgt te werk: Indien noodzakelijk (bijv. bij nauwe doorgangen) kan de spiegel van geopende stand 1 in gesloten stand 2 worden geklapt. ❍ kies met de schakelaar B welke spiegel u wilt verstellen; ❍ met de knop A kunt u de spiegel in 4 richtingen verstellen.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 53 WEGWIJS IN UW AUTO 53 KLIMAATREGELING fig. 24 1 L0E0016m LUCHTROOSTERS fig. 24 1. Luchtroosters voor ontwasemen of ontdooien voorruit – 2. Verstelbare en regelbare luchtroosters in het midden – 3. Verstelbare en regelbare luchtroosters aan de zijkant – 4. Vaste luchtroosters voor zijruiten – 5. Luchtroosters onder – 6. Verstelbare en regelbare luchtroosters achter.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 54 54 WEGWIJS IN UW AUTO HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING fig. 25 BEDIENINGSKNOPPEN fig. 25 A. Draaiknop voor luchttemperatuur (rood-warm/blauw-koud) B. Draaiknop voor regeling aanjagersnelheid L0E0017m C. Draaiknop voor luchtverdeling μ gericht op het lichaam en naar de zijruiten ∑ gericht op het lichaam, naar de zijruiten en de beenruimten ∂ alleen gericht naar de beenruimten ∏ gericht naar de beenruimten en de voorruit - alleen gericht naar de voorruit.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 55 WEGWIJS IN UW AUTO BELANGRIJK Het verdient aanbeveling om de luchtrecirculatie in te schakelen in de file of in tunnels. Hiermee wordt voorkomen dat vervuilde lucht het interieur bereikt. Het is niet raadzaam dit systeem langdurig te laten werken, omdat anders, vooral als u met meerdere personen in de auto zit, de kans aanzienlijk toeneemt dat de ruiten beslaan. SNELLE ONTWASEMING/ONTDOOIING VAN DE VOORRUIT EN DE ZIJRUITEN VOOR (MAX-DEF) D.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 56 WEGWIJS IN UW AUTO 56 AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GESCHEIDEN REGELING (voor bepaalde uitvoeringen/markten) fig. 26 De auto is uitgerust met een airconditioning met gescheiden luchttemperatuurregeling fig. 26 voor bestuurders- en passagierszijde. L0E0018m Dit systeem is uitgerust met AQS (Air Quality System) dat automatisch de luchtrecirculatie inschakelt als vervuilde buitenlucht wordt gesignaleerd (bijvoorbeeld in een file en in tunnels).
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 57 WEGWIJS IN UW AUTO AIRCONDITIONING INSCHAKELEN Het systeem kan op verschillende manieren worden ingeschakeld, maar aangeraden wordt eerst de gewenste temperaturen op het display in te stellen en daarna de knop AUTO in te drukken. Met de airconditioning kan de temperatuur voor de bestuurder en de passagier apart worden ingesteld. Het maximale temperatuurverschil is 7 °C. De aircocompressor schakelt alleen in als de buitentemperatuur hoger is dan 4 °C.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 58 58 WEGWIJS IN UW AUTO Bedieningsknoppen luchtverdeling B-fig. 26 Als u een of meer knoppen / / ˙ indrukt, dan kunt u handmatig een van de 7 mogelijke verdelingen van de lucht naar het interieur kiezen: Luchtstroom naar de luchtroosters van de voorruit en de zijruiten voor voor ontdooiing/ontwaseming van de ruiten. Luchtstroom naar de luchtroosters van de beenruimten voor en achter.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 59 WEGWIJS IN UW AUTO Regeling aanjagersnelheid fig. 26 Druk op de knop C p voor het verhogen/verlagen van de aanjagersnelheid. Er kunnen 12 snelheden worden gekozen die worden weergegeven door de verlichte staafjes op het display: ❍ maximum aanjagersnelheid = alle staafjes verlicht; ❍ minimum aanjagersnelheid = één staafje verlicht.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 60 60 WEGWIJS IN UW AUTO Ontdooiing/ontwaseming achterruit- en buitenspiegelverwarming fig. 26 Snelle ontwaseming/ontdooiing van de voorruit en de zijruiten voor (functie MAX-DEF) fig. 26 Druk op de knop F ( om deze functie in te schakelen: het lampje op de knop gaat branden als deze functie wordt ingeschakeld. De functie is voorzien van een tijdschakeling, waardoor de functie na 20 minuten automatisch wordt uitgeschakeld.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 61 WEGWIJS IN UW AUTO Inschakelen luchtrecirculatie en AQS-functie (Air Quality System) fig. 26 Druk op de knop T.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 62 62 WEGWIJS IN UW AUTO Aircocompressor in-/uitschakelen I-fig. 26 Als u op de knop ❄ drukt, wordt de aircocompressor ingeschakeld. Inschakelen compressor ❍ lampje op de knop ❄ brandt; ❍ weergave van het symbool ❄ op het display. Uitschakelen compressor ❍ lampje op de knop ❄ gedoofd; ❍ doven van het symbool ❄ op het display; ❍ uitschakeling luchtrecirculatie; ❍ uitschakeling AQS-functie.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 63 WEGWIJS IN UW AUTO De dagverlichting is een alternatief voor het dimlicht tijdens het rijden overdag. Deze dagverlichting is in bepaalde landen verplicht en waar niet verplicht, toegestaan. De dagverlichting is geen vervanging voor het dimlicht tijdens het rijden in tunnels of in het donker. Het gebruik van de dagverlichting is afhankelijk van de wettelijke voorschriften van het land waarin u zich bevindt. Houdt u aan de voorschriften.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 64 64 WEGWIJS IN UW AUTO DIMLICHT/BUITENVERLICHTING RICHTINGAANWIJZERS fig. 28 Draai met de contactsleutel in stand MAR, de draaiknop in stand 2. Als het dimlicht wordt ingeschakeld, schakelt de dagverlichting uit en schakelen de buitenverlichting, het dimlicht en de kentekenplaatverlichting in. Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje 3 branden.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 65 WEGWIJS IN UW AUTO FUNCTIE WISSELEN VAN RIJBAAN Als u bij wisseling van rijstrook kort richting wilt aangeven, moet u de linker hendel korter dan een halve seconde in de onvergrendelde stand zetten. De richtingaanwijzer aan de gekozen zijde knippert 5 keer en dooft daarna automatisch. “FOLLOW ME HOME” SYSTEEM Met dit systeem kan de ruimte voor de auto een bepaalde tijd worden verlicht.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 66 WEGWIJS IN UW AUTO 66 “Intelligente wis-/wasregeling” ACHTERRUITWISSER/-SPROEIER Als u de hendel naar het stuur trekt (onvergrendelde stand), schakelen de ruitensproeiers in. Als u de hendel aangetrokken houdt, dan worden in een beweging de ruitenwissers/-sproeiers ingeschakeld; de ruitenwissers schakelen automatisch in als u de hendel langer dan een halve seconde aangetrokken houdt.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 67 WEGWIJS IN UW AUTO REGENSENSOR (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Inschakelen De regensensor A-fig. 30 bevindt zich achter de binnenspiegel en staat in contact met de voorruit. De sensor zorgt ervoor dat de frequentie van de slagen van de ruitenwissers, tijdens het wissen met interval, automatisch wordt aangepast aan de hoeveelheid regen op de ruit.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 68 WEGWIJS IN UW AUTO 68 Uitschakelen Draai de contactsleutel in stand STOP. Als de motor daarna wordt gestart (sleutel in stand MAR), schakelt de regensensor niet weer in, ook niet als de hendel in stand B-fig. 29 is blijven staan. Voor het inschakelen van de regensensor moet de hendel in stand A of C worden gezet en daarna in stand B. Als de regensensor op deze wijze opnieuw wordt ingeschakeld, maken de ruitenwissers ten minste 1 slag, ook bij een droge ruit.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 69 WEGWIJS IN UW AUTO Op afdalingen kan bij ingeschakelde cruise-control de snelheid iets oplopen ten opzichte van de opgeslagen snelheid. Als het systeem wordt ingeschakeld, gaat het lampje Ü op het instrumentenpaneel branden en verschijnt er een melding op het display (zie de paragraaf “Lampjes op het instrumentenpaneel”). SNELHEID OPSLAAN Ga als volgt te werk: ❍ zet de draaiknop A-fig.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 70 WEGWIJS IN UW AUTO 70 SYSTEEM UITSCHAKELEN INTERIEURVERLICHTING Zet de draaiknop A-fig. 31 in stand OFF of de contactsleutel in stand STOP. Het systeem schakelt in de volgende gevallen automatisch uit: PLAFONDVERLICHTING VOOR MET SPOTJES fig. 32 ❍ als het rem- of koppelingspedaal wordt ingetrapt; ❍ als het ASR- of ESP 2-systeem (voor bepaalde uitvoeringen/ markten) in werking treedt.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 71 WEGWIJS IN UW AUTO De plafondverlichting is voorzien van sfeerlampjes die het interieur verlichten bij ingeschakelde dimlichten of buitenverlichting. BELANGRIJK Het plafondlampje in fig. 32 kan zich, bij enkele uitvoeringen, ook middenachter bevinden (als een elektrisch bedienbaar open dak aanwezig is). BELANGRIJK Controleer voordat u de auto verlaat of beide schakelaars in de middelste stand staan.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 72 WEGWIJS IN UW AUTO 72 BEDIENINGSKNOPPEN PLAFONDVERLICHTING ACHTER fig. 33 Om de verlichting in of uit te schakelen, moet u op het door de pijl aangegeven punt (+ teken op het lampenglas van het plafondlampje) drukken. De plafondlampjes achter gaan ook branden als de plafondverlichting voor wordt ingeschakeld. BAGAGERUIMTEVERLICHTING fig. 34 Als u de bagageruimte opent, gaat automatisch de bagageruimteverlichting branden.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 73 WEGWIJS IN UW AUTO Als de functie is ingeschakeld (zie de paragraaf “SPORT-functie”), dan wordt op het instrumentenpaneel het opschrift SPORT verlicht. Druk nogmaals op de knop om de functie uit te schakelen en de instelling voor normaal rijden te herstellen. Bij enkele uitvoeringen kan de SPORT-functie niet worden ingeschakeld als de CITY-functie ingeschakeld is.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 74 WEGWIJS IN UW AUTO 74 MISTACHTERLICHTEN (uitvoeringen zonder Start&Stop) fig. 37 ADAPTIEVE VERLICHTING AFS (Adaptive Xenon Lights) fig. 38 Druk bij ingeschakeld dimlicht op de knop B. Bij ingeschakelde mistachterlichten gaat op het instrumentenpaneel het controlelampje 4 branden. Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop. De adaptieve lichten (zie de paragraaf “Koplampen” in dit hoofdstuk) worden automatisch ingeschakeld als de auto wordt gestart.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 75 WEGWIJS IN UW AUTO 75 BRANDSTOFNOODSCHAKELING Om de juiste werking van de auto te herstellen, moeten de volgende handelingen worden uitgevoerd: Deze schakelt in bij een ongeval waardoor: ❍ draai de contactsleutel in stand MAR; ❍ de toevoer van brandstof wordt gestopt en de motor afslaat; ❍ de portieren automatisch ontgrendelen; ❍ de interieurverlichting wordt ingeschakeld.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 76 WEGWIJS IN UW AUTO 76 INTERIEURUITRUSTING ARMSTEUN VOOR MET OPBERGVAK ZONNEKLEPPEN fig. 39 De zonnekleppen zitten aan beide zijden naast de binnenspiegel. Ze kunnen voor de voorruit of voor de zijruit worden gedraaid. Op de achterzijde van de zonnekleppen bevindt zich een spiegeltje, dat verlicht kan worden door het plafondlampje A. Op de zonneklep aan bestuurders- en passagierszijde bevindt zich een documentenvakje. fig.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 77 WEGWIJS IN UW AUTO 77 Koel/warmhoudvak 1 Druk op de knop A-fig. 41 en plaats de armsteun B omhoog: het koel/warmhoudvak fig. 41 is nu bereikbaar. BELANGRIJK Het vak dient om van tevoren gekoelde of verwarmde dranken op temperatuur te houden. De dranken blijven warm met ingeschakelde verwarming en koel met ingeschakelde aircocompressor. fig.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 78 78 WEGWIJS IN UW AUTO ARMSTEUN ACHTER (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Klap de armsteun A-fig. 42 voor gebruik omlaag, zoals aangegeven in de figuur (om deze handeling uit te voeren, moet de middelste hoofdsteun achter helemaal zijn uitgetrokken). In de armsteun zijn twee beker/blikjeshouders B geplaatst. Om de houders te gebruiken, moet de lip C in de richting van de pijl worden getrokken.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 79 WEGWIJS IN UW AUTO 79 DASHBOARDKASTJE BEKER/BLIKJESHOUDER fig. 45 Trek aan de handgreep A-fig. 43 om het dashboardkastje te openen. Bij het openen van het kastje gaat aan de binnenkant een lampje branden. Dit lampje blijft ongeveer 15 minuten ingeschakeld als de contactsleutel in stand STOP staat. Als binnen deze 15 minuten een portier of de achterklep wordt geopend, dan start de tijdregeling opnieuw.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 80 WEGWIJS IN UW AUTO 80 STEKKERDOOS (12 V) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) AANSTEKER (voor bepaalde uitvoeringen/markten) De stekkerdoos A-fig, 46 bevindt zich op de tunnelconsole en werkt alleen als de contactsleutel in stand MAR staat. Als de auto is uitgerust met de rokerskit, dan is de stekkerdoos vervangen door een aansteker. Op enkele uitvoeringen is ook een stekkerdoos B-fig. 46 in de bagageruimte aanwezig. Deze bevindt zich in de tunnelconsole.