Operation Manual

122
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
WINTERBANDEN
Gebruik winterbanden die dezelfde
maat hebben als de standaard gele-
verde banden.
De Lancia-dealer kan u adviseren
welke band het meest geschikt is
voor het doel waarvoor u deze wilt
gebruiken.
Houdt u voor de bandenmaat, de
bandenspanning en de winterban-
den exact aan de aanwijzingen die
staan aangegeven in de paragraaf
“Wielen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.
De specifieke eigenschappen van
winterbanden verminderen aanzien-
lijk als de profieldiepte minder is
dan 4 mm. In dat geval is het veili-
ger ze te vervangen.
Door de specifieke eigenschappen
van winterbanden zijn de prestaties
onder niet-winterse omstandigheden
of wanneer er lange afstanden op de
snelweg worden gereden, minder
dan die van de standaard gemon-
teerde banden. Beperk het gebruik
van winterbanden tot die omstan-
digheden waarvoor ze zijn goedge-
keurd.
BELANGRIJK Als u winterbanden
gebruikt waarvan de maximum toe-
gestane snelheid lager is dan de top-
snelheid van de auto (met een marge
van 5%), dan dient u in het interieur
van de auto een voor de bestuurder
duidelijk zichtbaar waarschuwings-
plaatje te plaatsen met de maximum
toegestane snelheid wanneer met die
winterbanden wordt gereden (over-
eenkomstig de EU-normen).
Monteer op alle vier de wielen
dezelfde banden (zelfde merk en
profieldiepte) voor meer veiligheid
tijdens het rijden en remmen en voor
een betere bestuurbaarheid.
Keer de draairichting van de banden
niet om.
Bij winterbanden met de
indicatie “Q” geldt een
maximum snelheid van 160
km/h; bij winterbanden met de
indicatie “T” geldt een maximum
snelheid van 190 km/h; bij win-
terbanden met de indicatie “H”
geldt een maximum snelheid van
210 km/h. Deze maximum snel-
heden zijn in overeenstemming
met de huidige wetgeving.
ATTENTIE