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 81 WEGWIJS IN UW AUTO 81 OPEN DAK ASBAK De asbak bestaat uit een uitneembare kunststof houder fig. 48 met een veeropening. De asbak kan in de beker/blikjeshouders geplaatst worden op de tunnelconsole. BELANGRIJK Gebruik de asbak niet als prullenbak: papiertjes en dergelijke kunnen door peuken in brand raken. (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Het grote open dak bestaat uit twee ruitpanelen, een vast paneel achter en een beweegbaar paneel voor.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 82 WEGWIJS IN UW AUTO 82 Sluiten Als het dak in geheel geopende stand staat en u drukt langer dan een halve seconde op de knop A-fig. 49, dan wordt het voorste ruitpaneel automatisch in een tussenliggende stand gezet (stand “Comfort”). Als u nogmaals een halve seconde op de knop drukt, dan komt het dak automatisch in “kantelstand”. Druk nogmaals op de knop en houd de knop ingedrukt om het paneel geheel te sluiten.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 83 WEGWIJS IN UW AUTO 83 INITIALISATIEPROCEDURE NOODBEDIENING Als de accu losgekoppeld is geweest of als een zekering is doorgebrand, moet de werking van het open dak opnieuw ingesteld worden. Als het open dak niet elektrisch bediend kan worden, dan kan het handmatig worden bediend; ga hiervoor als volgt te werk: Ga als volgt te werk: ❍ druk de knop A-fig. 49 in totdat het dak geheel gesloten is.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 84 WEGWIJS IN UW AUTO 84 PORTIEREN VER-/ONTGRENDELEN VAN BUITENAF fig. 51 Portieren ontgrendelen Alle portieren ontgrendelen: draai de sleutel in stand 1. Trek de betreffende handgreep omhoog om een portier te openen. Met afstandsbediening: druk op knop Ë om de portieren te ontgrendelen. Controleer voordat u een portier opent of u dit op een veilige manier kunt doen. Open de portieren alleen als de auto stilstaat.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 85 WEGWIJS IN UW AUTO 85 VER-/ONTGRENDELEN VAN BINNENUIT fig. 52 KINDERVEILIGHEIDSSLOT B-fig. 53 Sluit de portieren en druk op het knopje A voor ver-/ontgrendeling van de portieren. Dit knopje bevindt zich op het dashboard. Als er een storing is in het elektrische systeem, is het altijd mogelijk de portieren met de hand te vergrendelen. Hierdoor kunnen de achterportieren niet van binnenuit geopend worden.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 86 WEGWIJS IN UW AUTO 86 NOODPORTIERVERGRENDELING ACHTER A-fig. 53 De achterportieren zijn voorzien van een systeem waarmee ze kunnen worden vergrendeld als er geen stroom aanwezig is. Ga in dat geval als volgt te werk: ❍ steek de metalen baard van de contactsleutel in de zitting A; ❍ draai de sleutel linksom en verwijder hem daarna uit de zitting A.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 87 WEGWIJS IN UW AUTO Als u bij ingeschakeld kinderveiligheidsslot de binnenhandgreep van een achterportier bedient, lukt het niet om het portier te openen en komt slechts het knopje van de sloten omhoog; het portier kan worden geopend door aan de buitenhandgreep te trekken. Bij een noodvergrendeling wordt de ont-/vergrendelknop ≈ niet buiten werking gesteld.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 88 88 WEGWIJS IN UW AUTO Druk op de knoppen voor het openen/sluiten van de gewenste ruit. Druk kort op een van de twee knoppen voor het “stapsgewijs” openen/sluiten van de ruit; als de knop langer wordt ingedrukt, wordt de “automatisch continue” werking ingeschakeld zowel tijdens het openen als het sluiten. De ruit stopt in de gewenste stand als u nogmaals op de betreffende bedieningsknop drukt.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 89 WEGWIJS IN UW AUTO Antiletselfunctie Op de auto is bij het sluiten van de ruiten de antiletselfunctie actief. Dit veiligheidssysteem kan een eventueel obstakel waarnemen als de ruit sluit; in dat geval onderbreekt het systeem de ruitbeweging en wordt, afhankelijk van de stand van de ruit, de ruitbeweging onmiddellijk omgekeerd. Dit veiligheidssysteem is zeer nuttig als in de auto achtergebleven kinderen per ongeluk de ruiten bedienen.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 90 90 WEGWIJS IN UW AUTO Initialisatie van de ruitbediening Als de accu losgekoppeld is geweest of als een zekering is doorgebrand, moet de werking van het systeem opnieuw ingesteld worden. Initialisatieprocedure: ❍ sluit de ruit die geïnitialiseerd moet worden geheel (handmatig); ❍ houd na het bereiken van de geheel gesloten stand de knop nog ten minste 1 seconde ingedrukt.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 91 WEGWIJS IN UW AUTO BAGAGERUIMTE ACHTERKLEP OPENEN Als de achterklep is ontgrendeld, kan deze vanaf de buitenzijde worden geopend met behulp van de handgreep fig. 55. De achterklep kan bovendien altijd worden geopend als de portieren van de auto ontgrendeld zijn. Gebruik voor het openen van de achterklep de sleutel met afstandsbediening.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 92 WEGWIJS IN UW AUTO 92 ACHTERKLEP SLUITEN fig. 56 U sluit de achterklep door de achterklep te laten zakken en ter hoogte van het slot te drukken, totdat u de vergrendeling hoort. Aan de binnenzijde van de achterklep zitten twee handgrepen B waarmee u de achterklep makkelijker kunt sluiten. Het maximum laadvermogen van de auto mag nooit overschreden worden (zie hoofdstuk “6”).
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 93 WEGWIJS IN UW AUTO 93 ACHTERKLEP IN GEVAL VAN NOOD OPENEN fig. 57 BAGAGERUIMTE VERGROTEN Om de achterklep vanuit het interieur te openen (bij een lege accu of bij een storing in het elektrische systeem van de achterklep zelf), moet als volgt te werk worden gegaan (zie “Bagageruimte vergroten”): Het is mogelijk de bagageruimte te vergroten door de deelbare achterbank gedeeltelijk (1/3 of 2/3) of geheel neer te klappen fig. 59.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 94 WEGWIJS IN UW AUTO 94 Om de capaciteit van de laadruimte verder te vergroten, kunnen de achterzittingen naar voren worden geduwd met behulp van de handgreep B-fig. 58. BELANGRIJK Trek de hoofdsteunen van de achterbank helemaal omhoog alvorens de rugleuningen neer te klappen, zodat een vlakke laadvloer ontstaat.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 95 WEGWIJS IN UW AUTO HOEDENPLANK Hoedenplank verwijderen: ❍ maak de bevestigingen van de rugleuningen van de achterzitplaatsen los fig. 60; ❍ begeleid de rolhoes in de rolautomaat; ❍ maak de bevestigingen A-fig. 61 (één per zijde) los; ❍ maak de bevestigingen B-fig. 61 los, draai de hoedenplank 90° en trek hem naar buiten. fig. 60 L0E0050m 95 Ga voor het weer terugplaatsen van de hoedenplank in omgekeerde volgorde te werk. fig.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 96 WEGWIJS IN UW AUTO 96 Om de laadvloer A in de laagste stand te zetten fig 63: MAGIC BACK BOX (DUBBELE LAADRUIMTE) fig. 63-64 (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Naast neerklapbare zitplaatsen, kan de auto ook zijn uitgerust met een laadvloer die ingesteld kan worden op twee verschillende hoogtes, waardoor een vlakke vloer wordt verkregen en het volume van de bagageruimte modulair kan worden aangepast.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 97 WEGWIJS IN UW AUTO 97 1 fig.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 98 98 fig.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 99 WEGWIJS IN UW AUTO 99 MOTORKAP 1 OPENEN fig. 65 Ga als volgt te werk: ❍ trek de hendel A in de richting van de pijl; ❍ bedien het hendeltje B zoals is aangegeven in het figuur 65; ❍ til de motorkap op en trek gelijktijdig de steunstang C uit de klem; steek vervolgens het uiteinde van de stang in de grote opening D in de motorkap en druk de stang in de veilige stand (kleine opening) zoals is afgebeeld in het figuur.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 100 100 WEGWIJS IN UW AUTO Wees voorzichtig als u werkzaamheden in de motorruimte moet verrichten en de motor nog warm is, om brandwonden te voorkomen. Kom niet met uw handen in de buurt van de elektroventilateur: de elektroventilateur kan, ook bij uitgeschakeld contact, onverwacht inschakelen. Wacht tot de motor is afgekoeld. Pas op met sjaals, dassen of loszittende kledingstukken omdat ook deze door de bewegende onderdelen kunnen worden gegrepen.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 101 WEGWIJS IN UW AUTO IMPERIAAL/SKIDRAGER 101 Houdt u strikt aan de wettelijke bepalingen betreffende de maximale afmetingen. BEVESTIGINGSPUNTEN De bevestigingspunten bevinden zich op de in fig. 66 aangegeven plaatsen en zijn uitsluitend bereikbaar bij geopende portieren. In het Lancia Lineaccessori-programma is een imperiaal/skidrager opgenomen die speciaal voor de achterklep is ontwikkeld.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 102 102 WEGWIJS IN UW AUTO KOPLAMPEN KOPLAMPEN AFSTELLEN Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk voor het comfort en de veiligheid van uzelf en de overige weggebruikers. Bovendien zijn er wettelijke voorschriften met betrekking tot de koplampafstelling. Voor optimaal zicht en zichtbaarheid moeten de koplampen op de juiste wijze zijn afgesteld. Wendt u voor controle of afstelling tot het Lancia Servicenetwerk.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 103 WEGWIJS IN UW AUTO 103 KOPLAMPAFSTELLING IN HET BUITENLAND Systeem in-/uitschakelen fig. 68 De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik in het land waarin de auto is verkocht. In die landen waarin aan de andere zijde van de weg wordt gereden, moet om het tegemoetkomende verkeer niet te verblinden, een gedeelte van de koplampen worden afgeplakt overeenkomstig de wetgeving van het land waarin u rijdt.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 104 104 WEGWIJS IN UW AUTO DST-SYSTEEM (Dynamic Steering Torque) SPORT-FUNCTIE Dit systeem is in de ESP-regeleenheid geïntegreerd en adviseert via de elektrische stuurbekrachtiging over vereiste stuurcorrecties tijdens het rijden.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 105 WEGWIJS IN UW AUTO BELANGRIJK Als u de SPORT-knop indrukt, wordt de functie na ongeveer 5 seconden ingeschakeld. BELANGRIJK De benodigde stuurkracht kan toenemen bij langdurige parkeermanoeuvres; dit is een normaal verschijnsel om oververhitting van de motor voor de stuurbekrachtiging te voorkomen. In deze situatie zijn er geen reparaties vereist. Als u de auto een volgende keer weer gebruikt, zal de stuurbekrachtiging weer normaal werken.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 106 WEGWIJS IN UW AUTO 106 In de “normale” stand wordt de dempingskarakteristiek van de actieve schokdempers aangepast aan het soort weg en de belasting van de auto, waarbij met name op ongelijkmatige wegoppervlakken het rijcomfort aanzienlijk wordt verbeterd. REACTIVE SUSPENSION SYSTEM (actieve schokdempers) Dit systeem is gekoppeld aan de Sport-functie (zie de paragraaf “Sport-functie”). Met de SPORT-knop fig.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 107 WEGWIJS IN UW AUTO 107 Bij de uitvoering 1.4 Turbo Jet 150 pk wordt door het indrukken van de SPORT-knop ook de turbodruk verhoogd (overboost); het motormanagement verhoogt tijdelijk in relatie tot de stand van het gaspedaal de maximale turbodruk, waardoor een hoger motorkoppel geleverd wordt dan onder normale omstandigheden.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 108 108 WEGWIJS IN UW AUTO WERKING IN- EN UITSCHAKELING VAN HET SYSTEEM Het systeem is niet ingeschakeld bij het starten van de auto. U kunt het systeem inschakelen door de knop A-fig. 71 op het dashboard in te drukken. Als het systeem is ingeschakeld gaat het lampje op de knop branden en verschijnt er een bijbehorende melding op het display van het instrumentenpaneel. Na inschakeling start het systeem de herkenning van de werkingsvoorwaarden.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 109 WEGWIJS IN UW AUTO SYSTEEM UITSCHAKELEN Handmatig U kunt het systeem uitschakelen door de knop A-fig. 71 op het dashboard in te drukken. Als het systeem is uitgeschakeld dooft het lampje op de knop en verschijnt er een melding 1-fig. 72 op het display van het instrumentenpaneel. 109 STORING IN HET SYSTEEM Bij een storing in het systeem verschijnt de melding 3-fig. 72 op het display van het instrumentenpaneel en klinkt er een geluidssignaal.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 110 WEGWIJS IN UW AUTO 110 L0E1009g fig. 71 1 fig.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 111 WEGWIJS IN UW AUTO 111 OVERZICHT VAN DE SIGNALERINGEN TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE DRIVING ADVISOR Status van het lampje op de knop Gedoofd Melding op het display (fig.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 112 112 WEGWIJS IN UW AUTO ESP 2-SYSTEEM (ELECTRONIC STABILITY PROGRAM) Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wielen hun grip verliezen, waardoor de auto beter op koers blijft. De werking van het ESP 2-systeem is uitermate nuttig als de grip op het wegdek wisselt.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 113 WEGWIJS IN UW AUTO 113 HILL HOLDER-SYSTEEM Storingsmeldingen Dit systeem is geïntegreerd in het ESP 2-systeem en schakelt automatisch in: Bij een eventuele storing gaat het lampje á op het instrumentenpaneel branden en verschijnt er een melding op het instelbare multifunctionele display (zie het hoofdstuk “Lampjes op het instrumentenpaneel”).
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 114 114 WEGWIJS IN UW AUTO ASR-SYSTEEM (Antislip Regulation) In-/uitschakeling van het ASR-systeem fig. 73 Dit systeem is geïntegreerd in het ESP-systeem en grijpt automatisch in als een of beide aangedreven wielen dreigen door te slippen, zodat de bestuurder de controle over de auto kan behouden. Het ASR-systeem is vooral nuttig onder de volgende omstandigheden: Het ASR-systeem schakelt automatisch in als de motor wordt gestart.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 115 WEGWIJS IN UW AUTO 115 TTC-systeem (Elektronisch sperdifferentieel) ABS Dit systeem, dat geïntegreerd is in de ASR, zorgt er bij het nemen van een bocht voor dat er meer trekkracht naar het buitenste wiel wordt overgebracht en dat het binnenste wiel wordt afgeremd. Op die manier wordt de werking van een sperdifferentieel gesimuleerd, waardoor er sportiever kan worden gereden en het bochtgedrag aanzienlijk verbetert.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 116 116 WEGWIJS IN UW AUTO ACTIVERING VAN HET SYSTEEM Als het ABS in werking treedt, merkt de bestuurder dit aan een trilling in het rempedaal, die gepaard gaat met enig geluid: dit geeft aan dat het noodzakelijk is uw snelheid aan te passen aan de beschikbare grip op het wegdek. Als het ABS in werking treedt, merkt u dat aan een trilling in het rempedaal.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 117 WEGWIJS IN UW AUTO 117 START&STOP-SYSTEEM SYSTEEM HANDMATIG IN-/UITSCHAKELEN (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Druk voor het handmatig in en uit schakelen van het systeem op de knop T fig. 75 die zich op het schakelaarpaneel op het dashboard bevindt. Het Start&Stop-systeem zet automatisch de motor uit als de auto stilstaat en start de motor zodra de bestuurder weer wil gaan rijden.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 118 118 WEGWIJS IN UW AUTO Inschakeling Start&Stop-systeem De inschakeling van het Start&Stop-systeem wordt aangegeven door een melding + een symbool op het display. In deze situatie is het lampje A-fig. 75 boven knop T gedoofd. Uitschakeling Start&Stop-systeem Uitvoeringen met instelbaar multifunctioneel display: de uitschakeling van het Start&Stop-systeem wordt aangegeven door de weergave van symbool T op het display.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 119 WEGWIJS IN UW AUTO OMSTANDIGHEDEN VOOR HET HERSTARTEN VAN DE MOTOR Vanwege comforteisen, beperking van de uitstoot en om veiligheidsredenen kan de motor weer automatisch worden gestart, zonder ingrijpen van de bestuurder, onder de volgende omstandigheden: 119 Opmerkingen Als het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt is, 3 minuten na het uitzetten van de motor, een herstart van de motor alleen mogelijk m.b.v. de contactsleutel.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 120 120 WEGWIJS IN UW AUTO “ENERGY SAVING”-FUNCTIE (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Als na een automatische start van de motor de bestuurder 3 minuten geen enkele actie onderneemt, dan zet het Start&Stopsysteem de motor definitief uit om brandstof te besparen. In dit geval kan de motor alleen gestart worden m.b.v. de contactsleutel. OPMERKING Het is in alle gevallen mogelijk de motor draaiend te houden door het Start&Stop-systeem uit te schakelen.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 121 WEGWIJS IN UW AUTO NOODSTART Als een noodstart wordt uitgevoerd met een hulpaccu mag de minkabel (−) vanaf de hulpaccu nooit met de minpool A-fig. 77 van de accu van de auto worden verbonden, maar moet de minkabel op een massapunt op de motor of de versnellingsbak worden aangesloten. fig. 77 L0E0190m 121 Controleer voordat u de motorkap opent of de motor is uitgeschakeld en de contactsleutel in stand STOP staat.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 122 122 WEGWIJS IN UW AUTO EOBD-SYSTEEM Met het EOBD-systeem (European On Board Diagnosis) kan een doorlopende diagnose worden uitgevoerd op die componenten op de auto die van invloed zijn op de emissie.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 123 WEGWIJS IN UW AUTO IN-/UITSCHAKELEN CITY-FUNCTIE Druk voor het in-/uitschakelen van de functie op de knop A-fig.79. De inschakeling van de functie wordt aangegeven doordat het lampje CITY op het instrumentenpaneel gaat branden. Met ingeschakelde CITY-functie draait het stuur heel licht, waardoor makkelijker kan worden geparkeerd: deze instelling van de stuurbekrachtiging is dus zeer geschikt voor het rijden in de stad.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 124 124 WEGWIJS IN UW AUTO BELANGRIJK De benodigde stuurkracht kan toenemen bij langdurige parkeermanoeuvres; dit is een normaal verschijnsel om oververhitting van de motor voor de stuurbekrachtiging te voorkomen. In deze situatie zijn er geen reparaties vereist. Als u de auto een volgende keer weer gebruikt, zal de stuurbekrachtiging weer normaal werken.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 125 WEGWIJS IN UW AUTO 125 Het vervangen van de normale banden door winterbanden en omgekeerd, vereist ook een aanpassing van het TPMS, die uitsluitend door het Lancia Servicenetwerk mag worden uitgevoerd. Als de auto is uitgerust met het TPMS, moet bij het demonteren van een band, ook het rubber van het ventiel vervangen worden. Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk. Het TPMS vereist het gebruik van speciale apparatuur.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 126 126 WEGWIJS IN UW AUTO Zie voor het juiste gebruik van het systeem als de velgen/banden vervangen worden, de volgende tabel: Handeling – Aanwezigheid sensor Akoestisch storing Uitgevoerd door het Lancia Servicenetwerk – JA Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk Een wiel vervangen door het reservewiel NEE JA Het beschadigde wiel repareren Wielen vervangen door winterbanden NEE JA Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk Wielen vervangen door winte
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 127 WEGWIJS IN UW AUTO 127 PARKEERSENSOREN AKOESTISCH WAARSCHUWINGSSYSTEEM (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Deze bevinden zich in de achterbumper van de auto fig. 80 en attenderen de bestuurder via een repeterend geluidssignaal op de aanwezigheid van obstakels achter de auto.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 128 128 WEGWIJS IN UW AUTO STORINGSMELDINGEN ALGEMENE OPMERKINGEN Eventuele storingen in de parkeersensoren worden bij het inschakelen van de achteruit aangegeven door het branden van het lampje è op het instrumentenpaneel. Op het multifunctionele display verschijnt ook de bijbehorende melding. ❍ Controleer tijdens parkeermanoeuvres of zich geen obstakels op of onder het sensorsysteem bevinden.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 129 WEGWIJS IN UW AUTO ❍ De metingen van de sensor kunnen beïnvloed worden/zijn door ultrasone systemen (bijv. luchtdrukremmen van vrachtwagens of pneumatische hamers) die zich in de nabijheid bevinden. ❍ De prestaties van het parkeerhulpsysteem kunnen ook beïnvloed worden door de positie van de sensoren.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 130 130 WEGWIJS IN UW AUTO MAGIC PARKING (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Het Magic Parking-systeem attendeert de bestuurder erop wanneer parallel aan de rijbaan een parkeerplek wordt gevonden die groot genoeg is voor de auto; bij het inparkeren neemt het systeem vervolgens de besturing van de auto over. De bestuurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor parkeermanoeuvres.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 131 WEGWIJS IN UW AUTO 131 SENSOREN WERKING Voor het zoeken van een parkeerplek maakt het systeem gebruik van sensoren aan de zijkant (zie fig. 81). De parkeerhulpfunctie kan alleen worden ingeschakeld als het instrumentenpaneel is geactiveerd en de snelheid lager is dan circa 30 km/h. De inparkeerprocedure kan worden onderverdeeld in de volgende fasen: Deze sensoren worden automatisch geactiveerd bij een snelheid lager dan circa 30 km/h.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 132 132 WEGWIJS IN UW AUTO ❍ Herkenning: als het systeem een vrije parkeerplek herkent die groot genoeg is voor de auto, attendeert het de bestuurder hierop en geeft het aanwijzingen over wat de bestuurder moet doen om het inparkeren te starten.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 133 WEGWIJS IN UW AUTO BESCHRIJVING INPARKEERFASEN Inschakelen Het systeem wordt ingeschakeld door knop fig. 82 in te drukken. Zodra deze knop wordt ingedrukt wordt de fase van het zoeken geactiveerd. Als het lampje op de knop brandt, is het systeem ingeschakeld. Het systeem neemt ook als het is uitgeschakeld parkeerplekken waar, zodat het onmiddellijk na het passeren van een geschikt geachte parkeerplek nog kan worden ingeschakeld.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 134 134 WEGWIJS IN UW AUTO ❍ parkeerplekken die circa 130 cm langer zijn de auto: voor inparkeren is een aantal manoeuvres nodig waarbij het systeem alleen bij de eerste de besturing overneemt (de daaropvolgende manoeuvres moeten geheel door de bestuurder zelf worden verricht).
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 135 WEGWIJS IN UW AUTO Herkenning van een parkeerplek fig. 84 Als het systeem een geschikte parkeerplek vindt tussen twee geparkeerde auto's of eventuele andere objecten met een groot zijoppervlak (bijvoorbeeld vuilcontainers), geeft het een signaal dat er een parkeerplek is gevonden en kan de auto worden ingeparkeerd. Wanneer de auto al in een goede positie staat om met inparkeren te beginnen, verzoekt het systeem de bestuurder de achteruit in te schakelen.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 136 136 WEGWIJS IN UW AUTO Als de bestuurder tijdens het inparkeren, bedoeld of onbedoeld, het stuurwiel aanraakt (het vastgrijpt of de beweging ervan verhindert), wordt de manoeuvre afgebroken. Wanneer oneffenheden op het wegoppervlak of obstakels voor de wielen de beweging van de auto zodanig beïnvloeden dat de juiste manoeuvre niet kan worden gemaakt, wordt het inparkeren mogelijk afgebroken.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 137 WEGWIJS IN UW AUTO ❍ De nabijheid van ultrasone geluidsbronnen (bijv. luchtdrukremmen van vrachtwagens of pneumatische hamers) bij de sensoren, kan tot gevolg hebben dat ze niet meer naar behoren functioneren. ❍ De sensoren kunnen niet bestaande objecten signaleren (“echo-storing”); dit wordt veroorzaakt door mechanische storingen, bijvoorbeeld: wassen van de auto, regen, zeer harde wind en hagel.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 138 138 WEGWIJS IN UW AUTO MELDINGEN VAN HET SYSTEEM OP HET INSTRUMENTENPANEEL Magic Parking zoekt naar een geschikte parkeerplek. Achteruit uitschakelen Na het indrukken van de knop voor het inschakelen van het Magic Parking-systeem, wordt aangegeven dat de achteruit moet worden uitgeschakeld om het systeem te kunnen inschakelen. Magic Parking zoekt naar een geschikte parkeerplek.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 139 WEGWIJS IN UW AUTO Magic Parking Er is een probleem met het Magic Parkingniet beschikbaar systeem waargenomen. Wendt u tot het servicenetwerk. Probeer het later nog eens Stuurwiel aangeraakt Magic Parking OFF Handmatig beëindigen Het Magic Parking-systeem heeft een probleem waargenomen aan een van de componenten die voor de werking ervan essentieel zijn. Als het probleem zich voor blijft doen, dient u zich tot het servicenetwerk te wenden.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:53 Pagina 140 WEGWIJS IN UW AUTO 140 PARKEERSENSOREN VOOR EN ACHTER (in combinatie met Magic Parking) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) De parkeersensoren verschaffen de bestuurder informatie over de afstand tot obstakels achter en voor de auto (uitvoeringen met 4 sensoren achter en 4 sensoren voor); deze sensoren zijn altijd vereist voor de werking van het Magic Parking-systeem.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:54 Pagina 141 WEGWIJS IN UW AUTO Uitvoering met 8 sensoren Bij de uitvoering met 4 sensoren achter en 4 sensoren voor wordt het systeem geactiveerd door het inschakelen van de achteruit of door op de knop fig. 87 te drukken. Als Magic Parking wordt ingeschakeld, worden de sensoren achter en voor niet automatisch ingeschakeld in de fase van het zoeken naar een parkeerplek: in dat geval kunnen ze worden ingeschakeld door te drukken op de daarvoor bestemde knop fig.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:54 Pagina 142 142 WEGWIJS IN UW AUTO AKOESTISCH SIGNAAL De bestuurder wordt geïnformeerd over de aanwezigheid van en de afstand tot obstakels door middel van geluidssignalen die worden gegeven door 2 zoemers in het interieur: ❍ een zoemer voorin die waarschuwt voor de aanwezigheid van obstakels voor de auto en een zoemer achterin die waarschuwt voor de aanwezigheid van obstakels achter de auto.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:54 Pagina 143 WEGWIJS IN UW AUTO WERKING MET AANHANGER De werking van de sensoren wordt automatisch uitgeschakeld als de stekker van de elektrische kabel van de aanhanger wordt aangesloten op de stekkerdoos van de trekhaak. De sensoren worden automatisch weer ingeschakeld als u de aanhangerstekker loskoppelt.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:54 Pagina 144 144 WEGWIJS IN UW AUTO EXTRA ACCESSOIRES Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die constante voeding nodig hebben (diefstalalarm, anti-diefstalsatellietbewaking enz.), of accessoires die de elektrische installatie zwaar belasten, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:54 Pagina 145 WEGWIJS IN UW AUTO 145 RADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE TELEFOONS TANKEN Radiozendapparaten (mobiele telefoons, 27 mc en dergelijke) mogen alleen in de auto worden gebruikt met een aparte antenne aan de buitenkant van de auto.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:54 Pagina 146 146 WEGWIJS IN UW AUTO DIESELMOTOREN Werking bij lage temperaturen Bij lage buitentemperaturen kan de vloeibaarheid van de dieselbrandstof verminderen door de vorming van paraffine, waardoor het brandstofsysteem niet meer goed werkt. Om dit probleem te voorkomen wordt er, afhankelijk van het seizoen, dieselbrandstof geleverd die speciaal voor de zomer, voor de winter en voor zeer lage temperaturen (bergachtige/koude gebieden) is ontwikkeld.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:54 Pagina 147 WEGWIJS IN UW AUTO 147 TANKDOP fig. 88 Druk om te tanken op het klepje A om het te ontgrendelen en de tankdop te bereiken. Als de centrale portiervergrendeling is ingeschakeld, is het tankklepje vergrendeld. Draai de dop B los. De tankdop is voorzien van een koord C dat aan het tankklepje vastzit, om verlies van de dop te voorkomen. Door de hermetische afsluiting van de tank kan de druk in de tank iets verhoogd zijn.
001-148 Delta NL 1ed 23-12-10 11:54 Pagina 148 148 WEGWIJS IN UW AUTO BESCHERMING VAN HET MILIEU De emissiereductiesystemen voor benzinemotoren zijn: ❍ driewegkatalysator (katalysator); ❍ Lambdasondes; ❍ benzinedamp-opvangsysteem. Laat de motor nooit, ook niet tijdens testwerkzaamheden, met een of meer losgekoppelde bougies draaien De emissiereductiesystemen voor dieselmotoren zijn: ❍ oxidatiekatalysator; ❍ uitlaatgasrecirculatie-systeem (E.G.R.); ❍ roetfilter (DPF) (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:41 Pagina 149 VEILIGHEID 149 Veiligheidsgordels .................................................................. 150 S.B.R.-systeem ...................................................................... 151 Gordelspanners ...................................................................... 152 Kinderen veilig vervoeren ....................................................... 155 Montagevoorbereiding voor Isofix-kinderzitje ........................
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 150 150 VEILIGHEID VEILIGHEIDSGORDELS Druk tijdens het rijden niet op de knop C. GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS fig. 1 Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg dan de gordel om. Maak de gordels vast door de gesp A in de sluiting B te drukken, totdat hij hoorbaar blokkeert. Als tijdens het uittrekken van de gordel de rolautomaat blokkeert, laat dan de gordel een stukje teruglopen en trek de gordel vervolgens weer geleidelijk uit.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 151 VEILIGHEID De veiligheidsgordels achter moeten worden omgelegd zoals is aangegeven in het afgebeelde schema in fig. 2. BELANGRIJK Plaats de veiligheidsgordels op de juiste wijze terug als de achterbank weer in de normale gebruiksstand wordt gezet, zodat ze altijd direct klaar voor gebruik zijn.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 152 152 VEILIGHEID GORDELSPANNERS Voor een nog effectievere bescherming zijn de veiligheidsgordels van de auto voorzien van gordelspanners. Dit systeem trekt bij een heftige botsing de gordel enige centimeters aan. Op deze wijze worden de inzittenden veel beter op hun plaats gehouden en wordt de voorwaartse beweging beperkt.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 153 VEILIGHEID 153 ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS De bestuurder is verplicht zich te houden aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot het verplichte gebruik van de veiligheidsgordels (en de inzittenden erop attent te maken). Leg de veiligheidsgordel altijd om voordat u vertrekt.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 154 154 VEILIGHEID BELANGRIJK De gordelband mag nooit gedraaid zijn. Het diagonale gordelgedeelte moet via het midden van de schouder schuin over de borst liggen. Het horizontale gordelgedeelte moet over het bekken (zoals is aangegeven in fig. 3) en niet over de buik liggen. Gebruik geen voorwerpen (wasknijpers, klemmen enz.) die een goed aansluiten van de gordel op het lichaam verhinderen.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 155 VEILIGHEID KINDEREN VEILIG VERVOEREN Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle inzittenden zittend reizen en beschermd worden door goedgekeurde veiligheidssystemen. Dit geldt met name voor kinderen. Dit is een wettelijk voorschrift volgens richtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten van de Europese Unie.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 156 156 VEILIGHEID Alle systemen moeten zijn voorzien van de typegoedkeuring en van een goed vastgehecht plaatje met het controlemerk, dat absoluut niet mag worden verwijderd. Kinderen met een lengte van meer dan 1,50 m worden, met betrekking tot de veiligheidssystemen, gelijkgesteld met volwassenen en moeten dan ook normaal de veiligheidsgordels omleggen. In het Lancia Lineaccessori-programma zijn kinderzitjes opgenomen voor elke gewichtsgroep.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 157 VEILIGHEID De afbeeldingen dienen alleen ter illustratie van de bevestiging. Houdt u voor de montage van het kinderzitje aan de instructies. De fabrikant is verplicht deze instructies bij te leveren. Er zijn ook kinderzitjes met Isofix-beugels die stevig aan de stoel kunnen worden bevestigd, zonder gebruik te maken van de veiligheidsgordels van de auto.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 158 VEILIGHEID 158 GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE UNIVERSELE KINDERZITJES De auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 159 VEILIGHEID 159 Alleen bij uitvoeringen met vaste achterbank Gewicht Passagier voor Passagier achter aan de zijkant (passagierszijde) Passagier achter in het midden Passagier achter aan de zijkant (bestuurderszijde) Groep 0, 0+ tot 13 kg U U U X Groep 1 9–18 kg U U U X Groep 2 15–25 kg U U U X Groep 3 22–36 kg U U U X Groep Legenda: U = geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-voorschriften voor
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 160 160 VEILIGHEID MONTAGEVOORBEREIDING VOOR ISOFIX-KINDERZITJE De auto is voorbereid op de montage van “Isofix Universeel”kinderzitjes; een nieuw gestandaardiseerd Europees systeem voor het vervoeren van kinderen. Er kan ook een mengvorm worden gekozen, een traditioneel kinderzitje en een Isofix-kinderzitje. In fig. 5 is een voorbeeld gegeven van het kinderzitje. Het Isofix Universeel-kinderzitje is er voor de gewichtsgroep: 1.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 161 VEILIGHEID 161 Monteer het kinderzitje alleen als de auto stilstaat. Het kinderzitje is op de juiste wijze aan de beugels bevestigd als u het hoort vergrendelen. Houdt u in ieder geval aan de instructies voor de montage, de demontage en de plaatsing. De fabrikant van het kinderzitje is verplicht deze instructies bij te leveren. 2 fig. 5 L0E0065m fig.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 162 162 VEILIGHEID GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ISOFIX-KINDERZITJES In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkheden weergegeven van de montage van de Isofix-kinderzitjes op de zitplaatsen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 163 VEILIGHEID 163 FRONTAIRBAGS De frontairbags kunnen in de volgende gevallen niet worden geactiveerd: De auto is uitgerust met frontairbags aan bestuurders- en passagierszijde voor, een knie-airbag aan bestuurderszijde (voor bepaalde uitvoeringen/markten) en zij-airbags voor (sidebags – headbags).
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 164 164 VEILIGHEID De frontairbags aan bestuurders- en passagierszijde en de knieairbag aan bestuurderszijde zijn ontworpen voor een optimale bescherming van de inzittenden voor met omgelegde veiligheidsgordels. Als de airbags volledig opgeblazen zijn, vullen zij het grootste deel van de ruimte tussen het stuurwiel en de bestuurder, tussen de onderste bescherming van de stuurkolom en de knieën van de bestuurder en tussen het dashboard en de voorpassagier.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 165 VEILIGHEID ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevoren op de passagiersstoel voor als de airbag aan passagierszijde is ingeschakeld. Als bij een ongeval de airbag wordt geactiveerd, kan het kind hierdoor dodelijke verwondingen oplopen. Als er geen andere mogelijkheid is, moet in ieder geval de airbag aan passagierszijde uitgeschakeld worden als het kinderzitje op de passagiersstoel voor wordt geplaatst.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 166 166 VEILIGHEID WINDOW BAG fig. 11 ZIJ-AIRBAGS (Side bags – Window bags) SIDEBAG fig. 10 De sidebag is een kussen dat zich snel opblaast en bevindt zich in de rugleuning van de voorstoel. De sidebag heeft tot doel het bovenlichaam en het bekken van de inzittenden te beschermen bij middelzware en zware zijdelingse aanrijdingen. fig.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 167 VEILIGHEID BELANGRIJK De frontairbags en/of zij-airbags kunnen worden geactiveerd bij krachtige stoten aan de onderzijde van de carrosserie, bijvoorbeeld bij zware botsingen tegen drempels of stoepranden of obstakels op het wegdek of als de auto terecht komt in grote gaten of verzakkingen in het wegdek. BELANGRIJK Als de airbag in werking treedt, komt er een kleine hoeveelheid poederachtige rook vrij.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 168 168 VEILIGHEID ALGEMENE OPMERKINGEN Als u de contactsleutel in stand MAR draait en het lampje ¬ gaat niet branden of blijft branden tijdens het rijden, dan is er mogelijk een storing in de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags of gordelspanners niet geactiveerd worden bij een ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, niet op de juiste wijze geactiveerd worden.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 169 VEILIGHEID 169 Bedenk dat als de contactsleutel in stand MAR staat, ook bij uitgezette motor de airbags geactiveerd kunnen worden als de auto wordt aangereden door een andere auto. Daarom mogen, ook als de auto stilstaat, absoluut geen kinderen op de passagiersstoel voor worden geplaatst.
149-170 Delta NL 1ed 15-12-10 16:42 Pagina 170 170 VEILIGHEID bewust onbedrukt gehouden pagina
171-182 Delta NL 1ed 17-12-10 11:03 Pagina 171 STARTEN EN RIJDEN 171 Motor starten .........................................................................................172 Handrem ...............................................................................................175 Gebruik van de handgeschakelde versnellingsbak ..................................176 Brandstofbesparing ................................................................................177 Trekken van aanhangers ...............
171-182 Delta NL 1ed 17-12-10 11:03 Pagina 172 STARTEN EN RIJDEN 172 MOTOR STARTEN De auto is uitgerust met een elektronische startblokkering: zie bij startproblemen de paragraaf “Lancia CODE-systeem” in hoofdstuk “1”. Direct na het starten van de motor, vooral als de auto langere tijd niet is gebruikt, kan de motor iets meer geluid produceren.
171-182 Delta NL 1ed 17-12-10 11:03 Pagina 173 STARTEN EN RIJDEN Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleutel terugdraaien in stand STOP voordat u opnieuw start. Als met de contactsleutel in stand MAR het lampje Y op het instrumentenpaneel samen met het lampje U blijft branden, raden wij u aan de sleutel in stand STOP te draaien en vervolgens weer in stand MAR; als het lampje nog steeds blijft branden, probeer het dan met de andere geleverde sleutels.
171-182 Delta NL 1ed 17-12-10 11:03 Pagina 174 174 STARTEN EN RIJDEN MOTOR OPWARMEN NA HET STARTEN MOTOR UITZETTEN Ga als volgt te werk: ❍ rijd rustig weg, laat de motor niet met hoge toerentallen draaien en trap het gaspedaal niet bruusk in; ❍ verlang de eerste kilometers geen maximale prestaties. Wij raden u aan te wachten tot de wijzernaald van de koelvloeistoftemperatuurmeter begint te bewegen. Draai bij stationair draaiende motor de contactsleutel in stand STOP.
171-182 Delta NL 1ed 17-12-10 11:03 Pagina 175 STARTEN EN RIJDEN HANDREM De handrem bevindt zich tussen de voorstoelen. Om de handrem in te schakelen, moet u de hendel omhoog trekken zodat de auto blokkeert. De auto moet geblokkeerd zijn als de handrem enkele tanden is aangetrokken. Als dit niet het geval is, laat dan het Lancia Servicenetwerk de handrem afstellen. Als de handrem is aangetrokken en de contactsleutel in stand MAR staat, gaat op het instrumentenpaneel het waarschuwingslampje x branden.
171-182 Delta NL 1ed 17-12-10 11:03 Pagina 176 176 STARTEN EN RIJDEN GEBRUIK VAN DE HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Om de versnellingen in te schakelen, moet u het koppelingspedaal geheel intrappen en vervolgens de versnellingspook in de gewenste stand plaatsen (het schakelschema staat, afhankelijk van de uitvoering, op een plaatje onder de pook of op de knop van de pook fig. 2).
171-182 Delta NL 1ed 17-12-10 11:03 Pagina 177 STARTEN EN RIJDEN BRANDSTOFBESPARING Hierna volgen enkele nuttige tips, waardoor het brandstofverbruik zo laag mogelijk blijft en de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen, zowel CO2 als andere schadelijke stoffen (stikstofoxiden, onverbrande koolwaterstoffen, fijn stof (PM) enz.) zoveel mogelijk beperkt wordt. ALGEMENE OPMERKINGEN 177 Accessoires gemonteerd op dakrails Verwijder accessoires zoals: dwarssteunen, skidrager, bagagebox enz.
171-182 Delta NL 1ed 17-12-10 11:03 Pagina 178 178 STARTEN EN RIJDEN RIJSTIJL Acceleratie Starten Met vol gas optrekken kost veel brandstof en verhoogt de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen: het is beter geleidelijk op te trekken. Laat de motor als de auto stilstaat, niet warmdraaien met stationair toerental en ook niet met een verhoogd toerental: onder deze omstandigheden warmt de motor veel langzamer op, terwijl het verbruik en de schadelijke uitlaatgasemissie toenemen.
171-182 Delta NL 1ed 17-12-10 11:03 Pagina 179 STARTEN EN RIJDEN TREKKEN VAN AANHANGERS BELANGRIJKE TIPS Voor het trekken van aanhangwagens of caravans moet de auto uitgerust zijn met een trekhaak van een goedgekeurd type en een adequate elektrische installatie. De montage van de trekhaak moet door gespecialiseerd personeel worden uitgevoerd. Ook moet documentatie worden overhandigd m.b.t. het rijden met een aanhanger.
171-182 Delta NL 1ed 17-12-10 11:03 Pagina 180 180 STARTEN EN RIJDEN WINTERBANDEN Gebruik winterbanden die dezelfde maat hebben als de standaard geleverde banden. Het Lancia Servicenetwerk kan u adviseren welke band het meest geschikt is voor het doel waarvoor u deze wilt gebruiken. Houdt u voor de bandenmaat, de bandenspanning en het type winterbanden exact aan de gegevens die staan vermeld in de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “6”.
171-182 Delta NL 1ed 17-12-10 11:03 Pagina 181 STARTEN EN RIJDEN 181 SNEEUWKETTINGEN AUTO LANGERE TIJD STALLEN Het gebruik van sneeuwkettingen is afhankelijk van de voorschriften van het land waar wordt gereden. De sneeuwkettingen mogen alleen op de voorwielen gemonteerd worden (aangedreven wielen). Controleer na enkele tientallen meters rijden of de kettingen nog goed gespannen zijn.
171-182 Delta NL 1ed 17-12-10 11:03 Pagina 182 182 STARTEN EN RIJDEN bewust onbedrukt gehouden pagina
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 183 NOODGEVALLEN 183 In geval van nood raden wij u aan het gratis nummer te bellen dat in de Service- en garantiehandleiding vermeld staat. U kunt ook de site www.lancia.com raadplegen voor de dichtstbijzijnde vestiging van het Lancia Servicenetwerk. Motor starten .................................................................................... 184 Fix&Go Automatic snelle bandenreparatieset ................................... 186 Wiel verwisselen .......
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 184 184 NOODGEVALLEN MOTOR STARTEN Als het lampje Y op het instrumentenpaneel constant blijft branden, wendt u dan onmiddellijk tot het Lancia Servicenetwerk. Gebruik voor een noodstart beslist nooit een accusnellader: de elektronische systemen kunnen beschadigen; in het bijzonder de regeleenheden van de ontsteking en de inspuiting. STARTEN MET EEN HULPACCU fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 185 NOODGEVALLEN Ga voor het starten als volgt te werk: ❍ verbind de pluspolen (+ teken nabij de pool) van de beide accu's met een startkabel; ❍ sluit een tweede startkabel aan op de minpool (–) van de hulpaccu en op de massakabel E op de motor of de versnellingsbak van de auto die gestart moet worden; ❍ start de motor; ❍ neem als de motor draait, de startkabels in de omgekeerde volgorde los.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 186 186 NOODGEVALLEN FIX & GO AUTOMATIC SNELLE BANDENREPARATIESET ❍ een informatiefolder (zie fig. 3), voor een correct gebruik van de snelle reparatieset. De folder moet overhandigd worden aan het personeel dat de behandelde band repareert; De snelle bandenreparatieset Fix & Go automatic bevindt zich in de bagageruimte. ❍ een compressor D-fig. 2 met manometer en aansluitnippels, die in het vak zijn te vinden; De set fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 187 NOODGEVALLEN Overhandig de informatiefolder aan het personeel dat de met de bandenreparatieset behandelde band repareert. Als u een lekke band krijgt, kan de band gerepareerd worden als de diameter van het lek niet groter is dan 4 mm. Het is niet mogelijk lekken aan de zijkanten van de band te repareren. Gebruik de snelle bandenreparatieset niet als de band beschadigd is geraakt door het rijden met een lege band.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 188 188 NOODGEVALLEN De spuitbus bevat ethyleenglycol. Bevat latex: kan een allergische reactie veroorzaken. Schadelijk bij inslikken. Irriterend voor de ogen. Kan overgevoeligheid veroorzaken bij inademing en contact. Vermijd contact met ogen, huid en kleding. Spoel bij contact onmiddellijk overvloedig met water. Vermijd braken bij inslikken, spoel de mond uit, drink veel water en raadpleeg onmiddellijk een arts. Houd buiten het bereik van kinderen.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 189 NOODGEVALLEN ❍ controleer of de schakelaar D-fig. 5 van de compressor in stand 0 (uitgeschakeld) staat, start de motor, steek de stekker E-fig. 6 in de 12 V-stekkerdoos en schakel de compressor in door de schakelaar D-fig. 5 in stand I (ingeschakeld) te zetten; ❍ Pomp de band op tot de juiste bandenspanning is bereikt (zie de paragraaf “Bandenspanning in Koude toestand” in hoofdstuk “6”). Controleer de bandenspanning op de manometer F-fig. 5.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 190 190 NOODGEVALLEN Plaats de sticker op een voor de bestuurder goed zichtbare plaats om aan te geven dat de band behandeld is met de snelle bandenreparatieset. Rijd voorzichtig vooral in bochten. Rijd niet harder dan 80 km/h. Vermijd bruusk accelereren en remmen.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 191 NOODGEVALLEN 191 ALLEEN VOOR HET CONTROLEREN EN HERSTELLEN VAN DE SPANNING De compressor kan ook worden gebruikt voor het herstellen van de bandenspanning. Maak de snelkoppeling los en verbind de koppeling direct met het ventiel van de band fig. 6; op deze manier wordt de spuitbus niet met de compressor verbonden en wordt de afdichtvloeistof niet in de band gespoten. 4 fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 192 192 NOODGEVALLEN PROCEDURE VOOR HET VERVANGEN VAN DE SPUITBUS Ga als volgt te werk voor het vervangen van de spuitbus: ❍ maak de koppeling A-fig. 7 los; ❍ draai de te vervangen spuitbus linksom en trek de spuitbus omhoog; ❍ plaats de nieuwe spuitbus en draai de spuitbus rechtsom; ❍ sluit de koppeling A aan op de spuitbus en plaats de doorzichtige vulbuis B in het daarvoor bestemde vak. fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 193 NOODGEVALLEN WIEL VERWISSELEN ALGEMENE AANWIJZINGEN De auto kan zijn uitgerust met een noodreservewiel (optioneel voor bepaalde uitvoeringen/markten). Voor het verwisselen van het wiel en voor het juiste gebruik van de krik en het noodreservewiel moeten de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen. Het noodreservewiel (voor bepaalde uitvoeringen/ markten) behoort bij de auto waarbij het geleverd is.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 194 194 NOODGEVALLEN De krik dient uitsluitend voor het verwisselen van een wiel van de auto waarbij de krik geleverd is of voor auto's van hetzelfde model. Gebruik de krik niet voor het opkrikken van andere auto's. En beslist nooit voor het uitvoeren van werkzaamheden onder de auto. Als de krik niet juist geplaatst wordt, kan de opgekrikte auto van de krik vallen.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 195 NOODGEVALLEN 195 ❍ plaats de Subwoofer opzij in de bagageruimte, verwijder de houder en neem het noodreservewiel uit; SUBWOOFER VERWIJDEREN (uitvoeringen met Bose HI-FI) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) BELANGRIJK De volgende procedure geldt alleen voor auto's die zijn uitgerust met een Bose HI-FI audio-installatie met Subwoofer (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 196 196 NOODGEVALLEN RESERVEWIEL UITNEMEN Het is nodig te weten dat: ❍ de krik 1,76 kg weegt; ❍ de krik geen afstelwerkzaamheden vereist; ❍ de krik bij beschadiging vervangen moet worden door een krik van hetzelfde type; ❍ buiten de slinger geen enkel ander gereedschap op de krik gemonteerd mag worden.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 197 NOODGEVALLEN 197 ❍ bij uitvoeringen met een dubbele laadruimte, til de bekleding van de dubbele laadruimte op en maak er de vloerbedekking van de bagageruimte aan vast, zoals is aangegeven in fig. 10. ❍ verwijder bij auto’s met lichtmetalen velgen het geklemde wieldeksel met behulp van de bijgeleverde schroevendraaier; ❍ draai met de bijgeleverde sleutel E-fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 198 198 NOODGEVALLEN ❍ waarschuw eventuele omstanders dat de auto wordt opgekrikt; zorg ervoor dat ze zich niet in de nabijheid van de auto bevinden en de auto vooral niet aanraken totdat deze weer geheel op de grond staat; ❍ plaats de slinger H-fig. 12 op de plaats aangegeven met I op de krik en zet de auto omhoog, totdat het wiel enige centimeters los van de grond is.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 199 NOODGEVALLEN 199 NORMALE WIEL MONTEREN Uitvoeringen met lichtmetalen velgen Volg de hiervoor beschreven procedure, krik de auto op en demonteer het noodreservewiel. ❍ plaats het wiel op de naaf en draai met de bijgeleverde sleutel de bouten vast; Uitvoeringen met stalen velgen Ga als volgt te werk: ❍ laat de auto zakken en verwijder de krik; ❍ draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten vast in de volgorde die is aangegeven in fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 200 200 NOODGEVALLEN Ter afsluiting ❍ plaats het noodreservewiel D-fig. 10 op de daarvoor bestemde plek in de bagageruimte; ❍ druk de half geopende krik stevig in de houder om rammelen tijdens het rijden te voorkomen; ❍ berg het gebruikte gereedschap op in de gereedschaphouder; ❍ plaats de gereedschaphouder op het reservewiel en draai de blokkeerschroef B-fig. 10 vast; ❍ plaats de vloerbedekking op de juiste wijze op de vloer van de bagageruimte.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 201 NOODGEVALLEN Halogeenlampen bevatten gas onder druk. Bij breuk kunnen er glassplinters wegschieten. Halogeenlampen mag u uitsluitend aanraken op het metalen gedeelte. Als u de bol met uw vingers aanraakt, zal de lichtopbrengst van de lamp teruglopen en kan ook de levensduur beperkt worden. Als u de bol per ongeluk toch hebt aangeraakt, moet u de bol schoonwrijven met een doekje met alcohol en daarna laten drogen.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 202 202 NOODGEVALLEN TYPEN GLOEILAMPEN fig. 14 Op de auto zijn verschillende typen gloeilampen gemonteerd: A. Glasfittinglampen: deze zijn voorzien van een klemfitting. Verwijder de lamp door de lamp uit de houder te trekken. B. Gloeilampen met bajonetfitting: verwijder de lamp uit de houder door hem iets in te drukken en linksom te draaien. C. Buislampen: verwijder de lamp door hem uit de veercontacten los te maken. D.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 203 NOODGEVALLEN 203 Lampen Type Buitenverlichting voor/dagverlichting LED – – Achterlichten LED – – Dimlicht D1S(*) / H7 55 W D Grootlicht H1(*) / H7 55 W D PY 24W 24 W B Richtingaanwijzer voor Vermogen Figuur LED – – WY5W 5W A Remlichten LED – – Derde remlicht LED – – Kentekenplaatverlichting W5W 5W C Mistlampen voor H11 55 W E Mistachterlicht W16W 16 W B Achteruitrijlicht W16W 16 W B Plafondverlichting voo
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 204 204 NOODGEVALLEN GLOEILAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN DIMLICHT Met gloeilampen Gloeilamp vervangen: KOPLAMPUNITS fig. 15 ❍ verwijder het beschermdeksel B-fig. 15; In de koplampunits zijn de gloeilampen van het dimlicht, het grootlicht en de richtingaanwijzers opgenomen. De lampen zijn op de volgende wijze geplaatst: A. Grootlicht; ❍ haak de borgveer van de lamp A-fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 205 NOODGEVALLEN Met gasontladingslampen (Xenon) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Door de hoge voedingsspanning mogen defecte gasontladingslampen (Xenon) uitsluitend vervangen worden door gespecialiseerd personeel: levensgevaar! Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 206 206 NOODGEVALLEN BUITENVERLICHTING/DAGVERLICHTING Flankrichtingaanwijzers De buitenverlichting/dagverlichting zijn uitgerust met leds. Gloeilamp vervangen: Wendt u voor de vervanging tot het Lancia Servicenetwerk. ❍ duw tegen het lampenglas A-fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 207 NOODGEVALLEN 207 MISTACHTERLICHTEN fig. 22 MISTLAMPEN VOOR fig. 20 (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Wendt u voor het vervangen van defecte mistlampen tot het Lancia Servicenetwerk. Wendt u voor het vervangen van een gloeilamp van het mistachterlicht tot het Lancia Servicenetwerk. ACHTERLICHTUNITS Wendt u voor het vervangen van de leds in de achterlichtunit tot het Lancia Servicenetwerk. ACHTERUITRIJLICHTEN fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 208 208 NOODGEVALLEN DERDE REMLICHT fig. 23 Wendt u voor het vervangen van de leds van het derde remlicht tot het Lancia Servicenetwerk. KENTEKENPLAATVERLICHTING Gloeilamp vervangen: ❍ verwijder het lampenglas A-fig. 24 op het door de pijlen aangegeven punt; ❍ trek de lamp B uit de houder en vervang hem. fig. 23 L0E0162m fig. 24 L0E0163m fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 209 NOODGEVALLEN GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTING VERVANGEN Zie voor het type lamp en het bijbehorende vermogen de paragraaf “Typen gloeilampen”. 209 PLAFONDVERLICHTING VOOR Gloeilampen vervangen: ❍ maak het plafondlampje A-fig. 26 op de door de pijlen aangegeven punten los; ❍ open het beschermdeksel B-fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 210 210 NOODGEVALLEN ❍ maak de lamp B-fig. 29 los uit de veercontacten aan de zijkant en vervang hem; controleer of de nieuwe lamp goed vastzit in de veercontacten. PLAFONDVERLICHTING ACHTER Uitvoeringen zonder open dak Gloeilampen vervangen: ❍ maak het plafondlampje A-fig. 28 op de door de pijlen aangegeven punten los; ❍ maak de lamp B-fig. 29 los uit de veercontacten aan de zijkant en vervang hem; controleer of de nieuwe lamp goed vastzit in de veercontacten.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 211 NOODGEVALLEN 211 ❍ sluit de beschermkap B op de lichtunit; BAGAGERUIMTEVERLICHTING Gloeilamp vervangen: ❍ open de achterklep; ❍ maak de lichtunit A-fig. 32 op het door de pijl aangegeven punt los; ❍ monteer het plafondlampje A door het eerst aan een zijde in de juiste stand te plaatsen en vervolgens de andere zijde aan te drukken, totdat de borging inklikt. ❍ open de beschermkap B-fig. 33 en vervang de geklemde lamp; 4 fig. 32 L0E0171m fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 212 212 NOODGEVALLEN VERLICHTING DASHBOARDKASTJE Gloeilamp vervangen: ❍ open het dashboardkastje en verwijder de lichtunit A-fig. 34; ❍ maak de lamp C-fig. 36 los uit de veercontacten aan de zijkant en vervang hem; plaats de nieuwe lamp en controleer of de nieuwe lamp goed vastzit in de veercontacten. ❍ maak de lamp B los uit de veercontacten aan de zijkant en vervang hem; controleer of de nieuwe lamp goed vastzit in de veercontacten.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 213 NOODGEVALLEN ZEKERINGEN VERVANGEN 213 Als de zekering opnieuw doorbrandt, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk. ALGEMENE INFORMATIE Het elektrische systeem wordt door zekeringen beveiligd: de zekering brandt door bij een storing of bij oneigenlijk gebruik van het systeem. Als een elektrisch onderdeel niet werkt, controleer dan eerst of de zekering niet is doorgebrand: de verbindingsstrip A-fig. 37 mag niet onderbroken zijn.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 214 214 NOODGEVALLEN PLAATS VAN DE ZEKERINGEN Zekeringenkast dashboard De zekeringen zijn bereikbaar nadat de geklemde kap A is verwijderd. Aan de onderzijde naast de pedalen bevindt zich de zekeringenkast die is afgebeeld in fig. 38. fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 215 NOODGEVALLEN Extra zekeringen (uitvoeringen 1.4 Turbo Multi Air) 215 Zekeringenkast motorruimte fig. 39 en 40 Op de uitvoeringen 1.4 Turbo Multi Air bevinden zich naast de zekeringenkast op het dashboard vier extra zekeringen (fig. 38a). Een tweede zekeringenkast bevindt zich rechts in de motorruimte naast de accu. Om deze te bereiken moet u de lippen aan de zijkant losmaken en het deksel L verwijderen.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 216 NOODGEVALLEN 216 Zekeringenkast bagageruimte fig. 41 en 42 De zekeringen in de zekeringenkast links in de bagageruimte zijn bereikbaar nadat het inspectieklepje is geopend fig. 41. fig. 41 fig. 40 L0E0210m fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 217 NOODGEVALLEN 217 ZEKERINGENTABEL VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE FIGUUR Dimlicht rechts F12 7,5 38 Dimlicht rechts met Xenon-gasontladingslampen F12 15 38 Dimlicht links, koplampverstelling F13 7,5 38 Dimlicht links met Xenon-gasontladingslampen F13 15 38 Spoel van relais ventilateur voor airco, body computer F31 5 38 Ruitbediening linksachter F33 20 38 Ruitbediening rechtsachter F34 20 38 Achteruitrijlichten, relaisspoelen zekeri
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 218 218 NOODGEVALLEN VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE FIGUUR Module voor ruitenwissers op de stuurkolomschakelaar, module voor tweewegpomp, ruitensproeiers voor/achter op de stuurkolomschakelaar F43 30 38 Aansteker/stekkerdoos op tunnelconsole, stekkerdoos bagageruimte F44 15 38 Motor open dak F46 20 38 Ruitbediening voor bestuurderszijde F47 20 38 Ruitbediening voor passagierszijde F48 20 38 Schakelaarpanelen waarschuwingsknipperlichten, rech
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 219 NOODGEVALLEN VERBRUIKERS 219 ZEKERING AMPÈRE FIGUUR Autoradio/Radionavigatiesysteem (P038) 10 38a Dagverlichting (DRL)/buitenverlichting links (P036) 5 38a Dagverlichting (DRL)/buitenverlichting rechts (P037) 5 38a Regeleenheid adaptieve verlichting/regeleenheden op gasontladingslampen links en rechts (P039) 5 38a Aanjager klimaatregeling F08 40 40 Koplampsproeierpomp (uitvoeringen 1.4 Turbo Jet 120 pk, 1.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 220 220 NOODGEVALLEN ACCU OPLADEN BELANGRIJK De beschrijving voor het opladen van de accu dient slechts ter informatie. Wendt u bij voorkeur tot het Lancia Servicenetwerk om deze werkzaamheden uit te laten voeren. We raden u aan de accu langzaam en met een lage stroomsterkte (ampèrage) gedurende ca. 24 uur op te laden. Als u de accu langer oplaadt, kan de accu worden beschadigd. UITVOERINGEN MET Start&Stop-SYSTEEM fig.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 221 NOODGEVALLEN ❍ verbind de pluskabel van de acculader met de pluspool E van de accu en de minkabel met de aansluiting op sensor D zoals in de figuur is aangegeven; ❍ schakel de acculader in. Schakel aan het einde van het opladen de acculader uit; ❍ sluit, na het loskoppelen van het laadapparaat, de stekker A weer aan op sensor C zoals in de figuur is aangegeven. De vloeistof in de accu is giftig en corrosief. Vermijd het contact met de huid en de ogen.
183-222 Delta NL 1ed 17-12-10 11:42 Pagina 222 NOODGEVALLEN 222 ❍ draai het sleepoog geheel op de schroefdraadpen voor of achter. Draai voor het slepen de sleutel in stand MAR en vervolgens in STOP zonder de contactsleutel uit het slot te verwijderen. Als de contactsleutel uit het contactslot wordt genomen, schakelt automatisch het stuurslot in waardoor het onmogelijk wordt de auto te besturen. fig.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 223 ONDERHOUD EN ZORG 223 Geprogrammeerd onderhoud ............................................................. 224 Geprogrammeerd Onderhoudsschema ............................................... 225 Periodieke controles............................................................................ 229 Zwaar gebruik van de auto ................................................................ 229 Niveaus controleren .........................................
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 224 224 ONDERHOUD EN ZORG GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD Doelmatig onderhoud is een beslissende factor voor een lange levensduur, de beste prestaties en een zo zuinig mogelijk gebruik van de auto. Om dit te realiseren heeft Lancia een reeks controle- en onderhoudsbeurten samengesteld die iedere 30.000 km (benzine-uitvoeringen) en iedere 35.000 km (dieseluitvoeringen) moet worden uitgevoerd.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 225 ONDERHOUD EN ZORG 225 GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA Benzine-uitvoeringen x 1000 km 30 60 90 120 150 180 Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen ● ● ● ● ● ● Werking verlichting (koplamp- en achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, waarschuwings-/ controlelampjes enz.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 226 ONDERHOUD EN ZORG 226 x 1000 km Uitlaatgasemissie controleren 30 60 90 120 150 180 ● ● ● ● ● ● ● Benzinedamp-opvangsysteem controleren Motormanagementsysteem controleren (m.b.v.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 227 ONDERHOUD EN ZORG 227 Dieseluitvoeringen x 1000 km 35 70 105 140 175 Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen ● ● ● ● ● Werking verlichting (koplamp- en achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, waarschuwings-/ controlelampjes enz.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 228 ONDERHOUD EN ZORG 228 x 1000 km Motormanagementsysteem controleren (m.b.v.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 229 ONDERHOUD EN ZORG 229 PERIODIEKE CONTROLES ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO Iedere 1.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 230 230 ONDERHOUD EN ZORG is het noodzakelijk de volgende controles vaker uit te voeren, dan in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema staat aangegeven: ❍ acculading en niveau van het elektrolyt in de accu controleren (zie paragraaf “Accu” in dit hoofdstuk); ❍ remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren; ❍ conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visueel controleren; ❍ vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep op vervuiling
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 231 ONDERHOUD EN ZORG 231 NIVEAUS CONTROLEREN – Uitvoering 1.4 Turbo Jet 5 fig.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 232 ONDERHOUD EN ZORG 232 Uitvoering 1.4 Turbo Multi Air fig.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 233 ONDERHOUD EN ZORG 233 Uitvoering 1.6 Multijet/2.0 Multijet 5 fig.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 234 ONDERHOUD EN ZORG 234 Uitvoering 1.9 Twin Turbo Multijet fig.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 235 ONDERHOUD EN ZORG MOTOROLIE A-fig. 1-2-3-4 Controleer het oliepeil als de auto op een vlakke ondergrond staat en enige minuten (circa 5) na het uitzetten van de motor. Het oliepeil moet altijd tussen het MIN- en MAX-merkteken op de oliepeilstok staan. Het verschil tussen het MIN- en MAX-merkteken komt overeen met ongeveer 1 liter.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 236 236 ONDERHOUD EN ZORG MOTORKOELVLOEISTOF B-fig. 1-2-3-4 Het niveau van de koelvloeistof moet gecontroleerd worden bij een koude motor en moet tussen het MIN- en MAX-merkteken op het expansiereservoir staan. Een te laag niveau bijvullen door een mengsel van gedemineraliseerd water en 50% PARAFLUUP van PETRONAS LUBRICANTS langzaam via de vulopening van het expansiereservoir te gieten tot aan het MAX-merkteken.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 237 ONDERHOUD EN ZORG RUITENSPROEIERVLOEISTOF C-fig. 1-2-3-4 Verwijder voor het bijvullen de dop m.b.v. het lipje. Gebruik een mengsel van water en TUTELA PROFESSIONAL SC 35 in de volgende mengverhouding: ❍ 30% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en 70% water in de zomer. ❍ 50% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en 50% water in de winter. Bij temperaturen onder −20 °C, TUTELA PROFESSIONAL SC 35 onverdund gebruiken. Controleer visueel het niveau van de vloeistof in het reservoir.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 238 238 ONDERHOUD EN ZORG Voorkom contact tussen de zeer corrosieve remvloeistof en de lak. Als remvloeistof wordt gemorst, moet de lak onmiddellijk met water worden afgespoeld. De remvloeistof is giftig en zeer corrosief. Als per ongeluk remvloeistof wordt gemorst, moeten de betreffende delen onmiddellijk worden gewassen met water en neutrale zeep en daarna met veel water worden afgespoeld. Bij inslikken dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 239 ONDERHOUD EN ZORG 239 ACCU ACCU VERVANGEN De accu F-fig, 1-2-3-4 van de auto is “onderhoudsarm”: onder normale omstandigheden hoeft het elektrolyt niet bijgevuld te worden met gedestilleerd water. De werking moet echter regelmatig en uitsluitend door het Lancia Servicenetwerk of gespecialiseerd personeel gecontroleerd worden. Als de accu vervangen wordt, moet een originele accu met dezelfde specificaties worden geïnstalleerd.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 240 240 ONDERHOUD EN ZORG Onoordeelkundige montage van elektrische en elektronische apparatuur kan ernstige schade toebrengen aan de auto. Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren (diefstalalarm, mobiele telefoon enz.), wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk. Daar kan men u de meest geschikte installaties aanraden en controleren of het noodzakelijk is een accu met een grotere capaciteit te monteren.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 241 ONDERHOUD EN ZORG PRAKTISCHE TIPS OM DE LEVENSDUUR VAN DE ACCU TE VERLENGEN Om het snel ontladen van de accu te voorkomen en de levensduur te verlengen, dient u de volgende aanwijzingen nauwkeurig op te volgen: ❍ wanneer u de auto parkeert, controleer dan of de portieren, de motorkap en de achterklep goed gesloten zijn.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 242 242 ONDERHOUD EN ZORG WIELEN EN BANDEN BELANGRIJKE TIPS De spanning van de banden, inclusief het noodreservewiel, moet regelmatig, om de twee weken en voor een lange rit, worden gecontroleerd: de bandenspanning moet bij koude banden worden gecontroleerd. Tijdens het rijden neemt de bandenspanning toe; zie voor de juiste waarde van de bandenspanning de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “6”.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 243 ONDERHOUD EN ZORG ❍ bij de montage van een nieuwe band moet ook het ventiel vernieuwd worden; ❍ om een gelijke slijtage van de banden op de vooras en de achteras te verkrijgen, is het raadzaam de banden om de 10.000/ 15.000 km van as te verwisselen. Hierbij moeten de banden aan dezelfde zijde van de auto gemonteerd blijven, zodat een omkering van de draairichting wordt voorkomen. Bedenk dat ook de wegligging afhankelijk is van een juiste bandenspanning.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 244 244 ONDERHOUD EN ZORG RUBBER SLANGEN RUITENWISSERS/ACHTERRUITWISSER Houd voor de rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem zeer nauwkeurig de voorschriften van het “Geprogrammeerd Onderhoudsschema” in dit hoofdstuk aan. Ozon, hoge temperaturen en het gedurende langere tijd ontbreken van vloeistof in een systeem zorgen ervoor dat de slangen uitdrogen en scheuren, waardoor het betreffende systeem kan gaan lekken.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 245 ONDERHOUD EN ZORG 245 Wisserbladen voor vervangen fig. 6 Wisserblad achter vervangen fig.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 246 246 ONDERHOUD EN ZORG RUITENSPROEIERS Achterruit (achterruitsproeier) fig. 9 Voorruit (ruitensproeiers) fig. 8 De sproeiermonden van de achterruitsproeier kunnen niet worden afgesteld. De sproeier is ingebouwd boven de achterruit. Als de ruitensproeiers niet werken, controleer dan eerst het niveau in het ruitensproeiertankje (zie de paragraaf “Niveaus controleren” in dit hoofdstuk). Controleer vervolgens of de ruitensproeiermonden niet verstopt zijn.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 247 ONDERHOUD EN ZORG 247 CARROSSERIE De belangrijkste zijn: BESCHERMING TEGEN ATMOSFERISCHE INVLOEDEN ❍ de toepassing van aangepaste spuittechnieken en lakproducten die de auto de benodigde weerstand tegen roest en schurende elementen verlenen; De belangrijkste oorzaken van roest zijn: ❍ luchtverontreiniging; ❍ zoutgehalte in de lucht en luchtvochtigheid (gebieden aan zee, warm en vochtig klimaat); ❍ omgevings-/seizoensinvloeden.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 248 248 ONDERHOUD EN ZORG TIPS VOOR HET BEHOUD VAN DE CARROSSERIE De juiste wasmethode: Lak ❍ verwijder de antenne van het dak als u de auto in een wastunnel wast, om te voorkomen dat deze beschadigt; De lak heeft behalve een esthetische functie ook een beschermende functie. Daarom moeten beschadigingen van de laklaag, zoals krassen, onmiddellijk worden bijgewerkt om roestvorming te voorkomen.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 249 ONDERHOUD EN ZORG Uitvoeringen Hard Black In wasstraten moet het gebruik van (roterende) borstels worden vermeden. De auto mag uitsluitend met de hand en PH-neutrale schoonmaakmiddelen worden gewassen; gebruik een vochtige zeemleer om de auto te drogen. Gebruik geen schurende cleaners of polijstpasta's en zet de lak niet in de was.
223-250 Delta NL 1ed 20-12-10 10:06 Pagina 250 250 ONDERHOUD EN ZORG INTERIEUR STOELEN EN STOFFEN BEKLEDING Controleer af en toe of er onder de vloerbedekking geen water is blijven staan (dooiwater van sneeuwresten aan schoenen, lekkende paraplu’s enz.), waardoor roestvorming op de bodem veroorzaakt zou kunnen worden. Verwijder stof met een zachte borstel of een stofzuiger. Voor een nog betere reiniging van de stoffen bekleding raden wij u aan de borstel vochtig te maken.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 251 TECHNISCHE GEGEVENS 251 Identificatiegegevens ............................................................... 252 Motorcodes – carrosserie-uitvoeringen ...................................... 254 Motor ...................................................................................... 255 Brandstofsysteem .................................................................... 257 Transmissie ....................................................................
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 252 252 TECHNISCHE GEGEVENS TYPEPLAATJE MET IDENTIFICATIEGEGEVENS fig. 2 IDENTIFICATIEGEGEVENS De identificatiegegevens van de auto zijn fig. 1: 1 Typeplaatje met identificatiegegevens (rechts op de fronttraverse); 2 Het chassisnummer (ingeslagen in de bodemplaat naast de passagiersstoel voor); 3 Plaatje met informatie over de carrosserielak (links op de fronttraverse); 4 Het motornummer (linksachter ingeslagen aan de kant van de versnellingsbak). fig.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 253 TECHNISCHE GEGEVENS CHASSISNUMMER fig. 3 Dit is in de bodemplaat nabij de rechter voorstoel ingeslagen. Om het te bereiken moet u het klepje A naar voren schuiven. Het bevat de volgende gegevens: 253 PLAATJE MET INFORMATIE OVER DE CARROSSERIELAK fig. 4 Het plaatje is op de binnenzijde van de motorkap aangebracht en bevat de volgende informatie: ❍ type van de auto (ZAR 844000); A Fabrikant van de lak. ❍ oplopend productienummer. B Kleurbenaming.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 254 254 TECHNISCHE GEGEVENS MOTORCODES – CARROSSERIE-UITVOERINGEN MOTORCODE CARROSSERIE-UITVOERING 1.4 Turbo Jet 120 pk 198A4000 844AXA1A 00E 844AXA1A 00F (*) 1.4 Turbo Jet 150 pk 198A1000 844AXB1A 01C (l) 844AXB1A 01D (*) (l) 1.4 Turbo Multi Air 198A7000 844AXL1A 10 844AXL1A 10B (*) 1.6 Multijet 198A2000 844AXC1A 02E 844AXC1A 02F (*) 955A4000 (▲) 844AXF1A 06E (❏) 844AXF1A 06F (*) 1.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 255 TECHNISCHE GEGEVENS 255 MOTOR ALGEMEEN 1.4 Turbo Jet 120 pk Typecode Cyclus Aantal en opstelling cilinders 1.4 Turbo Jet 150 pk 1.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 256 TECHNISCHE GEGEVENS 256 ALGEMEEN Typecode Cyclus Aantal en opstelling cilinders 1.6 Multijet 1.9 Twin Turbo Multijet 2.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 257 TECHNISCHE GEGEVENS 257 BRANDSTOFSYSTEEM 1.4 Turbo Jet – 1.4 Turbo Multi Air Brandstofsysteem Elektronisch geregelde, sequentiële, gefaseerde Multipoint inspuiting met turbocompressor en intercooler 1.6 Multijet – 1.9 Twin Turbo Multijet – 2.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 258 258 TECHNISCHE GEGEVENS TRANSMISSIE 1.4 Turbo Jet – 1.4 Turbo Multi Air – 1.6 Multijet – 1.9 Twin Turbo Multijet – 2.0 Multijet Versnellingsbak Koppeling Aandrijving Zes gesynchroniseerde versnellingen vooruit en een versnelling achteruit Zelfstellend met koppelingspedaal zonder vrije slag Voor REMMEN 1.4 Turbo Jet – 1.4 Turbo Multi Air – 1.6 Multijet – 1.9 Twin Turbo Multijet – 2.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 259 TECHNISCHE GEGEVENS 259 WIELOPHANGING 1.4 Turbo Jet – 1.4 Turbo Multi Air – 1.6 Multijet – 1.9 Twin Turbo Multijet – 2.0 Multijet Versnellingsbak Onafhankelijke wielophanging, type McPherson Handrem Semi-onafhankelijk met via torsietraverse gekoppelde wielen STUURINRICHTING 1.4 Turbo Jet – 1.4 Turbo Multi Air – 1.6 Multijet – 1.9 Twin Turbo Multijet – 2.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 260 TECHNISCHE GEGEVENS 260 VERKLARING VAN DE CODERING OP DE BANDEN fig. 5 WIELEN VELGEN EN BANDEN Voorbeeld: 195/55 R 16 91 V Geperst stalen of lichtmetalen velgen. Tubeless radiaalbanden. In de typegoedkeuring zijn alle goedgekeurde banden vermeld. 195 = Nominale breedte (S, afstand in mm tussen de flanken).
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 261 TECHNISCHE GEGEVENS Beladingsindex (draagvermogen) Snelheidsindex 60 = 250 kg 61 = 257 kg 62 = 265 kg 63 = 272 kg 64 = 280 kg 65 = 290 kg 66 = 300 kg 67 = 307 kg 68 = 315 kg 69 = 325 kg 70 = 335 kg 71 = 345 kg 72 = 355 kg 73 = 365 kg 74 = 375 kg 75 = 387 kg 76 = 400 kg 77 = 412 kg 78 = 425 kg 79 = 437 kg 80 = 450 kg 81 = 462 kg 82 = 475 kg 83 = 487 kg Q R S T U 84 = 500 kg 85 = 515 kg 86 = 530 kg 87 = 545 kg 88 = 560 kg 89 = 580 kg 90 = 600 kg 91 = 615 kg
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 262 262 TECHNISCHE GEGEVENS VERKLARING VAN DE CODERING OP DE VELGEN fig. 5 Voorbeeld: 6J x 15 H2 ET 31.5 6 = breedte van de velg in inch (1). J = velgbedprofiel (deel aan de zijkanten waarop de band steunt) (2). 15 = montagediameter in inch (komt overeen met die van de band die gemonteerd moet worden) (3 = Ø). BANDEN MET RIM PROTECTOR fig.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 263 TECHNISCHE GEGEVENS Uitvoeringen Velgen Banden Winterbanden 263 Noodreservewiel (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Velgmaat 1.4 Turbo Jet 1.4 Turbo Multi Air 1.6 Multijet 1.9 Twin Turbo Multijet 2.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 264 TECHNISCHE GEGEVENS 264 BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar) Bandenmaat STANDAARD BANDEN Bij gemiddelde belading Volbeladen Voor Achter Voor Achter 195/55 R16-91VXL 2,4 2,2 2,7 2,5 205/55 R16-91V 2,4 2,2 2,7 2,5 225/45 R17-91W 2,4 2,2 2,7/2,8 (*) 2,5 225/40 R18-92W 2,6 2,4 2,9/3,1 (*) 2,7 (*) Uitvoeringen 1.9 Twin Turbo Multijet en 2.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 265 TECHNISCHE GEGEVENS 265 AFMETINGEN fig. 6 Inhoud van de bagageruimte Inhoud bij onbeladen auto (VDA-norm) ........................................................ 380 dm3 Maximale inhoud............................................................................................465 dm3 De afmetingen zijn aangegeven in mm en hebben betrekking op een auto die is uitgerust met standaard banden. De hoogte heeft betrekking op een onbelaste auto.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 266 TECHNISCHE GEGEVENS 266 PRESTATIES Maximale snelheid na de inrijperiode in km/h. 1.4 Turbo Jet 120 pk 1.4 Turbo Jet 150 pk 1.4 Turbo Multi Air 1.6 Multijet 1.9 Twin Turbo Multijet 195 210 203 194 222 2.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 267 TECHNISCHE GEGEVENS 267 GEWICHTEN Gewichten (kg) 1.4 Turbo Jet 1.4 Turbo Multi Air 1.6 Multijet Rijklaargewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals): 1320 1410 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 570 570 Max. toelaatbaar gewicht (**) – vooras: – achteras: – totaal: 1090 950 1890 1090 950 1980 1300/600 (ꔼ) 600 1300 500 Max. dakbelasting: 80 80 Max.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 268 268 TECHNISCHE GEGEVENS Gewichten (kg) 1.9 Twin Turbo Multijet 2.0 Multijet Rijklaargewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals): 1430 1430 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 570 570 Max. toelaatbaar gewicht (**) – vooras: – achteras: – totaal: 1150 950 2000 1150 950 2000 Trekgewichten – geremd: – ongeremd: 1300 500 1300 500 Max. dakbelasting: 80 80 Max.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 269 TECHNISCHE GEGEVENS 269 VULLINGSTABEL 1.4 Turbo Jet liter kg Brandstoftank: incl. een reserve van: 1.4 Turbo MultiAir liter kg Voorgeschreven brandstof en originele smeermiddelen 57 8/10 – – 57 8/10 – – Loodvrije benzine ten minste 95 R.O.N. (specificatie EN228) Motorkoelsysteem: 5,9 – 6,0 – Mengsel van gedemineraliseerd water en 50% PARAFLUUP(▲) Motorcarter: Carter en oliefilter: 2,75 2,9 2,4 2,55 3,1 3,5 2,65 3,0 SELENIA K P.E.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 270 270 TECHNISCHE GEGEVENS 1.6 Multijet 1.9 Twin Turbo Multijet 2.0 Multijet liter kg Voorgeschreven brandstof en originele smeermiddelen liter kg 57 8/10 – – 57 8/10 – – Diesel voor motorvoertuigen (specificatie EN590) 7,1 – 7,1 – Mengsel van gedemineraliseerd water en 50% PARAFLUUP (▲) Motorcarter: Carter en oliefilter: 4,3 4,9 3,6 4,1 4,3 4,9 3,6 4,1 SELENIA WR P.E.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 271 TECHNISCHE GEGEVENS 271 VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN AANBEVOLEN PRODUCTEN EN HUN SPECIFICATIES Gebruik Specificaties van de vloeistoffen en smeermiddelen voor een correct functioneren van de auto Vloeistoffen en smeermiddelen (originele) Vervangingsinterval Smering voor benzinemotoren Volledig synthetische olie SAE 5W-40 ACEA C3. Kwalificatie FIAT 9.55535-S2. SELENIA K P.E. Contractual Technical Reference N° F603.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 272 TECHNISCHE GEGEVENS 272 Gebruik Specificaties van de vloeistoffen en smeermiddelen voor een correct functioneren van de auto Vloeistoffen en smeermiddelen (originele) Toepassing Synthetische olie SAE 75W-85. Overtreft de specificaties API GL-4 PLUS. Kwalificatie FIAT 9.55550-MX3 TUTELA CAR TECHNYX Contractual Technical Reference N° F010.B05 Mechanische versnellingsbakken en differentieels (uitvoering 1.6 Multijet) Synthetische olie SAE 75W.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 273 TECHNISCHE GEGEVENS 273 BELANGRIJK Het soort wegdek, verkeerssituatie, atmosferische omstandigheden, rijstijl, algemene conditie van de auto, uitrustingsniveau, gebruik van de airconditioning, lading van de auto, imperiaal op het dak en andere situaties die de aerodynamica kunnen beïnvloeden, leveren een ander brandstofverbruik op dan hier vermeld.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 274 TECHNISCHE GEGEVENS 274 CO2-EMISSIE De CO2-emissie, vermeld in de volgende tabel, heeft betrekking op een gemiddeld verbruik. CO2-EMISSIE VOLGENS DE GELDENDE EU-NORMEN (g/km) 1.4 Turbo Jet 120 pk 1.4 Turbo Jet 150 pk 1.4 Turbo Multi Air 1.6 Multijet 1.9 Twin Turbo Multijet 146 160 132 125 149 2.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 275 BEPALINGEN VOOR HET VERWERKEN VAN DE AUTO AAN HET EINDE VAN ZIJN LEVENSDUUR Al jaren werkt Lancia hard aan de bescherming van het milieu door de doorlopende verbetering van de productieprocessen en de ontwikkeling van producten die steeds milieuvriendelijker zijn.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 276 ® in het hart van uw motor.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 277 Uw auto heeft Selenia gekozen De motor van uw auto is ontstaan en ontworpen voor Selenia, het motorolie-assortiment dat voldoet aan de meest geavanceerde internationale specificaties. Specifieke tests en technische kenmerken van hoog niveau maken van Selenia het smeermiddel bij uitstek voor veilige en onovertrefbare motorprestaties.
251-278 Delta NL 1ed 20-12-10 10:32 Pagina 278 bewust onbedrukt gehouden pagina
279-288 Delta NL 1ed 20-12-10 10:38 Pagina 279 ALFABETISCH REGISTER Aansteker ................................. 80 ABS ......................................... 115 Accu – opladen ............................... 220 – starten met een hulpaccu........................ 184 – vervangen ............................ 239 Achterruitsproeier .................... 66 Achterruitwisser – bediening ............................. 66 – ruitensproeiers ..................... 246 – wisserbladen ........................
279-288 Delta NL 1ed 20-12-10 10:38 Pagina 280 280 ALFABETISCH REGISTER Derde remlicht (gloeilampen vervangen) ........ 208 Fix&Go Automatic Diefstalalarm ........................... 43 Follow Me Home (systeem) ...... 65 Instrumenten ........................... 7 Gebruik van handgeschakelde Instrumentenpaneel en instrumenten ..................... 7 (bandenreparatieset) .............. 186 Dimlicht (bediening)................. 64 – gloeilamp vervangen ............ 204 Display ....................
279-288 Delta NL 1ed 20-12-10 10:38 Pagina 281 Lampjes op het instrumentenpaneel ..... 9 Lancia CODE (systeem) ........... 39 Luchtfilter/Pollenfilter ............. 238 Magic back box (dubbele laadruimte) ............. 96 Magic Parking ......................... 130 Meldingen op display ............... 34 Mistachterlicht .......................... 74 – gloeilamp vervangen ............ 207 Mistlampen ........................... 63-74 – cornering lights .................... 63 – gloeilamp vervangen .........
279-288 Delta NL 1ed 20-12-10 10:38 Pagina 282 282 ALFABETISCH REGISTER Roetfilter (DPF) ....................... 148 Rubber slangen ........................ 244 Ruitbediening ........................... 87 Ruiten (reinigen) ...................... 249 Ruitensproeiers ........................ 65 Ruitenwissers – bediening ............................ 65 – ruitensproeiers .................... 246 – wisserbladen ....................... 245 Startblokkering Lancia CODE ........................
279-288 Delta NL 1ed 20-12-10 10:38 Pagina 283 ALFABETISCH REGISTER 283 – reinigen................................ 250 – voor met elektrische lendensteunverstelling ......... 48 – voor met handbediende verstelling ............................ 47 Zonnekleppen ..........................
279-288 Delta NL 1ed 20-12-10 10:38 Pagina 284 NOTITIES .................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................
279-288 Delta NL 1ed 20-12-10 10:38 Pagina 285 .................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................. ..........................................................................................................................................
279-288 Delta NL 1ed 20-12-10 10:38 Pagina 286 .................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................. ..........................................................................................................................................
279-288 Delta NL 1ed 20-12-10 10:38 Pagina 287 .................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................. ..........................................................................................................................................
279-288 Delta NL 1ed 20-12-10 10:38 Pagina 288 Fiat Group Automobiles Netherlands B.V. - B. U. After Sales. Importeur voor Nederland: Fiat Group Automobiles Netherlands B.V. - Singaporestraat 92-100 - 1175 RA Lijnden Druknummer 603.81.
p4 os Lancia 2010_p4 os Lancia 2010 20-12-10 16:42 Pagina 1 NEDERLANDS De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Lancia behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen. Wendt u voor de recentste informatie over dit onderwerp tot het Lancia Servicenetwerk. Gedrukt op milieuvriendelijk chloorvrij papier.